ADOBE® PHOTOSHOP® ELEMENTS Help en zelfstudies
Nieuw in Photoshop Elements 1
Nieuwe functies in Photoshop Elements 15 Iedereen wil graag zijn mooiste herinneringen vastleggen. Met Adobe Photoshop Elements 15 kunt u die herinneringen gemakkelijker organiseren en bewerken. U kunt met één muisklik correcties aanbrengen en effecten toepassen om indrukwekkende opnamen, collages, presentaties, kaarten en plakboekpagina's te maken. Deel ze op sociale media en imponeer iedereen.
Coole visuele tekst die is gemaakt met Fototekst Zie voor gedetailleerde informatie Modus Met instructies: Grappige bewerkingen. Effectencollage Nieuwe opties voor artistieke resultaten! Met Photoshop Elements 15 kunt u nu verschillende effecten toepassen op verschillende delen van uw foto. Met een paar stappen met instructies transformeert u een gewone foto in een artistieke collage. U hebt de keuze uit verschillende sjablonen en thema's in Photoshop Elements.
te wekken dat uw onderwerp in beweging is. Een snelle en slimme manier om snelheid aan uw foto toe te voegen Zie voor gedetailleerde informatie Modus Met instructies: Grappige bewerkingen. Schilderachtig Geef uw foto's weer als schilderijen! Gebruik de nieuwe optie Bewerken met instructies: Schilderachtig om een uniek kunstwerk te maken door uw foto te bewerken met het Penseel, waarmee u de foto kunt aanpassen met verschillende gekleurde en gestructureerde canvassen en effecten.
Maak uw eigen kaders! Bent u uitgekeken op de beschikbare kaders voor uw foto’s? U kunt nu kaders maken met elke foto in uw bibliotheek met de optie Bewerken met instructies: Kadermaker. U kunt zelfs kaders importeren die andere Elements-gebruikers hebben gemaakt. U vindt deze nieuwe workflow met instructies via Met instructies > Speciale bewerkingen > Kadermaker. Kaders maken die de stemming van uw foto's weerspiegelen Zie voor gedetailleerde informatie Modus Met instructies: Speciale bewerkingen.
iedereen op de foto er op zijn best uitziet. Met de schuifregelaar Gevoeligheid zorgt u voor een glimlach op elk gezicht in uw foto's. Een boos gezicht omtoveren in een glimlachend gezicht Zie voor gedetailleerde informatie Foto's retoucheren en corrigeren. Naar boven De tool Uitsnijden met perspectief Wijzig het perspectief van uw foto! In de modus Expert kunt u met de tool Uitsnijden met perspectief het perspectief in een afbeelding transformeren tijdens het uitsnijden.
Vervormingen verwijderen met de tool Uitsnijden met perspectief Zie voor meer informatie Uitsnijden. Naar boven Verbeterde filters voor effecten Meer plezier met filters! Filters vormen een fantastische manier om nieuwe accenten uit te proberen en indruk te maken met uw creativiteit, en nu is het nog gemakkelijker om het beste filter voor uw foto te kiezen en details te verfijnen. U kunt de filters nu direct toepassen via het deelvenster Filters in de modus Expert.
Eén foto en veel nieuwe accenten met filters Zie Filters voor meer informatie. Naar boven Nieuwe kaders en achtergronden Photoshop Elements 15 bevat nu meer dan 100 nieuwe kaders en achtergronden die u direct kunt gebruiken. Selecteer Op type in het deelvenster Afbeeldingen in de modus Expert om uw foto’s te verbeteren met nieuwe grafische mogelijkheden.
Naar boven Nieuwe lagen en kleurcodering Photoshop Elements 15 beschikt over verbeteringen waarmee u uw lagen beter kunt beheren. U kunt lagen nu groeperen en kleurcodering toepassen op lagen en laaggroepen. Door lagen te groeperen, kunt u de verschillende onderdelen van uw projecten beter ordenen en houdt u het deelvenster Lagen overzichtelijk. Door lagen en groepen te coderen met een kleur kunt u gemakkelijk verwante lagen vinden in het deelvenster Lagen.
eLive Zoeken Hebt u hulp nodig? Vind uw antwoorden rechtstreeks in de eLive-weergave. Met Photoshop Elements 15 kunt u binnen de eLive-weergave zoeken naar eLive content, Help-pagina's en artikelen voor het oplossen van problemen. Zie eLive voor meer informatie. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Nieuw in de Elements Organizer 15 De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Met de Elements Organizer 15 kunt u nu eenvoudiger dan ooit uw herinneringen ordenen en zoeken, en ze in een mum van tijd delen met uw familie en vrienden. Lees verder en ontdek de fantastische verbeteringen die de Elements Organizer 15 voor u in petto heeft.
Zie Geavanceerd zoeken gebruiken voor meer informatie. Naar boven Slimme tags Vind foto's sneller! Met Slimme tags beschikt u over een nieuwe, krachtige manier om uw mediabestanden snel en gemakkelijk te zoeken en van tags te voorzien. De Elements Organizer analyseert uw foto’s automatisch en genereert slimme tags voor objecten en gebeurtenissen in de foto's. Zo worden alle foto's die u op het strand hebt gemaakt, gemarkeerd met de tag Strand.
staan. Zie Foto's repareren in de Elements Organizer. Naar boven Importeren via cloudservices Staat het in de cloud, dan staat het ook in uw catalogus! Steeds meer mensen maken gebruik van een of meerdere online cloudservices om de foto's en video’s op hun mobiele apparaten te synchroniseren met hun computers. Met de Elements Organizer 15 kunt u uw foto's en video's probleemloos automatisch laten importeren via cloudservices zoals Dropbox, One Drive en Google Drive.
Zie Gecontroleerde mappen gebruiken voor meer informatie. Naar boven Verbeterd: Delen via Facebook en YouTube Delen is nu nog geweldiger! Met de Elements Organizer 15 kunt u uw mediabestanden probleemloos delen via Facebook of YouTube. De nieuw vormgegeven interface is intuïtief en gebruiksvriendelijk, zodat het delen van foto’s en video’s nog geweldiger is. Delen op Facebook Delen op YouTube Zie Foto's uploaden naar Facebook enVideo's uploaden naar YouTube voor meer informatie.
Nieuw in Photoshop Elements 13 Photomerge-compositie Adobe Camera Raw 8.
Kies het gereedschap Uitsnijden en Photoshop Elements stelt automatisch vier composities voor Zie het onderwerp Suggesties voor automatisch uitsnijden voor meer informatie over de functie. Naar boven eLive De Elements Live-weergave (eLive) is een concept om inhoud en bronnen beschikbaar te maken voor gebruikers op een visueel aantrekkelijke manier en is rechtstreeks geïntegreerd in de Photoshop Elements Editor en Organizer.
Naar boven Nieuwe opties voor Bewerken met instructies Ga terug in de tijd en stel de wereld in zwart-wit voor. Of behoud één dominante, zeer in het oog springende kleur en maak het resterende deel van de foto zwart-wit. Met de nieuwe opties voor Bewerken met instructies in Photoshop Elements 13 kunt u met een paar klikken en aanpassingen uw alledaagse foto's veranderen in fraaie kunstwerken.
(Links) De afbeelding van een hand. De afleiding wordt veroorzaakt door de zichtbare, gedeeltelijke hand.
(Rechts) Het gedeelte van de foto dat voor de afleiding zorgt, is verwijderd en het gebied is op een intelligente manier opgevuld. Zie het onderwerp Vullen met behoud van inhoud voor meer informatie over hoe u op een slimme manier geselecteerde gedeelten van uw foto vult.
De effecten in de modus Snel zijn opnieuw vormgegeven. Bij elk effect worden nu vijf mogelijke varianten weergegeven, zodat u het voor u meest geschikte effect kunt kiezen. Effectengroep: Seizoenen
(boven, van links naar rechts): Origineel, Zomer, Voorjaar
(onder, van links naar rechts): Herfst, Winter, Sneeuw Zie het onderwerp Verbeterde modus Snel voor meer informatie over de modus Snel waarmee u effecten, structuren en kaders kunt toevoegen.
Naar boven Verbeteringen Voorinstelling voor het maken van plakboeken De voorinstelling voor het maken van plakboeken is nu beschikbaar voor alle landinstellingen en landen. De voorinstelling voor het maken van plakboeken die nu voor alle landen wordt weergegeven Ga als volgt te werk om de voorinstelling te gebruiken: 1. Klik in Photoshop Elements 13 op Bestand > Nieuw > Leeg bestand. 2. Kies in het dialoogvenster Nieuw in de vervolgkeuzelijst Voorinstelling de optie Plakboeken maken.
De nieuwe vervolgkeuzelijst Positie in het dialoogvenster Stijlinstellingen Ga als volgt te werk om de nieuwe vervolgkeuzelijst te gebruiken: 1. Selecteer in Photoshop Elements 13 een laag en klik in het menu Laag op Laagstijl > Stijlinstellingen. 2. Selecteer in het dialoogvenster Stijlinstellingen de optieOmlijning en gebruik dan de vervolgkeuzelijst Positie. Gereedschap Tekst: Miniregelaar De tekengrootte kan nu worden ingesteld met een miniregelaar.
Bewerken > Externe verbinding Verbeteren > Photomerge-stijlovereenkomst Gereedschap Uitsnijden: de optie Gulden snede is niet meer beschikbaar Single-core platforms worden niet meer ondersteund Ondersteunde besturingssystemen: Mac OSX 10.7 wordt niet ondersteund De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Nieuwe functies in Photoshop Elements 14 Schokreductie Bewerken met instructies Formaat wijzigen Nevel verwijderen Automatische Slimme looks Snelheidseffect Tool Rechttrekken Photomerge-panorama Matting van selectie verfijnen Bewerkte resultaten gebruiken Naar boven Schokreductie Elimineer vervagingseffecten! Zorg dat uw vage foto's er schokvrij uitzien met de nieuwe functie Automatische schokreductie (modus Expert > menu Verbeteren > Automatische schokreductie) in Photoshop Elements 14.
Voor nog meer verbeteringen, zoals verschillende gevoeligheidsniveaus voor nevel, kunt u het handmatig proberen (modus Expert > menu Verbeteren > Nevel verwijderen). Een mistige winterochtend bij het Deeg Palace in Rajasthan. Mist, smog, rook of nevel... verwijder dit alles met Nevel verwijderen. Zie voor meer informatie over deze functie het onderwerp Nevel automatisch verwijderen.
Tool Rechttrekken In de modus Snel kunt u foto's rechttrekken door een lijn te trekken langs de rand die horizontaal of verticaal moet zijn. Met de tool Rechttrekken (P) in Photoshop Elements 14 kunt u snel foto's langs de juiste as uitlijnen. Zie voor meer informatie het onderwerp Afbeeldingen rechttrekken.
De nieuwe interface met instructies, met weergave van de beschikbare Bewerkingen met instructies voor de categorie Grappige bewerkingen. Elke categorie in de modus Met instructies is nu op een afzonderlijke pagina beschikbaar: Basisbewerkingen Grappige bewerkingen Kleurbewerkingen Photomerge-bewerkingen Speciale bewerkingen Snelheidseffect In- en uitzoomen in stijl! Laat uw foto maar één moment in een actiereeks zien? Voeg nu beweging toe aan uw foto met de Bewerking met instructies: Snelheidseffect.
Formaat wijzigen Wijzig het formaat van uw foto in snelle, gemakkelijke stappen. Krijg afbeeldingen met de exacte afmetingen in snelle, gemakkelijke stappen. In Photoshop Elements 14 kunt u gemakkelijker foto's maken in een formaat dat aansluit bij de afdrukgrootte (inches, centimeters), webafmetingen (pixels) of opslaggrootte (kilobytes). Via stapsgewijze bewerkingen met instructies is het niet eenvoudig om het formaat van uw foto aan te passen aan specifieke vereisten.
Zie voor meer informatie over Bewerken met instructies: Panorama het onderwerp Bewerken met instructies: Photomerge-panorama.. Bewerkte resultaten gebruiken Klaar met een bewerking met instructies? En nu? Aan het eind van een Bewerking met instructies is uw illustratie klaar voor gebruik. In Photoshop Elements 14 kunt u in een extra laatste stap kiezen wat u daarna met uw werk wilt doen. Kies ervoor om het bestand op te slaan, verder te bewerken in een andere modus of online te delen.
Kies wat u met uw foto wilt doen zodra u deze via een Bewerking met instructies hebt bewerkt. Zie voor meer informatie Deelvenster Delen. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Werkruimte en workflows 30
Grondbeginselen van de werkruimten Het welkomstscherm Het Photoshop Elements-venster Contextmenu's gebruiken Toetscombinaties en wijzigingstoetsen gebruiken Photoshop Elements afsluiten Naar boven Het welkomstscherm Als u Photoshop Elements start, wordt standaard het welkomstscherm geopend. Het welkomstscherm is een handig beginpunt voor het uitvoeren van belangrijke taken. Klik in het welkomstscherm op Foto-editor om uw foto's te verbeteren of er speciale effecten aan toe te voegen.
Het welkomstscherm van Photoshop Elements Naar boven Het Photoshop Elements-venster Het Photoshop Elements-venster bevat modi voor het maken en bewerken van afbeeldingen. Kies een van de volgende opties: Snel Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Snel. Met instructies Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Bewerken met instructies. Expert Hiermee kunt u foto's bewerken in de modus Expert.
Photoshop Elements in de modus Expert A. Actief tabblad B. Niet-actief tabblad C. Gebied met actieve afbeelding D. Optiebalk E. Toolset F. Balk met toolopties/Fotovak G. Taakbalk H. Deelvensterbalk Menubalk De menubalk bevat menu's waarmee u taken kunt uitvoeren. De menu's zijn ingedeeld per onderwerp. Het menu Verbeteren bevat bijvoorbeeld opdrachten waarmee u wijzigingen in een afbeelding kunt aanbrengen. Modus selecteren Bevat de knoppen voor het activeren van de drie beschikbare bewerkingsmodi.
Naar boven Toetscombinaties en wijzigingstoetsen gebruiken U kunt sneltoetsen gebruiken in de werkruimte van de Foto-editor en van de Organizer. Door middel van toetscombinaties kunt u snel opdrachten uitvoeren zonder gebruik te maken van de menu's; met wijzigingstoetsen wijzigt u de manier waarop een tool werkt. Als een toetscombinatie beschikbaar is, verschijnt deze rechts van de opdrachtnaam in het menu.
Deelvensters en vakken Deelvensters Werken met deelvensters Deelvensters in de modus Expert De taakbalk gebruiken Het fotovak gebruiken Naar boven Deelvensters Deelvensters zijn zowel in Photoshop Elements als in de Elements Organizer beschikbaar; het gedrag van de deelvensters is in beide werkruimten echter iets anders. Deelvensters helpen u bij het beheren, bijhouden en wijzigen van afbeeldingen. Sommige deelvensters hebben menu's met extra opdrachten en opties.
Deelvenstermenu's Sommige opdrachten staan zowel in het deelvenstermenu als in de menubalk. Andere opdrachten staan alleen in deelvenstermenu's. Klik in het deelvenstermenu om de verschillende opdrachten in elk deelvenster weer te geven. Pop-upregelaars in deelvensters Sommige deelvensters en dialoogvensters hebben instellingen die met een pop-upregelaar kunnen worden gewijzigd (bijvoorbeeld de optie Dekking in het deelvenster Lagen).
Basiswerkruimte Standaard wordt de basiswerkruimte weergegeven. In deze weergave staan de knoppen voor de meestgebruikte deelvensters in de taakbalk. Deze werkruimte bevat de knoppen Lagen, Effecten, Afbeeldingen en Favorieten. Als u bijvoorbeeld op de knop Lagen klikt, worden alle aan lagen gerelateerde opties weergegeven. Als u alle andere beschikbare tabbladen wilt weergeven of geopende tabbladen wilt sluiten, klikt u op Meer.
deelvenster. Als u een deelvenster wilt sluiten, kiest u de naam van het deelvenster in het menu Venster. U kunt ook op de knop Sluiten in de titelbalk van het deelvenster klikken. Als u het formaat van een deelvenster wilt wijzigen, sleept u een hoek van het deelvenster. Als u deelvensters wilt groeperen (één deelvenster met meerdere tabbladen), sleept u het deelvenster naar het hoofdgedeelte van het doeldeelvenster.
Het fotovak Voer een van de volgende handelingen uit: (Alleen Windows) Als u een afbeelding wilt openen, sleept u een bestand van een locatie op de computer (inclusief de Fotobrowser) of van een opslagapparaat dat op de computer is aangesloten naar het fotovak. Als u een geopende afbeelding als voorste afbeelding wilt weergeven, klikt u op een miniatuur. Als u de volgorde van foto's wilt wijzigen, sleept u de miniaturen in het fotovak.
Tools De toolset Een tool selecteren Voorkeuren voor Bewerken instellen De vormgeving van een toolaanwijzer instellen De dikte of hardheid van tekencursors wijzigen door te slepen Toolopties instellen Naar boven De toolset Met sommige tools in de toolset van Photoshop Elements kunt u afbeeldingen selecteren, bewerken en weergeven; met andere kunt u tekenen en typen. De toolset wordt links in de modi Snel en Expert weergegeven.
