Operation Manual

Deelvenster Filters
Naar boven
Hier worden miniatuurvoorbeelden weergegeven van het resultaat van elk filter in het
menu Filter. Met het deelvenster Filters kunt u filters afzonderlijk toepassen op een foto in de weergave
Expert.
Tips voor het toepassen van filters
Hieronder vindt u meer informatie over het toepassen van filters op afbeeldingen.
Geef een voorvertoning weer van de resultaten van een filter. Het toepassen van filters
op een grote afbeelding kan tijdrovend zijn. Het is veel sneller om een voorvertoning van
het filter weer te geven in de Filtergalerie. Voor de meeste filters kunt u een voorvertoning
van de resultaten bekijken in het dialoogvenster Filteropties en het documentvenster.
Vervolgens kunt u het filter toepassen of de bewerking annuleren zonder dat u verder tijd
verliest.
Filters worden alleen toegepast op het actieve gedeelte van een afbeelding. Ze hebben
uitsluitend invloed op de actieve, zichtbare laag of op een geselecteerd gebied van de
laag.
Filters werken niet bij alle afbeeldingen. U kunt bepaalde filters niet gebruiken bij
afbeeldingen in de grijswaardenmodus en u kunt geen filters gebruiken bij afbeeldingen in
de modus Bitmap of Geïndexeerde kleur. Veel filters werken niet bij 16-bits afbeeldingen.
U kunt het vorige filter opnieuw toepassen. Het laatst gekozen filter staat boven aan in
het menu Filter. U kunt dat filter opnieuw toepassen met dezelfde instellingen die u het
laatst hebt gebruikt om de afbeelding verder te verbeteren.
Tips voor het aanbrengen van visuele effecten met filters
Gebruik de volgende technieken om speciale visuele effecten te bereiken met filters:
Doezel de randen van het filter. Als u een filter toepast op een geselecteerd gebied, kunt
u de randen van het filtereffect zachter maken door de selectie te doezelen voordat u het
filter toepast.
Pas filters na elkaar toe om effecten op te bouwen. U kunt filters op een of meer lagen
toepassen of een effect opbouwen door filters op diverse achtereenvolgende lagen toe te
passen. Kies verschillende overvloeimodi in het deelvenster Lagen om het effect te doen
overvloeien. Een filter heeft alleen invloed op een laag als de laag zichtbaar is en pixels
bevat.
Maak structuren en achtergronden. Door filters toe te passen op afbeeldingen met effen
kleuren of grijswaarden kunt u allerlei achtergronden en structuren maken. Vervolgens
kunt u deze structuren bijvoorbeeld laten vervagen. Hoewel sommige filters (bijvoorbeeld
Glas) weinig of geen zichtbaar effect hebben als ze op effen kleuren worden toegepast,
produceren andere filters juist interessante effecten. Voor dergelijke kleuren kunt u Ruis,
Krijt en houtskool, Wolken, Conté crayon, Andere wolken, Glas, Grafische pen,
Halftoonraster, Mezzotint, Postpapier, Pointilleren, Filigraan, Ruw pastel, Spons of
Voorbewerking gebruiken. U kunt ook alle filters uit het submenu Structuur gebruiken.
Verbeter de beeldkwaliteit en de consistentie. U kunt fouten verbergen, afbeeldingen
aanpassen of verbeteren of een reeks afbeeldingen hetzelfde uiterlijk geven door op alle
afbeeldingen hetzelfde filter toe te passen.
Een filter toepassen
1. Kies het gebied waarop u het filter wilt toepassen:
Als u een filter wilt toepassen op een gehele laag, deselecteert u geselecteerde
gebieden en selecteert u vervolgens de laag in het deelvenster Lagen.
Als u een filter wilt toepassen op een gedeelte van een laag, gebruikt u een
selectietool om een gebied te selecteren.
318