Operation Manual

210
ADOBE PREMIERE ELEMENTS GEBRUIKEN 7
Effecten animeren
Hoofdframes verplaatsen
Wanneer u hoofdframes verplaatst, verplaatst u de waarden en de instellingen in de hoofdframes. Het verplaatsen van
hoofdframes is een eenvoudige manier om de snelheid van animaties te wijzigen. Als u hoofdframes verder uit elkaar
plaatst, wordt de animatie vertraagd, en als u ze dichter bij elkaar plaatst, wordt de animatie versneld.
U kunt geselecteerde hoofdframes over en voorbij andere hoofdframes verplaatsen. Bovendien kunt u ze voorbij de in-
en uit-punten van de clip slepen, maar het slepen wordt wel beperkt door de limieten van de bronmedia.
Wanneer u een hoofdframe wilt verplaatsen, sleept u het hoofdframepictogam naar de gewenste tijd.
Wanneer u meerdere hoofdframes wilt verplaatsen, houdt u Shift ingedrukt en klikt u om meerdere hoofdframes
te selecteren en sleept u vervolgens geselecteerde hoofdframes naar de gewenste tijd. Alle geselecteerde
hoofdframes behouden hun relatieve positie.
Opmerking: Het eerste hoofdframe beschikt altijd over het pictogram voor het eerste hoofdframe en het laatste
hoofdframe beschikt altijd over het pictogram voor het laatste hoofdframe . Als u een hoofdframe in het midden van
de clip voorbij het eerste of laatste hoofdframe verplaatst, worden de pictogrammen aangepast.
Wijzigingen tussen hoofdframes besturen
Wijziging besturen met gebruik van interpolatie
De overgang van het ene hoofdframe in het volgende wordt interpolatie genoemd. Hoofdframe-interpolatie kan
tijdelijk (aan tijd gerelateerd), ruimtelijk (aan ruimte gerelateerd) of beide zijn. Alle hoofdframes in
Adobe Premiere Elements maken gebruik van tijdelijke interpolatie. Voor de animatie van een effect, zoals Alfagloed,
wordt tijdelijke interpolatie gebruikt. Voor het animeren van de positie van een effect wordt ruimtelijke interpolatie
gebruikt, omdat het object langs een bewegingspad moet worden verplaatst.
Daarnaast gebruiken hoofdframes ofwel lineaire interpolatie ofwel Bezier-interpolatie. Adobe Premiere Elements
gebruikt standaard lineaire interpolatie, dat zorgt voor dezelfde wijzigingssnelheid tussen hoofdframes en zo animaties
een ritmisch of mechanisch aanzien geeft. Als u de snelheid wilt variëren waarmee effecteneigenschappen worden
gewijzigd tussen hoofdframes, gebruikt u Bezier-interpolatie.
Interpolatiemethoden kunnen per hoofdframe variëren, zodat een eigenschap kan versnellen vanaf het eerste
hoofdframe en in het volgende hoofdframe kan vertragen. Interpolatiemethoden zijn vooral nuttig voor het wijzigen
van de snelheid van de beweging voor een clip met animatie.
De hoofdframe-interpolatie aanpassen
A. De vloeiendheid van tijdelijke interpolatie aanpassen in de tijdlijn B. De vloeiendheid van ruimtelijke interpolatie aanpassen in het
deelvenster Monitor
A
B