Naar boven Een tool selecteren Voer een van de volgende handelingen uit: Klik op een tool in de toolset. Als er meer opties voor de tool zijn, worden deze weergegeven in de balk met toolsopties. Vervolgens klikt u op de tool die u wilt selecteren. Druk op de sneltoets van de tool. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo van de tool. U kunt bijvoorbeeld de tool Penseel selecteren door op de toets P te drukken. Naar boven Voorkeuren voor Bewerken instellen 1.
Standaard Hiermee worden aanwijzers als toolpictogrammen weergegeven. Precisie Hiermee worden aanwijzers als een dradenkruis weergegeven. Naar boven De dikte of hardheid van tekencursors wijzigen door te slepen U kunt de dikte of hardheid van een tekencursor wijzigen door de afbeelding te slepen. Terwijl u sleept, ziet u zowel een voorbeeld van de dikte van de tekentool als van de hardheid van de tekenool.
--> Linialen, rasters en hulplijnen Hulplijnen, rasters en linialen Het nulpunt en de instellingen van de linialen wijzigen De hulplijn- en rasterinstellingen wijzigen Naar boven Hulplijnen, rasters en linialen In modus Expert kunt u met behulp van linialen, rasters en hulplijnen elementen (zoals selecties, lagen en vormen) nauwkeurig langs de lengte of de breedte van een afbeelding positioneren. In de modus Snel zijn alleen rasters beschikbaar.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 44
Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Het deelvenster Historie gebruiken tijdens het bewerken Geheugen vrijmaken dat wordt gebruikt door het Klembord en het deelvenster Historie Naar boven Handelingen ongedaan maken, opnieuw uitvoeren en annuleren Veel bewerkingen in zowel de Elements Organizer als in Photoshop Elements kunnen ongedaan worden gemaakt of opnieuw worden uitgevoerd.
Het deelvenster Historie bevat standaard de laatste 50 staten. Eerdere staten worden automatisch verwijderd om geheugen vrij te maken voor Photoshop Elements. U kunt het aantal staten instellen in de toepassingsinstellingen (Voorkeuren > Prestaties > Historiestaten). Het maximale aantal staten is 1000. De oorspronkelijke staat van de foto wordt altijd boven aan het deelvenster Historie weergegeven.
verwijderen om geheugen vrij te maken. Voer een van de volgende handelingen uit in de modus Expert: Als u geheugen wilt vrijmaken dat door het Klembord wordt gebruikt, kiest u Bewerken > Wissen > Klembordinhoud. Als u geheugen wilt vrijmaken dat door het deelvenster Historie ongedaan maken wordt gebruikt, kiest u Bewerken > Wissen > Historie wissen of kiest u Historie wissen in het vervolgmenu van het deelvenster Historie.
Werkschijven, plug-ins en toepassingsupdates Werkschijven Werkschijven wijzigen Plug-ins Plug-ins installeren Een extra map voor plug-ins selecteren Alleen de standaardplug-ins laden Toepassingsupdates Naar boven Werkschijven Als uw systeem niet over voldoende RAM-geheugen beschikt voor het uitvoeren van een handeling, gebruikt Photoshop Elements werkschijven. Een werkschijf is een willekeurige schijf of partitie van een schijf waarop geheugen beschikbaar is.
werkschijven toewijzen). 3. Selecteer een werkschijf en gebruik de pijltoetsen naast de lijst met Werkschijven om de volgorde te wijzigen waarin de werkschijven worden gebruikt. 4. Klik op OK en start Photoshop Elements opnieuw op om de wijziging door te voeren. Naar boven Plug-ins Adobe Systems en andere softwareontwikkelaars ontwikkelen plug-ins om meer functionaliteit aan Photoshop Elements toe te voegen.
3. Dubbelklik op de map als u de inhoud ervan wilt weergeven. Het pad naar de map verschijnt in het voorkeurenvenster. Opmerking: Selecteer geen locatie binnen de map Plug-ins van Photoshop Elements. 4. Start Photoshop Elements opnieuw om de plug-ins te laden. Naar boven Alleen de standaardplug-ins laden Wanneer Photoshop Elements wordt gestart, worden alle vooraf geïnstalleerde plug-ins, plug-ins van andere bedrijven of plug-ins in mappen met extra plug-ins geladen.
De verbeterde modus Snel Effecten Structuren Kaders Een effect, structuur of kader toepassen In de modus Snel zijn de belangrijkste tools voor fotocorrectie in één locatie gegroepeerd, zodat u snel de belichting, kleur, scherpte en andere aspecten van een afbeelding kunt corrigeren. U kunt uw foto's in Photoshop Elements 12 niet alleen verbeteren, u kunt ze ook transformeren in professioneel ogende kunstwerken. Er zijn drie nieuwe deelvensters beschikbaar: Effecten, Structuren en Kaders.
voorinstellingen voor Cross-processing. Automatische slimme looks Hiermee wordt de beschikbare afbeelding geanalyseerd en worden op basis van de inhoud van de afbeelding, opties geboden met verschillende toegepaste effecten. Beschikbare variaties: Auto1 Auto2 Auto3 Auto4 Auto5 Effecten worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker. U kunt het laagmasker in de modus Expert bewerken om het effect uit bepaalde gebieden te verwijderen of te reduceren.
Lomo contrast Lomo groen Holga Zwart-wit Hiermee past u een zwart-witeffect toe op de afbeelding. Beschikbare variaties: Eenvoudig zwart-wit Zilver Vintage Platina Getint zwart Litho Hiermee past u een litho-effect toe op een afbeelding. Beschikbare variaties: Sepia Zwart Koper Blauw Groen Cross-processing Hiermee past u een effect toe waardoor de afbeelding eruitziet als een foto die is ontwikkeld met een chemische oplossing die is bedoeld voor een ander type film.
Structuren In het deelvenster Structuren kunt u kiezen uit tien structuren die u op uw foto kunt toepassen. Structuren simuleren verschillende oppervlakken of achtergronden waarop de foto kan worden afgedrukt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderwets papier, afgebladderde verf, een grof blauw raster of een ondergrond van chroom. Structuren worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker.
Ondersteuning voor multi-aanraking Als de hardware en het besturingssysteem van uw computer ondersteuning bieden voor de aanraakfunctie, kunt u door een afbeelding schuiven en erop inzoomen. U kunt ook tikken om uw foto's in de Organizer en in de modus Snel bewerken te zoeken, te sorteren en te verbeteren. Multi-aanraking wordt ondersteund in alle drie de modi: Snel, Met instructies en Expert. Tikken Hiermee bladert u verticaal of horizontaal door de afbeelding.
--> Afbeeldingen bekijken Afbeeldingen bekijken in de modus Expert of Snel In- of uitzoomen Een afbeelding weergeven bij een percentage van 100% Een afbeelding aan het scherm aanpassen De venstergrootte aanpassen tijdens het zoomen Het deelvenster Navigator gebruiken Meerdere vensters met dezelfde afbeelding openen Meerdere vensters weergeven en rangschikken Vensters sluiten Naar boven Afbeeldingen bekijken in de modus Expert of Snel Met de gereedschappen Handje, Zoomen, de opdrachten Zoomen en het deel
Sleep de schuifregelaar Zoomen in de optiebalk voor het gereedschap. Kies Weergave > Inzoomen of Weergave > Uitzoomen. Voer het gewenste zoomniveau in in het tekstvak Zoomen in de optiebalk voor het gereedschap. Wanneer u een zoomgereedschap gebruikt, houdt u Alt ingedrukt om te schakelen tussen inzoomen en uitzoomen. Een afbeelding weergeven bij een percentage van 100% Naar boven Voer een van de volgende handelingen uit: Dubbelklik op het gereedschap Zoomen in de gereedschapset.
Als u wilt dat de vensters vlak naast elkaar worden weergegeven, kiest u Venster > Afbeeldingen > Naast elkaar. Als u afbeeldingen sluit, wordt de grootte van de geopende vensters aangepast om de beschikbare ruimte op te vullen. Als u alle geopende afbeeldingen met hetzelfde vergrotingspercentage als dat van de actieve afbeelding wilt weergeven, kiest u Venster > Afbeeldingen > Zoomen afstemmen.
--> Voorinstellingen en bibliotheken Voorinstellingen Vooraf ingestelde gereedschapsopties gebruiken De weergave van elementen in een menu van een pop-upvenster aanpassen Beheer voorinstellingen gebruiken De naam van een voorinstelling wijzigen Naar boven Voorinstellingen De optiebalk voor het gereedschap in de modus Expert bevat pop-upvensters waarmee u toegang kunt krijgen tot vooraf gedefinieerde bibliotheken met penselen, kleurstalen, verlopen, patronen, laagstijlen en aangepaste vormen.
vervangen kiezen, een bibliotheekbestand selecteren en op Laden klikken. als u de huidige set penselen of patronen in een deelvenster wilt vervangen, kiest u een bibliotheek in het menu Penselen. Opmerking: Als u de huidige set penselen, verlopen of patronen wilt vervangen, kunt u ook Beheer voorinstellingen in het menu van het pop-upvenster kiezen. Vervolgens kunt u in het dialoogvenster Beheer voorinstellingen een andere bibliotheek met penselen, verlopen of patronen laden.
2. Kies Set opslaan en voer een naam in voor de bibliotheek. Als u de bibliotheek niet in de standaardmap wilt opslaan, navigeert u eerst naar een nieuwe map. Naar boven De naam van een voorinstelling wijzigen 1. Voer een van de volgende handelingen uit in Beheer voorinstellingen: Selecteer een voorinstelling in de lijst en klik op Naam wijzigen. Dubbelklik op een voorinstelling in de lijst. 2. Voer een nieuwe naam voor de voorinstelling in.
Windows 7-functies gebruiken In Photoshop Elements worden de volgende Windows 7-functies ondersteund: Live taakbalk Hier ziet u pictogrammen voor alle uitgevoerde en gepinde toepassingen. De pictogrammen van alle uitgevoerde toepassingen worden omgeven door een gemarkeerde rand. Wijs een pictogram aan om afbeeldingen van de geopende bestanden en toepassingen weer te geven.
Importeren 63
Bestanden importeren Naar boven Afbeeldingen van een digitale camera importeren via WIA (alleen Windows) Met bepaalde digitale camera's kunt u afbeeldingen importeren via Windows Image Acquisition (WIA). Via WIA kunt u afbeeldingen rechtstreeks in Photoshop Elements importeren doordat Photoshop Elements samenwerkt met Windows en de software van de digitale camera of scanner. 1. Kies Bestand > Importeren > WIA-ondersteuning. 2.
Bestandsbeheer Catalogus Elements Organizer verplaatsen | Elements 6 of later Referentie - ondersteunt Hoe kan ik (18 december 2015) Uw Elements Organizer-catalogus in twee stappen verplaatsen naar een andere computer: back-up maken, herstellen.
Bestanden openen Een nieuw, leeg bestand maken Een bestand openen Een PDF-bestand openen Een PDF-bestand in een nieuwe laag plaatsen Meerdere bestanden verwerken Een bestand sluiten In de werkruimte Bewerken van Photoshop Elements kunt u op verschillende manieren met uw bestanden werken. U kunt opties voor het openen, opslaan en exporteren van bestanden op type, bestandsgrootte en resolutie instellen. Ook kunt u Camera Raw-bestanden verwerken en opslaan.
(1-bit modus). Achtergrondinhoud Hiermee stelt u de kleur in van de achtergrondlaag van de afbeelding. Wit is de standaardinstelling. Kies Achtergrondkleur als u de huidige achtergrondkleur wilt gebruiken (weergegeven in de toolset). Selecteer Transparant als u de standaardlaag transparant wilt maken zonder kleurwaarden. De nieuwe afbeelding heeft dan een Laag 1 in plaats van een achtergrondlaag.
De bestandsindeling opgeven voor het openen van een bestand Kies Bestand > Openen als en selecteer het bestand dat u wilt openen. Selecteer vervolgens de gewenste indeling in het pop-upmenu Openen als en klik op Openen. Opmerking: Als het bestand niet wordt geopend, komt de gekozen indeling mogelijk niet overeen met de werkelijke indeling van het bestand of is het bestand misschien beschadigd.
Accepteer de standaardwaarde (300 ppi) voor de resolutie of voer een nieuwe waarde in. Een hogere resolutie betekent een groter bestand. Kies een optie in het menu Modus (RGB-kleur om de foto's in kleur te behouden of Grijswaarden om ze automatisch om te zetten in zwart-wit). Als het bestand een ingesloten ICC-profiel (International Color Consortium) bevat, kunt u het profiel kiezen in het menu. 5.
Naar boven Meerdere bestanden verwerken Met de opdracht Meerdere bestanden verwerken past u instellingen toe op een map met bestanden. Als u een digitale camera hebt of een scanner met automatische documentinvoer, kunt u ook meerdere afbeeldingen importeren en verwerken. (Uw scanner of het softwarestuurprogramma van uw digitale camera heeft hiervoor wellicht een plug-in voor verwerving nodig die deze handelingen ondersteunt.
9. Selecteer Fouten die voortvloeien uit verwerking van bestanden opnemen in logbestand om elke fout in een bestand te zetten zonder het proces te onderbreken. Als er fouten worden geregistreerd in het bestand, verschijnt er een foutbericht na de verwerking. Als u het foutbestand wilt bekijken, opent u het met een teksteditor nadat de opdracht Batch is uitgevoerd. 10. Klik op OK om de bestanden te verwerken en op te slaan. Naar boven Een bestand sluiten 1.
--> Uitleg over bestandsinformatie Bestandsinfo (metagegevens) Bestandsinformatie weergeven of toevoegen Het deelvenster Info gebruiken De bestandsinformatie weergeven in het deelvenster Info of op de statusbalk Sjablonen voor metagegevens opslaan of verwijderen Een opgeslagen sjabloon voor metagegevens gebruiken Naar boven Bestandsinfo (metagegevens) Wanneer u een foto neemt met uw digitale camera, beschikt elk afbeeldingsbestand over informatie zoals de datum en het tijdstip waarop de foto is genomen,
1. Kies Venster > Info (F8) om het deelvenster Info weer te geven. 2. Selecteer een gereedschap. 3. Plaats de aanwijzer in de afbeelding, of sleep in de afbeelding om het gereedschap te gebruiken. Afhankelijk van het gereedschap dat u gebruikt, kan de volgende informatie verschijnen: De numerieke waarden van de kleur onder de aanwijzer De x- en y-coördinaten van de aanwijzer. De breedte (B) en hoogte (H) van een selectiekader of vorm wanneer u sleept, of de breedte en hoogte van een actieve selectie.
Sjablonen voor metagegevens opslaan of verwijderen Als u bepaalde metagegevens herhaaldelijk moet invoeren, kunt u deze metagegevens opslaan in sjablonen voor metagegevens. Met deze sjablonen kunt u de informatie vervolgens invoeren, zodat u de gegevens niet steeds opnieuw hoeft te typen in het dialoogvenster Bestandsinfo. In de Fotobrowser kunt u zoeken naar metagegevens om bestanden en foto's te vinden.
Werkschijven, plug-ins en toepassingsupdates Werkschijven Werkschijven wijzigen Plug-ins Plug-ins installeren Een extra map voor plug-ins selecteren Alleen de standaardplug-ins laden Toepassingsupdates Naar boven Werkschijven Als uw systeem niet over voldoende RAM-geheugen beschikt voor het uitvoeren van een handeling, gebruikt Photoshop Elements werkschijven. Een werkschijf is een willekeurige schijf of partitie van een schijf waarop geheugen beschikbaar is.
werkschijven toewijzen). 3. Selecteer een werkschijf en gebruik de pijltoetsen naast de lijst met Werkschijven om de volgorde te wijzigen waarin de werkschijven worden gebruikt. 4. Klik op OK en start Photoshop Elements opnieuw op om de wijziging door te voeren. Naar boven Plug-ins Adobe Systems en andere softwareontwikkelaars ontwikkelen plug-ins om meer functionaliteit aan Photoshop Elements toe te voegen.
3. Dubbelklik op de map als u de inhoud ervan wilt weergeven. Het pad naar de map verschijnt in het voorkeurenvenster. Opmerking: Selecteer geen locatie binnen de map Plug-ins van Photoshop Elements. 4. Start Photoshop Elements opnieuw om de plug-ins te laden. Naar boven Alleen de standaardplug-ins laden Wanneer Photoshop Elements wordt gestart, worden alle vooraf geïnstalleerde plug-ins, plug-ins van andere bedrijven of plug-ins in mappen met extra plug-ins geladen.
Foto's bewerken 78
Kleur, verzadiging en kleurtoon aanpassen Verzadiging en kleurtoon aanpassen De tint van huidskleuren aanpassen De verzadiging in geïsoleerde gebieden aanpassen De kleur van een object wijzigen Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit Kleur toevoegen aan een grijswaardenafbeelding De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Verzadig
Voor en na het aanpassen van de kleurverzadiging Gebruik de schuifregelaar Lichtsterkte samen met de andere aanpassingen om een gedeelte van een foto lichter of donkerder te maken. Pas op dat u deze aanpassingen niet voor de hele foto gebruikt, omdat het totale toonbereik erdoor wordt verminderd. Kleurverzadiging of kleurtoon wijzigen 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurtoon/verzadiging aanpassen.
