Operation Manual

Table Of Contents
5.4 Weergave
A. Timer
B. Opwarmen en restwarmte-indicatie
C. Magnetronfunctie
D. Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
E. Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F. Uren/minuten
G. Klokfuncties
5.5 Toetsen
Knop Functie Beschrijving
MAGNETRON De magnetronfunctie instellen.
KLOK De klokfunctie instellen.
TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur
van de vleesthermometer (indien van toe-
passing). Alleen gebruiken indien er een
ovenfunctie in werking is.
5.6 Controlelampje bij
voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt of afneemt.
6. MAGNETRONSTAND
6.1 Magnetron
Algemeen:
LET OP!
Stel het apparaat nooit in
werking als er zich geen
voedsel in bevindt.
Laat het voedsel na het uitschakelen
van het apparaat enkele minuten
rusten. Zie de
magnetronbereidingstabellen:
rusttijd.
Verwijder de verpakking van
aluminiumfolie, metalen bakjes, enz.
voordat u het voedsel bereidt.
Het wordt niet aanbevolen in de
magnetronstand meer dan een niveau
te gebruiken.
Leg het voedsel op een bord en zet
het indien niet anders aangegeven op
de bodem van de ruimte.
Roer, indien mogelijk, altijd het
voedsel door voor het opdienen.
Bakken:
Kook het eten zo mogelijk bedekt
met materiaal dat geschikt is voor
gebruik in de magnetron. Bereid
voedsel slechts zonder het te
bedekken als u een korst wilt
behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd
te hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, verbranden of op
sommige plekken hard worden.
Gebruik het apparaat niet om eieren
in hun schaal en slakken te bereiden,
omdat ze kunnen barsten. Bij
NEDERLANDS
11