Operation Manual

250
ADOBE PREMIERE ELEMENTS 10 GEBRUIKEN
Titels maken
Laatst bijgewerkt 4/10/2011
Opmerking: Het veld Vulling in het dialoogvenster Kleureigenschappen is alleen beschikbaar als u een vooraf ingestelde
stijl uit Tekststijlen in het deelvenster Taken op het object hebt toegepast. Deze stijlen bevatten vullingen en lijnen die u
kunt bewerken.
1 Dubbelklik zo nodig op de titel in de tijdlijn om deze te openen in het deelvenster Monitor.
2 Selecteer een object dat een vulling bevat. (Klik zo nodig op een stijl in het gedeelte Tekststijlen van het deelvenster
Taken om de stijl op het object toe te passen.)
Opmerking: Alle vooraf ingestelde stijlen in Titelstijlen bevatten een vulling, behalve de stijl in de linkerbovenhoek van
het deelvenster.
3 In het deelvenster Monitor klikt u op de knop Kleureigenschappen .
4 In het dialoogvenster Kleureigenschappen selecteert u de optie Vulling .
5 Selecteer een verlooptype voor uw vulling in het menu Verloop.
Opmerking: Als u Lineair verloop, Radiaal verloop of Verloop met vier kleuren selecteert, worden er kleurstoppen
weergegeven. U kunt op elke verloopstop klikken en voor elke stop een eigen kleur selecteren.
6 Voer een van de volgende handelingen uit om de kleur in te stellen:
Als u de geselecteerde vulling transparant wilt maken, klikt u op het vak Geen kleur .
Als u de kleur op 100% wit wilt instellen, klikt u op het witte vak.
Als u de kleur op 100% zwart wilt instellen, klikt u op het zwarte vak.
U stelt de kleurtoon in door te klikken op de gewenste kleur in het rechthoekige kleurenspectrum, en vervolgens de
exacte kleur op te geven door te klikken in de kleurenkiezer boven het spectrum.
Als u de kleur met behulp van numerieke waarden wilt instellen, stelt u de waarden voor de vakken R, G en B in
door de waarde te slepen of door op de waarde te klikken en een getal in te voeren.
De lijn instellen
In het dialoogvenster Kleureigenschappen kunt u de lijn van een object instellen, of de omtrek als u een stijl hebt
toegepast die een lijn bevat.
Opmerking: Het veld Lijn in het dialoogvenster Kleureigenschappen is alleen beschikbaar als u een vooraf ingestelde stijl
uit Titelstijlen in het deelvenster Taken op het object hebt toegepast.
1 Dubbelklik zo nodig op de titel in de tijdlijn om deze te openen in het deelvenster Monitor.
2 Selecteer een object dat een lijn bevat. (Klik zo nodig op een stijl in het gedeelte Tekststijlen van het deelvenster
Taken.)
Opmerking: Alle vooraf ingestelde stijlen in Stijlen bevatten een lijn, behalve de stijl in de linkerbovenhoek van het
deelvenster.
3 In het deelvenster Monitor klikt u op de knop Kleureigenschappen , klikt u met de rechtermuisknop op het
object of houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op het object en kiest u Kleureigenschappen.
4 Selecteer het vak Lijn .
5 Selecteer in het menu Lijn de lijn die u wilt gebruiken. (Niet alle lijnen hebben meer dan één lijnoptie.)
6 Geef bij Lijndikte de dikte van de lijn op in pixels.
7 Selecteer een verlooptype voor uw vulling in het menu Verloop.
Opmerking: Als u Lineair verloop, Radiaal verloop of Verloop met vier kleuren selecteert, worden er kleurstoppen
weergegeven. U kunt op elke verloopstop klikken en voor elke stop een eigen kleur selecteren.