1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurtoon/verzadiging aanpassen. Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Kleurtoon/verzadiging of open een bestaande aanpassingslaag van Kleurtoon/verzadiging. 2. Kies een kleur in het menu Bewerken. 3. Voer een van de volgende handelingen uit met de correctieregelaar: Sleep een van de witte driehoekjes om de mate van kleurverschuiving aan te passen zonder dat dit van invloed is op het bereik.
aanpassen om de uiteindelijk gewenste kleur te bereiken. Origineel (boven) en na aanpassing van huidskleur (onder) 1. Open de foto en selecteer de laag die u wilt corrigeren. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Huidskleur aanpassen. 3. Klik op een gebied met huid. De kleuren in de foto worden automatisch aangepast. De wijzigingen kunnen subtiel zijn. Opmerking: Let erop dat Voorvertoning is geselecteerd zodat u de kleurveranderingen te zien krijgt zodra deze zich voordoen. 4.
1. Selecteer de tool Spons. 2. Stel toolopties in op de optiebalk: Modus Hiermee verhoogt of verlaagt u de kleurverzadiging. Kies Verzadigen als u de verzadiging van de kleur wilt intensiveren. Bij grijswaarden verhoogt u het contrast met Verzadigen. Kies Minder verzadiging als u de verzadiging van de kleur wilt afzwakken. Bij grijswaarden verlaagt u het contrast met Minder verzadiging. Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Met de opdracht Omzetten in zwart-wit kunt u een specifieke omzettingsstijl kiezen die op de afbeelding moet worden toegepast. Dit is anders dan de opdracht Kleur verwijderen die de afbeelding automatisch in zwart-wit omzet. In het dialoogvenster Omzetten in zwart-wit helpen de beschikbare afbeeldingsstijlen u verschillende voorinstellingen voor omzetting te vergelijken en te kiezen.
van de selectietools. Als u niets selecteert, heeft de aanpassing effect op de hele afbeelding. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleur verwijderen. Naar boven Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit U kunt handmatig aangepaste voorinstellingen toevoegen aan de zwart-witomzetmodule door een specifiek tekstbestand te bewerken. Opmerking: Het toevoegen van aangepaste voorinstellingen voor omzetten in zwart-wit is een taak voor geavanceerde gebruikers. 1.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Foto's retoucheren en corrigeren Gezichtskenmerken aanpassen Rode ogen nauwkeurig verwijderen Het dierenogeneffect verwijderen Objecten verplaatsen en de positie ervan wijzigen Vlekken en ongewenste objecten verwijderen Grote onvolkomenheden corrigeren Cameravervorming corrigeren Nevel automatisch verwijderen Nevel handmatig verwijderen De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Gezichtskenmerken aanpassen Geïntroduceerd in Photoshop Elements 15
Een gezicht selecteren en de gezichtskenmerken van een persoon aanpassen 4.
Klik op OK om de wijzigingen van de gezichtskenmerken toe te passen. Naar boven Rode ogen nauwkeurig verwijderen Rode ogen is een veelvoorkomend probleem dat optreedt wanneer het netvlies van het onderwerp van uw foto door de flitser van de camera wordt belicht. U ziet dit vooral bij foto's die zijn genomen in een donkere ruimte, omdat de iris dan vergroot is. U voorkomt rode ogen door de camerafunctie voor het verminderen van rode ogen (indien beschikbaar) te gebruiken.
Golden retriever met het dierenogeneffect (links) en na toepassing van de tool Dierenogen (rechts) Het dierenogeneffect corrigeren: 1. Selecteer in de modus Snel of Expert de tool Rode ogen verwijderen. 2. Schakel op de balk met toolopties het selectievakje Dierenogen in. 3. Voer een van de volgende handelingen uit met de muis: Teken een rechthoek rondom de ogen. Klik op het oog in de afbeelding.
verplaatst en bevindt zich nu hoger in de lucht (rechts). 1. Selecteer de tool Verplaatsen met behoud van inhoud . 2. Kies een modus om op te geven of u een object wilt verplaatsen of een kopie van het object wilt maken. Verplaatsen Hiermee kunt u objecten naar een andere locatie in de afbeelding verplaatsen. Uitbreiden Hiermee kunt u het object meerdere malen repliceren. 3.
dit wilt doen, klikt en sleept u het object naar een nieuwe positie. Het gebied waaruit de selectie wordt verplaatst, wordt automatisch gevuld op basis van de afbeeldingsinhoud om het gebied heen. 6. Transformeer uw selectie op de nieuwe locatie. Klik op een van de volgende opties: Roteren Hiermee kunt u de selectie onder een andere hoek in de afbeelding roteren. Schalen Hiermee kunt u de grootte van de selectie aanpassen.
Ongewenste objecten verwijderen via retoucheren, waarbij de inhoud behouden blijft U kunt ongewenste objecten of figuren uit uw foto's verwijderen zonder de foto's te verknoeien. Gebruik de optie Inhoud behouden met de tool Snel retoucheerpenseel om geselecteerde objecten uit een foto te verwijderen.
1. Selecteer de tool Retoucheerpenseel . 2. Kies een penseelgrootte op de balk met toolopties en stel opties voor het retoucheerpenseel in. Modus Hiermee bepaalt u hoe de bron of het patroon wordt gemengd met bestaande pixels. Met Normaal worden nieuwe pixels over de oorspronkelijke pixels heen gelegd. Bij Vervangen blijven de filmkorrel en de structuur aan de randen van de penseelstreek behouden. Bron Hiermee stelt u de bron in voor het repareren van de pixels.
Cameravervorming corrigeren 1. Kies Filter > Cameravervorming corrigeren. 2. Schakel het selectievakje Voorvertoning in. 3. Stel de volgende opties naar wens in om uw afbeelding te corrigeren en klik op OK: Vervorming verwijderen Hiermee worden vervormingen als korrelvorming en speldenkusseneffect gecorrigeerd. Typ een nummer in het vak of verplaats de schuifregelaar om de horizontale en verticale lijnen die naar het middelpunt van de afbeelding toe of er juist bij vandaan buigen, recht te trekken.
Raster tonen Als deze optie is ingeschakeld, wordt het raster getoond. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt het raster niet weergegeven. Zoomen Zoom in voor een gedetailleerdere weergave en zoom uit voor een algemenere weergave. Kleur Hiermee geeft u de rasterkleur op. Naar boven Nevel automatisch verwijderen Nevel, mist of smog uit een foto verwijderen U kunt nu het effect van atmosferische omstandigheden of de omgeving op foto's (bijvoorbeeld van landschappen) verwijderen.
Beperkte mate van nevelreductie toegepast Nevelreductie toegepast totdat de afbeelding helderder werd Bedenk wel dat wanneer u met de schuifregelaars te veel nevel verwijdert, dit kan resulteren in een afbeelding met een hoog contrast of een afbeelding waarin bestaande kleine onvolkomenheden zijn uitvergroot. Probeer beide schuifregelaars uit totdat u het gewenste resultaat bereikt. 4. Gebruik de schakelknop Voor/Na om het effect van de nevelreductiefunctie op de foto te bekijken. 5.
Zie ook Kleur en belichting automatisch corrigeren De tint van huidskleuren aanpassen Foto's corrigeren met retoucheringsknoppen De tint van huidskleuren aanpassen Overvloeimodi Patronen Kleurcurven aanpassen Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Foto's verbeteren Randen vervagen of verzachten Kleuren in een afbeelding vervangen Afbeeldingen of gebieden in een afbeelding klonen Photomerge-stijlovereenkomst Naar boven Randen vervagen of verzachten Met het gereedschap Vervagen maakt u harde randen of gebieden in een afbeelding vager, zodat er details verloren gaan. Als u een drukke achtergrond vervaagt, kunt u meer nadruk leggen op de doelafbeeldingen. U kunt in plaats van het gereedschap Vervagen ook vervagingsfilters gebruiken.
Kleuren in een afbeelding vervangen Met het gereedschap Kleur vervangen kunt u eenvoudig specifieke kleuren in uw afbeelding vervangen. Zo kunt u bijvoorbeeld met een andere kleur, bijvoorbeeld rood, over een doelkleur zoals een gele bloem in een afbeelding tekenen. U kunt het gereedschap Kleur vervangen ook gebruiken om kleuren te corrigeren. Kleuren vervangen 1. Selecteer het gereedschap Kleur vervangen (het gereedschap Kleur vervangen maakt deel uit van de optiebalk voor het gereedschap Penseel). 2.
Naar boven Afbeeldingen of gebieden in een afbeelding klonen Met het gereedschap Kloonstempel tekent u met een monster van een afbeelding dat u gebruikt om objecten te dupliceren, om onvolkomenheden uit de afbeelding te verwijderen of om over objecten in de foto te tekenen. Originele foto (boven), nadat twee zeesterren met het gereedschap Kloonstempel aan de foto zijn toegevoegd (midden) en nadat een persoon met het gereedschap Kloonstempel is verwijderd (onder). 1.
toegepast als u het tekenen onderbreekt en hervat. Het uitschakelen van deze optie is handig als u meerdere kopieën van een bepaald gedeelte van de afbeelding wilt toepassen op verschillende gedeelten van dezelfde afbeelding of op een andere afbeelding. 3. Klik op Kloonbedekking en stel de volgende opties in: Bedekking tonen Selecteer Bedekking tonen om de bedekking zichtbaar te maken in de penseelgrootte.
Afbeelding nadat de stijl van de stijlafbeelding is toegepast 1. Open de afbeelding en selecteer Verbeteren > Photomerge > Photomergestijlovereenkomst. 2. Voeg de afbeeldingen waaruit u de stijl wilt overbrengen toe aan het Stijlenvak. Kies afbeeldingen met sterke stilistische eigenschappen en details. Opmerking: U kunt ook een van de standaardstijlafbeeldingen kiezen die worden weergegeven in het Stijlenvak. 3.
Oorspronkelijk gekleurde afbeelding veranderd in zwart-wit via Kleurtonen overbrengen 5. Klik op Gereed om de afbeelding bij te werken met de toegepaste stijl. Zie ook Vaag en Vager Gaussiaans vervagen Overvloeimodi De tint van huidskleuren aanpassen De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Schaduwen en licht aanpassen Kleur en tinten aanpassen met slimme penselen De tools Slim penseel toepassen Aanpassingen met Niveaus Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren Schaduwen en helderheid aanpassen met Niveaus De helderheid en het contrast in de geselecteerde gedeelten aanpassen Afzonderlijke gebieden snel lichter of donkerder maken Snel geïsoleerde gebieden verzadigen of verzadiging uit deze gebieden verwijderen Naar boven Kleur en tinten aanpassen met slimme penselen Met de tool Slim pense
Optie Structuren Met de voorinstellingen voor Structuren kunt u de volgende effecten toepassen op afbeeldingen: Saaie achtergronden mooier maken. Een satijneffect aanbrengen op kleren/stoffen in een afbeelding. Een bloempatroon toevoegen aan jurken in een afbeelding. Ontwerperspatronen toevoegen aan wanden of achtergronden in een afbeelding. Met de tool Gedetailleerd slim penseel kunt u de aanpassing op specifieke gebieden van de foto tekenen, net als met een verfpenseel.
Naar boven De tools Slim penseel toepassen 1. Selecteer de tool Slim penseel of Gedetailleerd slim penseel in de toolset. Er wordt een pop-upvenster met de aanpassingsvoorinstellingen geopend. 2. Selecteer een effect in de keuzelijst met voorinstellingen in de balk met toolopties. Kies een optie in het menu van het pop-upvenster om verschillende aanpassingensets weer te geven. Zie Voorinstellingen voor meer informatie over het configureren van het pop-upvenster. 3.
Klik met de rechtermuisknop op een speldenknop of op een actieve selectie in de afbeelding en kies Aanpassingsinstellingen wijzigen. Dubbelklik in het deelvenster Lagen op de laagminiatuur voor de specifieke aanpassingslaag. Dubbelklik op een speldenknop. 2. Pas de instellingen in het dialoogvenster aan en klik op OK. Correctievoorinstelling van de tool Slim penseel wijzigen 1. Klik op een speldenknop of op een actieve selectie en open het pop-upvenster met voorinstellingen in de optiebalk. 2.
Dialoogvenster Niveaus A. Kanalen voor het aanpassen van kleur B. Schaduwwaarden C. Middentonen D. Hooglichtwaarden De waarden voor schaduwen en hooglichten instellen zodat de afbeelding gebruikmaakt van het volledige toonbereik. De helderheid van de middentonen van de foto aanpassen zonder dat dit van invloed is op de waarden voor schaduwen en hooglichten. Een kleurzweem corrigeren door grijstinten neutraal te maken.
Contrast middentonen Hiermee kunt u het contrast van de middentonen verhogen of verlagen. Gebruik deze schuifregelaar als het fotocontrast er niet goed uitziet nadat u de schaduwen en hooglichten hebt aangepast. Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets als u een Mac OS-systeem gebruikt) en klik op de knop Herstellen om de afbeelding te herstellen naar de status die deze had op het moment dat u het dialoogvenster opende. Vóór het aanpassen van schaduwen en hooglichten (boven) en erna (onder).
U maakt de foto lichter door de schuifregelaar voor hooglichten naar links te slepen. Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Schaduw om te zien welke gebieden worden omgezet in zwart (niveau 0). Houd Alt ingedrukt (of de Option-toets in Mac OS) en sleep de schuifregelaar Hooglicht om te zien welke gebieden worden omgezet in wit (niveau 255). Gekleurde gebieden geven het bijsnijden van afzonderlijke kanalen aan. 4.
aan. Naar boven Afzonderlijke gebieden snel lichter of donkerder maken Met de tool Tegenhouden en Doordrukken kunt u gebieden van een foto lichter of donkerder maken. U kunt Tegenhouden gebruiken om details in schaduwen naar voren te brengen en Doordrukken om details in hooglichten naar voren te brengen. Originele afbeelding (links), afbeelding na gebruik van de tool Doordrukken (middenboven) en na gebruik van de tool Tegenhouden (rechtsonder) 1. Selecteer de tool Tegenhouden of Doordrukken.
De tool Spons verzadigt gebieden in een afbeelding of verwijdert verzadiging uit deze gebieden. Met de tool Spons kunt u de kleur in een object of gebied meer of minder in het oog laten springen. 1. Selecteer de tool Spons. Als u de tool Spons niet ziet, zoekt u de tool Tegenhouden of Doordrukken. 2. Stel toolopties in op de optiebalk. Pop-upmenu Penselen Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
Transformeren Een afbeelding roteren of draaien Een item vrij roteren Een item schalen Een item schuintrekken of vervormen Perspectief op een item toepassen Een item vrij transformeren Een transformatie op de achtergrondlaag toepassen Naar boven Een afbeelding roteren of draaien U kunt een selectie, een laag of een hele afbeelding roteren of draaien. Zorg dat u de juiste opdracht kiest, afhankelijk van het item dat u wilt roteren of draaien. 1.
Een afbeelding roteren Naar boven Een item vrij roteren Met de opdrachten Laag vrij roteren en Selectie vrij roteren kunt u een item in elke gewenste mate roteren. Trek de afbeelding recht met de opdracht Laag vrij roteren en klik op de knop Huidige bewerking vastleggen om de rotatie toe te passen. 1. Selecteer in de werkruimte Bewerken de laag of de selectie die u wilt roteren. 2. Kies Afbeelding > Roteren > Laag vrij roteren of Selectie vrij roteren. Er verschijnt een selectiekader in de afbeelding.
Klik op de rotatiegreep onder aan het selectiekader en sleep deze. Wanneer u de cursor boven de greep plaatst, neemt de cursor de vorm van concentrische pijlen aan. Als u in stappen van 15° wilt roteren, houdt u tijdens het slepen de toets Shift ingedrukt. Typ een rotatiehoek tussen -180° (maximale rotatie tegen de wijzers van de klok in) en 180° (maximale rotatie met de wijzers van de klok mee) in het tekstvak Rotatie instellen op de optiebalk. 5.
vervolgens die laag transformeren. 3. Sleep een greep om het selectiekader schuin te trekken of te vervormen. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: U past de transformatie toe door in het selectiekader te dubbelklikken, op de knop te klikken of op Enter te drukken. Huidige bewerking vastleggen Als u de transformatie wilt annuleren, klikt u op de knop Huidige bewerking annuleren of drukt u op Esc.
Opmerking: Als u een foto selecteert die een achtergrondlaag is (zoals een foto die van een camera of scanner is geïmporteerd), kunt u de foto omzetten in een gewone laag en vervolgens die laag transformeren. 3. (Optioneel) U wijzigt het punt waar het item omheen draait door op een vierkantje op de referentiepuntzoeker op de optiebalk te klikken. 4. Voer een of meer van de volgende handelingen uit om het object te transformeren: Sleep een greep van het selectiekader om te schalen.
