User manual

Duur van het gekozen programma : Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de
tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld 2.05). De duur wordt automa-
tisch berekend op basis van de aanbevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na
de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes : Als de werking van de wasmachine problemen oplevert, kunnen er alarm-
codes worden aangegeven, bijvoorbeeld E20 (zie hoofdstuk "Wat moet u doen als...").
Einde programma : als het programma is afgelopen, wordt er een knipperende nul
weergegeven, het symbool 7.5 (Deur vergrendeld) van het display, het controlelampje
van toets 8 gaat uit en de deur kan worden geopend.
Verkeerde optiekeuze : als een optie gekozen is die niet compatibel is met het ingestelde
wasprogramma, wordt de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven en be-
gint het gele controlelampje van toets 8 te knipperen.
Uitgestelde start : Het gekozen uitstel(max. 20 uur), ingesteld met de desbetreffende
toets, wordt gedurende enkele seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt
de duur van het eerder gekozen programma. Het symbol 7.3 verschijnt op het display.
De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur
resteert, neemt de tijd per minuut af.
7.3 Startuitstel - symbool
7.4 Weergave programmavoortgang : Het display toont de fases van de verschillende
wasprogramma's Nadat de machine begint te werken, verschijnt het symbool van de was-
fase die nu bezig is:
= WASSEN, = SPOELEN, = POMPEN, = CENTRIFUGEREN
- symbolen
7.5 Deurvergrendeling symbool
Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
symbol aan: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat is in werking of het apparaat
is gestopt, maar er zit nog water in de trommel.
symbool uit: De deur kan nu geopend worden. Het wasprogramma is afgelopen.
Stand-by
Als uw wasgoed niet binnen 10 minuten na afloop van het programma uit de machine
wordt gehaald, schakelt de achtergrondverlichting van het display uit en wordt het ener-
giebesparende systeem geactiveerd. Alleen het controlelampje van toets 8 knippert om aan
te geven dat de machine uitgeschakeld moet worden. Door op een willekeurige toets te
drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus en kunt u een ander was-
programma instellen of het apparaat uitschakelen.
Controlelampjes (10)
Als het controlelampje OVERDOSERING ( OVER-
DOSERING SURDOSAGE) 10.1 brandt aan het ein-
de van het programma, betekent dit dat er te veel
wasmiddel is gebruikt.
Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat
het controlelampje EXTRA SPOELEN ( EXTRA SPOE-
LEN RINCAGE PLUS) 10.2 branden. Raadpleeg
voor het toevoegen van een extra spoelgang "Een
extra spoelgang kiezen".
8