ADOBE® PHOTOSHOP® ELEMENTS Help en zelfstudies
Nieuw in Photoshop Elements 1
Nieuw in Photoshop Elements 13 Photomerge-compositie Suggesties voor automatisch uitsnijden eLive-weergave Een Facebook-omslagfoto maken Nieuwe opties voor Bewerken met instructies Selecties bewerken Ondersteuning voor Retina-scherm Vullen met behoud van inhoud Gereedschap Penseel: optie Randen verfijnen Adobe Camera Raw 8.
Kies het gereedschap Uitsnijden en Photoshop Elements stelt automatisch vier composities voor Zie het onderwerp Suggesties voor automatisch uitsnijden voor meer informatie over de functie. Naar boven eLive De Elements Live-weergave (eLive) is een concept om inhoud en bronnen beschikbaar te maken voor gebruikers op een visueel aantrekkelijke manier en is rechtstreeks geïntegreerd in de Photoshop Elements Editor en Organizer.
Verminder selectief de verzadiging van alle andere kleuren en haal de kleur blauw op Zie het onderwerp Nieuwe Bewerken met instructies voor meer informatie over de nieuwe Bewerken met instructies in Photoshop Elements 13. Naar boven Selecties bewerken en verfijnen Het maken van selecties kan lastig zijn, met name als er zeer kleine en nauwkeurige selecties moeten worden gemaakt.
(Rechts) Het gedeelte van de foto dat voor de afleiding zorgt, is verwijderd en het gebied is op een intelligente manier opgevuld. Zie het onderwerp Vullen met behoud van inhoud voor meer informatie over hoe u op een slimme manier geselecteerde gedeelten van uw foto vult. Naar boven Randen verfijnen De opties om de randen van een selectie te verfijnen zijn toegankelijker door de balk met gereedschapsopties.
Effecten in de modus Expert Verfraai uw foto's met de opnieuw ingedeelde en gereviseerde effecten in het deelvenster Effect (modus Expert). Er zijn 19 nieuwe effecten toegevoegd en alle miniaturen zijn verbeterd om het effect duidelijker weer te geven. (Modus Expert) Het opnieuw ingedeelde deelvenster Effect met 19 nieuwe effecten Naar boven Verbeteringen Voorinstelling voor het maken van plakboeken De voorinstelling voor het maken van plakboeken is nu beschikbaar voor alle landinstellingen en landen.
Laagstijlen In het dialoogvenster Stijlinstellingen voor lagen is een nieuwe vervolgkeuzelijst toegevoegd voor de positie van de omlijning. De vervolgkeuzelijst bevat de waarden: Buiten, Binnen en Midden. De nieuwe vervolgkeuzelijst Positie in het dialoogvenster Stijlinstellingen Ga als volgt te werk om de nieuwe vervolgkeuzelijst te gebruiken: 1. Selecteer in Photoshop Elements 13 een laag en klik in het menu Laag op Laagstijl > Stijlinstellingen. 2.
Bewerken > Externe verbinding Verbeteren > Photomerge-stijlovereenkomst TWAIN-plug-in: de plug-in is niet meer beschikbaar op 64-bits Windows-computers. Gereedschap Uitsnijden: de optie Gulden snede is niet meer beschikbaar. Single-core platforms worden niet meer ondersteund Ondersteunde besturingssystemen: Microsoft Windows XP Microsoft Windows Vista Mac OSX 10.7 De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Nieuw in de Elements Organizer 13 De Elements Organizer 13 bevat nieuwe en verbeterde functies die het voor u eenvoudiger maken om met digitale media te werken. Lees verder voor een korte kennismaking met de nieuwe functies en voor koppelingen naar bronnen die meer informatie bieden. Elements Organizer is beschikbaar voor Photoshop Elements en Adobe Premiere Elements.
Naar boven Adaptief raster Nieuw in de Elements Organizer De Elements Organizer 13 heeft een gloednieuwe weergave voor het mediaraster: het adaptieve raster. In het adaptieve raster worden media altijd rand aan rand naast of onder elkaar geplaatst en vullen ze de rasterruimte naadloos. De hoogte-breedteverhouding van media blijft te allen tijde behouden terwijl storende open ruimtes worden vermeden.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Nieuw in Photoshop Elements 12 Verplaatsen met behoud van inhoud Automatische slimme tint De verbeterde modus Snel bewerken (kaders, structuren en effecten) Wenskaarten afdrukken | V.S.
U kunt automatisch de toonwaarde van foto's wijzigen. Laat Photoshop Elements correcties voorstellen op basis van een uniek algoritme dat ook rekening houdt met handelingen die u in het verleden hebt uitgevoerd. U kunt ook de joystick van het gereedschap Automatische slimme tint (Verbeteren > Automatische slimme tint) over de foto verplaatsen om het effect van verschillende toonwaarden op de foto te zien. Zie het artikel over het gereedschap Automatische slimme tint voor meer informatie en een video.
Een Bewerken met instructies-optie is een aantal stapsgewijze instructies waarmee u een ogenschijnlijk complex effect kunt bereiken aan de hand van een aantal selecties en muisklikken. Er zijn drie nieuwe Bewerken met instructies-opties toegevoegd aan Photoshop Elements 12. Bewerken met instructies - Zoomexplosie De Bewerken met instructies-optie Zoomexplosie simuleert een handmatige-fotografietechniek waarbij met de sluiter van de camera open op een object wordt ingezoomd.
locatie. Deze Bewerken met instructies-optie benut de gereedschappen die het meest worden gebruikt door professionals en geven u aanzienlijke, nauwkeurige controle. Gebruik de gereedschappen van deze Bewerken met instructies-optie om onvolkomenheden en correctiefoutjes te verwijderen en om oude foto's te herstellen. Meer informatie vindt u in de sectie over de Bewerken met instructie-optie Oude foto herstellen.
uitzien. Het artikel over het verwijderen van het dierenogeneffect bevat meer informatie en een video. Naar boven Foto's afdrukken en delen in de Editor U kunt in Photoshop Elements 12 de Editor gebruiken om foto's snel en gemakkelijk online te delen en af te drukken. U kunt foto's online delen via de sociale netwerken Revel, Flickr, Twitter, Smugmug en Facebook. Tot de serviceproviders die u kunt gebruiken om uw foto's en ontwerpen af te drukken, behoren Shutterfly, Costco, Photoworld en andere.
Nieuw in de Elements Organizer 12 Overal toegang tot uw media met Adobe Revel Functies voor tags Andere verbeteringen Elements Organizer is beschikbaar voor Photoshop Elements en Adobe Premiere Elements. Informatie over de nieuwe functies in deze producten vindt u op: Nieuw in Photoshop Elements 12 Nieuw in Adobe Premiere Elements 12 De Elements Organizer 12 bevat nieuwe en verbeterde functies die het voor u eenvoudiger maken om met digitale media te werken.
Media die zijn gestapeld op basis van een plaats Zie de volgende Help-onderwerpen voor meer informatie: Werken met personen-, plaats- of gebeurtenistags Plaatsstapels bekijken in de weergave Plaatsen Naar boven Andere verbeteringen U kunt media nu alfabetisch sorteren op naam. Zie dit Help-artikel voor meer informatie. Verbeteringen in de manier waarop u naar mediabestanden kunt zoeken. Zie dit Help-artikel voor meer informatie.
Werkruimte en workflows 19
Basisbegrippen voor werkruimten Het welkomstscherm Het Photoshop Elements-venster Contextmenu's gebruiken Toetscombinaties en wijzigingstoetsen gebruiken Photoshop Elements afsluiten Naar boven Het welkomstscherm Als u Photoshop Elements start, wordt standaard het welkomstscherm geopend. Het welkomstscherm is een handig beginpunt voor het uitvoeren van belangrijke taken. Klik op de Organizer om uw foto's te importeren, te voorzien van tags of te organiseren.
Het Photoshop Elements-venster bevat modi voor het maken en bewerken van afbeeldingen. Kies een van de volgende opties: Snel Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Snel. Met instructies Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Bewerken met instructies. Expert Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Expert. De werkruimte Expert bevat gereedschappen waarmee u problemen met kleuren kunt oplossen, speciale effecten kunt aanbrengen en foto's kunt verbeteren.
foto's) en Gereedschapsopties (het weergeven en instellen van opties voor het momenteel geselecteerde gereedschap) Taakbalk Geeft de meestgebruikte handelingen weer als knoppen die u snel en gemakkelijk kunt kiezen. Naar boven Contextmenu's gebruiken U kunt contextmenu's gebruiken in de werkruimte van de Foto-editor en van de Organizer. Contextgevoelige menu's bevatten opdrachten die betrekking hebben op het actieve gereedschap of deelvenster, of op de actieve selectie.
Deelvensters en vakken Deelvensters Werken met deelvensters Deelvensters in de modus Expert De taakbalk gebruiken Het fotovak gebruiken Naar boven Deelvensters Deelvensters zijn zowel in Photoshop Elements als in de Elements Organizer beschikbaar; het gedrag van de deelvensters is in beide werkruimten echter iets anders. Deelvensters helpen u bij het beheren, bijhouden en wijzigen van afbeeldingen. Sommige deelvensters hebben menu's met extra opdrachten en opties.
Verschillende manieren om waarden in te voeren A. Schijf B. Klik om venster te openen C. Tekstvak D. Menupijl E. Miniregelaar F. Selectievakje G. Hotkey H. Driehoekje van pop-upregelaar Naar boven Werken met deelvensters Deelvensters bevatten eigenschappen, informatie of functies die in logische groepen zijn gegroepeerd, zodat u snel en gemakkelijk kunt werken. Het deelvenstervak staat aan de rechterkant van Photoshop Elements.
2. Ga als volgt te werk in het deelvenstervak (aangepaste werkruimte): Als u een deelvenster uit het Deelvenstervak wilt verwijderen, sleept u de titelbalk van het deelvenster uit het Deelvenstervak. Als u een deelvenster aan het Deelvenstervak wilt toevoegen, sleept u de titelbalk van het deelvenster naar het Deelvenstervak. Als u de deelvensters in het Deelvenstervak opnieuw wilt rangschikken, sleept u de titelbalk van het deelvenster naar een nieuwe positie.
Voer een van de volgende handelingen uit: (Alleen Windows) Als u een afbeelding wilt openen, sleept u een bestand van een locatie op de computer (inclusief de Fotobrowser) of van een opslagapparaat dat op de computer is aangesloten naar het fotovak. Dubbelklik op een miniatuur om een geopende afbeelding als voorste afbeelding weer te geven. Als u de volgorde van foto's wilt wijzigen, sleept u de miniaturen in het fotovak.
Gereedschappen De gereedschapset Een gereedschap selecteren Voorkeuren voor Bewerken instellen De vormgeving van een gereedschapaanwijzer instellen De dikte of hardheid van tekencursors wijzigen door te slepen Gereedschapsopties instellen Naar boven De gereedschapset Met sommige gereedschappen in de gereedschapset van Photoshop Elements kunt u afbeeldingen selecteren, bewerken en weergeven; met andere kunt u tekenen en typen. De gereedschapset wordt links in de modi Snel en Expert weergegeven.
Naar boven Een gereedschap selecteren Voer een van de volgende handelingen uit: Klik op een gereedschap in de gereedschapset. Als er meer opties voor het gereedschap zijn, worden deze weergegeven in de balk met gereedschapsopties. Vervolgens klikt u op het gereedschap dat u wilt selecteren. Druk op de sneltoets van het gereedschap. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo van het gereedschap. U kunt bijvoorbeeld het gereedschap Penseel selecteren door op de toets P te drukken.
A. Gereedschapspictogram B. Actief gereedschap in de balk met gereedschapsopties C. Verborgen gereedschappen D. Gereedschapsopties 1. Selecteer een gereedschap. 2. Kijk in de balk met gereedschapsopties om te zien wat de beschikbare opties zijn. Voor meer informatie over het instellen van opties voor een bepaald gereedschap kunt u de naam van het gereedschap opzoeken in de Help bij Photoshop Elements.
Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Het deelvenster Historie gebruiken tijdens het bewerken Geheugen vrijmaken dat wordt gebruikt door het Klembord en het deelvenster Historie Voorkeurinstellingen herstellen Uitgeschakelde waarschuwingsberichten opnieuw weergeven Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Naar boven Veel bewerkingen in zowel de Elements Organizer als in Photoshop Elements kunnen ongedaan wor
Terugkeren naar een vorige staat van een afbeelding Voer een of meer van de volgende handelingen uit in de modi Snel en Expert: Klik op de naam van de staat in het deelvenster Historie. Klik op de knop Ongedaan maken of Opnieuw op de taakbalk. Kies Ongedaan of Opnieuw in het menu van het deelvenster Historie of in het menu Bewerken. Als u de toetscombinatie voor Stap vooruit en Stap terug wilt instellen, kiest u Bewerken > Voorkeuren > Algemeen en kiest u een optie in het menu Stap terug/vooruit.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Werkschijven, plug- ins en updates van de toepassing Werkschijven Werkschijven wijzigen Plug-ins Plug-ins installeren Een extra map voor plug-ins selecteren Alleen de standaardplug-ins laden Toepassingsupdates Naar boven Werkschijven Als uw systeem niet over voldoende RAM-geheugen beschikt voor het uitvoeren van een handeling, gebruikt Photoshop Elements werkschijven. Een werkschijf is een willekeurige schijf of partitie van een schijf waarop geheugen beschikbaar is.
Optional plug-ins van Photoshop Elements. Als de plug-inmodules eenmaal zijn geïnstalleerd, worden deze weergegeven als: Aan het menu Importeren of Exporteren toegevoegde opties Aan het menu Filter toegevoegde filters, of Bestandsindelingen in de dialoogvensters Openen en Opslaan als. Als u een groot aantal plug-ins installeert, passen deze waarschijnlijk niet allemaal in de desbetreffende menu's van Photoshop Elements.
Opties toepassingsupdate in het dialoogvenster Voorkeuren Hier kunt u aangeven wanneer een toepassingsupdate wordt geïnstalleerd. In Photoshop Elements 13, Premiere Elements 13 en Elements Organizer hebt u de mogelijkheid om in te stellen wat er bij een beschikbare toepassingsupdate van Adobe moet gebeuren.
De verbeterde modus Snel Effecten Structuren Kaders Een effect, structuur of kader toepassen In de modus Snel zijn de belangrijkste gereedschappen voor fotocorrectie in één locatie gegroepeerd, zodat u snel de belichting, kleur, scherpte en andere aspecten van een afbeelding kunt corrigeren. U kunt uw foto's in Photoshop Elements 12 niet alleen verbeteren, u kunt ze ook transformeren in professioneel ogende kunstwerken. Er zijn drie nieuwe deelvensters beschikbaar: Effecten, Structuren en Kaders.
In het deelvenster Structuren kunt u kiezen uit tien structuren die u op uw foto kunt toepassen. Structuren simuleren verschillende oppervlakken of achtergronden waarop de foto kan worden afgedrukt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderwets papier, afgebladderde verf, een grof blauw raster of een ondergrond van chroom. Structuren worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker.
Afbeeldingen bekijken Afbeeldingen bekijken in de modus Expert of Snel In- of uitzoomen Een afbeelding weergeven bij een percentage van 100% Een afbeelding aan het scherm aanpassen De venstergrootte aanpassen tijdens het zoomen Het deelvenster Navigator gebruiken Meerdere vensters met dezelfde afbeelding openen Meerdere vensters weergeven en rangschikken Vensters sluiten Naar boven Afbeeldingen bekijken in de modus Expert of Snel Met de gereedschappen Handje, Zoomen, de opdrachten Zoomen en het deelvenst
Wanneer u een zoomgereedschap gebruikt, houdt u Alt ingedrukt om te schakelen tussen inzoomen en uitzoomen. Een afbeelding weergeven bij een percentage van 100% Naar boven Voer een van de volgende handelingen uit: Dubbelklik op het gereedschap Zoomen in de gereedschapset. Selecteer het gereedschap Handje of Zoomen en klik op de knop 1:1 in de optiebalk voor het gereedschap. Kies Weergave > Werkelijke pixels of klik met de rechtermuisknop op de afbeelding en kies Werkelijke pixels.
Venster > Afbeeldingen > Locatie afstemmen. In alle vensters wordt het weergavegebied van de actieve (bovenste) afbeelding weergegeven. Het zoomniveau blijft ongewijzigd. Voor meer opties voor het organiseren van afbeeldingen klikt u op de taakbalk op Lay-out en kiest u een nieuwe lay-out in het pop-upmenu. Opmerking: De opties onder Venster > Afbeeldingen zijn alleen toegankelijk wanneer bij Voorkeuren de optie Zwevende documenten toestaan in de Expertmodus is ingeschakeld.
Windows 7-functies gebruiken In Photoshop Elements worden de volgende Windows 7-functies ondersteund: Live taakbalk Hier ziet u pictogrammen voor alle uitgevoerde en gepinde toepassingen. De pictogrammen van alle uitgevoerde toepassingen worden omgeven door een gemarkeerde rand. Wijs een pictogram aan om afbeeldingen van de geopende bestanden en toepassingen weer te geven.
Ondersteuning voor multi-aanraking Als de hardware en het besturingssysteem van uw computer ondersteuning bieden voor de aanraakfunctie, kunt u door een afbeelding bladeren, deze roteren en erop inzoomen. Multi-aanraking wordt ondersteund in alle drie de modi: Snel, Met instructies en Expert. Tikken Hiermee bladert u verticaal of horizontaal door de afbeelding.
Importeren 43
Bestanden importeren Videoframes importeren Afbeeldingen van een digitale camera importeren via WIA (alleen Windows) Naar boven Videoframes importeren U kunt binnen Photoshop Elements een video afspelen en beelden uit de video selecteren om te bewerken en als afbeelding op te slaan. 1. Selecteer Bestand > Importeren > Frame van video. 2. Selecteer de gewenste video. 3. Klik op Afspelen. De video wordt afgespeeld in het dialoogvenster Frame van video.