Uitsnijden Een afbeelding uitsnijden Uitsnijden in overeenstemming met een selectiegrens Suggesties voor automatisch uitsnijden Hulplijnen gebruiken voor betere resultaten bij uitsnijden De tool Uitsnijden met perspectief De tool Koekjesvorm gebruiken De afmetingen van het canvas wijzigen Een afbeelding rechttrekken Een gescande afbeelding met meerdere foto's verdelen De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Een afbeelding uitsnijden Met de too
over hulplijnen voor uitsnijden raadpleegt u de sectie Hulplijnen gebruiken voor betere resultaten bij uitsnijden in dit artikel. 3. Als u een resolutie wilt gebruiken die afwijkt van die van de originele foto, selecteert u een van de volgende opties in het menu Verhouding of geeft u nieuwe aangepaste waarden op in de vakken Breedte en Hoogte op de optiebalk: Geen beperking Hiermee kunt u elke gewenste afmeting voor de afbeelding instellen.
Klik op de knop Vastleggen om een uitsnijding te accepteren. Naar boven Uitsnijden in overeenstemming met een selectiegrens Met de opdracht Uitsnijden kunt u de gebieden verwijderen die buiten de actieve selectie vallen. Wanneer u uitsnijdt in overeenstemming met een selectiegrens, wordt de afbeelding verkleind totdat deze in het selectiekader met de selectie past.
Oorspronkelijke foto Vier suggesties, zoals aanbevolen door Photoshop Elements Ga als volgt te werk als u de automatische suggesties voor uitsnijden wilt gebruiken: 1. Open een foto in Photoshop Elements. 2. Kies de tool Uitsnijden. Er worden vier miniaturen met de automatische suggesties weergegeven in het vak Toolopties. 3. Klik op de miniatuur die u het beste kunt gebruiken.
De volgende bedekkingsopties zijn beschikbaar voor de tool Uitsnijden: Voorbeeld van uitsnijden met Gulden snede Regel van derden Hiermee wordt de afbeelding opgedeeld in derden, horizontaal en verticaal (equidistante lijnen) in negen delen, zodat er een beter visueel hulpmiddel voor het bepalen van een uitsnijding ontstaat. U kunt een voorgestelde uitsnijding uitvoeren of annuleren. De bedekking van de uitsnijding wordt bepaald op basis van de opties voor breedte en hoogte in de optiebalk.
of wanneer een groothoeklens wordt gebruikt voor het fotograferen van een groot vlak van een object. Als u bijvoorbeeld een foto maakt van een hoog gebouw vanaf de grond, lijkt het of de randen van het gebouw aan de bovenkant dichter bij elkaar staan dan aan de onderkant. 1. Open een foto in Photoshop Elements. 2. Ga in de modus Expert naar het gedeelte Wijzigen van de toolset en selecteer de tool Uitsnijden met perspectief. 3.
5. (Optioneel) Geef in het gedeelte met toolopties waarden op in de vakken voor de breedte (B), hoogte (H) en resolutie. De uiteindelijke afbeelding wordt getransformeerd volgens de opgegeven hoogte, breedte en resolutie. Opties voor de tool Uitsnijden met perspectief 6. Klik op om het perspectief te transformeren en de afbeelding uit te snijden naar het gebied van het selectiekader. Uiteindelijke afbeelding na perspectiefcorrectie.
Met de tool Koekjesvorm snijdt u een foto in een grappige vorm. 1. Selecteer de tool Koekjesvorm. 2. Klik op het pop-upmenu Koekjesvorm in de balk met toolopties en selecteer een vorm. Als u andere bibliotheken wilt weergeven, selecteert u een andere bibliotheek in de vervolgkeuzelijst Vormen. 3. Dubbelklik op een vorm om deze te selecteren. 4. Stel de Vormopties in: Onbeperkt Hiermee kunt u een vorm van iedere mogelijke grootte of dimensie tekenen.
Naar boven De afmetingen van het canvas wijzigen Het canvas is de werkruimte rondom een bestaande afbeelding in het afbeeldingsvenster. Het is het volledig bewerkbare gebied van een afbeelding. U kunt het canvas aan elke zijde van een afbeelding groter of kleiner maken. Het toegevoegde canvas verschijnt in de momenteel geselecteerde achtergrondkleur op de achtergrondlaag (standaard) of in de kleur voor canvasuitbreiding die is geselecteerd in het venster Canvasgrootte.
Beweging van de camera kan ervoor zorgen dat een afbeelding niet juist wordt uitgelijnd. Zo kan de horizon in een foto van een zonsondergang bijvoorbeeld niet helemaal horizontaal zijn. In Photoshop Elements kunt u de foto opnieuw uitlijnen, zodat de horizon perfect horizontaal wordt. Met de tool Rechttrekken (P) kunt u een afbeelding verticaal of horizontaal opnieuw uitlijnen.
moet zijn. Stel bijvoorbeeld dat u een foto hebt van een toren die niet goed is uitgelijnd. Teken een verticale lijn parallel aan de toren. Lege randen automatisch vullen De tool Rechttrekken is een verbeterde optie voor het automatisch en slim vullen van de randen met relevante afbeeldingsgegevens in plaats van deze te vullen met de achtergrondkleur of transparante pixels. De optie Randen automatisch vullen is alleen beschikbaar in de modus Vergroten of verkleinen en Oorspronkelijke grootte.
Een afbeelding automatisch laten rechttrekken Kies Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en het canvas rond de afbeelding wilt behouden. De rechtgetrokken afbeelding bevat gebieden met een lege achtergrond, maar er zijn geen pixels bijgeknipt. Als u de afbeelding automatisch wilt laten rechttrekken en uitsnijden, kiest u Afbeelding > Roteren > Afbeelding rechttrekken en uitsnijden.
Een panorama maken Photomerge-panorama's maken Bewerken met instructies: Photomerge-panorama Een nieuwe Photomerge-panoramacompositie maken Interactief een Photomerge-panorama maken (alleen Photoshop Elements 10 en 11) Naar boven Photomerge-panorama's maken Met de opdracht Photomerge-panorama kunt u verschillende foto's combineren tot één doorlopende afbeelding. U kunt bijvoorbeeld vijf overlappende foto's van de skyline van een stad samenvoegen tot één panorama.
Verander niet van plaats Blijf op dezelfde plaats staan als u een serie foto's voor een panorama maakt, zodat de foto's vanuit hetzelfde gezichtspunt worden genomen. U slaagt er het beste in om het gezichtspunt consistent te houden als u de zoeker gebruikt en de camera dicht bij uw ogen houdt. U kunt ook een statief gebruiken om de camera op dezelfde plaats te houden.
Automatisch Met deze optie worden de bronafbeeldingen geanalyseerd en wordt de lay-out Perspectief of Cilindrisch toegepast, afhankelijk van de vraag met welke lay-out een beter Photomerge-resultaat wordt bereikt. Perspectief Met deze optie wordt een consistente compositie bereikt doordat een van de bronafbeeldingen (standaard de middelste afbeelding) wordt toegewezen als de referentieafbeelding.
Over het algemeen bereikt u met de automatische opties in het dialoogvenster Photomerge prima resultaten. Als deze opties echter niet het gewenste resultaat opleveren, selecteert u de optie Interactieve lay-out. In het dialoogvenster Photomerge voor interactieve lay-outs kunt u uw bronafbeeldingen handmatig rangschikken. 1. Kies de optie Interactieve lay-out in het standaarddialoogvenster Photomerge om het interactieve dialoogvenster Photomerge te openen. 2.
wilt in- of uitzoomen. Houd Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt om uit te zoomen met de tool Zoomen. Als u afbeeldingen wilt roteren, selecteert u de tool Afbeelding selecteren en klikt u op de afbeelding die u wilt roteren. Vervolgens selecteert u de tool Roteren een cirkel rond de afbeelding. en sleept u in U kunt de volgorde van de afbeeldingen in de lichtbak aanpassen door de tool Afbeelding selecteren te kiezen en een afbeelding in de lichtbak te slepen.
Kleurzweem corrigeren Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Kleurcurven aanpassen Naar boven Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem is een niet gewenste kleurverschuiving in een foto. Een foto die binnenshuis zonder flitser is genomen, kan bijvoorbeeld te veel geel bevatten. Met de opdracht Kleurzweem verwijderen wijzigt u de algemene kleurenmix zodat kleurzwemen uit een foto worden verwijderd.
Blauw als u blauw of geel aan de foto wilt toevoegen. 3. Sleep de middelste invoerschuifregelaar naar links of rechts om kleur toe te voegen of te verwijderen. 4. Klik op OK als u tevreden bent met de totale kleur. U kunt de grijze kleurkiezer in het dialoogvenster Niveaus gebruiken om snel een kleurzweem te verwijderen. Dubbelklik op de kleurkiezer en zorg dat de RGB-waarden gelijk zijn. Nadat u de Kleurkiezer hebt gesloten, klikt u op een gebied in de foto dat neutraal grijs moet zijn.
dialoogvenster Kleurcurven aanpassen te sluiten. Zie ook Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren Schaduwen en helderheid aanpassen met Niveaus Kleur en belichting automatisch corrigeren De kleurenschijf Lagen begrijpen De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Foto's verscherpen Overzicht van verscherpen Een afbeelding verscherpen Het filter Onscherp masker gebruiken Schokreductie Naar boven Overzicht van verscherpen Door de afbeelding scherper te maken verbetert u de scherpte van de randen. Of afbeeldingen nu zijn gemaakt met een digitale camera of met een scanner, de meeste afbeeldingen worden mooier wanneer u ze verscherpt.
Een afbeelding automatisch verscherpen Kies Verbeteren > Automatisch verscherpen. Gebieden van een afbeelding verscherpen Oorspronkelijke afbeelding (boven), twee gezichten die correct zijn verscherpt (linksonder), en twee gezichten die te veel zijn verscherpt (rechtsonder) 1. Selecteer de tool Verscherpen . 2. Stel opties in op de optiebalk: Modus Hiermee bepaalt u hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
3. Stel een van de volgende opties in om uw afbeelding te verscherpen en klik op OK: Hoeveel Hiermee stelt u de mate van verscherping in. Typ een getal in het vak of sleep de schuifregelaar om het contrast tussen de randpixels te verhogen of te verlagen, zodat de afbeelding scherper oogt. Straal Hiermee bepaalt u het aantal pixels rondom de randpixels die worden aangepast door de verscherping. Typ een getal in het vak of sleep de schuifregelaar om de straalwaarde te wijzigen.
Hoeveel Hiermee bepaalt u hoeveel het contrast van de pixels moet worden vergroot. Voor afgedrukte afbeeldingen met een hoge resolutie geeft een waarde tussen 150% en 200% doorgaans het beste resultaat. Straal Hiermee geeft u aan hoeveel pixels rondom de randen moeten worden verscherpt. Voor afbeeldingen met een hoge resolutie geeft een waarde tussen 1 en 2 doorgaans het beste resultaat.
Het dialoogvenster Schokreductie 4. Gebruik de schuifregelaar Gevoeligheid om de drempelwaarde voor schokken aan te passen. Door de gevoeligheid te verhogen, kunt u de resulterende afbeelding verbeteren. 5. Gebruik de punt ( ) in het midden van het schokgebied om dit gebied te verplaatsen. Wanneer u een schokgebied verplaatst, wordt het gebied daaronder opnieuw geanalyseerd om eventuele schokken te corrigeren. Ook wordt de afbeelding opnieuw geoptimaliseerd. 6.
Het dialoogvenster Schokreductie. Het schokgebied in de rechteronderhoek wordt op dit moment verwerkt. De voortgangsbalk wordt weergegeven. Opmerking: Als het gemaakte schokgebied niet over genoeg ruimte of informatie beschikt om een voorbeeld van de hoeveelheid schokken te geven, wordt in het schokgebied een waarschuwing ( ) weergegeven. Gebruik de grepen van het schokgebied om dat gebied groter te maken. 7.
Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken Camera Raw-afbeeldingsbestanden Procesversies Camera Raw-bestanden openen en verwerken Scherpte in Camera Raw-bestanden aanpassen Ruis verminderen in Camera Raw-afbeeldingen Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan Een Camera Raw-afbeeldingsbestand openen in de werkruimte Bewerken Instellingen en besturingselementen De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Camera Raw-afbeeldingsbestanden In digita
Procesversie 2010 (wordt gebruikt in Adobe Photoshop Elements 10) Procesversie 2003 (wordt gebruikt in Adobe Photoshop Elements 9 en lager) Welke procesversie wordt toegepast op mijn Raw-afbeelding? Wanneer u een Raw-bestand opent dat niet in een eerdere versie van Photoshop Elements is geopend, wordt de standaardprocesversie 2012 gebruikt. Als u een Raw-bestand echter opent in een eerdere versie van Photoshop Elements wordt een oudere procesversie gebruikt.
2. Blader om een of meer Camera Raw-bestanden te selecteren en klik op Openen. Het histogram in het dialoogvenster Camera Raw geeft het toonbereik van de afbeelding weer met de huidige instellingen. Het histogram wordt automatisch bijgewerkt terwijl u instellingen aanpast. 3. (Optioneel) Pas de afbeeldingsweergave aan met de besturingselementen zoals de tool Zoomen of met opties zoals schaduwen en hooglichten, zodat uitgeknipte gebieden worden onthuld in het voorvertoningsgebied.
Met de schuifregelaar Verscherpen maakt u de afbeelding scherper om de gewenste randdefinitie te verkrijgen. De aanpassing Scherpte is een variant van het Adobe Photoshop-filter Onscherp masker. Er worden pixels gezocht die op grond van de opgegeven drempel verschillen van omringende pixels en het contrast van de pixels wordt met de opgegeven hoeveelheid verhoogd.
ieder ander bestand, de opdracht Openen om een Camera Raw-bestand te openen. Vervolgens kunt u het bestand net als iedere andere afbeelding bewerken en opslaan.) 1. Breng in het dialoogvenster Camera Raw aanpassingen aan in een of meer Camera Raw-afbeeldingen. 2. Klik op de knop Afbeelding opslaan. 3. Geef in het dialoogvenster Opties voor opslaan aan waar u het bestand wilt opslaan en welke naam u het bestand wilt geven wanneer u meer dan één Camera Raw-bestand opslaat.
voorvertoningsafbeelding om het gedeelte te selecteren dat u wilt behouden en druk vervolgens op Enter. Tool Rechttrekken Met de tool Rechttrekken kunt u een afbeelding verticaal of horizontaal opnieuw uitlijnen. U kunt er ook de grootte van het canvas mee wijzigen en het canvas uitsnijden om het rechttrekken van de foto te vergemakkelijken. Rode ogen verwijderen In foto's die zijn gemaakt met flitslicht, verwijdert u met deze tool rode ogen bij mensen en groene of witte ogen bij huisdieren.
Aanpassingsfilters Het filter Egaliseren toepassen Het filter Verloop toewijzen toepassen Het filter Omkeren toepassen Het filter Waarden beperken toepassen Het filter Drempel toepassen Het Fotofilter toepassen Naar boven Het filter Egaliseren toepassen Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven.
1. Selecteer een afbeelding, een laag of een gebied. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Filter > Aanpassingen > Verloop toewijzen. Maak een nieuwe aanpassingslaag Verloop toewijzen met het deelvenster Lagen of met het menu Laag, of open een bestaande aanpassingslaag Verloop toewijzen. 3. Geef de verloopvulling op die u wilt gebruiken: Als u een keuze wilt maken in een lijst met verloopvullingen, klikt u op het driehoekje rechts van de vulling in het dialoogvenster Verloop toewijzen.
kleurenafbeeldingen. Als u een specifiek aantal kleuren wilt gebruiken in een afbeelding, zet u de afbeelding om in grijswaarden en geeft u het gewenste aantal niveaus op. Zet de afbeelding vervolgens terug in de vorige kleurmodus en vervang de verschillende grijstonen door de gewenste kleuren. 1. Selecteer een afbeelding, een laag of een gebied. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Filter > Aanpassingen > Waarden beperken.
Een gekleurd filter past de kleurbalans en de kleurtemperatuur van het licht aan dat door de lens wordt doorgelaten en dat de film belicht. Met de opdracht Fotofilter kunt u een vooraf ingestelde kleur kiezen om een kleurtoonaanpassing toe te passen op een afbeelding. Als u een aangepaste kleuraanpassing wilt toepassen, kunt u via de opdracht Fotofilter een kleur opgeven met de Kleurkiezer van Adobe. Oorspronkelijke afbeelding (links) en warm filter (81) waarbij 60% dichtheid is toegepast (rechts) 1.
