Operation Manual

17
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie Toepassing
Verwarmingsele-
ment/ventilator
Super-hetelucht Voor het bakken op maximaal
drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij bo-
ven-/onderwarmte.
Boven- en
onderwarmte, ver-
warmingselement in
de achterwand,
ventilator
Al Gusto-hete-
lucht
Voor het bakken op een niveau
voor gerechten die een intensie-
vere bruining en knapperigheid
van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven
20 tot 40 °C lager in dan bij bo-
ven-/onderwarmte.
Onderwarmte, ver-
warmingselement in
de achter-
verwarmings
element, ventilator
Op lage tempera-
tuur bereiden
Voor het bereiden van bijzonder
mals en sappig braadvlees.
Boven- en
onderwarmte, ver-
warmingselement in
de achterwand,
ventilator
Boven- en onder-
warmte
Voor het bakken en braden op
één niveau.
Bovenwarmte,
onderwarmte
Infratherm Voor het braden van grotere stuk-
ken vlees of gevogelte op één ni-
veau.
Deze functie is ook geschikt voor
gratineren.
Grill, bovenwarmte,
ventilator
Grote grill Voor het grilleren van vlakke le-
vensmiddelen in grotere hoeveel-
heden en om te roosteren.
Grill, bovenwarmte
Grill Voor het grilleren van vlakke le-
vensmiddelen, die in het midden
van het rooster worden geplaatst
en om te roosteren.
Grill
Warmhoudstand Voor het warmhouden van ge-
rechten.
Bovenwarmte,
onderwarmte
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel
ontdooien van bijvoorbeeld ge-
bak, boter, brood, fruit of andere
bevroren levensmiddelen.
Ventilator