Operation Manual
35
Onderhoud en reiniging
Let op!
Als het apparaat in werking is en
afhankelijk van het gekozen programma
kan er heet water in de pomp aanwezig
zijn. Verwijder het pompdeksel nooit
tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de
machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft
gehaald. Wanneer u het deksel weer vastschroeft dient u goed te controleren of
het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge
kinderen het kunnen verwijderen.
Watertoevoerzeef
Als u merkt dat het langer duurt om de machine met water te vullen, controleer
dan of het zeefje in de toevoerslang niet is verstopt.
1. draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een harde
borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de
temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen,
ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de toevoerslang los van de kraan.
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op
de vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen.
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang
weer op zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst
.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de
vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstempera-
tuur boven de 0°C ligt.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 35