4. Klik op OK. Zie ook Filters Een filter toepassen Verlopen Aanpassings- en opvullagen De tint van huidskleuren aanpassen De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Handelingen gebruiken om foto's te verwerken Overzicht van handelingen Een handelingenbestand op een afbeelding afspelen Handelingenbestanden beheren Naar boven Overzicht van handelingen Een handeling is een reeks stappen (taken) die op een foto wordt afgespeeld. Deze stappen kunnen menuopdrachten, deelvensteropties, gereedschapshandelingen enzovoort zijn.
kies Handelingen herstellen. Alle handelingen die standaard in Photoshop Elements beschikbaar zijn, worden hersteld. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Automatische slimme tint Geïntroduceerd in Photoshop Elements 12 Automatische slimme tint toepassen op een foto Automatische slimme tint leren Automatische slimme tint leren herstellen De functie Automatische slimme tint benut een intelligent algoritme om de toonwaarden in een afbeelding te wijzigen. De functie Automatische slimme tint past een correctie toe op uw foto. Bovendien is er een joystick die u over de afbeelding kunt verplaatsen om de resultaten te perfectioneren.
(links) Het verplaatsen van de joystick naar de donkere gebieden (bladeren of schaduw), zorgt ervoor dat de afbeelding in zijn geheel donkerder wordt. Dit blijkt uit de miniaturen links van de hoofdafbeelding. (rechts) Het verplaatsen van de joystick naar de heldere gebieden (heldere lucht of helder gras), zorgt ervoor dat de afbeelding in zijn geheel lichter wordt. Dit blijkt uit de miniaturen rechts van de hoofdafbeelding. Naar boven Automatische slimme tint toepassen op een foto 1.
A. Opties voor de functie Automatische slimme tint B. Schakelknop om een foto vóór en na een aanpassing weer te geven C. Omsluitend kader waarin u de joystick kunt verplaatsen D. Joystick die in het kader kan worden gesleept E. De knop Herstellen waarmee de joystick weer terugkeert naar de oorspronkelijke locatie die door Automatische slimme tint wordt voorgesteld F. Een van de vier automatisch gegenereerde live voorvertoningsminiaturen 2.
Photomerge-compositie Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Met de functie Photomerge-compositie kunt u gedeelten van een afbeelding vervangen. U kunt bijvoorbeeld de achtergrond van een afbeelding wijzigen. U hebt twee afbeeldingen nodig: een bron en een doel. U kunt een gebied selecteren, het gebied uitsnijden uit de bronafbeelding en vervolgens plakken in de doelafbeelding. 1. Klik met twee geopende afbeeldingen (bron en doel) op Verbeteren > Photomerge > Photomerge-compositie. 2. Maak een selectie.
4. U kunt de tinten aanpassen, zodat de geplakte selectie en de doelafbeelding overeenkomen en de wijziging er natuurlijk uitziet. U kunt de tinten wijzigen met de optie Automatisch afstemmen en handmatig wijzigen met de schuifregelaars. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
--> Overzicht van de tekenfuncties Tekengereedschappen Voor- en achtergrondkleuren Overvloeimodi Webveilige kleuren Naar boven Tekengereedschappen Photoshop Elements biedt verschillende gereedschappen om kleur toe te passen en te bewerken. Wanneer u een tekengereedschap selecteert, worden er diverse vooraf ingestelde penseeluiteinden en instellingen voor de penseelgrootte, overvloeien, dekking en airbrush-effecten weergegeven op de optiebalk voor het gereedschap.
Vakken met voorgrond- en achtergrondkleur in gereedschapset A. Vak met voorgrondkleur B. Klik om de standaardkleuren (zwart en wit) te gebruiken C. Klik om af te wisselen tussen de voor- en achtergrondkleur D. Vak met achtergrondkleur U kunt in de gereedschapset een nieuwe voor- of achtergrondkleur wijzigen met behulp van het pipet, het deelvenster Kleurstalen of de Kleurkiezer. Naar boven Overvloeimodi Met overvloeimodi bepaalt u het effect van een teken- of bewerkgereedschap op pixels.
werkkleur. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Lineair doordrukken In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur donkerder gemaakt aan de hand van de werkkleur door de helderheid te verlagen. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Donkerdere kleur In deze modus wordt het totaal van alle kanaalwaarden voor de basiskleur en de werkkleur vergeleken en wordt de kleur met de laagste waarde weergegeven.
De kleur van een overhemd wijzigen met de overvloeimodus Kleur Lichtsterkte In deze modus ontstaat een eindkleur met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de werkkleur. Het effect van deze modus is het tegenovergestelde van het effect van de modus Kleur. Naar boven Webveilige kleuren Webveilige kleuren zijn de 216 kleuren die door browsers op Windows- en Mac OS-platforms worden gebruikt.
--> Tekengereedschappen Het gereedschap Penseel gebruiken Het gereedschap Potlood gebruiken Het gereedschap Penseel Impressionist gebruiken Het gereedschap Natte vinger gebruiken Het gereedschap Gummetje gebruiken Het gereedschap Tovergummetje gebruiken Het gereedschap Achtergrondgummetje gebruiken Naar boven Het gereedschap Penseel gebruiken Met het penseel brengt u zachte of krachtige kleurstreken aan. U kunt er airbrushtechnieken mee simuleren.
Modus Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. Wissen Als u begint te tekenen en slepen in gebieden waarin de voorgrondkleur niet voorkomt, tekent u met de voorgrondkleur. Dit betekent dat als u met een andere kleur dan de voorgrondkleur begint, u alleen met de voorgrondkleur tekent. Klik op en teken in de gebieden met de voorgrondkleur; het potlood bevat de achtergrondkleur.
1. Selecteer het gereedschap Natte vinger in het gedeelte Verbeteren van de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Vervagen of Verscherpen. Klik vervolgens op het pictogram van het gereedschap Natte vinger op de optiebalk voor het gereedschap.) 2. Stel de gewenste opties in op de optiebalk voor het gereedschap en sleep in de afbeelding om de kleur uit te smeren.
Originele afbeelding (links) en na het wissen van de wolken (rechts) 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het tovergummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Tovergummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Gummetje of Achtergrondgummetje.
De afleidende achtergrond wissen. U kunt de achtergrond vervangen door een andere achtergrond met het gereedschap Kloonstempel of door het toevoegen van een andere laag 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het achtergrondgummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Achtergrondgummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset.
Opnieuw samenstellen Een foto opnieuw samenstellen in de modus Met instructies Een foto opnieuw samenstellen in de modus Expert Opties voor Opnieuw samenstellen Met het gereedschap Opnieuw samenstellen kunt u het formaat van foto's op intelligente wijze aanpassen, zodat belangrijke visuele elementen, zoals personen, gebouwen, dieren, enzovoort behouden blijven. Wanneer een foto op de gebruikelijke manier wordt geschaald, worden alle pixels evenzeer beïnvloed.
cirkel. Snelle markering zorgt ervoor dat het gebied binnen de cirkel wordt gemarkeerd voor bescherming. U kunt het formaat van het penseel en de foto opgeven. De groene gedeelten zijn de gebieden die zijn gemarkeerd voor bescherming. 4. Als u delen van ongewenste gemarkeerde gebieden (groene gebieden) wilt wissen, klikt u met de rechtermuisknop op de foto en selecteert u Markeringen voor beschermen wissen. 5.
Voorinstelling Hiermee kunt u de verhouding opgeven die u voor het wijzigen van het formaat wilt gebruiken. Voorinstelling is van invloed op de verhoudingen van de foto, niet op de afmetingen ervan. Als u bijvoorbeeld een vooraf ingestelde verhouding van 8 x 13 cm gebruikt, wordt het formaat van de afbeelding aan de hand van deze verhouding aangepast. Als u de foto met dezelfde verhouding wilt schalen, houdt u Shift ingedrukt en sleept u de hoekgrepen.
Afbeeldingen vergroten/verkleinen Grootte en resolutie Monitorresolutie De afbeeldingsgrootte van een geopend bestand weergeven De afdrukgrootte op het scherm weergeven De afdrukafmetingen en de resolutie wijzigen zonder het aantal pixels te wijzigen Het aantal pixels in een afbeelding wijzigen De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Grootte en resolutie De afbeeldingsgrootte (of pixelafmetingen) is een manier om het aantal pixels te meten lan
In het dialoogvenster Afbeeldingsgrootte ziet u de verhouding tussen afbeeldingsgrootte en resolutie (kies Afbeelding > Vergroten/verkleinen > Afbeeldingsgrootte). Als u één waarde wijzigt, veranderen de twee andere waarden dienovereenkomstig. Met Verhoudingen behouden kunt u de afbeeldingsgrootte wijzigen zonder afbeeldingsgegevens te wijzigen Met de optie Verhoudingen behouden kunt u de hoogte-breedteverhouding (de verhouding tussen de breedte en de hoogte van de afbeelding) behouden.
De afbeeldingsgrootte van een geopend bestand weergeven Klik op het vak met bestandsinformatie onder aan het document en houd de muisknop ingedrukt. In dit vak ziet u de volgende informatie: de hoogte en de breedte van de afbeelding (uitgedrukt in pixels en in de eenheid die momenteel is geselecteerd voor de linialen), het aantal kleurkanalen en de afbeeldingsresolutie (ppi). Naar boven De afdrukgrootte op het scherm weergeven Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Weergave > Afdrukgrootte.
Het wijzigen van de pixelafmetingen van een afbeelding wordt het berekenen van nieuwe beeldpixels genoemd. Het berekenen van nieuwe beeldpixels is niet alleen van invloed op het formaat van de afbeelding op het scherm, maar ook op de afbeeldingskwaliteit en op de afmetingen en de afbeeldingsresolutie van de afgedrukte uitvoer. Door het berekenen van nieuwe beeldpixels kan de kwaliteit van de afbeelding afnemen. Bij het verkleinen van het aantal pixels wordt informatie uit de afbeelding verwijderd.
Bicubisch scherper Kies Bicubisch scherper om een afbeelding te verkleinen. Met deze methode blijven de details behouden wanneer u het aantal pixels wijzigt. Het is echter mogelijk dat bepaalde gebieden van de afbeelding te sterk worden verscherpt. In dat geval kunt u beter de methode Bicubisch gebruiken. 3. Selecteer Verhoudingen behouden als u de huidige verhouding wilt behouden. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de breedte automatisch bijgewerkt wanneer u de hoogte wijzigt en omgekeerd. 4.
Effecten Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Afbeeldingen gebruiken Gestileerde vormen of illustraties aan een afbeelding toevoegen Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Foto-effecten Een effect toepassen Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Afbeeldingen of effecten toevoegen aan Favorieten Naar boven Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Effecten vormt een centrale locatie voor het toepassen van effect
Dubbelklik op een miniatuur. Sleep de miniatuur naar de afbeelding. 4. Wijzig de positie of de grootte van de vorm of illustratie met de tool Verplaatsen . Naar boven Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een artistieke achtergrond toevoegt aan een afbeelding, wordt de bestaande achtergrondlaag vervangen.
gedeelte van een laag. Een kader fungeert ook als een neerzetzone waar u de inhoud gemakkelijk kunt toevoegen of wijzigen. Afbeeldingseffecten Hiermee past u effecten toe op een kopie van een geselecteerde laag. Met het effect Sneeuwstorm maakt u een afbeelding waarop het lijkt te sneeuwen. Met het effect Neon gloed verandert u de afbeelding in een dramatische neonafbeelding. Met afbeeldingseffecten zoals Olieverf of Zachte focus kunt u de kleuren verzachten of een afbeelding vervagen.
Sleep een miniatuur naar de afbeelding. 2. Er wordt een tekstkader weergegeven over de afbeelding en de teksttool wordt geactiveerd. Typ de nieuwe tekst. 3. Als u de tekst hebt gewijzigd, klikt u op het pictogram Huidige bewerking vastleggen om de wijziging toe te passen of u klikt op het pictogram Huidige bewerking annuleren . 4. Met de tool Verplaatsen kunt u het tekstkader verplaatsen of vergroten of verkleinen. 5.
Selecteren 184
Selecties maken met tools Selecties De selectietools De tools Rechthoekig en Ovaal selectiekader gebruiken De tool Lasso gebruiken De tool Veelhoeklasso gebruiken De tool Magnetische lasso gebruiken De tool Toverstaf gebruiken De tool Snelle selectie gebruiken De tool Selectiepenseel gebruiken Magisch extraheren gebruiken De randen van een selectie verfijnen Een geselecteerd gebied verwijderen Gebieden selecteren en deselecteren met behulp van opdrachten De nieuwste versie van Photoshop Elements uitprobere
Selectie gemaakt met de tool Ovaal selectiekader, kleur aangepast in geselecteerd gebied. Naar boven De selectietools De selectietools staan in de toolset die standaard links in het scherm wordt weergegeven. In Photoshop Elements moet u de modus Expert activeren om de selectietools weer te geven. Tool Rechthoekig selectiekader: Hiermee tekent u vierkante of rechthoekige selectiekaders. Tool Ovaal selectiekader: Hiermee tekent u ronde of ovale selectiekaders.
Tool Snelle selectie: Hiermee maakt u snel en automatisch een selectie op basis van kleur en structuur wanneer u in een gebied klikt of sleept. Tool Selectiepenseel: Hiermee selecteert of deselecteert u automatisch het gebied dat u tekent, afhankelijk van de vraag of de modus Selectie of de modus Masker actief is. Tool Slim penseel: Hiermee past u kleur- en toonaanpassingen en effecten toe op een selectie. De tool maakt automatisch een aanpassingslaag voor nietdestructieve bewerking.
als het selectiekader zich op de gewenste plaats bevindt. 4. Klik op Randen verfijnen om verdere aanpassingen aan te brengen in uw selectie en deze preciezer te maken. Zie hoe u de randen van een selectie kunt verfijnen. De tool Lasso gebruiken Met de lasso tekent u willekeurig gevormde selectiekaders. Met deze tool kunt u bijzonder nauwkeurige selecties maken. Opties voor de lasso A. De tool Lasso B. De tool Veelhoeklasso C. De tool Magnetische lasso D. Nieuwe selectie E. Toevoegen aan selectie F.
selectiekader kunt u een onbeperkt aantal segmenten maken. Opties voor de veelhoeklasso A. De tool Lasso B. De tool Veelhoeklasso C. De tool Magnetische lasso D. Nieuwe selectie E. Toevoegen aan selectie F. Verwijderen uit selectie G. Doorsnede maken met selectie 1. Selecteer de veelhoeklasso in de toolset. 2.
Opties voor de tool Magnetische lasso A. De tool Lasso B. De tool Veelhoeklasso C. De tool Magnetische lasso D. Nieuwe selectie E. Toevoegen aan selectie F. Verwijderen uit selectie G. Doorsnede maken met selectie 1. Selecteer de magnetische lasso in de toolset. Voer een van de volgende handelingen uit als de Magnetische lasso is geselecteerd en u wilt wisselen tussen de tool Magnetische lasso en de andere lassotools: U activeert de tool Lasso door te drukken op Alt (Option in Mac OS) en te slepen.
4. Voer een van de volgende handelingen uit om het selectiekader te sluiten: Als u het kader handmatig wilt sluiten, sleept u weer over het beginpunt en klikt u. Er verschijnt een gesloten cirkel naast de aanwijzer als deze boven het beginpunt staat. Als u het kader wilt sluiten met een willekeurig gevormd magnetisch segment, dubbelklikt u of drukt u op Enter. Als u de rand wilt sluiten met een recht segment, dubbelklikt u terwijl u Alt (Option in Mac OS) ingedrukt houdt.
omdat de tool Snelle selectie automatisch en intuïtief een rand maakt. Opmerking: De tool Slim penseel maakt een selectie, net als de tool Snelle selectie, maar past tegelijkertijd ook de kleur en toon aan. Zie De tools Slim penseel toepassen. Opties voor de tool Snelle selectie A. Tool Snelle selectie B. Nieuwe selectie C. Toevoegen aan selectie D. Verwijderen uit selectie 1. Selecteer de tool Snelle selectie. 2.
de selectie te verwijderen. Opties voor de tool Selectiepenseel A. Selectiepenseel B. Toevoegen aan selectie C. Verwijderen uit selectie D. Pop-upvenster Selectie E. Popupvenster Penseel F. Penseelgrootte G. Hardheid H. Dialoogvensterknop Randen verfijnen 1. Selecteer de tool Selectiepenseel in de toolset. Mogelijk moet u klikken op de tool Snelle selectie in de toolset en het selectiepenseel selecteren in de weergegeven lijst met verborgen tools. 2.
Magisch extraheren gebruiken Opmerking: De functie Magisch extraheren is niet beschikbaar in Adobe Photoshop Elements 12 en hoger. Gebruik Magisch extraheren voor het maken van nauwkeurige selecties op basis van de vormgeving van de voorgrond- en de achtergrondgebieden die u opgeeft. U kunt deze gebieden opgeven door gekleurde markeringen te plaatsen in de gebieden die u wilt selecteren.
Kies een nieuwe grootte in het menu Penseelgrootte. Klik op het staal voor Voorgrondkleur of Achtergrondkleur en kies een nieuwe kleur in de Kleurkiezer. Klik vervolgens op OK. 8. Klik op Voorvertoning om de huidige selectie te bekijken. 9. Om de instellingen voor voorvertoning op te geven, voert u een van de volgende handelingen uit: Als u wilt wijzigen wat wordt weergegeven in het gebied voor de voorvertoning, kiest u Selectiegebied of Originele foto in het menu Weergave.
