Operation Manual

Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie instelt, lichten de balkjes in het display één voor één op. De balkjes
geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, klinkt een geluidsignaal en
verdwijnt de voorverwarmindicatie van het display.
Restwarmte-indicatie
De display toont de restwarmte-indicatie (restwarmtesymbool) aan het eind van elke kook-
sessie als de temperatuur aan de binnenkant van de oven hoger is dan 40°C. Display toont
ook de oventemperatuur.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
U kunt het apparaat gebruiken in:
handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of er-
varing met koken hebt.
De ovenfunctie instellen
1. Raak aan.
Het display geeft een vooraf ingestelde temperatuur, een symbool en het nummer van
de ovenfunctie aan.
knippert op het display.
2. Raak
of aan om een ovenfunctie in te stellen.
3. Raak
aan. Anders start het apparaat na vijf seconden automatisch.
Als u het apparaat met of activeert en geen ovenfunctie of programma instelt, wordt
het apparaat na 20 seconden automatisch uitgeschakeld.
Ovenfunctie Toepassing
1 Multi hetelucht Voor het bakken op maximaal twee niveaus tegelijkertijd. Stel
de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij bo-
ven- en onderwarmte. En om voedsel te drogen.
2 Pizza hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem nodig heb-
ben. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in
dan bij boven- en onderwarmte.
3 Lage temperatuur
garen
Voor het bereiden van zeer mager en mals gebraden voedsel.
U kunt de temperatuur instellen tussen de 80 °C - 150 °C.
4 Conventioneel Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
12 Dagelijks gebruik