Bestandsbeheer 45
Bestanden openen Een nieuw, leeg bestand maken Een bestand openen Een PDF-bestand openen Een PDF-bestand in een nieuwe laag plaatsen Meerdere bestanden verwerken Een bestand sluiten Naar boven Een nieuw, leeg bestand maken Als u een webillustratie, banner of een bedrijfslogo en briefhoofd wilt maken, begint u gewoonlijk met een nieuw, leeg bestand. 1. Kies Bestand > Nieuw > Leeg bestand. 2. Geef opties op voor de nieuwe afbeelding en klik op OK.
als en klik op Openen. Belangrijk: Als het bestand niet wordt geopend, komt de gekozen indeling mogelijk niet overeen met de werkelijke indeling van het bestand of is het bestand misschien beschadigd. Naar boven Een PDF-bestand openen PDF (Portable Document Format) is een veelzijdige bestandsindeling waarmee zowel vector- als bitmapgegevens kunnen worden weergegeven en die functies voor het elektronisch doorzoeken en navigeren van documenten kan bevatten.
hoogte/breedte-verhouding van de illustratie blijft behouden. Als de illustratie echter groter is dan de Photoshop Elements-afbeelding, wordt deze verkleind. 4. (Optioneel) Wijzig de positie van de illustratie door de cursor binnen het selectiekader van de geplaatste illustratie te zetten en te slepen. 5. (Optioneel) Vergroot of verklein de geplaatste illustratie eventueel door een of meer van de volgende handelingen uit te voeren: Sleep een van de grepen op de hoeken of zijkanten van het selectiekader.
Naar boven Een bestand sluiten 1. Voer een van de volgende handelingen uit in Photoshop Elements: Kies Bestand > Sluiten. Kies Bestand > Alles sluiten. 2. Kies of u het bestand wilt opslaan of niet: Klik op Ja om het bestand op te slaan. Klik op Nee om het bestand te sluiten zonder het op te slaan. Selecteer de optie Toepassen op alles om de huidige bewerking op alle bestanden toe te passen die worden gesloten.
Uitleg over bestandsinformatie Bestandsinfo (metagegevens) Bestandsinformatie weergeven of toevoegen Het deelvenster Info gebruiken De bestandsinformatie weergeven in het deelvenster Info of op de statusbalk Sjablonen voor metagegevens opslaan of verwijderen Een opgeslagen sjabloon voor metagegevens gebruiken Naar boven Bestandsinfo (metagegevens) Wanneer u een foto neemt met uw digitale camera, beschikt elk afbeeldingsbestand over informatie zoals de datum en het tijdstip waarop de foto is genomen, de s
gebruikt, kan de volgende informatie verschijnen: De numerieke waarden van de kleur onder de aanwijzer De x- en y-coördinaten van de aanwijzer. De breedte (B) en hoogte (H) van een selectiekader of vorm wanneer u sleept, of de breedte en hoogte van een actieve selectie. De x- en y-coördinaten van de beginpositie (wanneer u klikt in de afbeelding). De positiewijziging langs de x-coördinaat en y-coördinaat, wanneer u een selectie, laag of vorm verplaatst.
Als u een metagegevenssjabloon wilt verwijderen, klikt u op Sjablonenmap weergeven. Blader naar de sjabloon die u wilt verwijderen en selecteer deze. Druk vervolgens op Verwijderen. Een opgeslagen sjabloon voor metagegevens gebruiken Naar boven 1. Kies Bestand > Bestandsinfo, klik in de rij met knoppen onder aan het dialoogvenster Bestandsinfo op de keuzelijst naast de knop Importeren, en selecteer Importeren. 2. Selecteer een importoptie en klik op OK. 3.
Werkschijven, plug- ins en updates van de toepassing Werkschijven Werkschijven wijzigen Plug-ins Plug-ins installeren Een extra map voor plug-ins selecteren Alleen de standaardplug-ins laden Toepassingsupdates Naar boven Werkschijven Als uw systeem niet over voldoende RAM-geheugen beschikt voor het uitvoeren van een handeling, gebruikt Photoshop Elements werkschijven. Een werkschijf is een willekeurige schijf of partitie van een schijf waarop geheugen beschikbaar is.
Optional plug-ins van Photoshop Elements. Als de plug-inmodules eenmaal zijn geïnstalleerd, worden deze weergegeven als: Aan het menu Importeren of Exporteren toegevoegde opties Aan het menu Filter toegevoegde filters, of Bestandsindelingen in de dialoogvensters Openen en Opslaan als. Als u een groot aantal plug-ins installeert, passen deze waarschijnlijk niet allemaal in de desbetreffende menu's van Photoshop Elements.
Opties toepassingsupdate in het dialoogvenster Voorkeuren Hier kunt u aangeven wanneer een toepassingsupdate wordt geïnstalleerd. In Photoshop Elements 13, Premiere Elements 13 en Elements Organizer hebt u de mogelijkheid om in te stellen wat er bij een beschikbare toepassingsupdate van Adobe moet gebeuren.
Foto's bewerken 56
Kleurverzadiging en kleurtoon aanpassen Verzadiging en kleurtoon aanpassen De tint van huidskleuren aanpassen De verzadiging in geïsoleerde gebieden aanpassen De kleur van een object wijzigen Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit Kleur toevoegen aan een grijswaardenafbeelding Naar boven Verzadiging en kleurtoon aanpassen Met de opdracht Kleurtoon/verzadiging past u de kleurtoon, de verz
Kies Origineel om alle kleuren tegelijkertijd aan te passen. Kies een van de andere vooraf ingestelde kleurbereiken voor de kleur die u wilt aanpassen. Er verschijnt een correctieregelaar tussen de kleurenbalken. Hiermee kunt u elk bereik van kleurtonen bewerken. 3. Voer bij Kleurtoon een waarde in of sleep de schuifregelaar totdat de kleuren juist worden weergegeven. De waarden in het tekstvak geven het aantal graden aan dat de oorspronkelijke kleur van de pixel is geroteerd op de kleurenschijf.
Origineel (boven) en na aanpassing van huidskleur (onder) 1. Open de foto en selecteer de laag die u wilt corrigeren. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Huidskleur aanpassen. 3. Klik op een gebied met huid. De kleuren in de foto worden automatisch aangepast. De wijzigingen kunnen subtiel zijn. Opmerking: Let erop dat Voorvertoning is geselecteerd zodat u de kleurveranderingen te zien krijgt zodra deze zich voordoen. 4.
3. Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt wijzigen. Naar boven De kleur van een object wijzigen Met de opdracht Kleur vervangen wordt een specifieke kleur in een foto vervangen. U kunt de kleurtoon, de verzadiging en de lichtsterkte van de vervangende kleur instellen. 1. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleur vervangen. 2.
uit de originele kleurkanalen op in de nieuwe zwart-witafbeelding. 5. Klik op OK om de afbeelding om te zetten. Klik op Herstellen als u de wijzigingen wilt annuleren en opnieuw wilt beginnen. Klik op Annuleren om het dialoogvenster Omzetten in zwart-wit te sluiten. Naar boven Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit De opdracht Kleur verwijderen zet de afbeelding om in zwart-wit door gelijke waarden voor rood, groen en blauw aan elke pixel van een RGBafbeelding toe te wijzen.
Retoucheren en corrigeren Rode ogen nauwkeurig verwijderen Het dierenogeneffect verwijderen Objecten verplaatsen en de positie hiervan wijzigen Vlekken en ongewenste objecten verwijderen Grote onvolkomenheden corrigeren Cameravervorming corrigeren Photomerge-groepsfoto gebruiken Photomerge-scènecorrectie gebruiken Naar boven Rode ogen nauwkeurig verwijderen Met het gereedschap Rode ogen verwijderen verwijdert u de rode ogen in foto's die met flitslicht zijn gemaakt.
Golden retriever met het dierenogeneffect (links) en na toepassing van het gereedschap Dierenogen (rechts) Het dierenogeneffect corrigeren: 1. Selecteer in de modus Snel of Expert het gereedschap Rode ogen verwijderen. 2. Schakel op de balk met gereedschapsopties het selectievakje Dierenogen in. 3.
1. Selecteer het gereedschap Verplaatsen met behoud van inhoud . 2. Kies een modus om op te geven of u een object wilt verplaatsen, of als u een kopie van het object wilt maken. Verplaatsen Hiermee kunt u objecten naar een andere locatie in de afbeelding verplaatsen. Uitbreiden Hiermee kunt u het object meerdere malen repliceren. 3.
Vlekken en kleine onvolkomenheden verwijderen Met het Snel retoucheerpenseel verwijdert u snel vlekken en andere onvolkomenheden uit uw foto's. Klik eenmaal op een vlek of sleep om onvolkomenheden in een gebied weg te halen. U verwijdert vlekken of onvolkomenheden in een handomdraai met het gereedschap Snel retoucheerpenseel 1. Selecteer het gereedschap Snel retoucheerpenseel . 2. Kies een penseelgrootte. Een penseel dat iets groter is dan het gebied dat u wilt corrigeren, is het meest geschikt.
raadzaam hiervoor een krachtig systeem te gebruiken. Als u problemen ondervindt met grote afbeeldingen, kunt u de volgende handelswijzen toepassen: Teken met kleinere penseelstreken. Verlaag het aantal pixels in de afbeelding. Verhoog het toegewezen RAM en start de toepassing opnieuw op. Naar boven Grote onvolkomenheden corrigeren Met het retoucheerpenseel corrigeert u grote gebieden met onvolkomenheden door eroverheen te slepen.
In het dialoogvenster Cameravervorming corrigeren kunt u veel voorkomende problemen met betrekking tot lensvervorming oplossen, zoals donkere randen die worden veroorzaakt door lensfouten, of onjuiste lensschaduwen. In een bij weinig licht gemaakte foto van de lucht kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de afbeelding in de hoeken donkerder is dan in het midden. Door de instellingen voor vignet en de middentonen te wijzigen corrigeert u deze vervorming.
Raster tonen Als deze optie is ingeschakeld, wordt het raster getoond. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt het raster niet weergegeven. Zoomen Zoom in voor een gedetailleerdere weergave en zoom uit voor een algemenere weergave. Kleur Hiermee geeft u de rasterkleur op. Naar boven Photomerge-groepsfoto gebruiken Een video over de Photomerge-functies is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2342_pse9_nl .
Het venster Photomerge-groepsfoto Naar boven Photomerge-scènecorrectie gebruiken Met Photomerge-scènecorrectie kunt u de perfecte natuurfoto samenstellen op basis van verschillende foto's. U kunt ongewenste elementen verwijderen, zoals bijvoorbeeld toeristen die in de weg van het mooie uitzicht staan. Opmerking: Voor de beste resultaten gebruikt u foto's van dezelfde scène die vanuit dezelfde hoek zijn genomen. 1.
5. Voer een van de volgende handelingen uit om gebieden uit het venster Definitief te verwijderen of eraan toe te voegen: Als u een gebied wilt verwijderen, markeert u het desbetreffende gebied met het potlood in het venster Definitief. Als u een gebied aan het venster Definitief wilt toevoegen, markeert u het desbetreffende gebied met het potlood in het venster Bron. Voeg met het gereedschap Potlood aanvullende inhoud toe of gebruik het gereedschap Gummetje om inhoud te verwijderen. 6.
Foto's verbeteren Randen vervagen of verzachten Kleuren in een afbeelding vervangen Afbeeldingen of gebieden in een afbeelding klonen Photomerge-gezichten Photomerge-belichting Photomerge-stijlovereenkomst Naar boven Randen vervagen of verzachten Met het gereedschap Vervagen maakt u harde randen of gebieden in een afbeelding vager, zodat er details verloren gaan. Als u een drukke achtergrond vervaagt, kunt u meer nadruk leggen op de doelafbeeldingen.
Kleuren vervangen 1. Selecteer het gereedschap Kleur vervangen (het gereedschap Kleur vervangen maakt deel uit van de optiebalk voor het gereedschap Penseel). 2. Kies een penseeluiteinde in het menu Penseel op de optiebalk. Doorgaans kunt u bij Modus de overvloeimodus het beste instellen op Kleur. 3. Kies een van de volgende opties voor Limieten: Niet aangrenzend Hiermee wordt de monsterkleur vervangen op elke plaats onder de aanwijzer.
Originele foto (boven), nadat twee zeesterren met het gereedschap Kloonstempel aan de foto zijn toegevoegd (midden) en nadat een persoon met het gereedschap Kloonstempel is verwijderd (onder). 1. Selecteer het gereedschap Kloonstempel. 2. (Optioneel) Stel opties op de optiebalk in: Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de pijl naast het penseelvoorbeeld, kies een penseelcategorie in het pop-upmenu Penselen en selecteer vervolgens een penseelminiatuur.
Bedekking omkeren Selecteer Omkeren als u de kleuren in de bedekking wilt omkeren. 4. Plaats de aanwijzer op het gebied van een geopende afbeelding waarvan u een monster wilt nemen en druk op Alt (of Option in Mac OS) en klik. Met dit gereedschap worden de pixels uit het kloongebied gedupliceerd terwijl u tekent. 5. Sleep of klik om met het gereedschap te tekenen. Naar boven Photomerge-gezichten Een video over de Photomerge-functies is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2342_pse9_nl .
Het venster Photomerge-gezichten Naar boven Photomerge-belichting Een video over de Photomerge-functies is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2342_pse9_nl . Gebruik Photomerge-belichting om foto's met belichtingsproblemen op efficiënte wijze te verwerken. U kunt twee foto's in elkaar laten overvloeien om een perfect belichte foto te maken.
Automatische modus Handmatige modus U bereikt de beste resultaten met de automatische modus als u foto's gebruikt die bij verschillende belichtingswaarden zijn genomen (met gebruik van de functie voor reeksopnamen). In de handmatige modus krijgt u de beste resultaten als u zowel foto's gebruikt die met flits zijn genomen als foto's zonder flits.
4. Klik op Gereed als u het gewenste resultaat hebt bereikt en Photomerge-belichting wilt voltooien. Handmatige Photomerge-belichting Opmerking: Wanneer u Photomerge-belichting gebruikt voor foto's die u met flits hebt gemaakt, is Handmatige Photomerge-belichting de standaardmodus. 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Selecteer minimaal twee en maximaal tien foto's in de Elements Organizer en selecteer Verbeteren > Photomerge > Photomergebelichting. Open de vereiste bestanden via Bestand > Openen.
Afbeelding nadat de stijl van de stijlafbeelding is toegepast 1. Open de afbeelding en selecteer Verbeteren > Photomerge > Photomerge-stijlovereenkomst. 2. Voeg de afbeeldingen waaruit u de stijl wilt overbrengen toe aan het Stijlenvak. Kies afbeeldingen met sterke stilistische eigenschappen en details. Opmerking: U kunt ook een van de standaardstijlafbeeldingen kiezen die worden weergegeven in het Stijlenvak. 3.
Oorspronkelijk gekleurde afbeelding veranderd in zwart-wit via Kleurtonen overbrengen 5. Klik op Gereed om de afbeelding bij te werken met de toegepaste stijl. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Schaduwen en licht aanpassen Kleur en tinten aanpassen met slimme penselen De gereedschappen Slim penseel toepassen Aanpassingen met Niveaus Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren Schaduwen en helderheid aanpassen met Niveaus De helderheid en het contrast in de geselecteerde gedeelten aanpassen Afzonderlijke gebieden snel lichter of donkerder maken Snel geïsoleerde gebieden verzadigen of verzadiging uit deze gebieden verwijderen Naar boven Kleur en tinten aanpassen met slimme penselen Met het geree
Optie Structuren Met de 15 nieuwe voorinstellingen kunt u de volgende effecten toepassen op afbeeldingen: Saaie achtergronden mooier maken. Een satijneffect aanbrengen op kleren/stoffen in een afbeelding. Een bloempatroon toevoegen aan jurken in een afbeelding. Ontwerperspatronen toevoegen aan wanden of achtergronden in een afbeelding. Met het gereedschap Gedetailleerd slim penseel kunt u de aanpassing op specifieke gebieden van de foto tekenen, net als met een verfpenseel.
Naar boven De gereedschappen Slim penseel toepassen 1. Selecteer het gereedschap Slim penseel of Gedetailleerd slim penseel in de gereedschapset. Er wordt een pop-upvenster met de aanpassingsvoorinstellingen geopend. 2. Selecteer een effect in de keuzelijst met voorinstellingen in de balk met gereedschapsopties. Kies een optie in het menu van het pop-upvenster om verschillende aanpassingensets weer te geven. Zie Voorinstellingen voor meer informatie over het configureren van het pop-upvenster. 3.
Klik met de rechtermuisknop op een speldenknop of op een actieve selectie en kies Aanpassing verwijderen. Opmerking: In het deelvenster Lagen kunt u een met het slim penseel aangebrachte correctie ook verwijderen door de desbetreffende aanpassingslaag te verwijderen. Het pop-upvenster Slim penseel U kunt in Photoshop Elements vele verschillende vooraf ingestelde aanpassingen toepassen met het gereedschap Slim penseel en .
U kunt gebruikmaken van het laagmasker van de aanpassingslaag om een aanpassing te beperken tot een gedeelte van de foto. Naar boven Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren 1. Kies Verbeteren > Belichting aanpassen > Schaduwen/hooglichten. 2. Sleep een correctieregelaar of geef waarden op in de tekstvakken en klik op OK. Schaduwen lichter maken Hiermee maakt u donkere gebieden van de foto lichter en geeft u meer details weer van de schaduwen die in de foto zijn vastgelegd.
U maakt de foto lichter door de schuifregelaar voor hooglichten naar links te slepen. Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Schaduw om te zien welke gebieden worden omgezet in zwart (niveau 0). Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Hooglicht om te zien welke gebieden worden omgezet in wit (niveau 255). Gekleurde gebieden geven het bijsnijden van afzonderlijke kanalen aan. 4.
