Operation Manual
Overige filters
Naar boven
Opmerking:
Naar boven
Aangepaste filters
Hoogdoorlaat
Maximaal en Minimaal
Verschuiven
Plug-infilters
Digimarc-filter
Aangepaste filters
Met aangepaste filters kunt u een eigen filtereffect ontwerpen. Met het filter Aangepast kunt u de
helderheidswaarden van elke pixel in de afbeelding veranderen volgens een vooraf gedefinieerde wiskundige
bewerking die kronkeling wordt genoemd. Aan elke pixel wordt een nieuwe waarde toegewezen op basis van
de waarden van de omringende pixels. U kunt uw aangepaste filters opslaan en in andere Photoshop-
afbeeldingen gebruiken.
Met de knoppen Opslaan en Laden kunt u aangepaste filters opslaan en opnieuw gebruiken.
Een aangepast filter toepassen
1. Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken.
2. Kies Overige > Aangepast in het menu Filter.
3. Selecteer het middelste tekstvak, waarin de pixel wordt weergegeven die wordt
geëvalueerd. Voer de waarde in waarmee u de helderheidswaarde van die pixel wilt
vermenigvuldigen, van -999 tot en met +999.
4. Selecteer een tekstvak dat een aangrenzende pixel weergeeft. Voer de waarde in
waarmee u de pixel in deze positie wilt vermenigvuldigen.
Als u bijvoorbeeld de helderheidswaarde van de pixel direct rechts van de huidige pixel
met 2 wilt vermenigvuldigen, voert u in het tekstvak direct rechts van het middelste
tekstvak 2 in.
Als u wilt voorkomen dat de afbeelding geheel wit of zwart wordt, moet het
totaal van de waarden in de matrix gelijk zijn aan 1.
5. Herhaal stap 3 en 4 voor alle pixels die u in de bewerking wilt opnemen. U hoeft niet in
alle tekstvakken waarden in te voeren.
6. Voer onder Schalen de waarde in waardoor u de som van de helderheidswaarden van de
pixels die in de berekening zijn opgenomen, wilt delen.
7. Voer onder Verschuiven de waarde in die u aan de uitkomst van de schaalberekening
wilt toevoegen.
8. Klik op OK. Het eigen filter wordt op elke pixel in de afbeelding toegepast, één voor één.
335