User manual

8.4 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Aard het apparaat volgens de veilig-
heidsmaatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven vol-
tage en het type stroom op het type-
plaatje overeenkomen met het volta-
ge en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
Dit apparaat wordt geleverd met een
netsnoer.
Alle elektrische onderdelen moeten
worden geïnstalleerd of worden ver-
vangen door een technicus van de ser-
vice-afdeling of door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat het netsnoer na instal-
latie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Het apparaat moet niet worden aan-
gesloten op een verlengsnoer, een
adapter of een meervoudige aanslui-
ting (brandgevaar). Controleer of de
aarding conform de normen en regel-
geving is.
De stroomkabel moet zo worden ge-
plaatst dat er geen contact wordt ge-
maakt met een heet oppervlak.
Sluit het apparaat op de netvoeding
aan met behulp van een voorziening
waarmee het apparaat kan worden
losgekoppeld van de alle polen van
de netvoeding, met een contactope-
ning van minimaal 3 mm breed, b.v.
een automatische beschermende
stroomonderbreker, aardlekschake-
laars of een zekering.
Het aansluitsnoer mag niet warmer
worden dan 90°C.
8.5 Vervanging van het
aansluitsnoer
Neem contact op met het dichtstbijzijn-
de servicecentrum om het aansluitsnoer
te vervangen!
Gebruik om het aansluitsnoer te vervan-
gen alleen het type H05BB-F Tmax 90°C
(of hoger). Zorg ervoor dat de doorsne-
de van het snoer geschikt is voor het vol-
tage en de bedrijfstemperatuur. De
geel/groene aardedraad moet ongeveer
2 cm langer zijn dan alle fasedraden.
8.6 Montage
min.
450mm
min.
650mm
NEDERLANDS 41