Originele afbeelding (links), afbeelding na gebruik van het gereedschap Doordrukken (middenboven) en na gebruik van het gereedschap Tegenhouden (rechtsonder) 1. Selecteer het gereedschap Tegenhouden of Doordrukken. Als u deze gereedschappen niet ziet, zoekt u het gereedschap Spons. 2. Stel gereedschapsopties in op de optiebalk: Pop-upmenu Penselen Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
hoger percentage. In de modus Minder verzadiging verlaagt u de verzadiging met een hoger percentage. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Transformeren Een afbeelding roteren of draaien Een item vrij roteren Een item schalen Een item schuintrekken of vervormen Perspectief op een item toepassen Een item vrij roteren Een transformatie op de achtergrondlaag toepassen Naar boven Een afbeelding roteren of draaien U kunt een selectie, een laag of een hele afbeelding roteren of draaien. Zorg dat u de juiste opdracht kiest, afhankelijk van het item dat u wilt roteren of draaien. 1.
Naar boven Een item vrij roteren Met de opdrachten Laag vrij roteren en Selectie vrij roteren kunt u een item in elke gewenste mate roteren. Trek de afbeelding recht met de opdracht Laag vrij roteren en klik op de knop Huidige bewerking vastleggen om de rotatie toe te passen. 1. Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag of de selectie die u wilt roteren. 2. Kies Afbeelding > Roteren > Laag vrij roteren of Selectie vrij roteren. Er verschijnt een selectiekader in de afbeelding.
2. Kies Afbeelding > Transformatie > Schuintrekken of Afbeelding > Transformatie > Vervormen. Als u een vorm transformeert terwijl het vormgereedschap is geselecteerd, kiest u Afbeelding > Vorm transformeren > Schuintrekken of Afbeelding > Vorm transformeren > Vervormen. Opmerking: Als u een foto selecteert die een achtergrondlaag is (zoals een foto die van een camera of scanner is geïmporteerd), kunt u de foto omzetten in een gewone laag en vervolgens die laag transformeren. 3.
een zijde van het selectiekader. Zodra de cursor op een zijgreep staat, verandert de aanwijzer in een grijze pijlpunt met een kleine dubbele pijl . Druk op Ctrl+Alt+Shift (Command+Option+Shift in Mac OS) en sleep een hoekgreep om perspectief toe te passen. Zodra de cursor op een hoekgreep staat, verandert deze in een grijze pijlpunt . 5.
Uitsnijden Een afbeelding uitsnijden Uitsnijden in overeenstemming met een selectiegrens Suggesties voor automatisch uitsnijden Hulplijnen gebruiken voor betere resultaten bij uitsnijden Het gereedschap Koekjesvorm gebruiken De afmetingen van het canvas wijzigen Een afbeelding rechttrekken Een gescande afbeelding met meerdere foto's verdelen Naar boven Een afbeelding uitsnijden Met het gereedschap Uitsnijden verwijdert u het gedeelte van een afbeelding rond het selectiekader, ofwel de selectie.
4. Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt behouden. Wanneer u de muisknop loslaat, verschijnt er een uitsnijdkader met grepen aan de hoeken en zijkanten. 5. (Optioneel) Voer een van de volgende handelingen uit om het uitsnijdkader aan te passen: Als u de vooraf ingestelde grootte of hoogte/breedteverhouding wilt aanpassen, kiest u nieuwe waarden in het menu Verhouding op de optiebalk. Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer in het kader, klikt u en begint u te slepen.
suggestie kiezen die voor uw situatie het meest geschikt is. U kunt ook doorgaan en net zoveel uitsnijden als u wilt, nadat u een van de vier suggesties hebt gekozen of alle vier hebt genegeerd. Oorspronkelijke foto Vier suggesties, zoals door Photoshop Elements 13 worden aanbevolen Ga als volgt te werk als u de automatische suggesties voor uitsnijden wilt gebruiken: 1. Open een foto in Photoshop Elements 13. 2. Kies het gereedschap Uitsnijden.
Regel van derden Hiermee wordt de afbeelding opgedeeld in derden, horizontaal en verticaal (equidistante lijnen) in negen delen, zodat er een beter visueel hulpmiddel voor het bepalen van een uitsnijding ontstaat. U kunt een voorgestelde uitsnijding uitvoeren of annuleren. De bedekking van de uitsnijding wordt bepaald op basis van de opties voor breedte en hoogte in de optiebalk. Zo kan uw hoofdonderwerp (een boom, persoon of dier) op twee derde van de horizon samenvallen met een van de lijnen.
Onbeperkt Hiermee kunt u een vorm van iedere mogelijke grootte of dimensie tekenen. Gedefinieerde verhoudingen Hiermee handhaaft u de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de uitgesneden vorm. Gedefinieerde grootte Hiermee snijdt u de foto uit in overeenstemming met het exacte formaat van de gekozen vorm. Vaste grootte Hiermee stelt u exacte afmetingen in voor de uiteindelijke vorm. De metingen worden ontnomen aan de instellingen voor hoogte en breedte die u opgeeft.
1. Kies Afbeelding > Vergroten/verkleinen > Canvasgrootte. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Geef de volledige afmetingen van het nieuwe canvas op in de vakken Breedte en Hoogte. Kies de gewenste maateenheden in de aangrenzende keuzemenu's. Selecteer Relatief en voer de hoeveelheid in waarmee u het canvas wilt vergroten of verkleinen. Voer een negatieve waarde in om de grootte van het canvas te verkleinen.
Een afbeelding automatisch laten rechttrekken Kies Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en het canvas rond de afbeelding wilt behouden. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er zijn geen pixels bijgeknipt. Als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en uitsnijden, kiest u Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken en uitsnijden.
Photomerge-compositie Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Met de functie Photomerge-compositie kunt u gedeelten van een afbeelding vervangen. U kunt bijvoorbeeld de achtergrond van een afbeelding wijzigen. U hebt twee afbeeldingen nodig: een bron en een doel. U kunt een gebied selecteren, het gebied uitsnijden uit de bronafbeelding en vervolgens plakken in de doelafbeelding. 1. Klik met twee geopende afbeeldingen (bron en doel) op Verbeteren > Photomerge > Photomerge-compositie. 2. Maak een selectie.
tinten wijzigen met de optie Automatisch afstemmen en handmatig wijzigen met de schuifregelaars. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Verscherpen Overzicht van verscherpen Een afbeelding verscherpen Het filter Onscherp masker gebruiken Naar boven Overzicht van verscherpen Door de afbeelding scherper te maken verbetert u de scherpte van de randen. Of afbeeldingen nu zijn gemaakt met een digitale camera of met een scanner, de meeste afbeeldingen worden mooier wanneer u ze verscherpt. Houd het volgende in gedachten wanneer u afbeeldingen verscherpt: U kunt een zeer vage afbeelding niet corrigeren door de afbeelding te verscherpen.
Verscherping aanpassen Een afbeelding automatisch verscherpen Selecteer Verbeteren > Automatisch verscherpen. Gebieden van een afbeelding verscherpen Oorspronkelijke afbeelding (boven), twee gezichten die correct zijn verscherpt (linksonder), en twee gezichten die te veel zijn verscherpt (rechtsonder) 1. Selecteer het gereedschap Verscherpen . 2. Stel opties in op de optiebalk: Modus Hiermee bepaalt u hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding.
Een afbeelding nauwkeurig verscherpen 1. Selecteer Verbeteren > Scherpte aanpassen. 2. Schakel het selectievakje Voorvertoning in. 3. Stel een van de volgende opties in om uw afbeelding te verscherpen en klik op OK: Hoeveel Hiermee stelt u de mate van verscherping in. Typ een getal in het vak of sleep de schuifregelaar om het contrast tussen de randpixels te verhogen of te verlagen, zodat de afbeelding scherper oogt.
Automatische slimme tint Geïntroduceerd in Photoshop Elements 12 Automatische slimme tint toepassen op een foto Automatische slimme tint leren Automatische slimme tint leren herstellen De functie Automatische slimme tint benut een intelligent algoritme om de toonwaarden in een afbeelding te wijzigen. De functie Automatische slimme tint past een correctie toe op uw foto. Bovendien is er een joystick die u over de afbeelding kunt verplaatsen om de resultaten te perfectioneren.
(links) Het verplaatsen van de joystick naar de donkere gebieden (bladeren of schaduw), zorgt ervoor dat de afbeelding in zijn geheel donkerder wordt. Dit blijkt uit de miniaturen links van de hoofdafbeelding. (rechts) Het verplaatsen van de joystick naar de heldere gebieden (heldere lucht of helder gras), zorgt ervoor dat de afbeelding in zijn geheel lichter wordt. Dit blijkt uit de miniaturen rechts van de hoofdafbeelding. Naar boven Automatische slimme tint toepassen op een foto 1.
A. Opties voor de functie Automatische slimme tint B. Schakelknop om een foto vóór en na een aanpassing weer te geven C. Omsluitend kader waarin u de joystick kunt verplaatsen D. Joystick die in het kader kan worden gesleept E. De knop Herstellen waarmee de joystick weer terugkeert naar de oorspronkelijke locatie die door Automatische slimme tint wordt voorgesteld F. Een van de vier automatisch gegenereerde live voorvertoningsminiaturen 2.
Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken Camera Raw-afbeeldingsbestanden Procesversies Camera Raw-bestanden openen en verwerken Scherpte in Camera Raw-bestanden aanpassen Ruis verminderen in Camera Raw-afbeeldingen Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan Open een Camera Raw-afbeeldingsbestand in de werkruimte Bewerken.
geopend met eerdere versies van Photoshop Elements (vandaar het gebruik van oudere procesversies), kunt u een oudere procesversie toepassen op uw nieuwere Raw-abeeldingen. Dat komt de consistentie ten goede bij het verwerken van actuele en oudere afbeeldingen en zo kunt u uw oudere workflow behouden.
selecteert u Automatisch. Als u alle oorspronkelijke waarden van de instellingen wilt terugzetten, houdt u Alt ingedrukt (of Optie als u Mac OS gebruikt) en klikt u op Herstellen. 8. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u in Photoshop Elements een kopie wilt openen van het Camera Raw-afbeeldingsbestand (met de Camera Raw-instellingen toegepast), klikt u op Afbeelding openen. U kunt de afbeelding bewerken en opslaan in een indeling die door Photoshop Elements wordt ondersteund.
Door de schuifregelaar Vloeiende luminantie naar rechts te verplaatsen, vermindert u de grijswaardenruis. Naar boven Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan U kunt de wijzigingen die u in een Camera Raw-bestand hebt aangebracht, opslaan. Het dialoogvenster Camera Raw slaat de Camera Rawafbeelding en uw wijzigingen op in een DNG-bestand. Het opslaan van het bestand betekent niet dat het automatisch wordt geopend in Photoshop Elements.
Gereedschap Handje Hiermee verplaatst u de afbeelding in het voorvertoningsvenster als het zoompercentage zodanig is ingesteld dat slechts een gedeelte van de afbeelding zichtbaar is. Wanneer u met een ander gereedschap werkt, kunt u de spatiebalk ingedrukt houden om het gereedschap Handje te gebruiken. Dubbelklik op het gereedschap Handje om te zorgen dat de voorvertoningsafbeelding in het venster past.
Kleurzweem corrigeren Kleurzwemen corrigeren door variaties van een foto te vergelijken Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Kleurcurven aanpassen Kleurzwemen corrigeren door variaties van een foto te vergelijken Naar boven U kunt kleur- en toonaanpassingen aanbrengen in het dialoogvenster Kleurvariaties door verschillende miniatuurvariaties van de foto te vergelijken en te kiezen.
2. In de foto klikt u op een gebied dat wit, zwart of neutraal grijs moet zijn. De foto wordt gewijzigd op basis van de kleur die u hebt geselecteerd. 3. Als u opnieuw wilt beginnen, klikt u op de knop Herstellen om de wijzigingen in de foto ongedaan te maken. 4. Klik op OK om de kleurwijziging te accepteren. Naar boven Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Deze techniek vereist ervaring met kleurcorrectie en enige kennis van de RGB-kleurenschijf. 1.
4. Selecteer een stijl (bijvoorbeeld Achtergrondbelichting of Solariseren). 5. Pas de schuifregelaars voor Hooglichten, Helderheid middentonen, Contrast middentonen en Schaduwen aan. 6. Als u de aanpassingen op de afbeelding wilt toepassen, klikt u op OK. Klik op Herstellen om de aanpassing te annuleren en opnieuw te beginnen. Klik op Annuleren om het dialoogvenster Kleurcurven aanpassen te sluiten. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Handelingen gebruiken om foto's te verwerken Overzicht van handelingen Een handelingenbestand op een afbeelding afspelen Handelingenbestanden beheren Naar boven Overzicht van handelingen Een handeling is een reeks stappen (taken) die op een foto wordt afgespeeld. Deze stappen kunnen menuopdrachten, deelvensteropties, gereedschapshandelingen enzovoort zijn.
Overzicht van de tekenfuncties Tekengereedschappen Voor- en achtergrondkleuren Overvloeimodi Webveilige kleuren Naar boven Tekengereedschappen Photoshop Elements biedt verschillende gereedschappen om kleur toe te passen en te bewerken. Wanneer u een tekengereedschap selecteert, worden er diverse vooraf ingestelde penseeluiteinden en instellingen voor de penseelgrootte, overvloeien, dekking en airbrush-effecten weergegeven op de optiebalk voor het gereedschap.
achtergrondkleur D. Vak met achtergrondkleur U kunt in de gereedschapset een nieuwe voor- of achtergrondkleur wijzigen met behulp van het pipet, het deelvenster Kleurstalen of de Kleurkiezer. Naar boven Overvloeimodi Met overvloeimodi bepaalt u het effect van een teken- of bewerkgereedschap op pixels. U kunt zich het effect van een overvloeimodus het beste voorstellen aan de hand van de volgende typen kleuren: De basiskleur is de originele kleur in de afbeelding.
werkkleur door de helderheid te verlagen. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Donkerdere kleur In deze modus wordt het totaal van alle kanaalwaarden voor de basiskleur en de werkkleur vergeleken en wordt de kleur met de laagste waarde weergegeven. De kleurmodus Donkerdere kleur produceert geen derde kleur, hetgeen soms wel het geval is in de overvloeimodus Donkerder, omdat de laagste kleurkanaalwaarden worden gekozen van zowel de basis- als de werkkleur om de eindkleur te maken.
De kleur van een overhemd wijzigen met de overvloeimodus Kleur Lichtsterkte In deze modus ontstaat een eindkleur met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de werkkleur. Het effect van deze modus is het tegenovergestelde van het effect van de modus Kleur. Naar boven Webveilige kleuren Webveilige kleuren zijn de 216 kleuren die door browsers op Windows- en Mac OS-platforms worden gebruikt.
Tekengereedschappen Het Het Het Het Het Het Het gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap Penseel gebruiken Potlood gebruiken Penseel Impressionist gebruiken Natte vinger gebruiken Gummetje gebruiken Tovergummetje gebruiken Achtergrondgummetje gebruiken Naar boven Het gereedschap Penseel gebruiken Met het penseel brengt u zachte of krachtige kleurstreken aan. U kunt er airbrushtechnieken mee simuleren.
Het gereedschap Penseel Impressionist gebruiken Naar boven Met het penseel Impressionist wijzigt u de bestaande kleuren en details in een afbeelding zodanig dat het lijkt alsof de afbeelding met gestileerde penseelstreken is getekend. Door te experimenteren met verschillende opties voor stijl, grootte en tolerantie, kunt u de structuur van schilderen met verschillende artistieke stijlen nabootsen. 1.
Als u de optie Vingerverf tijdelijk wilt gebruiken terwijl u het gereedschap Natte vinger sleept, drukt u op Alt terwijl u sleept (Option-toets in Mac OS). U kunt de volgende opties voor het gereedschap Natte vinger opgeven: Modus Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. Zie Overvloeimodi voor meer informatie. Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
Originele afbeelding (links) en na het wissen van de wolken (rechts) 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het tovergummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Tovergummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Gummetje of Achtergrondgummetje.
De afleidende achtergrond wissen. U kunt de achtergrond vervangen door een andere achtergrond met het gereedschap Kloonstempel of door het toevoegen van een andere laag 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het achtergrondgummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Achtergrondgummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset.
Aanpassingsfilters Het Het Het Het Het Het filter Egaliseren toepassen filter Verloop toewijzen toepassen filter Omkeren toepassen filter Waarden beperken toepassen filter Drempel toepassen Fotofilter toepassen Naar boven Het filter Egaliseren toepassen Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven.
4. Selecteer geen van beide, een van beide of beide verloopopties: Dithering als u willekeurige ruis wilt toevoegen, zodat de verloopvulling vloeiender wordt weergegeven en overgangseffecten worden voorkomen. Omkeren als u de richting van de verloopvulling wilt wijzigen, zodat de toewijzing van het verloop wordt omgekeerd. 5. Klik op OK. Naar boven Het filter Omkeren toepassen Met het filter Omkeren keert u de kleuren in een afbeelding om.
Als u een representatieve schaduw wilt identificeren, sleept u de schuifregelaar naar links totdat de afbeelding helemaal wit is. Sleep de schuifregelaar vervolgens terug totdat er enkele effen, zwarte gebieden verschijnen in de afbeelding. 4. (Optioneel) Als u de standaardinstellingen wilt terugzetten, houdt u Alt ingedrukt (de Option-toets in Mac OS) en klikt u op de knop Herstellen. 5.
Panorama's samenstellen Photomerge-panorama's maken Een nieuwe Photomerge-panoramacompositie maken Op interactieve wijze een Photomerge-panorama maken Naar boven Photomerge-panorama's maken Een video over dit proces is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid923_pse_nl. Met de opdracht Photomerge-panorama kunt u verschillende foto's combineren tot één doorlopende afbeelding. U kunt bijvoorbeeld vijf overlappende foto's van de skyline van een stad samenvoegen tot één panorama.
Bestanden Hiermee genereert u een Photomerge-compositie met gebruik van afzonderlijke afbeeldingsbestanden. Map Hiermee gebruikt u alle afbeeldingen die in een map zijn opgeslagen om de Photomerge-compositie te maken. De bestanden in de map worden in het dialoogvenster weergegeven. U kunt ook op Geopende bestanden toevoegen klikken om de afbeeldingen te gebruiken die zijn geopend in de werkruimte Bewerken. 3.
