Operation Manual
DNL
Gasvoorziening
84 Adria kampeerauto‘s
11.5 Omgang met gasflessen
• De gasflessen zijn niet bij de levering van de kampeerauto inbegrepen en dienen door de
bezitter zelf te worden aangeschaft en aangesloten.
• Bij omgang met gasflessen uiterst voorzichtig te werk gaan.
Omgang met gasflessen
– Alleen voor het campingbereik aangeboden gasflessen gebruiken!
– Nooit speciale flessen voor andere toepassingen gebruiken!
– De gaskast is ontworpen voor max. twee 11 kg gasflessen.
– Niet aangesloten gasflessen moeten altijd met een beschermdop beveiligd zijn.
– Voor de aangesloten fles moet de beschermdop worden meegenomen.
– Grijze gasflessen met rode kenmerken (beschermdop en bodemring) zijn
eigendomsflessen en kunnen ingewisseld respectievelijk gevuld worden.
– Veiligheidsinstructies op de gasfles lezen!
– Keuringsdatum op de gasfles in acht nemen!
– Gasflessen alleen met aangesloten drukregelaar in gebruik nemen!
– Gasflessen alleen gravimetrisch, dus naar gewicht, vullen. Let daar ook in het buitenland
goed op!
– Nooit stads- of aardgas gebruiken!
– Gasflessen nooit bij drijfgaspompen opvullen. Gevaar voor explosie!
– Wanneer de kampeerauto voor langere tijd wordt gestald, mogen de gasflessen alleen in
het voertuig blijven, wanneer het voertuig buiten staat!
– In de omgeving van de gasflessen niet roken! Elke vorm van open vuur te allen tijde
vermijden! Dit geldt met name bij het vervangen van de gasflessen.
– Schroefdraad en dichtingen aan de drukregelaar nooit met vet insmeren. Gevaar voor
explosie door chemische reacties!
– De bodemventilatiesleuven in de gaskast altijd vrijhouden.
Attentie!