In Photoshop Elements kunt u in het dialoogvenster Randen verfijnen uw selectie verfijnen (selecteer een gedeelte van een afbeelding, klik met de rechtermuisknop op de selectie en kies Randen verfijnen in het contextmenu). U kunt het dialoogvenster Randen verfijnen ook openen door te klikken op Selecteren > Randen verfijnen. Als u het dialoogvenster Randen verfijnen op een Mac wilt openen, selecteert u een gedeelte van een afbeelding, houdt u Ctrl ingedrukt en kiest u Randen verfijnen. Weergavemodus.
Hoeveel. Hiermee wijzigt u de mate van zuivering en randvervanging. Uitvoer naar. Hiermee bepaalt u of de verfijnde selectie een selectie of masker op de huidige laag wordt of resulteert in een nieuwe laag of een nieuw document. Naar boven Een geselecteerd gebied verwijderen Wanneer u een selectie op een achtergrondlaag verwijdert, wordt het geselecteerde gebied vervangen door de achtergrondkleur of het geruite achtergrondpatroon (transparante pixels).
Selecties verplaatsen en kopiëren Een selectie verplaatsen Opties voor de tool Verplaatsen Selecties of lagen kopiëren Selecties kopiëren met de tool Verplaatsen Een selectie kopiëren met behulp van opdrachten Een selectie in een andere selectie plakken Naar boven Een selectie verplaatsen Met de tool Verplaatsen kunt u een pixelselectie knippen en naar een nieuwe positie in de foto slepen.
Selectiekader tonen Geeft het kader rond de selectie in de afbeelding weer of rond de momenteel geselecteerde laag (als er geen actieve selectie in de afbeelding is). Met de zijden en hoeken van de vakken kunt u de grootte van de selectie of laag aanpassen. Opmerking: Een selectiekader is niet zichtbaar voor een achtergrondlaag. Markering tonen op rollover Hiermee markeert u individuele lagen als de muis boven de afbeelding zweeft. Klik op een gemarkeerde laag om deze te selecteren en te verplaatsen.
Mac OS) ingedrukt en drukt u op een pijltoets. (Hiermee worden de pixels verplaatst en gekopieerd, waardoor een vervaagd effect ontstaat.) Als u de gedupliceerde selectie wilt verschuiven met 10 pixels, houdt u Alt (Option in Mac OS) +Shift ingedrukt en drukt u op een pijltoets. (Hiermee worden de pixels verplaatst en niet gekopieerd.) Opmerking: Wanneer u een selectie van de ene afbeelding naar een andere afbeelding sleept (en de Shift-toets ingedrukt houdt), wordt de selectie in het midden geplakt.
5. Als het resultaat naar wens is, deselecteert u de geplakte afbeelding om de wijzigingen vast te leggen. Houd Ctrl (Option in Mac OS) ingedrukt om de tool Verplaatsen te activeren terwijl een ander tool is geselecteerd. (Deze methode werkt niet bij het handje.) Zie ook Selecties maken met tools Selecties wijzigen Selecties bewerken en verfijnen Selecties opslaan De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Selecties aanpassen Een selectiekader verplaatsen Een selectie omkeren Toevoegen aan of verwijderen uit een selectie Een gebied selecteren dat een selectie doorsnijdt Een selectie uitbreiden of inperken met een specifiek aantal pixels Een selectie omringen door een nieuw selectiekader Gebieden met soortgelijke kleuren in een selectie opnemen Overbodige pixels uit een op kleuren gebaseerde selectie verwijderen Een rand van een selectie verwijderen Naar boven Een selectiekader verplaatsen Door het selectiek
Naar boven Een gebied selecteren dat een selectie doorsnijdt U kunt het gebied beperken waarop een selectie effect heeft. In een foto van met sneeuw bedekte bergen kunt u bijvoorbeeld witte wolken selecteren in de lucht zonder gebieden van de witte berg eronder. U doet dit door de gehele lucht te selecteren en vervolgens de toverstaf te gebruiken met Doorsnede maken met selectie geselecteerd en Aangrenzend uitgeschakeld om alleen de witte gebieden te selecteren binnen de bestaande luchtselectie.
maken rondom de afbeelding (onderste afbeelding). 1. Kies een selectiegereedschap en maak een selectie. 2. Kies Selecteren > Bewerken > Omranden. 3. Voer een waarde tussen 1 en 200 in het tekstvak Breedte in en klik op OK. Gebieden met soortgelijke kleuren in een selectie opnemen Naar boven 1.
3. In het dialoogvenster Rand verwijderen typt u het aantal pixels dat u rondom het object wilt vervangen. Een waarde van 1 of 2 is voldoende. 4. Klik op OK. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Selecties bewerken en verfijnen Selecties bewerken Het maken van selecties vormt een cruciaal onderdeel van het bewerkingsproces. Een van de tools in Photoshop Elements is het penseel Selectie verfijnen. Deze tool helpt u bij het toevoegen van gebieden aan of het verwijderen van gebieden uit een selectie door de randen automatisch te detecteren. De cursor voor de Tool is een set van twee concentrische cirkels.
1. Open een afbeelding in de modus Snel/Expert. Selecteer een afbeelding met nauwkeurige en gedetailleerde randen 2. Selecteer de tool Penseel Selectie verfijnen (A). 3. Kies de modus Toevoegen uit de vier beschikbare modi (Toevoegen, Verwijderen, Pushen, Vloeiend maken). Selectiecursor in modus Toevoegen 4. Houd de cursor ingedrukt op de afbeelding waarin u nauwkeurige en verfijnde elementen wilt selecteren.
Een groter wordende selectie binnen de cursor van het penseel Selectie verfijnen (in de modus Toevoegen) A - De binnencirkel van de cursor, waar het selectiegebied groter wordt. Het binnengebied wordt automatisch geselecteerd. B - De buitenrand van de selectierand. C - De binnenrand van de selectierand. D - De buitencirkel van de cursor, waar het selectiegebied niet langer groter wordt, zelfs niet als u de muis oneindig ingedrukt houdt.
Selecteer de fijne details die u in uw foto hebt vastgelegd met behulp van de cursor Selectierand. 7. Blijf oefenen en voer stap 6 uit, wijzig uw selecties en gebruik de modi Verwijderen, Pushen en Vloeiend maken van de tool Penseel Selectie verfijnen. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Selectieranden vloeiend maken met anti-aliasing en doezelen De randen van een selectie vloeiend maken met anti-aliasing De randen van een selectie vervagen met doezelen Een doezelrand voor een selectietool definiëren Een doezelrand voor een bestaande selectie definiëren De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven De randen van een selectie vloeiend maken met anti-aliasing U kunt de harde randen van een selectie verzachten met anti-aliasing of doez
Originele afbeelding (links) en de afbeelding nadat een gedoezelde selectie is gemaakt, de opdracht Selectie omkeren is toegepast en een witte vulling is aangebracht (rechts). Naar boven Een doezelrand voor een selectietool definiëren 1. Voer in de werkruimte Bewerken een van de volgende handelingen uit: Selecteer een lasso- of selectiekadertool in de toolbox en voer een waarde voor Doezelaar in op de optiebalk om de breedte voor doezelen op te geven. Het doezelen begint bij het selectiekader.
Selecties opslaan Een selectie opslaan, laden of verwijderen Een opgeslagen selectie wijzigen Een nieuwe selectie wijzigen met een opgeslagen selectie Naar boven Een selectie opslaan, laden of verwijderen Door een selectie op te slaan kunt u het geselecteerde gebied van een foto op een later tijdstip bewerken. Voordat u de opgeslagen selectie laadt, kunt u de overige delen van een foto bewerken.
3. Kies in het dialoogvenster Selectie opslaan de selectie die u wilt wijzigen in het menu Selectie. 4. Selecteer een van de volgende opties en klik op OK: Selectie vervangen Hiermee vervangt u de opgeslagen selectie door de huidige selectie. Toevoegen aan selectie Hiermee voegt u de huidige selectie toe aan de opgeslagen selectie. Verwijderen uit selectie Hiermee verwijdert u de huidige selectie uit de opgeslagen selectie.
Kleur 214
--> Kleur begrijpen Kleuren Het HSB-model Het RGB-model De kleurenschijf In Adobe® Photoshop® Elements maakt u gebruik van twee kleurmodellen om kleuren te bewerken. Eén model is gebaseerd op de menselijke waarneming van een kleur aan de hand van de kleurtoon, verzadiging en helderheid (hue, saturation en brightness, HSB) en het andere model is gebaseerd op de wijze waarop een kleur wordt weergegeven door een computermonitor (in waarden voor rood, groen en blauw ofwel RGB).
rode, groene en blauwe fosforen. Additieve kleuren (RGB) A. Rood B. Groen C. Blauw D. Geel E. Magenta F. Cyaan Naar boven De kleurenschijf Aan de hand van de kleurenschijf krijgt u een beter inzicht in de relaties tussen kleuren. Rood, groen en blauw zijn de additieve primaire kleuren. Cyaan, magenta en geel zijn de subtractieve primaire kleuren. Recht tegenover elke additieve primaire kleur bevindt zich de desbetreffende complementaire kleur: rood-cyaan, groen-magenta en blauw-geel.
De grondbeginselen van kleur- en tooncorrectie Overzicht van kleurcorrectie Kleuren corrigeren in de modus Snel Tools in de modus Snel Kleuren corrigeren in de modus Expert Kleur en belichting automatisch corrigeren Histogrammen Een histogram weergeven Naar boven Overzicht van kleurcorrectie Photoshop Elements bevat verschillende tools en opdrachten voor het corrigeren van het toonbereik, de kleuren en de scherpte van foto's, en voor het verwijderen van stofvlekjes of andere onvolkomenheden.
instellingen voor kleuren en belichting toe te passen op een foto. Gewoonlijk gebruikt u slechts een van de automatische instellingen op een foto. Als die instelling niet het gewenste resultaat oplevert, klikt u op Herstellen en probeert u een andere instelling. U kunt de afbeelding ook aanpassen met behulp van de schuifregelaars, of u nu gebruik hebt gemaakt van een automatische instelling of niet. Voer verscherpen uit als laatste correctie op een afbeelding. 1.
Tools in de modus Snel Als u een foto wilt perfectioneren en de voorvertoning als uitgangspunt wilt gebruiken, klikt u op de foto, houdt u de muisknop ingedrukt en sleept u naar links of rechts. De modus Snel bevat de volgende tools waarmee u uw foto's kunt verfijnen: Slim repareren Hiermee past u de belichting en de kleuren aan. Met Slim repareren corrigeert u de totale kleurbalans en verbetert u de details voor schaduwen en hooglichten, indien noodzakelijk.
kleurbalans is ingesteld door de camera. Kleur Sleep de schuifregelaar om meer groen of magenta aan de kleur toe te voegen. Gebruik deze instelling om de kleuren af te stemmen nadat u de instelling Temperatuur hebt gebruikt. Verscherpen Hiermee past u de scherpte van uw afbeelding aan. Klik op de knop Automatisch om de standaardhoeveelheid voor verscherpen te gebruiken. Verscherpen Sleep de schuifregelaar om de hoeveelheid voor verscherpen in te stellen.
(Zie Een afbeelding uitsnijden.) Naar boven Kleuren corrigeren in de modus Expert Als u al eerder met foto's hebt gewerkt, zult u zien dat Photoshop Elements de meest flexibele en krachtige omgeving is voor het corrigeren van foto's. Deze werkruimte heeft opdrachten voor het corrigeren van belichting en kleur, en tools waarmee u onvolkomenheden kunt wegwerken, selecties kunt maken, tekst kunt toevoegen en op uw afbeeldingen kunt tekenen.
Na correctie van het toonbereik kunt u de kleurbalans van de afbeelding aanpassen om ongewenste kleurzweem te verwijderen of om oververzadigde of doffe kleuren te corrigeren. Met sommige automatische opdrachten in Photoshop Elements worden zowel het toonbereik als de kleuren in één stap gecorrigeerd. (Zie Verzadiging en kleurtoon aanpassen.) Andere speciale kleuraanpassingen uitvoeren.
afzonderlijke kleurkanalen. Hierdoor worden de middentonen geneutraliseerd en de witen zwartpunten ingesteld volgens de standaardwaarden. Automatisch, bij Verscherpen Hiermee past u de scherpte van een afbeelding aan door de randen te verduidelijken en details toe te voegen die door kleuraanpassingen verloren zijn gegaan. Rode ogen automatisch corrigeren Hiermee worden automatisch rode ogen in een afbeelding gezocht en gerepareerd.
Een histogram aflezen A. Overbelichte foto met uitgesneden hooglichten B. Juist belichte foto met volledige tonaliteit C. Onderbelichte foto met uitgesneden schaduwen Naar boven Een histogram weergeven 1. Als het deelvenster Histogram niet is geopend in het deelvenstervak, kiest u Venster > Histogram. 2. Kies de bron van de histogramweergave in het menu Bron: Hele afbeelding Hiermee geeft u een histogram weer van de hele foto, met inbegrip van alle lagen in documenten met meerdere lagen.
gebieden aan waar de drie kleurkanaalhistogrammen elkaar overlappen. Grijswaardenafbeeldingen hebben één kanaaloptie: Grijs. 4. Als u de volgende statistische informatie over een reeks waarden wilt bekijken, sleept u in het histogram en houdt u de muisknop ingedrukt om de reeks te markeren. Als u informatie wilt bekijken over een specifiek gedeelte in het histogram, plaatst u de aanwijzer op dat gedeelte: Gemiddeld Dit is de gemiddelde intensiteitswaarde. Standaarddeviatie (Std.
Kleur, verzadiging en kleurtoon aanpassen Verzadiging en kleurtoon aanpassen De tint van huidskleuren aanpassen De verzadiging in geïsoleerde gebieden aanpassen De kleur van een object wijzigen Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Afbeeldingen automatisch omzetten in zwart-wit Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit Kleur toevoegen aan een grijswaardenafbeelding De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Verzadig
Voor en na het aanpassen van de kleurverzadiging Gebruik de schuifregelaar Lichtsterkte samen met de andere aanpassingen om een gedeelte van een foto lichter of donkerder te maken. Pas op dat u deze aanpassingen niet voor de hele foto gebruikt, omdat het totale toonbereik erdoor wordt verminderd. Kleurverzadiging of kleurtoon wijzigen 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurtoon/verzadiging aanpassen.
1. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleurtoon/verzadiging aanpassen. Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Kleurtoon/verzadiging of open een bestaande aanpassingslaag van Kleurtoon/verzadiging. 2. Kies een kleur in het menu Bewerken. 3. Voer een van de volgende handelingen uit met de correctieregelaar: Sleep een van de witte driehoekjes om de mate van kleurverschuiving aan te passen zonder dat dit van invloed is op het bereik.
aanpassen om de uiteindelijk gewenste kleur te bereiken. Origineel (boven) en na aanpassing van huidskleur (onder) 1. Open de foto en selecteer de laag die u wilt corrigeren. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Huidskleur aanpassen. 3. Klik op een gebied met huid. De kleuren in de foto worden automatisch aangepast. De wijzigingen kunnen subtiel zijn. Opmerking: Let erop dat Voorvertoning is geselecteerd zodat u de kleurveranderingen te zien krijgt zodra deze zich voordoen. 4.
1. Selecteer de tool Spons. 2. Stel toolopties in op de optiebalk: Modus Hiermee verhoogt of verlaagt u de kleurverzadiging. Kies Verzadigen als u de verzadiging van de kleur wilt intensiveren. Bij grijswaarden verhoogt u het contrast met Verzadigen. Kies Minder verzadiging als u de verzadiging van de kleur wilt afzwakken. Bij grijswaarden verlaagt u het contrast met Minder verzadiging. Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in.
Afbeeldingen nauwkeurig omzetten in zwart-wit Met de opdracht Omzetten in zwart-wit kunt u een specifieke omzettingsstijl kiezen die op de afbeelding moet worden toegepast. Dit is anders dan de opdracht Kleur verwijderen die de afbeelding automatisch in zwart-wit omzet. In het dialoogvenster Omzetten in zwart-wit helpen de beschikbare afbeeldingsstijlen u verschillende voorinstellingen voor omzetting te vergelijken en te kiezen.
van de selectietools. Als u niets selecteert, heeft de aanpassing effect op de hele afbeelding. 2. Kies Verbeteren > Kleur aanpassen > Kleur verwijderen. Naar boven Aangepaste voorinstellingen toevoegen voor omzetten in zwart-wit U kunt handmatig aangepaste voorinstellingen toevoegen aan de zwart-witomzetmodule door een specifiek tekstbestand te bewerken. Opmerking: Het toevoegen van aangepaste voorinstellingen voor omzetten in zwart-wit is een taak voor geavanceerde gebruikers. 1.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Camera Raw-afbeeldingsbestanden verwerken Camera Raw-afbeeldingsbestanden Procesversies Camera Raw-bestanden openen en verwerken Scherpte in Camera Raw-bestanden aanpassen Ruis verminderen in Camera Raw-afbeeldingen Wijzigingen in Camera Raw-afbeeldingen opslaan Een Camera Raw-afbeeldingsbestand openen in de werkruimte Bewerken Instellingen en besturingselementen De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Camera Raw-afbeeldingsbestanden In digita
Procesversie 2010 (wordt gebruikt in Adobe Photoshop Elements 10) Procesversie 2003 (wordt gebruikt in Adobe Photoshop Elements 9 en lager) Welke procesversie wordt toegepast op mijn Raw-afbeelding? Wanneer u een Raw-bestand opent dat niet in een eerdere versie van Photoshop Elements is geopend, wordt de standaardprocesversie 2012 gebruikt. Als u een Raw-bestand echter opent in een eerdere versie van Photoshop Elements wordt een oudere procesversie gebruikt.