4. Klik op OK nadat u de compositie hebt ingesteld om het panorama te genereren als een nieuw bestand. De compositie wordt vervolgens in Photoshop Elements geopend. Het dialoogvenster Photomerge voor interactieve lay-outs Het dialoogvenster Photomerge bevat gereedschappen voor het bewerken van de compositie, een lichtbak om bronafbeeldingen die u niet gebruikt op te slaan, een werkgebied voor het samenstellen van de compositie en opties voor het weergeven en bewerken van de compositie.
grotere gezichtshoek heeft. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Opnieuw samenstellen Een foto opnieuw samenstellen in de modus Met instructies Een foto opnieuw samenstellen in de modus Expert Opties voor Opnieuw samenstellen Met het gereedschap Opnieuw samenstellen kunt u het formaat van foto's op intelligente wijze aanpassen, zodat belangrijke visuele elementen, zoals personen, gebouwen, dieren, enzovoort behouden blijven. Wanneer een foto op de gebruikelijke manier wordt geschaald, worden alle pixels evenzeer beïnvloed.
De groene gedeelten zijn de gebieden die zijn gemarkeerd voor bescherming. 4. Als u delen van ongewenste gemarkeerde gebieden (groene gebieden) wilt wissen, klikt u met de rechtermuisknop op de foto en selecteert u Markeringen voor beschermen wissen. 5. Markeer de gebieden die u wilt verwijderen (gebieden die niet belangrijk zijn) met gebruik van het verwijderpenseel. De rode gebieden zijn de gebieden die u hebt gemarkeerd voor verwijdering.
Opmerking: als u Shift niet ingedrukt houdt, wordt het formaat van de afbeelding aan de hand van een willekeurige verhouding aangepast. Hoeveel Hiermee wordt de drempel voor Opnieuw samenstellen opgegeven. Bij een drempelwaarde van 100% wordt een foto voor 100% opnieuw samengesteld. Als de waarde is ingesteld op 0%, is het gedrag van het gereedschap Opnieuw samenstellen vergelijkbaar met dat van het gereedschap Transformeren.
Vergroten/verkleinen Grootte en resolutie Monitorresolutie De afbeeldingsgrootte van een geopend bestand weergeven De afdrukgrootte op het scherm weergeven De afdrukafmetingen en de resolutie wijzigen zonder het aantal pixels te wijzigen Het aantal pixels in een afbeelding wijzigen Naar boven Grootte en resolutie De afbeeldingsgrootte (of pixelafmetingen) is een manier om het aantal pixels te meten langs de breedte en de hoogte van een afbeelding.
behouden. Als u deze optie selecteert en de grootte en resolutie wijzigt, rekt de afbeelding niet uit en wordt deze niet verkleind. Met de optie Nieuwe beeldpixels berekenen kunt u de grootte van een afbeelding wijzigen zonder de resolutie te wijzigen. Als u naar een specifieke resolutie of met een grotere of kleinere resolutie wilt afdrukken dan de huidige afbeelding toestaat, wijzigt u het aantal pixels in de afbeelding.
bijgewerkt wanneer u de hoogte wijzigt en omgekeerd. 4. Typ onder Documentgrootte nieuwe waarden voor de hoogte en de breedte. Kies desgewenst een nieuwe maateenheid. 5. Voer een nieuwe waarde in voor Resolutie. Kies desgewenst een nieuwe maateenheid en klik op OK. Als u de oorspronkelijke waarden uit het dialoogvenster Afbeeldingsgrootte wilt herstellen, houdt u Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt en klikt u op Herstellen.
bijgewerkt wanneer u de hoogte wijzigt en omgekeerd. 4. Typ bij Pixelafmetingen waarden voor Breedte en Hoogte. U kunt waarden invoeren als percentages van de huidige afmetingen door Procent te kiezen als de maateenheid. De nieuwe bestandsgrootte van de afbeelding verschijnt naast Pixelafmetingen, met de oude bestandsgrootte tussen haakjes. 5. Klik op OK om de pixelafmetingen te wijzigen en het aantal pixels in de afbeelding te wijzigen.
Selecteren 139
Gereedschappen gebruiken om selecties te maken Selecties De selectiegereedschappen De gereedschappen Rechthoekig en Ovaal selectiekader gebruiken Het gereedschap Lasso gebruiken Het gereedschap Veelhoeklasso gebruiken Het gereedschap Magnetische lasso gebruiken Het gereedschap Toverstaf gebruiken Het gereedschap Snelle selectie gebruiken Het gereedschap Selectiepenseel gebruiken Magisch extraheren gebruiken De randen van een selectie verfijnen Een geselecteerd gebied verwijderen Gebieden selecteren en desel
Gereedschap Rechthoekig selectiekader: hiermee tekent u vierkante of rechthoekige selectiekaders. Gereedschap Ovaal selectiekader: hiermee tekent u ronde of ellipsvormige selectiekaders. Gereedschap Lasso: hiermee tekent u heel precies willekeurig gevormde selectiekaders. Gereedschap Veelhoeklasso: hiermee tekent u meerdere rechte-lijnsegmenten van een selectiekader.
Gereedschap Toverstaf: hiermee selecteert u met één klik pixels van een vergelijkbare kleur. Gereedschap Snelle selectie: hiermee maakt u snel en automatisch een selectie op basis van kleur en structuur wanneer u in een gebied klikt of sleept. Gereedschap Selectiepenseel: hiermee selecteert of deselecteert u automatisch het gebied dat u tekent, afhankelijk van het feit of de modus Selectie of de modus Masker actief is.
Opties voor de gereedschappen Rechthoekig en Ovaal selectiekader A. Gereedschap Rechthoekig selectiekader B. Gereedschap Ovaal selectiekader C. Nieuwe selectie D. Toevoegen aan selectie E. Verwijderen uit selectie F. Doorsnede maken met selectie 1. Selecteer het gereedschap Ovaal selectiekader of Rechthoekig selectiekader in de gereedschapset. 2. In de balk met gereedschapsopties kunt u de selectiekaderopties instellen (optioneel).
U verzacht een selectiekader zodat dit overvloeit in het gebied buiten de selectie door een waarde voor Doezelaar in te voeren. Selecteer Anti-alias als u wilt dat de randen van de selectie vloeiend worden gemaakt. 3. Sleep om een willekeurig gevormd selectiekader te tekenen: Als u wilt toevoegen aan de selectie, laat u de muisknop los. Druk vervolgens op Shift en sleep wanneer de aanwijzer verandert in . Als u wilt verwijderen uit de selectie, laat u de muisknop los.
Naar boven Het gereedschap Magnetische lasso gebruiken Met de het gereedschap Magnetische lasso tekent u een selectiekader dat automatisch wordt uitgelijnd op de randen van objecten waarover u in de foto sleept. Op deze manier is het gemakkelijk om precieze selectiekaders te tekenen. Het gereedschap Magnetische lasso handig als u snel objecten met complexe randen tegen een achtergrond met een hoog contrast wilt selecteren. is met name Opties voor het gereedschap Magnetische lasso A.
Als u het kader wilt sluiten met een willekeurig gevormd magnetisch segment, dubbelklikt u of drukt u op Enter. Als u de rand wilt sluiten met een recht segment, dubbelklikt u terwijl u Alt (Option in Mac OS) ingedrukt houdt. Naar boven Het gereedschap Toverstaf gebruiken Met de Toverstaf selecteert u met één muisklik pixels met kleuren die zeer sterk overeenkomen. U geeft hierbij het kleurbereik, oftewel de overeenkomst, voor de selectie met de toverstaf op.
Opties voor de gereedschappen Snelle selectie en Selectiepenseel A. Gereedschap Snelle selectie B. Gereedschap Selectiepenseel C. Nieuwe selectie D. Toevoegen aan selectie E. Verwijderen uit selectie 1. Selecteer het gereedschap Snelle selectie. 2. Selecteer op de balk met gereedschapsopties een van de volgende opties: Nieuwe selectie Hiermee kunt u een nieuwe selectie tekenen. Deze optie is standaard geselecteerd. Toevoegen aan selectie Hiermee kunt u een bestaande selectie uitbreiden.
A. Selectiepenseel B. Toevoegen aan selectie C. Verwijderen uit selectie D. Pop-upvenster Selectie E. Pop-upvenster Penseel F. Penseelgrootte G. Hardheid H. Dialoogvensterknop Randen verfijnen 1. Selecteer het gereedschap Selectiepenseel in de gereedschapset. Mogelijk moet u klikken op het gereedschap Snelle selectie in de gereedschapset en het selectiepenseel selecteren in de weergegeven lijst met verborgen gereedschappen. 2. Standaard is het gereedschap ingesteld op Toevoegen aan selectie .
Magisch extraheren gebruiken A. Het gebied dat u wilt extraheren wordt gemarkeerd met rode stippen. B. Achtergrond wordt gemarkeerd met blauwe stippen. C. Geëxtraheerde afbeelding. 1. Open de foto met het object dat u wilt extraheren. 2. Als u de weergave voor het dialoogvenster Magisch extraheren wilt beperken, maakt u een voorlopige selectie met de gereedschappen Ovaal of Rechthoekig selectiekader. 3. Kies Afbeelding > Magisch extraheren.
wilt verwijderen. Als u de randen van de voorgrondselectie vloeiend wilt maken, selecteert u het gereedschap Penseel Vloeiend maken en sleept u over de gebieden die u vloeiend wilt maken. Als u de randen van de selectie vloeiender wilt maken, geeft u een hogere waarde op in het vakje Doezelaar. Als u de resterende gaten in de hoofdselectie wilt opvullen, klikt u op Gaten vullen.
Straal. Hiermee bepaalt u de omvang van de selectierand waarin de randverfijning plaatsvindt. Gebruik een kleine straal voor scherpe randen en een grotere straal voor zachte randen. Vloeiend. Kies deze optie om onregelmatigheden (pieken en dalen) in de randen van de selectie te reduceren en een vloeiender omtrek te bewerkstelligen. Doezelaar. Hiermee vervaagt u de overgang tussen de selectie en omringende pixels. Contrast.
Selecties verplaatsen en kopiëren Een selectie verplaatsen Selecties of lagen kopiëren Selecties kopiëren met het gereedschap Verplaatsen Een selectie kopiëren met behulp van opdrachten Een selectie in een andere selectie plakken Naar boven Een selectie verplaatsen Met het gereedschap Verplaatsen kunt u een pixelselectie knippen en naar een nieuwe positie in de foto slepen.
selecteert u meer lagen en kiest u vervolgens een optie in het menu Verdelen. Naar boven Selecties of lagen kopiëren U kunt selecties kopiëren en plakken met het gereedschap Verplaatsen of met de opdrachten Kopiëren, Verenigd kopiëren, Knippen, Plakken of In selectie plakken in het menu Bewerken. Wanneer u een selectie of laag tussen foto's met verschillende resoluties plakt, behouden de geplakte gegevens hun oorspronkelijke pixelafmetingen.
A. Deel van een originele foto geselecteerd B. Foto die wordt gekopieerd en in het origineel wordt geplakt C. Het resultaat 1. Kopieer in de werkruimte Bewerken met de opdracht Kopiëren het deel van de foto dat u wilt plakken. (U kunt ook uit foto's uit andere toepassingen kopiëren.) 2. Selecteer dat deel van de foto waarin u de gekopieerde foto wilt plakken. 3. Kies Bewerken > In selectie plakken. Opmerking: De gekopieerde foto wordt alleen binnen het selectiekader weergegeven.
Selecties aanpassen Een selectiekader verplaatsen Een selectie omkeren Toevoegen aan of verwijderen uit een selectie Een gebied selecteren dat een selectie doorsnijdt Een selectie uitbreiden of inperken met een specifiek aantal pixels Een selectie omringen door een nieuw selectiekader Gebieden met soortgelijke kleuren in een selectie opnemen Overbodige pixels uit een op kleuren gebaseerde selectie verwijderen Een rand van een selectie verwijderen Naar boven Een selectiekader verplaatsen Door het selectiek
bestaande luchtselectie. De lucht en de bovenkant van de bergen selecteren met het gereedschap Rechthoekig selectiekader (bovenste foto). De optie Doorsnede maken met selectie selecteren en de wolken selecteren met de toverstaf (middelste foto).
3. Voer een waarde tussen 1 en 200 in het tekstvak Breedte in en klik op OK. Gebieden met soortgelijke kleuren in een selectie opnemen Naar boven 1. Breng een selectie aan met een selectiegereedschap en voer een van de volgende handelingen uit: Kies Selecteren > Toename om alle aangrenzende pixels op te nemen die binnen het tolerantiebereik vallen dat op de optiebalk is opgegeven. (U moet mogelijk overschakelen naar een selectiegereedschap met een tolerantiebereik, zoals de Toverstaf.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Selecties bewerken en verfijnen Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Selecties bewerken Het maken van selecties vormt een cruciaal onderdeel van het bewerkingsproces. Photoshop Elements 13 beschikt over een nieuw gereedschap: Penseel Selectie verfijnen. Dit gereedschap helpt u bij het toevoegen van gebieden aan of het verwijderen van gebieden uit een selectie door de randen automatisch te detecteren. De cursor voor het gereedschap is een set van twee concentrische cirkels.
Verwijderen is het geselecteerde gebied verkleind en wordt alleen het gezicht van het model (rechts) gekozen. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Vloeiend maken van selectieranden met anti-aliasing en doezelen De randen van een selectie verzachten met anti-aliasing De randen van een selectie vervagen met doezelen Een doezelrand voor een selectiegereedschap definiëren Een doezelrand voor een bestaande selectie definiëren De randen van een selectie verzachten met anti-aliasing Naar boven U kunt de harde randen van een selectie verzachten met anti-aliasing of doezelen.
2. Kies Selecteren > Doezelaar. 3. Typ een waarde tussen 0,2 en 250 in het tekstvak Doezelstraal en klik op OK. De doezelstraal bepaalt de breedte van de gedoezelde rand.
Selecties opslaan Een selectie opslaan, laden of verwijderen Een opgeslagen selectie wijzigen Een nieuwe selectie wijzigen met een opgeslagen selectie Naar boven Een selectie opslaan, laden of verwijderen Door een selectie op te slaan kunt u het geselecteerde gebied van een foto op een later tijdstip bewerken. Voordat u de opgeslagen selectie laadt, kunt u de overige delen van een foto bewerken.
3. Kies in het dialoogvenster Selectie opslaan de selectie die u wilt wijzigen in het menu Selectie. 4. Selecteer een van de volgende opties en klik op OK: Selectie vervangen Hiermee vervangt u de opgeslagen selectie door de huidige selectie. Toevoegen aan selectie Hiermee voegt u de huidige selectie toe aan de opgeslagen selectie. Verwijderen uit selectie Hiermee verwijdert u de huidige selectie uit de opgeslagen selectie.
Kleur 165
Kleur begrijpen Kleuren Het HSB-model Het RGB-model De kleurenschijf In Adobe® Photoshop® Elements maakt u gebruik van twee kleurmodellen om kleuren te bewerken. Eén model is gebaseerd op de menselijke waarneming van een kleur aan de hand van de kleurtoon, verzadiging en helderheid (hue, saturation en brightness, HSB) en het andere model is gebaseerd op de wijze waarop een kleur wordt weergegeven door een computermonitor (in waarden voor rood, groen en blauw ofwel RGB).
Additieve kleuren (RGB) A. Rood B. Groen C. Blauw D. Geel E. Magenta F. Cyaan Naar boven De kleurenschijf Aan de hand van de kleurenschijf krijgt u een beter inzicht in de relaties tussen kleuren. Rood, groen en blauw zijn de additieve primaire kleuren. Cyaan, magenta en geel zijn de subtractieve primaire kleuren. Recht tegenover elke additieve primaire kleur bevindt zich de desbetreffende complementaire kleur: rood-cyaan, groen-magenta en blauw-geel.
De grondbeginselen van kleur- en tooncorrectie Overzicht van kleurcorrectie Kleuren corrigeren in de modus Snel Kleuren corrigeren in de modus Expert Kleur en belichting automatisch corrigeren Histogrammen Een histogram weergeven Naar boven Overzicht van kleurcorrectie Photoshop Elements bevat verschillende gereedschappen en opdrachten voor het corrigeren van het toonbereik, de kleuren en de scherpte van foto's, en voor het verwijderen van stofvlekjes of andere onvolkomenheden.
Open een foto en klik op Snel. Foto's die u hebt opgeslagen in het fotovak zijn toegankelijk wanneer u in de modus Snel werkt. 2. (Optioneel) Stel voorvertoningsopties in door een selectie te maken in het menu (in de balk boven de geopende afbeelding). U kunt de weergave van de voorvertoning instellen om te tonen hoe de foto eruitziet voordat en nadat u een correctie hebt toegepast, of u kunt beide voorvertoningen naast elkaar weergeven (horizontaal of verticaal). 3.
Schaduwen Sleep de schuifregelaar om de donkerste gebieden van de foto lichter te maken zonder dat dit van invloed is op de hooglichten. Dit heeft geen invloed op puur zwarte gebieden. Middentonen Hiermee past u het contrast in de gemiddelde kleurwaarden aan (de waarden die ongeveer halverwege zuiver wit en zuiver zwart liggen). Deze bewerking heeft geen effect op de extreme hooglichten en schaduwen.
Als u de aanpassing ook op andere gedeelten van de foto wilt toepassen, klikt u op de knop Toevoegen aan selectie en sleept u in de afbeelding. Als u de aanpassing uit gedeelten van de foto wilt verwijderen, klikt u op de knop Verwijderen uit selectie en sleept u in de afbeelding. Opties in de modus Snel Gereedschap Zoomen Hiermee stelt u de vergroting van de voorvertoningsafbeelding in. Instellingen en opties werken zoals bij Zoomen in de gereedschapset. (Zie In- of uitzoomen.
U kunt de foto vergroten of verkleinen tot het formaat dat u nodig hebt als u de foto gaat gebruiken in een andere toepassing of een ander project. Als u de foto gaat afdrukken of gebruiken in een Photoshop Elements-project, hoeft u deze gewoonlijk niet te vergroten of verkleinen. (Zie Grootte en resolutie.) De hooglichten en de schaduwen aanpassen. Begin de correcties door het aanpassen van de pixelwaarden van extreme hooglichten en schaduwen in de afbeelding (ook wel toonbereik genoemd).
