Operation Manual
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid
Opmerking:
wilt in- of uitzoomen. Houd Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt om uit te zoomen met de
tool Zoomen.
Als u afbeeldingen wilt roteren, selecteert u de tool Afbeelding selecteren en klikt u op
de afbeelding die u wilt roteren. Vervolgens selecteert u de tool Roteren
en sleept u in
een cirkel rond de afbeelding.
U kunt de volgorde van de afbeeldingen in de lichtbak aanpassen door de tool Afbeelding
selecteren te kiezen en een afbeelding in de lichtbak te slepen.
Als u een afbeelding wilt toevoegen aan de compositie, kiest u de tool Afbeelding
selecteren en sleept u de afbeelding van de lichtbak naar het werkgebied.
Als u een afbeelding wilt verwijderen uit de compositie, kiest u de tool Afbeelding
selecteren en sleept u de afbeelding van het werkgebied naar de lichtbak.
Zorg dat Afbeelding magnetisch is geselecteerd wanneer u wilt dat overlappende foto's automatisch op
elkaar aansluiten als er in de foto's een gemeenschappelijk kenmerk wordt gevonden.
Het perspectiefpunt wijzigen in een Photomerge-panorama
Met de tool Perspectiefpunt selecteert u de afbeelding waarop het perspectiefpunt is gebaseerd en wijzigt u
het perspectief van de Photomerge-panoramacompositie.
1. Selecteer Perspectief in het gedeelte Instellingen van het dialoogvenster Photomerge. De
middelste afbeelding is de standaardafbeelding voor het perspectiefpunt. (Als u deze
afbeelding selecteert, wordt er een blauw kader omheen geplaatst.)
2. Selecteer de tool Perspectiefpunt instellen
en klik op een afbeelding in het
werkgebied om op basis daarvan het perspectiefpunt in te stellen. Per compositie kan het
perspectiefpunt slechts worden bepaald op basis van één afbeelding.
Houd Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt wanneer u de aanwijzer op een
afbeelding plaatst om de selectierand van de foto weer te geven.
3. Gebruik indien nodig de tool Afbeelding selecteren
om de positie van de overige
afbeeldingen in te stellen. Wanneer u een afbeelding zonder perspectiefpunt selecteert,
wordt er een rood kader omheen geplaatst.
Als u een perspectiefcorrectie uitvoert op een compositie, worden de afbeeldingen
zonder perspectiefpunt gekoppeld aan de afbeelding met het perspectiefpunt. U kunt
deze koppeling verbreken door op de knop Alleen positie wijzigen te klikken, door de
afbeeldingen in het werkgebied van elkaar te scheiden of door de afbeelding met het
perspectiefpunt terug te slepen naar de lichtbak. Als de koppeling wordt verbroken,
krijgen de foto's direct hun oorspronkelijke vorm terug.
De perspectiefcorrectie werkt tot een maximale gezichtshoek van circa 120 graden.
Schakel de optie Perspectief uit als uw compositie een grotere gezichtshoek heeft.
135