User manual
7.2 Automatische
uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• de kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• u verkeerd kookgerei gebruikt of als
er geen kookgerei op een bepaalde
zone staat. Het witte
kookzonesymbool knippert en de
inductiekookzone wordt automatisch
na 1 minuut gedeactiveerd.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
verschijnt er een bericht en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en
de tijd waarna de kookplaat
uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
1 - 2 6 uur
3 - 5 5 uur
6 4 uur
7 - 9 1,5 uur
7.3 Warmte-instelling
1. Schakel de kookplaat in.
2. Plaats de pan op de geselecteerde
kookzone.
De schuifregelaar voor de actieve
kookzone verschijnt op het display en is
actief gedurende 8 seconden.
3. Tik erop of schuif met uw vinger om
de gewenste warmte-instelling in te
stellen.
Het symbool wordt rood en groter.
7.4 Het gebruik van de
kookzones
Plaats het kookgerei in het midden van
de gekozen kookzone.
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
Zodra u een pan op de geselecteerde
kookzone plaatst, detecteert de
kookplaat die automatisch en verschijnt
de relevante schuifregelaar op het
display. De schuifregelaar is gedurende 8
seconden zichtbaar en na die tijd gaat
het display terug naar de
hoofdweergave. Om de schuifregelaar
sneller te sluiten tikt u op het scherm
buiten het gebied van de schuifregelaar.
Wanneer andere zones actief zijn, kan de
warmte-instelling voor de zone die u wilt
gebruiken, worden beperkt. Zie
"Stroommanagement".
Zorg ervoor dat de pan
geschikt is voor
inductiekookplaten. Kijk
voor meer informatie op
types kookgerei in het
hoofdstuk 'Hints en tips'.
Controleer de grootte van
de pan in "Technische
gegevens".
7.5 PowerBoost
Deze functie activeert meer vermogen
voor de geschikte inductiekookzone; ze
is afhankelijk van de grootte van het
kookgerei. De functie kan maar voor een
beperkte periode worden geactiveerd.
1. Tik eerst op het gewenste
zonesymbool.
www.aeg.com
12