Operation Manual
DNL
Veiligheid
6 Adria kampeerauto‘s
2.2 Algemene veiligheidsinstructies
– Voor vertrek alle voorwerpen veilig opbergen. Alle kleppen, deuren, ramen en luiken goed
sluiten. Vloeistoffen in morsvrije containers bewaren.
– Bij verblijf in de kampeerauto ventilatieroosters en -openingen altijd open houden en nooit
afdekken, daar anders door verhoogde koolmonoxide gevaar voor verstikking dreigt.
– De handleidingen van de kampeerauto en alle ingebouwde apparatuur (b.v. gasstel,
koelkast, toilet) en speciale uitrustingen (b.v. fietsdrager) altijd binnen handbereik in het
voertuig houden en in acht nemen.
– Kinderen nooit zonder toezicht in de kampeerauto achterlaten.
– Tijdens het rijden rekening houden met de hoogte van het voertuig.
– Bij het verlaten van de kampeerauto alle ramen, deuren en dakluiken goed afsluiten.
– Hoogte van de doorgang bij de toegangsdeur in acht nemen.
2.3 Veiligheidsinstructies voor verkeersdeelname
– De kampeerauto moet officieel toegelaten zijn.
– De bestuurder moet in het bezit zijn van een voor deze voertuigklasse geldig rijbewijs.
– Door de aanbouw van toebehoren wijzigen zich de afmetingen, het totale gewicht en het
rijgedrag van de kampeerauto. In sommige gevallen dient de aanbouw geregistreerd te
worden.
– Let bij het beladen van de kampeerauto op het toegestane totale gewicht en de toegestane
asbelasting (zie kentekenbewijs deel I).
– Verdeel de bijlading gelijkmatig in het voertuig
(hfst. 5.1).
– Voordat u gaat rijden bandenspanning controleren, wielbouten aandraaien. Na 50 km en
daarna in regelmatige afstanden controleren of de wielbouten nog vastzitten.
– Het functioneren van het remsysteem en de signaal- en verlichtingsinstallatie controleren.
– Alle deuren, kastdeuren, schuiflades, kleppen, ramen en dakluiken sluiten. De
koelkastdeur vergrendelen.
– Spoelbakafdekking (speciale uitvoering), hoogbedladder (speciale uitvoering), tafel en/of
andere losse uitrustingsvoorwerpen opbergen.
– Antennes inschuiven respectievelijk inklappen.
– Buitenlamp uitschakelen.
– Opstaptrede inklappen.
– Alle buitendeuren en -luiken sluiten en vergrendelen.
– In de winter voordat u gaat rijden het dak sneeuw- en ijsvrij maken.
– Het verblijf van personen en meereizende huisdieren in de kampeerauto tijdens het rijden
is uitsluitend toegestaan op stoelen met daarvoor geschikte veiligheidsgordels.
– Kampeerauto‘s van 3,5 t tot 7,5 t zijn ontworpen voor een maximale snelheid van 100 km/
u. Deze maximale snelheid mag niet worden overschreden, ook niet wanneer in het reis-
land een hogere snelheid is toegestaan.
– Bij het parkeren van de kampeerauto de handrem tot de uiterste eindpositie aantrekken.
– Bij het parkeren van de kampeerauto op hellingen wielkeggen gebruiken.
– Het remsysteem van het voertuig alleen door een geautoriseerde werkplaats laten
controleren en eventueel laten repareren.
– De kampeerauto moet bij transport op een autotrein of vrachtwagen in de rijrichting worden
geladen.