Autocontrast Hiermee past u het totale contrast van een foto aan zonder dat dit van invloed is op de kleuren ervan. Gebruik Autocontrast als de foto meer contrast nodig heeft, terwijl de kleuren er goed uitzien. Autocontrast wijst de lichtste en donkerste pixels in de afbeelding toe aan wit en zwart, waardoor hooglichten lichter en schaduwen donkerder worden weergegeven.
Een histogram aflezen A. Overbelichte foto met uitgesneden hooglichten B. Juist belichte foto met volledige tonaliteit C. Onderbelichte foto met uitgesneden schaduwen Naar boven Een histogram weergeven 1. Als het deelvenster Histogram niet is geopend in het deelvenstervak, kiest u Venster > Histogram. 2. Kies de bron van de histogramweergave in het menu Bron: Hele afbeelding Hiermee geeft u een histogram weer van de hele foto, met inbegrip van alle lagen in documenten met meerdere lagen.
Standaarddeviatie (Std.deviatie) Dit is de mate van variatie tussen de intensiteitswaarden. Mediaan Dit is de middelste waarde in het bereik van intensiteitswaarden. Pixels Dit is het totale aantal pixels dat is gebruikt voor berekening van het histogram. Niveau Dit is het intensiteitsniveau van het gebied onder de aanwijzer. Aantal Toont het totale aantal pixels dat overeenkomt met het intensiteitsniveau onder de aanwijzer.
Kleurverzadiging en kleurtoon aanpassen Verzadiging en kleurtoon aanpassen De tint van huidskleuren aanpassen De verzadiging in geïsoleerde gebieden aanpassen De kleur van een object wijzigen Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit Kleur toevoegen aan een grijswaardenafbeelding Naar boven Verzadiging en kleurtoon aanpassen Met de opdracht Kleurtoon/verzadiging past u de kleurtoon, de verz
Kies Origineel om alle kleuren tegelijkertijd aan te passen. Kies een van de andere vooraf ingestelde kleurbereiken voor de kleur die u wilt aanpassen. Er verschijnt een correctieregelaar tussen de kleurenbalken. Hiermee kunt u elk bereik van kleurtonen bewerken. 3. Voer bij Kleurtoon een waarde in of sleep de schuifregelaar totdat de kleuren juist worden weergegeven. De waarden in het tekstvak geven het aantal graden aan dat de oorspronkelijke kleur van de pixel is geroteerd op de kleurenschijf.
Origineel (boven) en na aanpassing van huidskleur (onder) 1. Open de foto en selecteer de laag die u wilt corrigeren. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Huidskleur aanpassen. 3. Klik op een gebied met huid. De kleuren in de foto worden automatisch aangepast. De wijzigingen kunnen subtiel zijn. Opmerking: Let erop dat Voorvertoning is geselecteerd zodat u de kleurveranderingen te zien krijgt zodra deze zich voordoen. 4.
3. Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt wijzigen. Naar boven De kleur van een object wijzigen Met de opdracht Kleur vervangen wordt een specifieke kleur in een foto vervangen. U kunt de kleurtoon, de verzadiging en de lichtsterkte van de vervangende kleur instellen. 1. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleur vervangen. 2.
uit de originele kleurkanalen op in de nieuwe zwart-witafbeelding. 5. Klik op OK om de afbeelding om te zetten. Klik op Herstellen als u de wijzigingen wilt annuleren en opnieuw wilt beginnen. Klik op Annuleren om het dialoogvenster Omzetten in zwart-wit te sluiten. Naar boven Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit De opdracht Kleur verwijderen zet de afbeelding om in zwart-wit door gelijke waarden voor rood, groen en blauw aan elke pixel van een RGBafbeelding toe te wijzen.
Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken Camera Raw-afbeeldingsbestanden Procesversies Camera Raw-bestanden openen en verwerken Scherpte in Camera Raw-bestanden aanpassen Ruis verminderen in Camera Raw-afbeeldingen Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan Open een Camera Raw-afbeeldingsbestand in de werkruimte Bewerken.
geopend met eerdere versies van Photoshop Elements (vandaar het gebruik van oudere procesversies), kunt u een oudere procesversie toepassen op uw nieuwere Raw-abeeldingen. Dat komt de consistentie ten goede bij het verwerken van actuele en oudere afbeeldingen en zo kunt u uw oudere workflow behouden.
selecteert u Automatisch. Als u alle oorspronkelijke waarden van de instellingen wilt terugzetten, houdt u Alt ingedrukt (of Optie als u Mac OS gebruikt) en klikt u op Herstellen. 8. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u in Photoshop Elements een kopie wilt openen van het Camera Raw-afbeeldingsbestand (met de Camera Raw-instellingen toegepast), klikt u op Afbeelding openen. U kunt de afbeelding bewerken en opslaan in een indeling die door Photoshop Elements wordt ondersteund.
Door de schuifregelaar Vloeiende luminantie naar rechts te verplaatsen, vermindert u de grijswaardenruis. Naar boven Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan U kunt de wijzigingen die u in een Camera Raw-bestand hebt aangebracht, opslaan. Het dialoogvenster Camera Raw slaat de Camera Rawafbeelding en uw wijzigingen op in een DNG-bestand. Het opslaan van het bestand betekent niet dat het automatisch wordt geopend in Photoshop Elements.
Gereedschap Handje Hiermee verplaatst u de afbeelding in het voorvertoningsvenster als het zoompercentage zodanig is ingesteld dat slechts een gedeelte van de afbeelding zichtbaar is. Wanneer u met een ander gereedschap werkt, kunt u de spatiebalk ingedrukt houden om het gereedschap Handje te gebruiken. Dubbelklik op het gereedschap Handje om te zorgen dat de voorvertoningsafbeelding in het venster past.
Kleuren en Camera Raw Het histogram en de RGB-waarden gebruiken in Camera Raw Besturingselementen voor de witbalans in Camera Raw Afbeeldingen en kleurtonen aanpassen in Camera Raw-bestanden In het dialoogvenster Camera Raw kunt u eerste aanpassingen en wijzigingen uitvoeren in een Raw-afbeelding voordat u deze in Photoshop Elements gaat bewerken. Als de optie Voorvertoning is ingeschakeld, kunt u zien hoe de gewijzigde afbeelding eruitziet.
A. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar rechts om een foto te corrigeren die met een hogere kleurtemperatuur van het licht is genomen.B. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar links om een foto te corrigeren die met een lagere kleurtemperatuur van het licht is genomen.C. De foto nadat de kleurtemperatuur is aangepast. Kleur Hiermee stelt u de witbalans af ter compensatie van een groene of een magenta kleur.
verhoogd. Als u een lagere waarde instelt, wordt het contrast in de afbeelding verlaagd. In de meeste gevallen wijzigt u het contrast van de middentonen met de schuifregelaar Contrast nadat u de belichting, schaduwen en helderheid hebt ingesteld. Herstel Kies deze optie om te proberen details te herstellen in gebieden met hooglichten. Camera Raw kan bepaalde details reconstrueren uit gebieden waarin een of twee kleurkanalen zijn bijgesneden tot wit.
Cameraprofiel Hiermee kiest u het ACR-profiel (Adobe Camera Raw). Camera Raw gebruikt profielen om Raw-afbeeldingen te verwerken voor elk cameramodel dat het ondersteunt. Kies ACR 4.4, ACR 2.4 of Adobe-standaard om te kunnen kiezen uit de verschillende cameraprofielen in het tabblad Camerakalibratie. Bij sommige camera's wordt een hoger versienummer vermeld ter verwijzing naar nieuwe, verbeterde cameraprofielen.
Kleurzweem corrigeren Kleurzwemen corrigeren door variaties van een foto te vergelijken Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Kleurcurven aanpassen Kleurzwemen corrigeren door variaties van een foto te vergelijken Naar boven U kunt kleur- en toonaanpassingen aanbrengen in het dialoogvenster Kleurvariaties door verschillende miniatuurvariaties van de foto te vergelijken en te kiezen.
2. In de foto klikt u op een gebied dat wit, zwart of neutraal grijs moet zijn. De foto wordt gewijzigd op basis van de kleur die u hebt geselecteerd. 3. Als u opnieuw wilt beginnen, klikt u op de knop Herstellen om de wijzigingen in de foto ongedaan te maken. 4. Klik op OK om de kleurwijziging te accepteren. Naar boven Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Deze techniek vereist ervaring met kleurcorrectie en enige kennis van de RGB-kleurenschijf. 1.
4. Selecteer een stijl (bijvoorbeeld Achtergrondbelichting of Solariseren). 5. Pas de schuifregelaars voor Hooglichten, Helderheid middentonen, Contrast middentonen en Schaduwen aan. 6. Als u de aanpassingen op de afbeelding wilt toepassen, klikt u op OK. Klik op Herstellen om de aanpassing te annuleren en opnieuw te beginnen. Klik op Annuleren om het dialoogvenster Kleurcurven aanpassen te sluiten. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Kleurbeheer instellen Kleurbeheer Kleurbeheer instellen Kleurprofiel omzetten Naar boven Kleurbeheer Met kleurbeheer kunt u consistente kleuren verkrijgen voor digitale camera's, scanners, computermonitors en printers. Al deze apparaten reproduceren een verschillend kleurenbereik, de zogenaamde kleuromvang. Wanneer u een afbeelding overzet van de digitale camera naar de monitor en ten slotte naar een printer, verschuiven de afbeeldingskleuren.
A. Profielen beschrijven de kleurruimten van het invoerapparaat en het document. B. In de profielbeschrijvingen geeft het kleurbeheersysteem de werkelijke kleuren van het document aan. C. Het monitorprofiel geeft aan het kleurbeheersysteem door hoe de numerieke waarden moeten worden omgezet in de kleurruimte van de monitor. D.
Omzetten in Adobe RGB-profiel Hiermee wordt een Adobe RGB-profiel ingesloten in het document.
Afbeeldingsmodi en kleurentabellen gebruiken Afbeeldingsmodi Een afbeelding omzetten in de modus Bitmap Een bitmapafbeelding omzetten in een grijswaardenafbeelding Een afbeelding omzetten in de modus Geïndexeerde kleur Kleuren in een geïndexeerde-kleurentabel bewerken Transparantie aan één kleur in een geïndexeerde-kleurentabel toewijzen Een vooraf gedefinieerde geïndexeerde-kleurentabel gebruiken Een geïndexeerde-kleurentabel opslaan of laden Naar boven Afbeeldingsmodi Een afbeeldingsmodus bepaalt het a
Voeg alle lagen van het bestand samen tot één laag voordat u het omzet. De interactie tussen kleuren in modi met overvloeiende lagen verandert wanneer u een andere modus kiest. Opmerking: Bij omzetting in de modus Bitmap of Geïndexeerde kleur worden verborgen lagen verwijderd en afbeeldingen automatisch samengevoegd tot één laag, omdat deze modi geen lagen ondersteunen.
1. Kies Afbeelding > Modus > Grijswaarden. 2. Geef een waarde tussen 1 en 16 op voor de verhouding. De verhouding is de factor waarmee de omvang van de afbeelding wordt verkleind. Als u bijvoorbeeld een grijswaardenafbeelding 50% wilt verkleinen, geeft u 2 op als verhoudingsfactor. Als u een getal groter dan 1 opgeeft, wordt van meerdere pixels in de bitmapafbeelding het gemiddelde genomen en worden ze omgezet in één pixel in de grijswaardenafbeelding.
worden opgenomen (maximaal 256). Geforceerd Hiermee hebt u de beschikking over opties waarbij de opname van bepaalde kleuren in de kleurentabel wordt geforceerd. Met Zwart-wit voegt u een zuiver witte en een zuiver zwarte kleur aan de kleurentabel toe. Met Primaire kleuren voegt u rood, groen, blauw, cyaan, magenta, geel, zwart en wit toe. Met Web voegt u de 216 webveilige kleuren toe en met Aangepast bepaalt u welke aangepaste kleuren u wilt toevoegen.
Grijswaarde Hiermee geeft u een palet weer dat is gebaseerd op 256 grijstinten, van zwart tot wit. Spectrum Hiermee geeft u een palet weer dat is gebaseerd op de kleuren die worden weergegeven als wit licht wordt gebroken door een prisma: van violet, blauw en groen tot geel, oranje en rood. Systeem Geeft het standaardsysteempalet van Mac OS of Windows met 256 kleuren weer.
Tekenen en verven 201
Overzicht van de tekenfuncties Tekengereedschappen Voor- en achtergrondkleuren Overvloeimodi Webveilige kleuren Naar boven Tekengereedschappen Photoshop Elements biedt verschillende gereedschappen om kleur toe te passen en te bewerken. Wanneer u een tekengereedschap selecteert, worden er diverse vooraf ingestelde penseeluiteinden en instellingen voor de penseelgrootte, overvloeien, dekking en airbrush-effecten weergegeven op de optiebalk voor het gereedschap.
achtergrondkleur D. Vak met achtergrondkleur U kunt in de gereedschapset een nieuwe voor- of achtergrondkleur wijzigen met behulp van het pipet, het deelvenster Kleurstalen of de Kleurkiezer. Naar boven Overvloeimodi Met overvloeimodi bepaalt u het effect van een teken- of bewerkgereedschap op pixels. U kunt zich het effect van een overvloeimodus het beste voorstellen aan de hand van de volgende typen kleuren: De basiskleur is de originele kleur in de afbeelding.
werkkleur door de helderheid te verlagen. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Donkerdere kleur In deze modus wordt het totaal van alle kanaalwaarden voor de basiskleur en de werkkleur vergeleken en wordt de kleur met de laagste waarde weergegeven. De kleurmodus Donkerdere kleur produceert geen derde kleur, hetgeen soms wel het geval is in de overvloeimodus Donkerder, omdat de laagste kleurkanaalwaarden worden gekozen van zowel de basis- als de werkkleur om de eindkleur te maken.
De kleur van een overhemd wijzigen met de overvloeimodus Kleur Lichtsterkte In deze modus ontstaat een eindkleur met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de werkkleur. Het effect van deze modus is het tegenovergestelde van het effect van de modus Kleur. Naar boven Webveilige kleuren Webveilige kleuren zijn de 216 kleuren die door browsers op Windows- en Mac OS-platforms worden gebruikt.
Tekengereedschappen Het Het Het Het Het Het Het gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap gereedschap Penseel gebruiken Potlood gebruiken Penseel Impressionist gebruiken Natte vinger gebruiken Gummetje gebruiken Tovergummetje gebruiken Achtergrondgummetje gebruiken Naar boven Het gereedschap Penseel gebruiken Met het penseel brengt u zachte of krachtige kleurstreken aan. U kunt er airbrushtechnieken mee simuleren.
Het gereedschap Penseel Impressionist gebruiken Naar boven Met het penseel Impressionist wijzigt u de bestaande kleuren en details in een afbeelding zodanig dat het lijkt alsof de afbeelding met gestileerde penseelstreken is getekend. Door te experimenteren met verschillende opties voor stijl, grootte en tolerantie, kunt u de structuur van schilderen met verschillende artistieke stijlen nabootsen. 1.
Als u de optie Vingerverf tijdelijk wilt gebruiken terwijl u het gereedschap Natte vinger sleept, drukt u op Alt terwijl u sleept (Option-toets in Mac OS). U kunt de volgende opties voor het gereedschap Natte vinger opgeven: Modus Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. Zie Overvloeimodi voor meer informatie. Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
Originele afbeelding (links) en na het wissen van de wolken (rechts) 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het tovergummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Tovergummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Gummetje of Achtergrondgummetje.
De afleidende achtergrond wissen. U kunt de achtergrond vervangen door een andere achtergrond met het gereedschap Kloonstempel of door het toevoegen van een andere laag 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het achtergrondgummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Achtergrondgummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset.
De verbeterde modus Snel Effecten Structuren Kaders Een effect, structuur of kader toepassen In de modus Snel zijn de belangrijkste gereedschappen voor fotocorrectie in één locatie gegroepeerd, zodat u snel de belichting, kleur, scherpte en andere aspecten van een afbeelding kunt corrigeren. U kunt uw foto's in Photoshop Elements 12 niet alleen verbeteren, u kunt ze ook transformeren in professioneel ogende kunstwerken. Er zijn drie nieuwe deelvensters beschikbaar: Effecten, Structuren en Kaders.
In het deelvenster Structuren kunt u kiezen uit tien structuren die u op uw foto kunt toepassen. Structuren simuleren verschillende oppervlakken of achtergronden waarop de foto kan worden afgedrukt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderwets papier, afgebladderde verf, een grof blauw raster of een ondergrond van chroom. Structuren worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker.
Kleuren kiezen Een kleur kiezen met het pipet Een kleur kiezen met de gereedschapset Het deelvenster Kleurstalen gebruiken De Adobe Kleurkiezer gebruiken Naar boven Een kleur kiezen met het pipet Met het gereedschap Pipet kunt u eenvoudig een kleur kopiëren, omdat u geen staal hoeft te selecteren. Met dit gereedschap kopieert u of neemt u een monster van een gebied in de foto om een nieuwe voor- of achtergrondkleur in te stellen.
Als u de achtergrondkleur wilt wijzigen, klikt u op het onderste kleurvak in de gereedschapset en kiest u vervolgens een kleur in de Kleurkiezer. Naar boven Het deelvenster Kleurstalen gebruiken In het deelvenster Kleurstalen (Venster > Kleurstalen) kunt u de kleuren opslaan die u vaak in afbeeldingen gebruikt. U kunt een voor- of achtergrondkleur selecteren door op een kleurstaal in het deelvenster Kleurstalen te klikken.
kiezen en een bibliotheek te selecteren. De standaardkleurstalen van een stalenbibliotheek herstellen 1. Kies een stalenbibliotheek in het pop-upmenu in het deelvenster Kleurstalen. 2. Kies Beheer voorinstellingen in het menu Meer van het deelvenster Kleurstalen. 3. Kies Stalen in het menu Type voorinstelling van het dialoogvenster Beheer voorinstellingen 4. Kies Stalen herstellen in het menu Meer en bevestig de handeling bij de aanwijzing. Een kleur verwijderen uit het deelvenster Kleurstalen 1.
