www.dubbelklik.
Deze handleiding is onderdeel van ICT/Loopbaanoriëntatie en Intersectoraal. Dubbelklik, een lesmethode voor Technologie, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved.
Inhoudsopgave 1. Photoshop Elements starten ......................................................................................4 2. Afbeelding openen .................................................................................................6 3. Afbeelding opslaan .................................................................................................7 4. Afbeelding selecteren .............................................................................................8 5.
1. Photoshop Elements starten Je kunt Photoshop Elements op verschillende manieren openen. Waarschijnlijk kun je het programma vinden bij de andere programma’s die voor Technologie geïnstalleerd zijn. Anders kun je het vinden via Start | Alle programma’s | Photoshop Elements. Of vraag het aan je docent. Als je het programma opent, zie je het onderstaande scherm: Klik op de knop Bewerken LET OP: Als je een andere versie van Photoshop Elements opent, ziet dit scherm er iets anders uit.
Photoshop Elements opent met een leeg document.
2. Afbeelding openen Je hebt Photoshop Elements geopend. Je kunt nu een afbeelding openen met het menu: Bestand | Openen Zoek een afbeelding op die je wilt openen. Als je dubbelklikt op de bestandsnaam, opent de afbeelding zich vanzelf.
3. Afbeelding opslaan Je hebt in een bestand in Photoshop Elements gewerkt. Je kunt het bestand opslaan met het menu: Bestand | Opslaan als Blader naar de map waarin je het bestand gaat opslaan. Geef het bestand de naam zoals in de opdracht staat weergegeven. Kies bij ‘indeling’ voor het bestandstype JPEG Klik op Opslaan. Er verschijnt een venster waarin gevraagd wordt in welke kwaliteit je de afbeelding wilt opslaan. Hoe hoger je kwaliteit, hoe groter het bestand wordt.
4. Afbeelding selecteren Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘rechthoekig selectiekader’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster I gereedschappen) Klik met je muis in de linkerbovenhoek van de afbeelding. Houd de muis ingedrukt en sleep over de afbeelding naar de rechter onderhoek. Er verschijnt een stippellijn om de afbeelding. De afbeelding is geselecteerd.
5. Afbeelding roteren Het kan gebeuren dat je afbeelding een beetje scheef is, omdat je het toestel niet recht hebt gehouden bij het maken van de foto. Een scheve horizon of een scheef gezicht kan gemakkelijk recht gemaakt worden. Je gaat de afbeelding ‘roteren’. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer de afbeelding, zie hoofdstuk 4.
6. Andere uitsnede maken Het kan voorkomen dat je een deel van de foto wilt gebruiken. Je kunt dan de foto ‘uitsnijden’. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘uitsnijden’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster | Gereedschappen) Klik met je muis in de linkerbovenhoek van de afbeelding. Houd de muis ingedrukt en sleep over de afbeelding naar de rechter onderhoek.
Klik op een vierkantje in de hoek en vergroot of verklein de foto door met de muis naar beneden of naar boven te bewegen. Is de grootte van de uitsnede naar je zin? Klik dan op enter. De afbeelding is nu uitgesneden.
7. Klonen Het kan zijn dat je een gedeelte van je afbeelding wilt ‘klonen’: je wilt een stukje van de afbeelding nog een keer in je afbeelding plaatsen. Werkwijze: Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘kloonstempel’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster I gereedschappen) Aan je muis verschijnt een cirkel. Voor een klein object gebruik je een kleine cirkel, voor een groot object een grotere cirkel.
Ga met je muis naar de plaats waar je de kloon wilt plaatsen. Klik op de linkermuisknop. Beweeg de muis, je ziet de kloon ontstaan. Je hebt nu een object gekloond. Je kunt natuurlijk ook een stukje van de achtergrond over een object klonen! In dit voorbeeld zou je dus ook een gans kunnen verwijderen.
8. Knippen en plakken, transformatie Als je niet tevreden bent over de achtergrond van de foto, kun je een object uitknippen. Vervolgens plak je dit op een andere achtergrond. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘Gereedschap Veelhoeklasso’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster I gereedschappen) Aan de muis verschijnt een lasso. Klik met je muis op de randen rondom het object dat je wilt uitknippen.
Kopieer het object: Ctrl + C. Tip: Komt de melding ‘Kan niet kopiëren omdat er geen pixels zijn geselecteerd’? Dan is de verkeerde laag geselecteerd. Klik rechts onderin je scherm op de laag waarin de afbeelding staat. Nu lukt het wel! Open de nieuwe afbeelding waarin je het object wilt plakken. Plak het object: Ctrl + V Transformatie Het object moet nu verplaatst worden naar de plek die jij het mooist vindt. Het verplaatsen van een ingevoegd object heet ‘transformatie’.
De afbeelding bestaat uit twee lagen: de achtergrond en het object. Deze twee lagen voeg je samen. Klik op de menubalk Laag I Eén laag maken Als je de twee lagen niet samenvoegt, kun je het niet openen in andere programma’s. ! Tip Gebruik de Toverstaf Een egaal object selecteren kan heel gemakkelijk! Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘Toverstaf’. Klik daarna op het object. Het object is geselecteerd.