2. Blader om een of meer Camera Raw-bestanden te selecteren en klik op Openen. Het histogram in het dialoogvenster Camera Raw geeft het toonbereik van de afbeelding weer met de huidige instellingen. Het histogram wordt automatisch bijgewerkt terwijl u instellingen aanpast. 3. (Optioneel) Pas de afbeeldingsweergave aan met de besturingselementen zoals de tool Zoomen of met opties zoals schaduwen en hooglichten, zodat uitgeknipte gebieden worden onthuld in het voorvertoningsgebied.
Met de schuifregelaar Verscherpen maakt u de afbeelding scherper om de gewenste randdefinitie te verkrijgen. De aanpassing Scherpte is een variant van het Adobe Photoshop-filter Onscherp masker. Er worden pixels gezocht die op grond van de opgegeven drempel verschillen van omringende pixels en het contrast van de pixels wordt met de opgegeven hoeveelheid verhoogd.
ieder ander bestand, de opdracht Openen om een Camera Raw-bestand te openen. Vervolgens kunt u het bestand net als iedere andere afbeelding bewerken en opslaan.) 1. Breng in het dialoogvenster Camera Raw aanpassingen aan in een of meer Camera Raw-afbeeldingen. 2. Klik op de knop Afbeelding opslaan. 3. Geef in het dialoogvenster Opties voor opslaan aan waar u het bestand wilt opslaan en welke naam u het bestand wilt geven wanneer u meer dan één Camera Raw-bestand opslaat.
voorvertoningsafbeelding om het gedeelte te selecteren dat u wilt behouden en druk vervolgens op Enter. Tool Rechttrekken Met de tool Rechttrekken kunt u een afbeelding verticaal of horizontaal opnieuw uitlijnen. U kunt er ook de grootte van het canvas mee wijzigen en het canvas uitsnijden om het rechttrekken van de foto te vergemakkelijken. Rode ogen verwijderen In foto's die zijn gemaakt met flitslicht, verwijdert u met deze tool rode ogen bij mensen en groene of witte ogen bij huisdieren.
Kleuren en Camera Raw Het histogram en de RGB-waarden gebruiken in Camera Raw Besturingselementen voor de witbalans in Camera Raw Afbeeldingen en kleurtonen aanpassen in Camera Raw-bestanden In het dialoogvenster Camera Raw kunt u eerste aanpassingen en wijzigingen uitvoeren in een Raw-afbeelding voordat u deze in Photoshop Elements gaat bewerken. Als de optie Voorvertoning is ingeschakeld, kunt u zien hoe de gewijzigde afbeelding eruitziet.
A. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar rechts om een foto te corrigeren die met een hogere kleurtemperatuur van het licht is genomen.B. Sleep de schuifregelaar Temperatuur naar links om een foto te corrigeren die met een lagere kleurtemperatuur van het licht is genomen.C. De foto nadat de kleurtemperatuur is aangepast. Kleur Hiermee stelt u de witbalans af ter compensatie van een groene of een magenta kleur.
verhoogd. Als u een lagere waarde instelt, wordt het contrast in de afbeelding verlaagd. In de meeste gevallen wijzigt u het contrast van de middentonen met de schuifregelaar Contrast nadat u de belichting, schaduwen en helderheid hebt ingesteld. Herstel Kies deze optie om te proberen details te herstellen in gebieden met hooglichten. Camera Raw kan bepaalde details reconstrueren uit gebieden waarin een of twee kleurkanalen zijn bijgesneden tot wit.
kleuren in elkaar overlopen. Cameraprofiel Hiermee kiest u het ACR-profiel (Adobe Camera Raw). Camera Raw gebruikt profielen om Raw-afbeeldingen te verwerken voor elk cameramodel dat het ondersteunt. Kies ACR 4.4, ACR 2.4 of Adobe-standaard om te kunnen kiezen uit de verschillende cameraprofielen in het tabblad Camerakalibratie. Bij sommige camera's wordt een hoger versienummer vermeld ter verwijzing naar nieuwe, verbeterde cameraprofielen.
Kleurzweem corrigeren Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem verwijderen met Niveaus Kleurcurven aanpassen Naar boven Een kleurzweem automatisch verwijderen Een kleurzweem is een niet gewenste kleurverschuiving in een foto. Een foto die binnenshuis zonder flitser is genomen, kan bijvoorbeeld te veel geel bevatten. Met de opdracht Kleurzweem verwijderen wijzigt u de algemene kleurenmix zodat kleurzwemen uit een foto worden verwijderd.
Blauw als u blauw of geel aan de foto wilt toevoegen. 3. Sleep de middelste invoerschuifregelaar naar links of rechts om kleur toe te voegen of te verwijderen. 4. Klik op OK als u tevreden bent met de totale kleur. U kunt de grijze kleurkiezer in het dialoogvenster Niveaus gebruiken om snel een kleurzweem te verwijderen. Dubbelklik op de kleurkiezer en zorg dat de RGB-waarden gelijk zijn. Nadat u de Kleurkiezer hebt gesloten, klikt u op een gebied in de foto dat neutraal grijs moet zijn.
dialoogvenster Kleurcurven aanpassen te sluiten. Zie ook Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren Schaduwen en helderheid aanpassen met Niveaus Kleur en belichting automatisch corrigeren De kleurenschijf Lagen begrijpen De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Kleurbeheer instellen Kleurbeheer Kleurbeheer instellen Kleurprofiel omzetten Naar boven Kleurbeheer Met kleurbeheer kunt u consistente kleuren verkrijgen voor digitale camera's, scanners, computermonitors en printers. Al deze apparaten reproduceren een verschillend kleurenbereik, de zogenaamde kleuromvang. Wanneer u een afbeelding overzet van de digitale camera naar de monitor en ten slotte naar een printer, verschuiven de afbeeldingskleuren.
A. Profielen beschrijven de kleurruimten van het invoerapparaat en het document. B. In de profielbeschrijvingen geeft het kleurbeheersysteem de werkelijke kleuren van het document aan. C. Het monitorprofiel geeft aan het kleurbeheersysteem door hoe de numerieke waarden moeten worden omgezet in de kleurruimte van de monitor. D.
Kleurbeheer instellen 1. Kies in Photoshop Elements Bewerken > Kleurinstellingen. 2. Selecteer een van de volgende opties voor kleurbeheer en klik op OK. Geen kleurbeheer De afbeelding blijft ongetagd. Bij deze optie wordt het monitorprofiel gebruikt als de werkruimte. Hierbij worden ingesloten profielen verwijderd bij het openen van afbeeldingen, en wordt de afbeelding niet getagd bij opslaan. Altijd kleuren optimaliseren voor computerschermen Hierbij wordt sRGB als de RGB-werkruimte gebruikt.
--> Afbeeldingsmodi en kleurentabellen gebruiken Afbeeldingsmodi Een afbeelding omzetten in de modus Bitmap Een bitmapafbeelding omzetten in een grijswaardenafbeelding Een afbeelding omzetten in de modus Geïndexeerde kleur Kleuren in een geïndexeerde-kleurentabel bewerken Transparantie aan één kleur in een geïndexeerde-kleurentabel toewijzen Een vooraf gedefinieerde geïndexeerde-kleurentabel gebruiken Een geïndexeerde-kleurentabel opslaan of laden Naar boven Afbeeldingsmodi Een afbeeldingsmodus bepaalt
Maak een back-up vóór de omzetting. Het is van belang dat u een kopie van de afbeelding met alle lagen maakt, zodat u de oorspronkelijke versie nog kunt bewerken na de omzetting. Voeg alle lagen van het bestand samen tot één laag voordat u het omzet. De interactie tussen kleuren in modi met overvloeiende lagen verandert wanneer u een andere modus kiest.
veranderd in een grijstint in de modus Grijswaarden. Als de grijswaarde van de pixel licht genoeg is, zal de pixel wit worden na het terugzetten naar de modus Bitmap. 1. Kies Afbeelding > Modus > Grijswaarden. 2. Geef een waarde tussen 1 en 16 op voor de verhouding. De verhouding is de factor waarmee de omvang van de afbeelding wordt verkleind. Als u bijvoorbeeld een grijswaardenafbeelding 50% wilt verkleinen, geeft u 2 op als verhoudingsfactor.
voor later gebruik op of klik op Laden om een bestaande kleurentabel te laden. Met deze optie geeft u ook het huidige adaptieve palet weer, waarmee u de kleuren kunt bekijken die het meest in de afbeelding voorkomen. Vorige Met deze optie kiest u het aangepaste palet dat u bij de vorige omzetting hebt gebruikt. Dit is handig als u meerdere afbeeldingen wilt omzetten met hetzelfde aangepaste palet.
Een vooraf gedefinieerde geïndexeerde-kleurentabel gebruiken Naar boven 1. Kies Afbeelding > Modus > Kleurentabel. 2. Kies een optie in het menu Tabel: Zwart lichaam Hiermee geeft u een palet weer dat is gebaseerd op de verschillende kleuren die worden uitgestraald door een zwarte radiator als deze wordt verhit, van zwart via rood, oranje en geel tot wit. Grijswaarde Hiermee geeft u een palet weer dat is gebaseerd op 256 grijstinten, van zwart tot wit.
Tekenen en verven 255
--> Overzicht van de tekenfuncties Tekengereedschappen Voor- en achtergrondkleuren Overvloeimodi Webveilige kleuren Naar boven Tekengereedschappen Photoshop Elements biedt verschillende gereedschappen om kleur toe te passen en te bewerken. Wanneer u een tekengereedschap selecteert, worden er diverse vooraf ingestelde penseeluiteinden en instellingen voor de penseelgrootte, overvloeien, dekking en airbrush-effecten weergegeven op de optiebalk voor het gereedschap.
Vakken met voorgrond- en achtergrondkleur in gereedschapset A. Vak met voorgrondkleur B. Klik om de standaardkleuren (zwart en wit) te gebruiken C. Klik om af te wisselen tussen de voor- en achtergrondkleur D. Vak met achtergrondkleur U kunt in de gereedschapset een nieuwe voor- of achtergrondkleur wijzigen met behulp van het pipet, het deelvenster Kleurstalen of de Kleurkiezer. Naar boven Overvloeimodi Met overvloeimodi bepaalt u het effect van een teken- of bewerkgereedschap op pixels.
werkkleur. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Lineair doordrukken In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur donkerder gemaakt aan de hand van de werkkleur door de helderheid te verlagen. Wit als werkkleur heeft in deze modus geen effect. Donkerdere kleur In deze modus wordt het totaal van alle kanaalwaarden voor de basiskleur en de werkkleur vergeleken en wordt de kleur met de laagste waarde weergegeven.
De kleur van een overhemd wijzigen met de overvloeimodus Kleur Lichtsterkte In deze modus ontstaat een eindkleur met de kleurtoon en verzadiging van de basiskleur en de luminantie van de werkkleur. Het effect van deze modus is het tegenovergestelde van het effect van de modus Kleur. Naar boven Webveilige kleuren Webveilige kleuren zijn de 216 kleuren die door browsers op Windows- en Mac OS-platforms worden gebruikt.
--> Tekengereedschappen Het gereedschap Penseel gebruiken Het gereedschap Potlood gebruiken Het gereedschap Penseel Impressionist gebruiken Het gereedschap Natte vinger gebruiken Het gereedschap Gummetje gebruiken Het gereedschap Tovergummetje gebruiken Het gereedschap Achtergrondgummetje gebruiken Naar boven Het gereedschap Penseel gebruiken Met het penseel brengt u zachte of krachtige kleurstreken aan. U kunt er airbrushtechnieken mee simuleren.
Modus Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. Wissen Als u begint te tekenen en slepen in gebieden waarin de voorgrondkleur niet voorkomt, tekent u met de voorgrondkleur. Dit betekent dat als u met een andere kleur dan de voorgrondkleur begint, u alleen met de voorgrondkleur tekent. Klik op en teken in de gebieden met de voorgrondkleur; het potlood bevat de achtergrondkleur.
1. Selecteer het gereedschap Natte vinger in het gedeelte Verbeteren van de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Vervagen of Verscherpen. Klik vervolgens op het pictogram van het gereedschap Natte vinger op de optiebalk voor het gereedschap.) 2. Stel de gewenste opties in op de optiebalk voor het gereedschap en sleep in de afbeelding om de kleur uit te smeren.
Originele afbeelding (links) en na het wissen van de wolken (rechts) 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het tovergummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Tovergummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset. (Als dit gereedschap niet wordt weergegeven in de gereedschapset, selecteert u het gereedschap Gummetje of Achtergrondgummetje.
De afleidende achtergrond wissen. U kunt de achtergrond vervangen door een andere achtergrond met het gereedschap Kloonstempel of door het toevoegen van een andere laag 1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen. Opmerking: Als u de achtergrond selecteert, wordt deze automatisch een laag wanneer u het achtergrondgummetje gebruikt. 2. Selecteer het gereedschap Achtergrondgummetje in het gedeelte Tekenen in de gereedschapset.
De verbeterde modus Snel Effecten Structuren Kaders Een effect, structuur of kader toepassen In de modus Snel zijn de belangrijkste tools voor fotocorrectie in één locatie gegroepeerd, zodat u snel de belichting, kleur, scherpte en andere aspecten van een afbeelding kunt corrigeren. U kunt uw foto's in Photoshop Elements 12 niet alleen verbeteren, u kunt ze ook transformeren in professioneel ogende kunstwerken. Er zijn drie nieuwe deelvensters beschikbaar: Effecten, Structuren en Kaders.
voorinstellingen voor Cross-processing. Automatische slimme looks Hiermee wordt de beschikbare afbeelding geanalyseerd en worden op basis van de inhoud van de afbeelding, opties geboden met verschillende toegepaste effecten. Beschikbare variaties: Auto1 Auto2 Auto3 Auto4 Auto5 Effecten worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker. U kunt het laagmasker in de modus Expert bewerken om het effect uit bepaalde gebieden te verwijderen of te reduceren.
Lomo contrast Lomo groen Holga Zwart-wit Hiermee past u een zwart-witeffect toe op de afbeelding. Beschikbare variaties: Eenvoudig zwart-wit Zilver Vintage Platina Getint zwart Litho Hiermee past u een litho-effect toe op een afbeelding. Beschikbare variaties: Sepia Zwart Koper Blauw Groen Cross-processing Hiermee past u een effect toe waardoor de afbeelding eruitziet als een foto die is ontwikkeld met een chemische oplossing die is bedoeld voor een ander type film.
Structuren In het deelvenster Structuren kunt u kiezen uit tien structuren die u op uw foto kunt toepassen. Structuren simuleren verschillende oppervlakken of achtergronden waarop de foto kan worden afgedrukt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderwets papier, afgebladderde verf, een grof blauw raster of een ondergrond van chroom. Structuren worden toegepast als een nieuwe laag met een laagmasker.
Kleuren kiezen Een kleur kiezen met het pipet Een kleur kiezen met de toolset Het deelvenster Kleurstalen gebruiken De Adobe Kleurkiezer gebruiken De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Een kleur kiezen met het pipet Met de tool Pipet kunt u eenvoudig een kleur kopiëren, omdat u geen staal hoeft te selecteren. Met deze tool kopieert u of neemt u een monster van een gebied in de foto om een nieuwe voor- of achtergrondkleur in te stellen.
weergegeven door in de afbeelding te klikken en bij de afbeelding vandaan te slepen. U selecteert een nieuwe achtergrondkleur in een afbeelding door op de gewenste kleur te klikken terwijl u Alt ingedrukt houdt (Option + klikken in Mac OS). Als u klikt en vervolgens met het pipet sleept, verandert de kleur van het vakje voor de voorgrondkleur. 5. Laat de muisknop los om de nieuwe kleur te selecteren. Opmerking: U kunt tijdelijk schakelen naar de tool Pipet terwijl u de meeste andere tools gebruikt.
Een kleur aan het deelvenster Kleurstalen toevoegen Als u een bepaalde kleur vaker wilt gebruiken, kunt u de kleur opslaan als een staal in het deelvenster Kleurstalen. Opgeslagen stalen worden toegevoegd aan de kleurenbibliotheek in het deelvenster. Als u aangepaste kleurstalen permanent wilt opslaan, moet u de gehele bibliotheek opslaan. 1. Kies voor de voorgrondkleur in de toolset de kleur die u wilt toevoegen. 2.
