User manual

verschillende warmte-instellingen. De
kookplaat neemt de positie van de pan
waar en past vervolgens het van te voren
ingestelde vermogen aan. U kunt de pan
in de voorste, de middelste of de
achterste positie zetten. Als u het
kookgerei vooraan plaatst, krijgt u de
hoogste kookstand (d.w.z. 9). Om die te
verlagen, verplaatst u het kookgerei naar
het midden (warmte-instelling - 5) of naar
achteren (warmte-instelling -1).
Gebruik slechts één pan met
een minimum
bodemdiameter van 160 mm
wanneer u de functie
bedient.
1. Tik eenmaal op .
2. Scrol de Menu > Functies fornuis om
de functie uit de lijst te selecteren.
• Als een van de linkerzones werkt,
verschijnt er een pop-upvenster
waarin u wordt gevraagd om al
dan niet te bevestigen of u de
vorige warmte-instellingen wilt
annuleren.
• Het -symbool en de symbolen
van de drie zones met de
standaard warmte-instellingen
verschijnen op het display.
U kunt de standaard warmte-
instelling wijzigen in
overeenstemming met uw behoeften
en de warmte-instelling wordt
opgeslagen voor toekomstig
gebruik.
3. Plaats de pan op de kookzone met
de gewenste warmte-instelling.
Plaats het kookgerei in het centrum
van de gewenste zone en zorg
ervoor dat u de aangrenzende zones
niet bedekt. Rode lampjes lichten op.
Tenzij u de rode lampjes ziet, kan de
functie niet worden geactiveerd.
Als u de positie van de pan wilt
wijzigen heft u die op en plaatst u die
op een andere zone. Als u he
kookgerei verschuift, kunnen er
krassen en een verkleuring van het
oppervlak ontstaan.
Om de functieknop te deactiveren,
wordt er een pop-upvenster
weergegeven. Tik op Stop om de functie
uit te schakelen. U kunt de functie ook
uitschakelen vanaf de Menu.
Verplaats de pan van tijd tot
tijd. De functie wordt na 10
minuten van inactiviteit
uitgeschakeld.
9. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk
elektromagnetisch veld
ervoor dat het kookgerei erg
snel heet wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
• correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
• niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn
voordat ze op de kookplaat
worden gezet.
Afmetingen van de pannen
www.aeg.com
18