User manual

9De eerste keer gebruiken
Waterontharder instellen
De wateronderharder moet mechanisch en elektronisch worden ingesteld.
3 Om kalkafzettingen op servies en in de afwasautomaat te voorkomen, moet het
servies met zacht d.w.z. kalkarm water worden afgewassen. De waterontharder
moet volgens de tabel op de waterhardheid binnen uw woongebied worden in
gesteld. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende
waterleidingbedrijf verkrijgen.
De afwasautomaat moet uitgeschakeld zijn.
Mechanische instelling:
1. De deur van de afwasautomaat openen.
2. De onderste korf uit de afwasautomaat ne
men.
3. De schakelaar voor het hardheidsbereik aan
de linkerzijde van de kuip op 1 of 2 draaien
(zie tabel).
Elektronische instelling:
4. Starttoets indrukken en ingedrukt houden.
5. Programmakiezer rechtsom tot aan het eer
ste programma draaien.
6. Vervolgens de starttoets loslaten
De indicatie van de starttoets knippert.
Het aantal malen dat de indicatie van het afwasprogramma knippert komt
overeen met de ingestelde hardheidsgraad.
Deze instelling wordt nog verschillende keren om de 3 seconden herhaald.
7. Het drukken op de starttoets verhoogt het hardheidsniveau met 1.
(Uitzondering: na hardheidsniveau 10 volgt hardheidsniveau 1).
8. Nadat het hardheidsniveau juist is ingesteld, de programmakiezer op de uit
stand draaien.
Het hardheidsniveau is dan opgeslagen.
Als de waterontharder elektronisch op “1“ wordt ingesteld, dan wordt daarmee
de controleindicatie voor zout uitgeschakeld.