6. Klik op OK om te tekenen met de nieuwe kleur. Opmerking: U kunt kleuren selecteren met de kleurkiezer van het systeem of met een kleurkiezer van een plug-in. Kies Voorkeuren > Algemeen en kies de kleurkiezer.
Penselen instellen Penseelopties Een nieuw penseel aan de penseelbibliotheek toevoegen Een penseel verwijderen Een aangepaste penseelvorm van een afbeelding maken Ondersteuning voor drukgevoelige tekentabletten inschakelen De Elements Organizer gebruiken op Wacom-tablets Naar boven Penseelopties Realistische penseelstreken kunt u simuleren door in te stellen in welke mate de penseelstreken vager worden.
Hardheid Met deze optie bepaalt u de hardheid van het penseel, oftewel de grootte van het harde centrum. Typ een getal of stel met de schuifregelaar een waarde in die een percentage van de diameter van het penseel is. Penseelstreken met verschillende waarden voor hardheid Spreiden Met penseelspreiding geeft u op hoe de penseelsporen in een penseelstreek worden verdeeld. Bij een lage waarde is de strook dichter met minder spreiding van de verf dan bij een hoge waarde.
Het nieuwe penseel is nu op de optiebalk van het gereedschap geselecteerd en wordt onderaan in het pop-upvenster met penselen toegevoegd. Naar boven Een penseel verwijderen 1. Selecteer het gereedschap Penseel in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset. 2. Klik op de pijl naast het penseelvoorbeeld om het pop-upvenster met penselen op de optiebalk van het gereedschap te openen. 3.
tekentablet hebt geïnstalleerd, hebt u de beschikking over een regelpaneel waarmee u op basis van de gekozen tabletopties de eigenschappen van het penseel kunt variëren en de druk van de pen kunt instellen. Selecteer het gereedschap Penseel in de gereedschapset en stel op de optiebalk voor het gereedschap de tabletopties in die u met de pendruk wilt besturen. De Elements Organizer gebruiken op Wacom-tablets Naar boven U kunt nu met de Elements Organizer werken op Wacom-tablets.
Opvullingen en lijnen Het gereedschap Emmertje gebruiken Een laag vullen met een kleur of een patroon Objecten in een laag omlijnen (omtrekken) Naar boven Het gereedschap Emmertje gebruiken Met het gereedschap Emmertje vult u een gebied dat qua kleurwaarden overeenkomt met de pixels waarop u klikt. U kunt een gebied met de voorgrondkleur of met een patroon vullen. 1. Kies een voorgrondkleur. 2. Selecteer het gereedschap Emmertje in de gereedschapset. 3.
Opmerking: Als u een omtrek wilt toevoegen aan de achtergrond, moet u de achtergrond eerst omzetten in een gewone laag. De achtergrond bevat geen transparante pixels en dus wordt om de gehele laag een lijn getrokken. 1. Selecteer het gebied in de afbeelding of een laag in het deelvenster Lagen. 2. Kies Bewerken > Selectie omlijnen (omtrek). 3.
Vormen maken Vormen Een rechthoek, vierkant of afgeronde rechthoek tekenen Een cirkel of ovaal tekenen Een veelhoek tekenen Een lijn of pijl tekenen Een aangepaste vorm tekenen Meerdere vormen op dezelfde laag maken Vormen zijn in Photoshop Elements resolutie-onafhankelijke vectorafbeeldingen (dit type afbeelding bestaat uit lijnen en curven die niet door pixels, maar door de geometrische kenmerken worden gedefinieerd) die kunnen worden verplaatst, vergroot/verkleind of gewijzigd zonder dat dit ten koste ga
linkerbovenhoek getekend). Magnetisch Deze optie zorgt ervoor dat randen van een rechthoek zich aan de pixelgrenzen hechten. Vereenvoudigen Hiermee zet u de getekende vorm om in een rasterafbeelding. Wanneer u na het omzetten de rasterafbeelding verkleint of vergroot, wordt de vorm mogelijk met oneffen randen en gepixeleerd weergegeven. 3. Sleep in de afbeelding om de vorm te tekenen. Naar boven Een cirkel of ovaal tekenen 1. Selecteer in de werkruimte Bewerken het gereedschap Ovaal .
vergroot, wordt de vorm mogelijk met oneffen randen en gepixeleerd weergegeven. 3. Geef in het vak Breedte de breedte van de lijn op in pixels. 4. Sleep in de afbeelding om de lijn te tekenen. Naar boven Een aangepaste vorm tekenen Het gereedschap Aangepaste vormen biedt verschillende vormopties die u kunt tekenen. Wanneer u het gereedschap Aangepaste vormen selecteert, kunt u deze vormen op de optiebalk kiezen. . 1. Selecteer het gereedschap Aangepaste vorm 2.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 226
Verlopen Verlopen Een verloop toepassen Een verloopvulling op tekst toepassen Een verloop definiëren De transparantie voor een verloop instellen Een verloop met ruis maken Naar boven Verlopen U vult een gebied met een verloop door in de afbeelding te slepen of door te selecteren met het gereedschap Verloop.
2. Selecteer het gereedschap Verloop . 3. Klik op de optiebalk voor het gereedschap op het gewenste type verloop. 4. Kies een verloopvulling in het deelvenster Verloopkiezer op de optiebalk voor het gereedschap. 5. (Optioneel) Stel op de optiebalk voor het gereedschap opties voor het verloop in. Modus Hiermee stelt u in hoe het verloop overvloeit in de bestaande pixels in de afbeelding. Dekking Hiermee stelt u de dekking van het verloop in.
12. Klik op OK. Het nieuwe verloop is geselecteerd en klaar voor gebruik. Naar boven De transparantie voor een verloop instellen Voor elke verloopvulling zijn er opties (dekkingstops) die de dekking van de vulling op verschillende plaatsen in het verloop bepalen. In de voorvertoning van het verloop wordt de mate van transparantie weergegeven in de vorm van een schaakbordpatroon. Voor verlopen moeten minimaal twee dekkingstops worden gedefinieerd. 1. Maak een verloop. 2.
6. Voer een naam in voor het nieuwe verloop. 7. Als u het verloop wilt toevoegen als voorinstelling, klikt u op Nieuw. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe verloop wordt automatisch geselecteerd.
Vormen bewerken Een vorm selecteren of verplaatsen Een vorm transformeren De kleur van alle vormen in een laag wijzigen Een laagstijl op een vorm toepassen Naar boven Een vorm selecteren of verplaatsen Gebruik het gereedschap Vormselectie om vormen met één muisklik te selecteren. Nadat u een vorm hebt omgezet in een bitmapelement door de vormlaag te vereenvoudigen, kan de vorm niet langer worden geselecteerd met behulp van het gereedschap Vormselectie (wel met het gereedschap Verplaatsen).
Meer Help-onderwerpen Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 232
Patronen Patronen Het gereedschap Patroonstempel gebruiken Een aangepast patroon aan de patroonkiezer toevoegen Naar boven Patronen U kunt een patroon met het gereedschap Patroonstempel tekenen of een laag of selectie vullen met een patroon dat u kiest in de patroonbibliotheken. Photoshop Elements beschikt over verschillende patronen waaruit u kunt kiezen. Als u afbeeldingen wilt aanpassen of unieke plakboekpagina's wilt maken, kunt u eigen patronen maken.
tegen het vorige aan geplaatst. Als Uitgelijnd is uitgeschakeld, wordt het patroon elke keer dat u het tekenen onderbreekt en weer hervat, om de cursor gecentreerd. Een aangepast patroon aan de patroonkiezer toevoegen Naar boven 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u van een gedeelte van een afbeelding een patroon wilt maken, selecteert u een rechthoekig gedeelte met de optie Doezelaar ingesteld op 0 pixels. U kunt van de gehele afbeelding een patroon maken door alles te deselecteren. 2.
Effecten en filters 235
Effecten Het deelvenster Afbeeldingen gebruiken Gestileerde vormen of illustraties aan een afbeelding toevoegen Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Foto-effecten Een effect toepassen Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Afbeeldingen of effecten toevoegen aan Favorieten Naar boven Vanuit het deelvenster Effecten kunt u effecten toepassen. Standaard bevindt het deelvenster Effecten zich boven aan het deelvenstervak.
3. Selecteer Achtergronden in het keuzemenu in het deelvenster Afbeeldingen. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: Dubbelklik op een miniatuur. Sleep de miniatuur naar de afbeelding. Naar boven Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een kader of thema aan een fotoproject toevoegt, worden kaders toegevoegd met een leeg (grijs) gebied voor de afbeelding. Klik op een afbeelding en sleep deze uit het fotovak naar het lege gebied. 1.
Een afbeeldingseffect naar een foto slepen Naar boven Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Als u tekst toevoegt aan een afbeelding, wordt er een tekstlaag gemaakt, zodat u de tekst kunt wijzigen terwijl de oorspronkelijke afbeelding behouden blijft. 1. Selecteer in het deelvenster Afbeeldingen de optie Tekst in het keuzemenu en voer een van de volgende handelingen uit: Selecteer een miniatuur en klik op Toepassen. Dubbelklik op een miniatuur. Sleep een miniatuur naar de afbeelding. 2.
Verlopen Verlopen Een verloop toepassen Een verloopvulling op tekst toepassen Een verloop definiëren De transparantie voor een verloop instellen Een verloop met ruis maken Naar boven Verlopen U vult een gebied met een verloop door in de afbeelding te slepen of door te selecteren met het gereedschap Verloop.
2. Selecteer het gereedschap Verloop . 3. Klik op de optiebalk voor het gereedschap op het gewenste type verloop. 4. Kies een verloopvulling in het deelvenster Verloopkiezer op de optiebalk voor het gereedschap. 5. (Optioneel) Stel op de optiebalk voor het gereedschap opties voor het verloop in. Modus Hiermee stelt u in hoe het verloop overvloeit in de bestaande pixels in de afbeelding. Dekking Hiermee stelt u de dekking van het verloop in.
12. Klik op OK. Het nieuwe verloop is geselecteerd en klaar voor gebruik. Naar boven De transparantie voor een verloop instellen Voor elke verloopvulling zijn er opties (dekkingstops) die de dekking van de vulling op verschillende plaatsen in het verloop bepalen. In de voorvertoning van het verloop wordt de mate van transparantie weergegeven in de vorm van een schaakbordpatroon. Voor verlopen moeten minimaal twee dekkingstops worden gedefinieerd. 1. Maak een verloop. 2.
6. Voer een naam in voor het nieuwe verloop. 7. Als u het verloop wilt toevoegen als voorinstelling, klikt u op Nieuw. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe verloop wordt automatisch geselecteerd.
Modus Met instructies In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke Bewerken met instructies-optie heeft een bijbehorende afbeelding die het toegepaste effect laat zien wanneer u met de muisaanwijzer over de afbeelding beweegt.
Touchups Bewerken met instructies: Helderheid en contrast Met de Bewerken met instructies-optie Helderheid en contrast kunt u de helderheid of het contrast van een afbeelding aanpassen. U kunt alleen het resultaat van de bewerking weergeven, of de afbeelding voor en na de bewerking (horizontaal of verticaal). Zie Schaduwen en licht aanpassen voor meer informatie over het aanpassen van de helderheid en het contrast.
a. Klik op Slim vervagen toepassen om de huid zachter te laten lijken en rimpels te laten verdwijnen. Zie Slim vervagen voor informatie over de besturingselementen voor Slim vervagen. b. Klik op Origineel tonen. Wanneer de originele huid onder de vervaagde huid zichtbaar wordt, kunt u met het penseel Vervagen de huid zachter maken waar dat nodig is. c. Klik op Contrast verhogen om de foto helderder te maken. 3. Gelaatstrekken verbeteren a.
Bewerken met instructies: Foto roteren en rechttrekken Met de Bewerken met instructies-optie Foto roteren en/of rechttrekken kunt u een afbeelding in stappen van 90 graden draaien. Ook kunt u een lijn in een afbeelding tekenen om deze opnieuw uit te lijnen. U kunt alleen het resultaat van de bewerking weergeven, of de afbeelding voor en na de bewerking (horizontaal of verticaal). Zie Een afbeelding roteren of draaien voor meer informatie over het roteren van een afbeelding.
Bewerken met instructies: Lomo-camera-effect In Bewerken met instructies kunt u het Lomo-camera-effect toepassen. 1. Selecteer in Foto-effecten het Lomo-camera-effect. 2. Klik op Cross-processing voor afbeelding. 3. Klik op Vignet toepassen. Steeds wanneer u op Cross-processing voor afbeelding of op Vignet toepassen klikt, wordt het laatst toegepaste effect versterkt. U kunt op elk gewenst moment op Herstellen klikken om alle toegepaste effecten te verwijderen en de oorspronkelijke afbeelding te herstellen.
3. Klik op Scherpstellingsgebied wijzigen en klik en sleep over de afbeelding om de gebieden op te geven die u in scherpe focus wilt weergeven. 4. Als u met meer effecten wilt experimenteren, klikt u op Effect verfijnen en wijzigt u: Vervagen: verhoog de intensiteit van de vervaging die op de foto is toegepast. Contrast: verhoog of verlaag de contrastniveaus van de foto. Verzadiging: verhoog of verlaag de kleurverzadigingsniveaus van de foto. 5.
1. Gebruik het gereedschap Uitsnijden om de afbeelding zo uit te snijden zodat er wordt scherpgesteld op uw primaire object. 2. Gebruik de knop Zoomexplosie om een selectief radiaal vervagingseffect toe te passen op de afbeelding. Dit effect creëert de illusie van beweging. 3. Gebruik de knop Scherpstellingsgebied toevoegen om een scherpgesteld gebied aan de afbeelding toe te voegen. Deze knop verschaft een verloopgereedschap.
4. Klik op Gereed om het effect toe te passen of op Annuleren om terug te keren naar het deelvenster Bewerken met instructies. Bewerken met instructies: Lijntekening Ga voor meer informatie over de functies die worden gebruikt in Bewerken met instructies naar Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit, Aanpassingen met Niveaus, Ruis toevoegen en Verzadiging en kleurtoon aanpassen.
Fotoplay Bewerken met instructies: Buiten-de-grenzeneffect Met de optie Buiten-de-grenzeneffect in Bewerken met instructies kunt u een kader toevoegen aan een afbeelding en een bepaald gedeelte van de afbeelding buiten het kader weergeven. A. Originele afbeelding B. Na toevoeging van een kader C. Na selectie van het uit te breiden deel D. Uiteindelijke afbeelding 1. Klik in het deelvenster Bewerken met instructies op Fotoplay en selecteer Buiten-de-grenzeneffect. 2.
De nieuwe Bewerken met instructies-optie Puzzeleffect creëert het visuele effect van een foto die ontstaat door puzzelstukjes in elkaar te passen. Met deze Bewerken met instructies-optie kunt u een paar puzzelstukjes van hun plaats halen en deze verplaatsen om het effect te bereiken van een niet afgemaakte puzzel Met Bewerken met instructies: Puzzeleffect kunt u een aantal puzzelstukjes weglaten, zodat er een realistische legpuzzel ontstaat. 1.
9. (Optioneel) Klik op het gereedschap Verloop en versleep een verlooplijn van de onderkant van de reflectie naar de onderkant van de afbeelding. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Filters Filters Een filter toepassen Filtercategorieën Filtergalerie Opties voor structuur- en glasoppervlakken Prestaties verbeteren met filters en effecten Naar boven Filters U kunt filters gebruiken om foto's op te schonen of te retoucheren. Met filters kunt u ook speciale artistieke effecten toepassen of unieke transformaties maken met vervormingseffecten. Naast de door Adobe verschafte filters, zijn er filters als plug-ins beschikbaar die door externe ontwikkelaars zijn ontwikkeld.
filters gebruiken bij afbeeldingen in de modus Bitmap of Geïndexeerde kleur. Veel filters werken niet bij 16-bits afbeeldingen. U kunt het vorige filter opnieuw toepassen. Het laatst gekozen filter staat boven aan in het menu Filter. U kunt dat filter opnieuw toepassen met dezelfde instellingen die u het laatst hebt gebruikt om de afbeelding verder te verbeteren.
8. Voer een van de volgende handelingen uit en klik op OK als u een filteropdracht of het deelvenster Effecten gebruikt: Dubbelklik op het filter. Sleep het filter naar de afbeelding. Naar boven Filtercategorieën U kunt de volgende categorieën filters toepassen: Cameravervorming corrigeren Hiermee corrigeert u gebruikelijke lensfouten, zoals korrel- en speldenkussenvervorming en vignettering.
Dialoogvenster Filtergalerie A. Filtercategorie B. Miniatuur van geselecteerd filter C. Miniaturen van filters tonen/verbergen D. Het menu Filter E. Opties voor geselecteerd filter F. Lijst met filtereffecten om toe te passen of te rangschikken G. Verborgen filter H. Filters die achtereenvolgens zijn toegepast, maar niet zijn geselecteerd I. Filter dat is geselecteerd maar niet is toegepast Niet alle filters zijn echter beschikbaar vanuit de Filtergalerie.
Aanpassingsfilters Het Het Het Het Het Het filter Egaliseren toepassen filter Verloop toewijzen toepassen filter Omkeren toepassen filter Waarden beperken toepassen filter Drempel toepassen Fotofilter toepassen Naar boven Het filter Egaliseren toepassen Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven.
4. Selecteer geen van beide, een van beide of beide verloopopties: Dithering als u willekeurige ruis wilt toevoegen, zodat de verloopvulling vloeiender wordt weergegeven en overgangseffecten worden voorkomen. Omkeren als u de richting van de verloopvulling wilt wijzigen, zodat de toewijzing van het verloop wordt omgekeerd. 5. Klik op OK. Naar boven Het filter Omkeren toepassen Met het filter Omkeren keert u de kleuren in een afbeelding om.
