Operation Manual

Naar boven
wilt verwijderen.
Als u de randen van de voorgrondselectie vloeiend wilt maken, selecteert u het gereedschap Penseel Vloeiend maken en sleept u over
de gebieden die u vloeiend wilt maken.
Als u de randen van de selectie vloeiender wilt maken, geeft u een hogere waarde op in het vakje Doezelaar.
Als u de resterende gaten in de hoofdselectie wilt opvullen, klikt u op Gaten vullen.
Als u een gebied van de hoofdselectie wilt afscheiden en verwijderen, selecteert u het gereedschap Uit selectie verwijderen en trekt u
een lijn tussen de hoofdselectie en het gebied dat u wilt verwijderen. Klik vervolgens op Gaten vullen.
Als u uit de toon vallende kleuren tussen de voorgrond en achtergrond wilt verwijderen, klikt u op Rand verwijderen. Als u de
hoeveelheid verwijderde rand wilt vergroten of verminderen, geeft u een waarde op in het menu Breedte Rand verwijderen.
11. Klik op OK om de geselecteerde gebieden te extraheren. Als u opnieuw wilt beginnen, klikt u op Herstellen om alle markeringen te
verwijderen.
De randen van een selectie verfijnen
In Photoshop Elements 11 kunt u uw selectie perfectioneren in het dialoogvenster Hoeken verfijnen (selecteer een gedeelte van een
afbeelding > klik met de rechtermuisknop op de selectie > selecteer Hoeken verfijnen). U kunt het dialoogvenster Hoeken verfijnen ook
openen door op Selecteren > Hoeken verfijnen te klikken.
Weergavemodus. Kies in het pop-upmenu Weergave een weergavemodus waarin u de selectie wilt weergeven. Druk op F om de modi te
doorlopen.
Straal tonen. Geeft de straal weer waarbinnen de randverfijning plaatsvindt.
De gereedschappen Straal verfijnen
en Verfijningen wissen . Hiermee kunt u het kadergebied waarin hoekverfijningen plaatsvinden
nauwkeurig aanpassen. Druk op E om snel van het ene naar het andere gereedschap te gaan. Druk op de toets met de vierkante haak om een
andere penseelgrootte te gebruiken. Opmerking: teken over zachte gebieden, zoals haar of een vacht, om kleine details aan de selectie toe te
voegen.
Slimme straal. Hiermee wordt de straal voor zachte en harde randen in het randgebied automatisch aangepast. Schakel deze optie uit
als de rand uniforme harde of zachte randen heeft, of als u de straalinstelling en verfijningspenselen met grotere nauwkeurigheid wilt
gebruiken.
150