9. Tekenen in Photoshop Elements Je kunt ook zelf iets tekenen in een afbeelding. Dit doe je op de volgende manier. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘Penseel’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster I gereedschappen) Aan je muis verschijnt een cirkel. Voor een dun lijntje gebruik je een kleine cirkel, voor een dikke lijn gebruik je een grotere cirkel.
Het volgende scherm verschijnt Kies een kleur. Klik op OK, het venster verdwijnt. Beweeg met je muis over de afbeelding. Je tekent nu over de afbeelding.
10. Kleur meten Als je een tekst plaatst in een foto kan het mooi zijn om dezelfde tekstkleur te kiezen die ook in de afbeelding voorkomt. De tekst en de afbeelding vormen dan een eenheid. Je kunt de precieze kleur ‘meten’ door middel van het gereedschap Pipet. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘Gereedschap Pipet’. (Zie je geen gereedschappenbalk? Kies dan: Venster I gereedschappen) Aan je muis verschijnt een pipetje.
11. Tekst toevoegen Als je een tekst plaatst in een foto kan het mooi zijn om dezelfde tekstkleur te kiezen die ook in de afbeelding voorkomt. Voer daarvoor eerst het hoofdstuk ‘Kleur meten’ uit. Als je de tekst typt, zal deze in de juiste kleur verschijnen. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Selecteer in de gereedschappenbalk het symbool ‘Gereedschap Horizontale Tekst’.
12. Bewegende animatie In Photoshop Elements kun je ook plaatjes over elkaar plaatsen en er zo een bewegende animatie van maken. Je kunt op deze manier bijvoorbeeld iemand laten knipogen. Vooral in banners op websites wordt deze bewerking regelmatig toegepast. Om een bewegende animatie te maken heb je twee bestandjes nodig: een basisbestand en een bewerking. In het ‘basisbestand’ staat bijvoorbeeld een persoon zonder bril, in de ‘bewerking’ staat een persoon met bril.
Je gaat deze twee lagen opslaan als een bewegende animatie, je wilt de lagen deze keer dus niet samenvoegen, maar gescheiden houden! Kies Bestand I Opslaan als Kies bij indeling voor ‘CompuServe GIF (*GIF)’ Vink het vakje ‘Lagen als frames’ aan.
Er verschijnt een nieuw scherm (zie afbeelding hieronder). Vink het vakje ‘Animeren’ aan. Vink het vakje ‘Herhalen’ aan. Daarachter noteer je in het vakje ‘Framevertraging’ het aantal seconden waarop de afbeelding verspringt, bijvoorbeeld 1 seconde. Klik nu op OK (rechts bovenin). Blader naar de map waarin je het bestand wilt opslaan. Sla het bestand op onder de juiste naam.
Open een lege internetpagina. Kopieer het .gif bestand in de internetpagina. Lukt dit niet? Klik dan op Bestand I Openen. Klik op Bladeren Kies voor GIF-bestanden en zoek het bestand op. Klik op Openen. Soms is er een melding ‘Er wordt een nieuw venster aangemaakt’. Klik dan op OK. Je ziet de bewegende animatie. Natuurlijk kun je ook een bewegende animatie met meer plaatjes maken. De werkwijze is gelijk, alleen kopieer je meer bestanden over je ‘basisbestand’.
13. Extra: verscherpen Niet alle foto's zijn scherp. Foto's die je bijvoorbeeld van internet haalt zijn vaak verkleind en daarom niet helemaal scherp. Hoe verscherp je een foto? Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Kies: Verbeteren I Scherpte aanpassen Experimenteer met de scherpte door te schuiven met het schuifbalkje. Je ziet de wijzigingen in het voorbeeld. Kies voor Verbeteren I Onscherp masker. Je ziet nu een menu met verschillende waardes.
14. Extra: kleuren aanpassen De sfeer van een foto kun je verhogen door de kleuren aan te passen. Je kunt van een kleurenfoto een zwart/wit foto of een sepia foto (2 kleuren) maken. In Photoshop Elements is dit goed mogelijk. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Kies: Verbeteren I Omzetten in Zwart Wit. Pas onderaan de stijl aan. Klik op verschillende stijlen om de effecten te bekijken. Kies bijvoorbeeld voor de stijl ‘Krant’. De foto is nu zwart/wit geworden.
Hoe maak je een foto sepia (of duotone)? Gebruik de zwart/wit foto of maak een foto eerst zwart/wit op de manier die hierboven staat beschreven. Kies: Verbeteren I Kleur aanpassen I Kleurvariaties Klik op Middentonen. Laat de kleurintensiteit ongeveer in het midden staan. Klik op de knoppen rechts, klik bijvoorbeeld enkele keren op ‘Rood verhogen’. Experimenteer met de kleuren die je kunt kiezen in deze optie.
15. Extra: vervormen Het kan grappig zijn een foto te vervormen. Werkwijze Open een afbeelding, zie hoofdstuk 2. Kies: Filter I Vervormen I Bol. Het resultaat kan er zo uitzien: Experimenteer met deze functie. Selecteer bijvoorbeeld eerst de mond. Kies daarna: Filter I Vervorm I Bol.
Experimenteer met andere vervormmogelijkheden, zoals ‘kneep', 'kronkel' of 'zigzag'.
DUBBELKLIK - HANDLEIDING PHOTOSHOP ELEMENTS