Als u een representatieve schaduw wilt identificeren, sleept u de schuifregelaar naar links totdat de afbeelding helemaal wit is. Sleep de schuifregelaar vervolgens terug totdat er enkele effen, zwarte gebieden verschijnen in de afbeelding. 4. (Optioneel) Als u de standaardinstellingen wilt terugzetten, houdt u Alt ingedrukt (de Option-toets in Mac OS) en klikt u op de knop Herstellen. 5.
Vervormingsfilters Gloed onscherp Verplaatsen Het filter Verplaatsen toepassen Glas Uitvloeien Oceaanrimpel Kneep Poolcoördinaten Rimpel Schuin Bol Kronkel Golf ZigZag Naar boven Gloed onscherp Met dit filter geeft u een afbeelding weer alsof deze door een zacht diffuusfilter wordt bekeken. Dit filter voegt transparante witte ruis aan een afbeelding toe, waarbij de gloed vanaf het midden van een selectie steeds minder wordt.
Naar boven Uitvloeien Met het filter Uitvloeien bewerkt u gedeelten van een afbeelding zodat het lijkt of ze met elkaar zijn versmolten. In een voorvertoning van de huidige laag past u speciale gereedschappen toe om delen van de afbeelding te verdraaien, te roteren, uit te rekken, in te drukken, te verschuiven of te spiegelen. U kunt subtiele wijzigingen aanbrengen om een afbeelding te retoucheren of drastische vervormingen toepassen om een artistiek effect te creëren. Het filter Uitvloeien toepassen 1.
Naar boven Oceaanrimpel Met dit filter voegt u rimpels met willekeurige tussenruimte toe aan het oppervlak van een afbeelding, zodat de afbeelding eruitziet alsof deze zich onder water bevindt. Naar boven Kneep Met het filter Kneep wordt een selectie naar binnen of buiten geknepen. Het filter Kneep toepassen 1. Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken. 2. Kies Vervorm > Kneep in het menu Filter. 3.
Naar boven Kronkel Met het filter Kronkel draait u een afbeelding of selectie in het midden meer dan aan de randen. Als u een hoek opgeeft, wordt een kronkelpatroon gegenereerd. Sleep de schuifregelaar naar de positieve waarden aan de rechterkant om een kronkel rechtsom toe te passen op de afbeelding. Sleep de schuifregelaar naar de negatieve waarden aan de linkerkant om een kronkel linksom toe te passen. U kunt ook een waarde tussen –999 en 999 invoeren.
Nieuwe Bewerken met instructies-opties Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Bewerken met instructies - Zwart-wit Bewerken met instructies - Zwart-wit kleuraccent Bewerken met instructies - Zwart-wit selectie Bewerken met instructies - Zwart-wit Gebruik Bewerken met instructies - Zwart-wit bij uw foto's om zwart-witafbeeldingen te maken van gekleurde afbeeldingen.
Een voorinstelling toepassen op de foto 3. (Optioneel) Als u een centraal onderwerp hebt of een visueel aspect van uw foto wilt benadrukken, kunt u een onscherpe gloed toepassen. Klik op de knop Gloed onscherp om een minimale hoeveelheid gloed op de foto toe te passen. Als u het onscherpe gloedeffect in bepaalde gedeelten van de foto wilt wijzigen: a. Klik op Toevoegen (om onscherpe gloed toe te passen) of Verwijderen (om het effect te verwijderen). b.
Het contrast verhogen om het effect dramatischer te maken Bewerken met instructies - Zwart-wit kleuraccent Gebruik Bewerken met instructies - Zwart-wit kleuraccent om één kleur in een afbeelding te benadrukken en de verzadiging van de andere kleuren te verlagen. U kunt een standaardkleur gebruiken (rood, geel, blauw of groen), of de beschikbare opties gebruiken om het effect te verfijnen. 1.
Een tint blauw isoleren op een spijkerbroek Wanneer u deze stap hebt voltooid, worden gebieden van de foto met dezelfde kleur verzadigd weergegeven. De rest van de foto begint op een zwart-witfoto te lijken. 3. Als u meer of minder tinten van de geselecteerde kleur wilt opnemen, verplaatst u de schuifregelaar Tolerantie naar links of naar rechts. De schuifregelaar Tolerantie gebruiken om meer tinten blauw in de afbeelding te selecteren 4.
Gebruik de knop Effect verfijnen voor opties om gedeelten van de afbeelding in hun oorspronkelijke kleur te bekijken. In dit geval zijn de wielen hersteld met de knop Toevoegen en is Dekking ingesteld op 100%. 5. Klik op Meer verzadiging om de gekozen kleur te benadrukken. Hierdoor steken de objecten met die kleur beter af tegen de relatief weinig sprekende zwart-witfoto.
Oorspronkelijke afbeelding 2. Klik op het Zwart-wit selectiepenseel. Gebruik de beschikbare opties om gebieden die u naar zwart-wit wilt omzetten, toe te voegen of te verwijderen. Gebruik de schuifregelaar Penseelgrootte om te bepalen hoeveel gebied wordt beïnvloed door penseelstreken over de foto. Als u dit effect toepast rond een object met meerdere fijne randen (bijvoorbeeld haar), klikt u op Randen verfijnen om uw selectie verder te verfijnen.
Verfijn de selectie om te zorgen dat de vereiste onderdelen niet worden omgezet in zwart-wit 4. Als u precies het tegenovergestelde effect wilt bereiken van wat u tot nu toe hebt gedaan, klikt u op Omkeereffect. Bekijk dezelfde foto met het tegenovergestelde effect De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Renderingsfilters Wolken Andere wolken Vezels Zon Structuurvulling Naar boven Wolken Met het filter Wolken genereert u een zacht wolkenpatroon met gebruik van willekeurige waarden die tussen de voorgrond- en de achtergrondkleur op de werkbalk variëren. U genereert een sterker wolkenpatroon door Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt te houden wanneer u Filter > Rendering > Wolken kiest.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Schetsfilters Basreliëf Krijt en houtskool Houtskool Chroom Stripverhaal Conté crayon Beeldroman Grafische pen Halftoonraster Postpapier Pen en inkt Fotokopie Gips Filigraan Stempel Gescheurde randen Waterpapier Naar boven Basreliëf Hiermee wordt een afbeelding getransformeerd zodat deze in laag reliëf uitgesneden lijkt te zijn. Door de belichting worden de oppervlakvariaties geaccentueerd.
voorgrond en achtergrond instellen, alsmede opties voor de structuur. Met deze opties kunt u afbeeldingen eruit laten zien alsof ze op een structuur zoals doek of steen zijn geschilderd of alsof ze door bijvoorbeeld glazen blokken worden bekeken. Verander voor een realistischer effect de voorgrondkleur in een van de standaardkleuren voor conté-crayons (zwart, sepia of bloedrood) voordat u het filter toepast. Verander voor een gedempt effect de achtergrondkleur in wit en voeg er wat voorgrondkleur aan toe.
Naar boven Gescheurde randen Dit filter reconstrueert de afbeelding als ruwe, gescheurde stukken papier en kleurt de afbeelding vervolgens in met de voorgrond- en achtergrondkleur. U kunt de balans, de vloeiendheid en het contrast van de afbeelding instellen. Dit filter werkt het beste bij afbeeldingen die uit tekst of sterk contrasterende objecten bestaan.
Ruisfilters Ruis Uitstippen Stof & krassen Mediaan Ruis reduceren Naar boven Ruis Hiermee worden willekeurige pixels toegepast op een afbeelding, waarbij het effect van fotograferen met een lichtgevoelig filmrolletje wordt gesimuleerd. Met dit filter kunt u ook streepvorming verminderen in doezelselecties of opvullingen met geleidelijke overgangen. Bovendien kunt u zwaar geretoucheerde gebieden een realistischer uiterlijk geven en een gestructureerde laag maken.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 278
Artistieke filters Kleurpotlood Knipsel Droog penseel Filmkorrel Fresco Neon gloed Klodder Paletmes Plastic Posterranden Ruw pastel Vlek Spons Voorbewerking Waterkleur Naar boven Kleurpotlood Met dit filter trekt u een afbeelding over met kleurpotloden op een effen achtergrond. Met dit filter blijven duidelijke randen behouden en krijgen deze een ruw gearceerde vormgeving terwijl de effen achtergrondkleur door de dunnere gedeelten zichtbaar is.
Naar boven Klodder Door dit filter lijkt het alsof de afbeelding is geschilderd. U kunt de penseelgrootte, de scherpte en het type penseel instellen. Naar boven Paletmes Met het filter Paletmes wordt een afbeelding minder gedetailleerd, zodat het effect van een dun beschilderd canvas ontstaat waar de onderliggende structuur doorheen schijnt. U kunt de grootte van de lijnen, de details van de lijnen en de zachtheid instellen.
Penseelstreekfilters Geaccentueerde randen Hoeklijn Arcering Donkere lijnen Inktomtrek Spetters Sproeilijn Sumi-e Naar boven Geaccentueerde randen Hiermee accentueert u de randen van een afbeelding. Als voor de helderheid van de rand een hoge waarde wordt ingesteld, lijken de accenten op wit krijt. Als een lage waarde wordt ingesteld, lijken de accenten op zwarte inkt. U kunt de breedte en helderheid van de randen, alsmede de vloeiendheid instellen.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 282
Stileerfilters Onscherp Reliëf Geef diepte Contrastlijn Oplichtende rand Solarisatie Tegels Omtreklijn Wind Naar boven Onscherp Met dit filter worden de pixels in een selectie door elkaar geschud, zodat de selectie er minder scherp uitziet, al naar gelang de geselecteerde optie: als u Normaal kiest, worden de pixels willekeurig verplaatst en worden de kleurwaarden genegeerd. Als u Alleen donkerder kiest, worden lichte pixels door donkere pixels vervangen.
Naar boven Oplichtende rand Met dit filter herkent u de randen van de kleurovergangen en geeft u ze een neon-achtige gloed. U kunt de breedte en de helderheid van de randen, alsmede de vloeiendheid instellen. Naar boven Solarisatie Hiermee wordt een overvloeiing tussen een negatieve en een positieve afbeelding gegenereerd, die vergelijkbaar is met het effect waarbij een foto tijdens het ontwikkelen korte tijd aan licht wordt blootgesteld.
Structuurfilters Craquelure Korrel Mozaïektegels Lappendeken Gebrandschilderd glas Structuurmaker Naar boven Craquelure Hiermee tekent u een afbeelding op een gipsoppervlak met veel reliëf, zodat een fijn netwerk van scheurtjes ontstaat die de contouren van de afbeelding volgen. Met dit filter brengt u een reliëfeffect aan in afbeeldingen met een groot aantal kleuren of grijswaarden. U kunt de tussenruimte tussen de scheurtjes, de diepte en de helderheid instellen.
Tekst en vormen 286
Tekst toevoegen Tekst Tekst toevoegen Tekst op vorm Tekst op selectie Tekst op aangepast pad Gemaskerde tekst maken en gebruiken U kunt tekst en vormen in allerlei kleuren, stijlen en effecten aan een afbeelding toevoegen. Gebruik de gereedschappen Horizontale tekst en Verticale tekst voor het maken en bewerken van tekst. U kunt een enkele regel met tekst of een hele alinea typen. Naar boven Tekst Gebruik de gereedschappen Horizontale tekst en Verticale tekst voor het maken en bewerken van tekst.
Klik buiten het tekstvak in de afbeelding. Selecteer een ander gereedschap in de gereedschapset. Opties voor het gereedschap Tekst Stel de volgende opties voor het gereedschap Tekst in op de optiebalk: Lettertypefamilie Hiermee past u een lettertypefamilie op nieuwe of bestaande tekst toe. Letterstijl Hiermee past u een letterstijl zoals vet op nieuwe of bestaande tekst toe. Tekengrootte Hiermee past u een tekengrootte op nieuwe of bestaande tekst toe.
3. Als u tekst wilt toevoegen aan de afbeelding, plaatst u de muis boven het pad tot het cursorpictogram verandert in de tekstmodus. Klik op het punt waaraan u tekst wilt toevoegen. Klikken en tekst invoeren Wijzig tekst op dezelfde manier waarop u normale tekst wijzigt. 4. Nadat u tekst hebt toegevoegd, klikt u op Toewijzen . Bij bepaalde vormen moet de tekst in de vorm worden geschreven.
Tekst toevoegen Nadat u tekst hebt toegevoegd, kunt u deze wijzigen zoals u zou doen bij normale tekst. 4. Nadat u tekst hebt toegevoegd, klikt u op Toewijzen . Annuleer om de workflow opnieuw te beginnen. Naar boven Tekst op aangepast pad U kunt tekst toevoegen aan een aangepast pad. 1. Selecteer het gereedschap Tekst op aangepast pad het huidige gereedschap. . Om het huidige tekstgereedschap snel te wijzigen, drukt u op Alt/Option en klikt u op Tekst op aangepast pad 2.
Masker voor horizontale tekst waarmee een selectie wordt gevuld 1. Selecteer in de modus Expert de laag waarop de selectie moet verschijnen. De beste resultaten krijgt u als u het tekstselectiekader niet op een tekstlaag maakt. 2. Selecteer het gereedschap Masker voor horizontale tekst of Masker voor verticale tekst 3. Selecteer extra tekstopties (Zie Opties voor het gereedschap Tekst) en voer uw tekst in. Het tekstselectiekader verschijnt in de afbeelding op de actieve laag.
Tekst bewerken Tekst bewerken in een tekstlaag Tekens selecteren Een lettertypefamilie en -stijl kiezen Een tekengrootte kiezen Tekstkleur wijzigen Stijl toepassen op tekst Tekst verdraaien De richting van een tekstlaag wijzigen Naar boven Tekst bewerken in een tekstlaag Als u een tekstlaag hebt gemaakt, kunt u de tekst op de laag bewerken en er laagopdrachten op toepassen. In tekstlagen kunt u nieuwe tekst invoegen, bestaande tekst wijzigen en tekst verwijderen.
lettertype in de lettertypefamilie, bijvoorbeeld Standaard, Vet of Cursief. Het aanbod van beschikbare tekststijlen verschilt per lettertype. Als een lettertype niet de gewenste stijl heeft, kunt u faux (onechte) versies van vet en cursief toepassen. Een faux lettertype is een door de computer gegenereerde versie van een lettertype dat ongeveer overeenkomt met een alternatief lettertype-ontwerp. 1. Als u de bestaande tekst wijzigt, selecteert u een of meer tekens waarvan u het lettertype wilt wijzigen.
Naar boven Tekst verdraaien Verdraaien wil zeggen dat u de vorm van tekst aanpast op basis van een bepaalde geometrie. U kunt tekst bijvoorbeeld verdraaien, zodat deze de vorm krijgt van een boog of een golf. Verdraaien is van toepassing op alle tekens in een tekstlaag. Het is niet mogelijk individuele tekens te verdraaien. U kunt tekst met faux vet niet verdraaien. Tekstlaag met verdraaiing 1. Selecteer een tekstlaag in de werkruimte Bewerken. 2.
Werken met Aziatische tekst Opties voor Aziatische tekst weergeven De afstand tussen Aziatische tekens verminderen Tate-chuu-yoko in- of uitschakelen Mojikumi in- of uitschakelen Naar boven Opties voor Aziatische tekst weergeven Photoshop Elements beschikt over verschillende opties voor het werken met Aziatische tekst. Aziatische lettertypen worden vaak double-byte lettertypen of CJK-lettertypen (Chinees, Japans, Koreaans) genoemd. 1. In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Tekst.
Met Mojikumi bepaalt u de afstand tussen interpunctie, symbolen, getallen en andere tekenklassen in Japanse tekst. Wanneer mojikumi is ingeschakeld, wordt de halve afstand tussen deze tekens toegepast. Mojikumi uitgeschakeld (boven) en mojikumi ingeschakeld (onder) 1. Als u werkt met een bestaande laag, selecteert u de tekstlaag in het deelvenster Lagen en selecteert u vervolgens een tekstgereedschap. 2. Klik op de knop Opties voor Aziatische tekst weergeven op de optiebalk. 3. Schakel Mojikumi in.
Lagen 297
Lagen maken Lagen begrijpen Het deelvenster Lagen Lagen toevoegen Een nieuwe lege laag maken en een naam geven Een nieuwe laag van een deel van een andere laag maken De achtergrondlaag omzetten in een gewone laag Een laag veranderen in de achtergrondlaag Naar boven Lagen begrijpen Lagen zijn te vergelijken met gestapelde, transparante glasplaten waarop u afbeeldingen kunt tekenen. Door de transparante gebieden op een laag kunt u de onderliggende lagen zien.
Met de pictogrammen in het deelvenster kunt u een groot aantal taken uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld lagen maken, verbergen, koppelen, vergrendelen en verwijderen. Uitzonderingen daargelaten hebben de wijzigingen alleen effect op de geselecteerde, of actieve, laag die is gemarkeerd. Het deelvenster Lagen A. Menu Overvloeimodus B. Laag tonen/verbergen C. De laag is gekoppeld aan een andere laag. D. Voorvertoning van een laag E. De gemarkeerde laag is de actieve laag. F. Vergrendelde laag G.
Een bestaande laag dupliceren. U kunt maximaal 8000 lagen in een afbeelding maken, en elke laag een eigen overvloeimodus en dekking geven. Dit aantal kan lager zijn als het geheugen niet toereikend is. Naar boven Een nieuwe lege laag maken en een naam geven Voer een van de volgende handelingen uit in Photoshop Elements: Als u een nieuwe laag wilt maken met de standaardnaam en de standaardinstellingen, klikt u op de knop Nieuwe laag maken in het deelvenster Lagen.
gewiste gebieden transparant. Naar boven Een laag veranderen in de achtergrondlaag U kunt een laag niet omzetten in de achtergrondlaag als de afbeelding al een achtergrondlaag bevat. In dit geval moet u eerst de bestaande achtergrondlaag omzetten in een algemene laag. 1. Selecteer een laag in het deelvenster Lagen. 2. Kies Laag > Nieuw > Achtergrond uit laag. Transparante gebieden in de originele laag worden gevuld met de achtergrondkleur.
