Operation Manual

Bedienen van de oven10
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulp-
stukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar on-
deren drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar
boven geteld.
Ovenfunctie Toepassing
Licht Met deze functie kunt u de binnenzijde van de oven verlichten,
bijvoorbeeld om deze schoon te maken.
Hetelucht met ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten-
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen.
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
boven-/onderwarmte.
Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau.
Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem.
Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen.
Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid-
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren.
Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe-
veelheden en om te roosteren.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één
niveau.
Deze functie is ook geschikt voor gratineren.