Operation Manual
DNL
Verhelpen van storingen
148 Adria kampeerauto‘s
22.1.3.3 Het verwisselen van een band
– Zorg ervoor, dat de kampeerauto veilig staat (hfst. 22.1.1).
– Zet de motor af en trek de handrem aan.
– Zet de motor in de eerste versnelling of in zijn achteruit.
– Wiegkeggen voor en achter het tegenoverliggende wiel leggen. Zo is het voertuig tegen
wegrollen beveiligd.
– Reservewiel en gereedschap klaarleggen. (hfst. 22.1.3.2).
– Beschermkappen van de wielbouten of wieldop trekken.
– Wielmoeren respectievelijk wielbouten een halve slag draaien. Gebruik hiervoor een wiels-
leutel.
– Krik plaatsen en kampeerauto opkrikken totdat het defecte wiel van de grond loskomt. (hfst.
22.1.3.1).
– Wielmoeren respectievelijk wielbouten uitdraaien en op een schone ondergrond leggen.
– Band verwisselen.
– Wielmoeren respectievelijk wielbouten terugzetten en met de hand aandraaien. Erop letten
dat de moeren respectievelijk bouten goed op de schroefdraad worden aangezet.
– Defect band in de reservewielhouder opbergen (hfst. 22.1.3.2).
– Kampeerauto laten zakken en krik verwijderen.
– Wielmoeren kruislings aandraaien (hfst. 22.2).
– Gereedschap en beveiligingsmateriaal opbergen.
– Na ca. 50 km rijden controleren of de wielmoeren respectievelijk wielbouten goed vastzitten
en eventueel aandraaien.
Beschadiging van het remsysteem aan de achteras
Voor het opkrikken het voertuig altijd op de parkeer- respectievelijk handrem zetten; gebruik
wielkeggen.
Gevaar voor verwonding door wegrollen van de kampeerauto
Het verwisselen van een band alleen doorvoeren wanneer de kampeerauto veilig ge-
parkeerd staat.
Onveilige wielbevestiging
– Altijd speciale wielbouten gebruiken.
• Bij lichtmetalen velgen kan het zijn, dat er andere wielbouten (diameter, lengte) worden
gebruikt dan bij stalen velgen. Erop letten dat de bouten niet verwisseld kunnen worden.
Attentie!
Waarschuwing!
Attentie!