Lagen bewerken Een laag selecteren Een laag tonen of verbergen Miniaturen van lagen vergroten, verkleinen of verbergen Een laag vergrendelen of ontgrendelen Een laag een nieuwe naam geven Een laag vereenvoudigen Een laag verwijderen Monsters uit alle zichtbare lagen nemen Naar boven Een laag selecteren Als u wijzigingen in de afbeelding aanbrengt, wordt alleen de actieve laag gewijzigd.
Als u aan een afbeelding lagen toevoegt, is het raadzaam deze lagen een naam te geven die past bij de inhoud. Gebruik beschrijvende namen, zodat u de lagen gemakkelijk kunt terugvinden in het deelvenster Lagen. Opmerking: U kunt de naam van de achtergrondlaag niet wijzigen tenzij u de laag omzet in een normale laag. Voer een van de volgende handelingen uit: Dubbelklik op de naam van de laag in het deelvenster Lagen en voer een nieuwe naam in.
Laagstijlen Informatie over laagstijlen Werken met laagstijlen Naar boven Informatie over laagstijlen Met laagstijlen kunt u snel effecten toepassen op een hele laag. In het deelvenster Effecten kunt u een aantal verschillende vooraf gedefinieerde laagstijlen weergeven en deze toepassen met een eenvoudige klik. Drie verschillende laagstijlen toegepast op tekst De grenzen van het effect worden automatisch bijgewerkt als u de laag bewerkt.
2. Kies Laagstijlen in het categoriemenu in het deelvenster Effecten. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Selecteer een stijl en klik op Toepassen. Dubbelklik op een stijl. Sleep een stijl naar een laag. Een stijlpictogram geeft aan dat er een laagstijl is toegepast op de laag. Als het resultaat u niet bevalt, drukt u op Ctrl+Z (Command+Z in Mac OS) om de stijl te verwijderen of kiest u Bewerken > Ongedaan maken.
Afdrukken, delen en exporteren 306
Foto's online afdrukken of delen Foto's online afdrukken Foto's online delen Naar boven Foto's online afdrukken U kunt met de Photoshop Elements Editor nu foto's, fotoboeken, wenskaarten en kalenders bestellen van onlineserviceproviders. Hieronder ziet u een lijst met actuele onlineserviceproviders die door Photoshop Elements worden ondersteund: Opmerking: In bepaalde geografische regio's worden verschillende serviceproviders ondersteund.
Naar boven Foto's online delen U kunt afbeeldingen delen met websites, zoals Facebook, Flickr en SmugMug, rechtstreeks vanuit de Photoshop Elements Editor. In het nieuwe vervolgkeuzemenu Delen ziet u alle services voor delen die beschikbaar zijn op uw locatie. Het nieuwe vervolgkeuzemenu Delen in de Photoshop Elements Editor Serviceproviders voor het delen van foto's Een lijst met onlineserviceproviders: Opmerking: In bepaalde geografische regio's worden verschillende serviceproviders ondersteund.
browservenster kopiëren. Email link. Klik op deze koppeling om een nieuwe e-mail op te stellen die de URL naar het geüploade album bevat. Klik op Gereed. Flickr 1. Klik in de Editor op het vervolgkeuzemenu Delen en kies Flickr. Als de op dat moment geopende foto's niet zijn opgeslagen, wordt u gevraagd om bestanden automatisch op te slaan. Klik op OK om door te gaan. 2.
Facebook 1. Klik in de Editor op het vervolgkeuzemenu Delen en kies Facebook. Als de op dat moment geopende foto's niet zijn opgeslagen, wordt u gevraagd om bestanden automatisch op te slaan. Klik op OK om door te gaan. 2. (Eerste keer gebruiken) Als u niet eerder bestanden met Facebook hebt gedeeld, voert u deze stap uit. Volg de aanwijzingen op het scherm om Photoshop Elements 12 toestemming te geven om namens u foto's te uploaden naar Facebook. 3.
Fotoafdrukken maken Overzicht van afdrukken Fotoafdrukken gebruiken Een contactblad afdrukken Een fotopakket afdrukken Naar boven Overzicht van afdrukken Photoshop Elements beschikt over diverse opties voor het afdrukken van uw foto's. U kunt uw foto's professioneel laten afdrukken door onlineafdrukservices via Adobe Photoshop Services, maar u kunt uw foto's ook thuis op uw printer afdrukken.
Open de foto's in Photoshop Elements. Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere foto's in het Fotovak te selecteren. Opmerking: U kunt de foto's in de Elements Organizer selecteren en de optie In de Organizer geselecteerde bestanden tonen kiezen. De foto's worden weergegeven in het Fotovak. 2. Selecteer Maken > Fotoafdrukken. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Klik op Afdrukken met lokale printer als u de foto wilt afdrukken met een printer die op uw computer is geconfigureerd.
Er zijn verschillende formaten fotopakketten. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Afbeeldingen opslaan en exporteren Informatie over het opslaan van afbeeldingen en bestandsindelingen Indelingen voor het opslaan van bestanden Wijzigingen opslaan in verschillende bestandsindelingen Bestandscompressie Voorkeuren voor het opslaan van bestanden instellen Informatie over het opslaan van afbeeldingen en bestandsindelingen Naar boven Een video over dit proces is beschikbaar op www.adobe.com/go/lrvid2321_pse9_nl.
Wijzigingen opslaan in verschillende bestandsindelingen Naar boven U kunt opties instellen voor het opslaan van afbeeldingsbestanden, zoals de bestandsindeling, of het opgeslagen bestand moet worden opgenomen in de catalogus van de Elements Organizer en of lagen behouden moeten blijven in een afbeelding. Afhankelijk van de geselecteerde indeling kunnen er andere opties beschikbaar zijn. De opties voor het opslaan van bestanden wijzigen 1. In Photoshop Elements kiest u Bestand > Opslaan. 2.
4. Geef de afbeeldingscompressie en kwaliteit op door een optie te kiezen in het menu Kwaliteit, de schuifbalk Kwaliteit te slepen of door een waarde tussen 1 en 12 in te voeren. 5. Selecteer een optie voor de indeling: Basislijnen ('Standaard') Deze optie gebruikt een indeling die door de meeste browsers wordt herkend. Basislijn optimaal Dit is een indeling waarbij de kleurkwaliteit van de afbeelding wordt geoptimaliseerd en waarbij ook de bestandsgrootte enigszins wordt gereduceerd.
afbeeldingsgegevens verwijderd en gaan er wat details verloren. De meest gangbare compressietechnieken zijn: RLE (Run Length Encoding) Deze compressie zonder verlies is een techniek waarbij de transparante delen van elke laag in afbeeldingen met meerdere lagen die transparantie bevatten, worden gecomprimeerd. LZW (Lemple-Zif-Welch) Deze compressie zonder verlies geeft de beste resultaten bij het comprimeren van afbeeldingen met grote gebieden in een effen kleur.
Fotoprojecten 318
Grondbeginselen van projecten Met de Elements Organizer en Photoshop Elements kunt u snel en gemakkelijk creatieve projecten maken van uw foto's. U kunt uw foto's gebruiken om fotoboeken, wenskaarten, kalenders, collages, hoesjes voor cd's en dvd's en andere projecten te maken. U kunt bepaalde projecten helemaal uitvoeren in de Elements Organizer. Voor andere projecten selecteert u de gewenste foto's in de Elements Organizer en voltooit u het project in Photoshop Elements.
Fotoprojecten maken Fotoprojecten Opties voor fotoprojecten instellen Typen fotoprojecten Presentaties Een fotocollage, etiket, cd- of dvd-hoesje maken Naar boven Fotoprojecten Tot fotoprojecten behoren fotoboeken, fotokalenders, fotocollages, wenskaarten en hoesjes en labels voor cd's en dvd's. De knop Maken in de rechterbovenhoek van het Photoshop Elements-venster bevat een lijst met de fotoprojecten die beschikbaar zijn in Photoshop Elements.
Fotocollages Met fotocollages kunt u grote fotoprojecten zoals fotocollages en unieke fotoafdrukken maken. U kunt fotocollages afdrukken op uw printer, ze online bestellen, opslaan op uw vaste schijf of ze via e-mail versturen. Voorbeelden van fotocollages Wenskaarten Met wenskaarten kunt u allerlei lay-outs en ontwerpen toevoegen aan uw foto's en kunt u 22 foto's op een pagina plaatsen. U kunt wenskaarten afdrukken op uw printer, ze opslaan op uw vaste schijf of ze via e-mail versturen.
Voorbeelden van een cd- en dvd-etiket Naar boven Presentaties Een presentatie is een fantastische manier om mediabestanden te delen. Met Photoshop Elements kunt u presentaties aanpassen met muziekclips, clipart, tekst en zelfs gesproken tekst. Afbeeldingen in de PDF-indeling worden niet in presentaties weergegeven. Nadat u een presentatie hebt voltooid, zijn er verschillende manieren om deze te delen. Opmerking: In Mac OS kunt u geen presentaties maken. Opmerking: Op www.adobe.
Een wenskaart maken Als u een wenskaart maakt, kunt u verschillende lay-outs en ontwerpen aan uw afbeeldingen toevoegen en kunt u maar liefst 22 foto's op een pagina plaatsen. U kunt wenskaarten afdrukken op uw printer, ze opslaan op uw vaste schijf of ze via e-mail versturen. U kunt ook vanuit Photoshop Elements online afdrukken bestellen bij Shutterfly. In bepaalde regio's zijn bovendien Adobe Photoshop Elements Online Services beschikbaar waar u wenskaarten online kunt bestellen.
8. Klik op Opslaan om het ontwerp op te slaan. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Een fotoboek maken Met fotoboeken kunt u een grote verscheidenheid aan lay-outs en ontwerpen aan uw foto's toevoegen. U kunt fotoboeken thuis afdrukken, online bestellen via Adobe Photoshop Elements Online Services of op de vaste schijf van uw computer opslaan en via e-mail versturen. U kunt uw foto's uploaden, fotoboeken maken en deze afdrukken met gebruik van Shutterfly. Bovendien kunt u een digitaal plakboek bestellen met gebruik van Shutterfly.
Fotoprojecten bewerken Informatie over het bewerken van fotoprojecten Foto's aan een fotoproject toevoegen Foto's bewerken in de modus Snel Nieuwe pagina's aan een fotoproject toevoegen [alleen fotoboeken] De positie of het formaat van foto's in een fotoproject wijzigen Foto's in een fotoproject vervangen of verwijderen Foto's roteren in een fotoproject Fotoprojectpagina's bewerken in Photoshop Naar boven Informatie over het bewerken van fotoprojecten In Photoshop Elements kunt u fotocollages, wenskaarte
De positie of het formaat van foto's in een fotoproject wijzigen 1. Als u een foto en het kader tegelijk wilt aanpassen, klikt u één keer op de foto. Als u een foto in een kader wilt aanpassen, dubbelklikt u op de foto. Er verschijnt een selectiekader dat de randen van de foto aangeeft, ook als deze randen door het kader worden bedekt. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de positie van de foto wilt wijzigen, klikt u op een willekeurige positie in het selectiekader en sleept u de foto.
U kunt in Photoshop echter wel de afzonderlijke pagina's van een fotoproject in de PSD-indeling voor enkele pagina's bewerken. Photoshop beschikt over een groot aantal opties voor het bewerken van de pagina's van fotoprojecten, zoals het rechtstreeks bewerken van kaders en van fotolagen (in Photoshop Slimme objecten genoemd). In Photoshop Elements zijn deze functies beperkt teneinde de gemakkelijke, automatische workflow voor beeldbewerking te kunnen behouden. 1.
Fotokalenders maken Fotokalenders maken die lokaal kunnen worden afgedrukt 1. Klik in Photoshop Elements op Maken en selecteer Fotokalender. (U kunt ook in de Elements Organizer op het vervolgkeuzemenu Maken klikken en Fotokalender selecteren.) 2. Selecteer de beginmaand en het jaar. 3. Kies de gewenste grootte en het thema. Opmerking: In het deelvenster Grootte vindt u de opties die geschikt zijn voor onlineservices. 4.
Een Facebook-omslagfoto maken Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Facebook-omslag Met het menu Maken in Photoshop Elements kunt u uw foto's op een creatieve manier in verschillende projecten gebruiken. Photoshop Elements 13 biedt u de mogelijkheid om een Facebook-omslag te maken. Opmerking: De optie voor het maken van een Facebook-omslag is in sommige landen niet beschikbaar. De optie voor het maken van een Facebook-omslagfoto in het menu Maken 1.
Klik als u klaar bent op Uploaden en volg de instructies om het ontwerp naar uw Facebook-account te uploaden. Afhankelijk van het geselecteerde thema wordt u gevraagd of u de Omslagfoto en/of de Profielfoto wilt wijzigen. De eerste keer dat u deze handeling uitvoert, worden er extra dialoogvensters weergegeven die voor Facebook zijn vereist om Photoshop Elements te machtigen voor het plaatsen van afbeeldingen.
Webafbeeldingen 332
Afbeeldingen optimaliseren Optimaliseren Het dialoogvenster Opslaan voor web gebruiken Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web Een vooraf ingestelde optimalisatie-instelling toepassen Optimaliseren als JPEG Optimaliseren als GIF- of PNG-8-indeling Optimaliseren als PNG-24 Een bewegende GIF maken Naar boven Optimaliseren Wanneer u afbeeldingen op het web plaatst, moet u rekening houden met de grootte van de bestanden.
downloadtijd. Als u aanpassingen doorvoert, worden de nieuwe instellingen onder de geoptimaliseerde afbeelding weergegeven. In de linkerbovenhoek van het dialoogvenster vindt u een kleine gereedschapset. Als u andere gebieden van een afbeelding wilt bekijken, selecteert u het gereedschap Handje en sleept u om deze gebieden weer te geven. Als u wilt inzoomen op een afbeelding, selecteert u het gereedschap Zoomen en klikt u in een weergave. Houd vervolgens Alt ingedrukt en klik nogmaals om uit te zoomen.
GIF-afbeelding met selectieve kleur (links) en GIF-afbeelding met webkleuren (rechts) U kunt het aantal kleuren in een GIF-afbeelding kiezen en instellen hoe dithering van kleuren plaatsvindt in een browser. De GIF-indeling ondersteunt transparante achtergronden of achtergronden in de matte, waarbij de randen van de afbeelding overvloeien in de achtergrondkleur van de webpagina. De PNG-8-indeling In de PNG-8-indeling wordt 8-bits kleur gebruikt.
Uit de naam van de voorinstelling kunt u de bestandsindeling en het kwaliteitsniveau aflezen. JPEG hoog bijvoorbeeld betekent dat u een afbeelding optimaliseert in de JPEG-indeling met een hoge afbeeldingskwaliteit en een lage compressie. Kies GIF 32 met dithering als u een afbeelding in de GIF-indeling wilt optimaliseren, de kleuren in de afbeelding tot 32 wilt terugbrengen en dithering wilt toepassen. 1.
paletten (256 kleuren) van Windows en Mac OS. Met deze instelling zorgt u ervoor dat geen dithering wordt toegepast door de browser als de afbeelding wordt weergegeven in 8-bits kleuren. Als de afbeelding minder dan 216 kleuren heeft, worden de niet-gebruikte kleuren uit de tabel verwijderd. 5. Als u het maximale aantal kleuren in het deelvenster Kleur wilt opgeven, selecteert u een getal in het menu Kleuren, typt u een waarde in het tekstvak of wijzigt u het aantal kleuren met de pijlen.
Dithering in webafbeeldingen Dithering Dithering in webafbeeldingen besturen Dithering voorvertonen Naar boven Dithering De meeste webafbeeldingen worden door ontwerpers voor weergave in 24-bits kleuren gemaakt (waarmee meer dan 16 miljoen kleuren kunnen worden weergegeven), maar die afbeeldingen worden ook weergegeven op computers met een 8-bits kleurenweergave (waarbij slechts 256 kleuren worden weergegeven). Webafbeeldingen bevatten dus vaak kleuren die op sommige computers niet beschikbaar zijn.
3. Als u dithering in Photoshop Elements wilt voorvertonen, kiest u Browserdithering in het documentmenu in het dialoogvenster Opslaan voor web. (Klik op het driehoekje rechtsboven in de geoptimaliseerde afbeelding om het menu weer te geven.) 4. Zo geeft u dithering vooraf weer in een browser: Stel de kleurenweergave van de computer in op 8-bits kleur (256 kleuren). Raadpleeg de documentatie bij het besturingssysteem van uw computer voor informatie over het wijzigen van de kleurenweergave.
Transparantie en matte gebruiken Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte Achtergrondtransparantie in een GIF- of PNG-afbeelding behouden Een GIF- of PNG-afbeelding met een matte maken Transparantie met harde randen in een GIF- of PNG-8-bestand maken Een JPEG-afbeelding met een matte maken Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte Naar boven Met transparantie kunt u niet-rechthoekige afbeeldingen voor het web maken.
3. Selecteer Transparantie. 4. Geef bij GIF- en PNG-8-indelingen aan hoe u de gedeeltelijk transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding wilt behandelen. U kunt deze pixels laten overvloeien in een mattekleur of u kunt transparantie met harde randen maken.
Webafbeeldingen vooraf bekijken Een voorvertoning van een geoptimaliseerde afbeelding in een webbrowser bekijken Geschatte downloadtijd weergeven Variaties in de kleurenweergave voorvertonen Een animatie voorvertonen Een voorvertoning van een geoptimaliseerde afbeelding in een webbrowser bekijken Naar boven U kunt een geoptimaliseerde afbeelding voorvertonen in elke browser die op uw computer is geïnstalleerd.
Naar boven Een animatie voorvertonen U kunt een animatie voorvertonen in het dialoogvenster Opslaan voor web of in een webbrowser. In het dialoogvenster Opslaan voor web ziet u de animatie als niet-bewegende frames. Bekijk de animatie in een browser om de frames in de juiste volgorde te zien. 1. Maak een geanimeerde afbeelding en kies Bestand > Opslaan voor web. 2.
Sneltoetsen 344