4. Kies Stalen herstellen in het menu Meer en bevestig de handeling bij de aanwijzing. Een kleur verwijderen uit het deelvenster Kleurstalen 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Sleep het kleurstaal naar de knop met de prullenbak in het deelvenster en klik op OK om de verwijdering te bevestigen. Druk op Alt (Option-toets in Mac OS) om de aanwijzer te veranderen in het pictogram van een schaar en klik op een kleur in het deelvenster Kleurstalen. 2.
Selecteer een keuzerondje voor een HSB-kleur en geef de verzadiging en helderheid op als percentages, terwijl u voor de kleurtoon een waarde tussen 0° en 360° opgeeft die correspondeert met een locatie op de kleurenschijf. 5. De nieuwe kleur wordt weergegeven in het bovenste gedeelte van de kleurenrechthoek rechts van de kleurregelaar. In het onderste gedeelte wordt de oorspronkelijke kleur weergegeven. 6. Klik op OK om te tekenen met de nieuwe kleur.
Penselen instellen Penseelopties Een nieuw penseel aan de penseelbibliotheek toevoegen Een penseel verwijderen Een aangepaste penseelvorm van een afbeelding maken Ondersteuning voor drukgevoelige tekentabletten inschakelen De Elements Organizer gebruiken op Wacom-tablets Naar boven Penseelopties Realistische penseelstreken kunt u simuleren door in te stellen in welke mate de penseelstreken vager worden.
Jitter - kleurtoon Hiermee stelt u in hoe vaak de penseelkleur wisselt tussen de voor- en achtergrondkleur. Bij een hogere waarde wordt er vaker tussen de twee kleuren gewisseld dan bij een lagere waarde. (Zie Voor- en achtergrondkleuren als u de kleuren wilt instellen die worden gebruikt door de optie voor kleurjitter.) Penseelstreek met en zonder kleurjitter Hardheid Met deze optie bepaalt u de hardheid van het penseel, oftewel de grootte van het harde centrum.
100% resulteert in een rond penseel en een waarde van 0% in een lijnvormig penseel. Tussenliggende waarden verwijzen naar ellipsvormige penselen. Aanpassing van ronding geeft het uiteinde van het penseel een andere vorm. Deze als standaard instellen Deze optie is beschikbaar voor bepaalde gereedschappen die penseelkenmerken kunnen hebben. Met deze optie kunt u de momenteel geselecteerde instellingen als de standaardinstellingen instellen.
van een versie in grijswaarden van de selectie die u toepast op de voorgrondkleur in de afbeelding. U kunt bijvoorbeeld een blad selecteren en dit vervolgens herfstkleuren geven. U kunt ook een nieuwe penseelvorm tekenen met het gereedschap Penseel. U kunt een aangepaste penseelvorm maken op basis van een gehele laag of een selectie. Een aangepaste penseelvorm kan maximaal 2500 x 2500 pixels groot zijn. Een aangepast penseel van een hond maken. Wanneer u met dit penseel tekent, tekent u honden. 1.
Schakelen tussen de muis- en penmodus 1. Selecteer Start > Wacom Tablet-eigenschappen. 2. Selecteer de modus die u wilt gaan gebruiken. Voorkeursinstellingen voor Wacom-tablets Adobe raadt ook het volgende aan: Overvloeimodi Beheer voorinstellingen gebruiken De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
--> Opvullingen en lijnen Het gereedschap Emmertje gebruiken Een laag vullen met een kleur of een patroon Objecten in een laag omlijnen (omtrekken) Naar boven Het gereedschap Emmertje gebruiken Met het gereedschap Emmertje vult u een gebied dat qua kleurwaarden overeenkomt met de pixels waarop u klikt. U kunt een gebied met de voorgrondkleur of met een patroon vullen. 1. Kies een voorgrondkleur. 2. Selecteer het gereedschap Emmertje in de gereedschapset. 3.
Objecten in een laag omlijnen (omtrekken) Met behulp van de opdracht Omlijnen kunt u automatisch een gekleurde omtreklijn rond een selectie of de inhoud van een laag tekenen. Opmerking: Als u een omtrek wilt toevoegen aan de achtergrond, moet u de achtergrond eerst omzetten in een gewone laag. De achtergrond bevat geen transparante pixels en dus wordt om de gehele laag een lijn getrokken. 1. Selecteer het gebied in de afbeelding of een laag in het deelvenster Lagen. 2.
Vormen maken Vormen Een rechthoek, vierkant of afgeronde rechthoek tekenen Een cirkel of ovaal tekenen Een veelhoek tekenen Een lijn of pijl tekenen Een aangepaste vorm tekenen Meerdere vormen op dezelfde laag maken Naar boven Vormen Vormen zijn in Photoshop Elements vectorafbeeldingen. Dit type afbeelding bestaat uit lijnen en curven die niet door pixels, maar door de geometrische kenmerken worden gedefinieerd. Vectorafbeeldingen zijn resolutie-onafhankelijk.
Onbeperkt Hiermee kunt u de breedte en hoogte van een rechthoek bepalen door te slepen. Vierkant Hiermee beperkt u een rechthoek tot een vierkant. Vaste grootte Hiermee tekent u een rechthoek in de grootte die u in de vakken voor breedte en hoogte hebt opgegeven. Proportioneel Hiermee tekent u een rechthoek in verhouding tot de opgegeven waarden voor hoogte en breedte. Straal Hiermee bepaalt u de straal van de afgeronde hoek. Hoe lager de waarde, hoe scherper de hoek.
3. Sleep in de afbeelding om de ovaal te tekenen. Naar boven Een veelhoek tekenen 1. Selecteer de tool Veelhoek of Ster . Opmerking: Druk op Alt/Option en klik op een vormtool om alle beschikbare tools te doorlopen. 2. (Optioneel) In de optiebalk voor de tool kunt u de volgende opties instellen: Vloeiende hoeken Hiermee maakt u een veelhoek met vloeiende hoeken. Zijkanten inspringen met Hiermee geeft u de diepte van de inspringingen van de ster aan. Deze optie is alleen beschikbaar voor de tool Ster.
mogelijk met oneffen randen en gepixeleerd weergegeven. 3. Geef in het vak Breedte de breedte van de lijn op in pixels. 4. Sleep in de afbeelding om de lijn te tekenen. Naar boven Een aangepaste vorm tekenen De tool Aangepaste vormen biedt verschillende vormopties die u kunt tekenen. Wanneer u de tool Aangepaste vormen selecteert, kunt u deze vormen op de optiebalk kiezen. 1. Selecteer de tool Aangepaste vormen . 2. Selecteer op de optiebalk een vorm in de pop-upkiezer Aangepaste vorm.
1. Selecteer een vormlaag in het deelvenster Lagen (modus Expert) of maak een nieuwe vormlaag. 2. Als u een ander type vorm wilt maken, selecteert u een andere vormtool. 3. Selecteer een optie voor een vormgebied om te bepalen hoe de vormen moeten overlappen en sleep vervolgens in de afbeelding om nieuwe vormen te tekenen: Toevoegen Voegt een extra vorm toe aan de bestaande vorm. De gecombineerde vorm bedekt het hele gebied van de vormen die u met de optie Toevoegen tekent.
Patronen Patronen Het gereedschap Patroonstempel gebruiken Een aangepast patroon aan de patroonkiezer toevoegen Naar boven Patronen U kunt een patroon met het gereedschap Patroonstempel tekenen of een laag of selectie vullen met een patroon dat u kiest in de patroonbibliotheken. Photoshop Elements heeft verschillende patronen waaruit u kunt kiezen. Als u afbeeldingen wilt aanpassen of unieke plakboekpagina's wilt maken, kunt u eigen patronen maken.
het gereedschap en sleep in de afbeelding om te tekenen. U kunt de volgende opties voor het gereedschap Patroonstempel opgeven: Penseel Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de pijl naast het penseelvoorbeeld, kies een penseelcategorie in het vervolgkeuzemenu Penselen en selecteer vervolgens een penseelminiatuur. Impressionist Tekent een patroon met verfklodders, zodat er een impressionistisch effect ontstaat. Afm. Hiermee stelt u de grootte van het penseel in pixels in.
--> Verlopen Verlopen Een verloop toepassen Een verloopvulling op tekst toepassen Een verloop definiëren De transparantie voor een verloop instellen Een verloop met ruis maken Naar boven Verlopen U vult een gebied met een verloop door in de afbeelding te slepen of door te selecteren met het gereedschap Verloop.
1. Als u maar een gedeelte van de afbeelding wilt vullen, selecteert u eerst het gewenste gebied met een van de selectiegereedschappen. Als u dit niet doet, wordt de verloopvulling toegepast op de hele actieve laag. 2. Selecteer het gereedschap Verloop . 3. Klik op de optiebalk voor het gereedschap op het gewenste type verloop. 4. Kies een verloopvulling in het deelvenster Verloopkiezer op de optiebalk voor het gereedschap. 5. (Optioneel) Stel op de optiebalk voor het gereedschap opties voor het verloop in.
10. Indien gewenst kunt u ook transparantiewaarden voor het verloop opgeven door de dekkingstops te slepen. 11. U slaat het verloop op bij de vooraf ingestelde verlopen door een naam voor het nieuwe verloop in te voeren en vervolgens op Toevoegen aan voorinstelling te klikken. 12. Klik op OK. Het nieuwe verloop is geselecteerd en klaar voor gebruik.
5. Als u de kleuren willekeurig wilt mengen, klikt u op de knop Willekeurig totdat het resultaat u bevalt. 6. Voer een naam in voor het nieuwe verloop. 7. Als u het verloop wilt toevoegen als voorinstelling, klikt u op Nieuw. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe verloop wordt automatisch geselecteerd.
--> Vormen bewerken Een vorm selecteren of verplaatsen Een vorm transformeren De kleur van alle vormen in een laag wijzigen Een laagstijl op een vorm toepassen Naar boven Een vorm selecteren of verplaatsen Gebruik het gereedschap Vormselectie om vormen met één muisklik te selecteren. Nadat u een vorm hebt omgezet in een bitmapelement door de vormlaag te vereenvoudigen, kan de vorm niet langer worden geselecteerd met behulp van het gereedschap Vormselectie (wel met het gereedschap Verplaatsen).
1. Selecteer een laag met een vorm of klik in het deelvenster Lagen op de knop Nieuw 2. Open het deelvenster Effecten en klik op het tabblad Stijlen. 3. Dubbelklik op de miniatuur die u op de vorm wilt toepassen. Meer Help-onderwerpen Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 293 en teken een vorm.
--> Voorinstellingen en bibliotheken Voorinstellingen Vooraf ingestelde gereedschapsopties gebruiken De weergave van elementen in een menu van een pop-upvenster aanpassen Beheer voorinstellingen gebruiken De naam van een voorinstelling wijzigen Naar boven Voorinstellingen De optiebalk voor het gereedschap in de modus Expert bevat pop-upvensters waarmee u toegang kunt krijgen tot vooraf gedefinieerde bibliotheken met penselen, kleurstalen, verlopen, patronen, laagstijlen en aangepaste vormen.
vervangen kiezen, een bibliotheekbestand selecteren en op Laden klikken. als u de huidige set penselen of patronen in een deelvenster wilt vervangen, kiest u een bibliotheek in het menu Penselen. Opmerking: Als u de huidige set penselen, verlopen of patronen wilt vervangen, kunt u ook Beheer voorinstellingen in het menu van het pop-upvenster kiezen. Vervolgens kunt u in het dialoogvenster Beheer voorinstellingen een andere bibliotheek met penselen, verlopen of patronen laden.
2. Kies Set opslaan en voer een naam in voor de bibliotheek. Als u de bibliotheek niet in de standaardmap wilt opslaan, navigeert u eerst naar een nieuwe map. Naar boven De naam van een voorinstelling wijzigen 1. Voer een van de volgende handelingen uit in Beheer voorinstellingen: Selecteer een voorinstelling in de lijst en klik op Naam wijzigen. Dubbelklik op een voorinstelling in de lijst. 2. Voer een nieuwe naam voor de voorinstelling in.
Effecten Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Afbeeldingen gebruiken Gestileerde vormen of illustraties aan een afbeelding toevoegen Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Foto-effecten Een effect toepassen Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Afbeeldingen of effecten toevoegen aan Favorieten Naar boven Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Effecten vormt een centrale locatie voor het toepassen van effect
Dubbelklik op een miniatuur. Sleep de miniatuur naar de afbeelding. 4. Wijzig de positie of de grootte van de vorm of illustratie met de tool Verplaatsen . Naar boven Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een artistieke achtergrond toevoegt aan een afbeelding, wordt de bestaande achtergrondlaag vervangen.
gedeelte van een laag. Een kader fungeert ook als een neerzetzone waar u de inhoud gemakkelijk kunt toevoegen of wijzigen. Afbeeldingseffecten Hiermee past u effecten toe op een kopie van een geselecteerde laag. Met het effect Sneeuwstorm maakt u een afbeelding waarop het lijkt te sneeuwen. Met het effect Neon gloed verandert u de afbeelding in een dramatische neonafbeelding. Met afbeeldingseffecten zoals Olieverf of Zachte focus kunt u de kleuren verzachten of een afbeelding vervagen.
Sleep een miniatuur naar de afbeelding. 2. Er wordt een tekstkader weergegeven over de afbeelding en de teksttool wordt geactiveerd. Typ de nieuwe tekst. 3. Als u de tekst hebt gewijzigd, klikt u op het pictogram Huidige bewerking vastleggen om de wijziging toe te passen of u klikt op het pictogram Huidige bewerking annuleren . 4. Met de tool Verplaatsen kunt u het tekstkader verplaatsen of vergroten of verkleinen. 5.
--> Schetsfilters Basreliëf Krijt en houtskool Houtskool Chroom Stripverhaal Conté crayon Beeldroman Grafische pen Halftoonraster Postpapier Pen en inkt Fotokopie Gips Filigraan Stempel Gescheurde randen Waterpapier Naar boven Basreliëf Hiermee wordt een afbeelding getransformeerd zodat deze in laag reliëf uitgesneden lijkt te zijn. Door de belichting worden de oppervlakvariaties geaccentueerd.
Naar boven Conté crayon Met het filter Conté crayon imiteert u de structuur van bijzonder donker en zuiver wit contékrijt op een afbeelding. Bij het filter Conté crayon worden donkere gebieden in de voorgrondkleur en lichte gebieden in de achtergrondkleur weergegeven. U kunt het niveau van de nadruk op de voorgrond en achtergrond instellen, alsmede opties voor de structuur.
Met het filter Stempel vereenvoudigt u de afbeelding zodat deze lijkt te zijn gemaakt met een rubberen of houten stempel. U kunt de vloeiendheid en de balans tussen licht en donker instellen. U kunt dit filter het beste op zwart-witafbeeldingen toepassen. Naar boven Gescheurde randen Dit filter reconstrueert de afbeelding als ruwe, gescheurde stukken papier en kleurt de afbeelding vervolgens in met de voorgrond- en achtergrondkleur.
Effecten en filters 304
Effecten Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Afbeeldingen gebruiken Gestileerde vormen of illustraties aan een afbeelding toevoegen Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Foto-effecten Een effect toepassen Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Afbeeldingen of effecten toevoegen aan Favorieten Naar boven Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Effecten vormt een centrale locatie voor het toepassen van effect
Dubbelklik op een miniatuur. Sleep de miniatuur naar de afbeelding. 4. Wijzig de positie of de grootte van de vorm of illustratie met de tool Verplaatsen . Naar boven Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een artistieke achtergrond toevoegt aan een afbeelding, wordt de bestaande achtergrondlaag vervangen.
gedeelte van een laag. Een kader fungeert ook als een neerzetzone waar u de inhoud gemakkelijk kunt toevoegen of wijzigen. Afbeeldingseffecten Hiermee past u effecten toe op een kopie van een geselecteerde laag. Met het effect Sneeuwstorm maakt u een afbeelding waarop het lijkt te sneeuwen. Met het effect Neon gloed verandert u de afbeelding in een dramatische neonafbeelding. Met afbeeldingseffecten zoals Olieverf of Zachte focus kunt u de kleuren verzachten of een afbeelding vervagen.
Sleep een miniatuur naar de afbeelding. 2. Er wordt een tekstkader weergegeven over de afbeelding en de teksttool wordt geactiveerd. Typ de nieuwe tekst. 3. Als u de tekst hebt gewijzigd, klikt u op het pictogram Huidige bewerking vastleggen om de wijziging toe te passen of u klikt op het pictogram Huidige bewerking annuleren . 4. Met de tool Verplaatsen kunt u het tekstkader verplaatsen of vergroten of verkleinen. 5.
--> Verlopen Verlopen Een verloop toepassen Een verloopvulling op tekst toepassen Een verloop definiëren De transparantie voor een verloop instellen Een verloop met ruis maken Naar boven Verlopen U vult een gebied met een verloop door in de afbeelding te slepen of door te selecteren met het gereedschap Verloop.
1. Als u maar een gedeelte van de afbeelding wilt vullen, selecteert u eerst het gewenste gebied met een van de selectiegereedschappen. Als u dit niet doet, wordt de verloopvulling toegepast op de hele actieve laag. 2. Selecteer het gereedschap Verloop . 3. Klik op de optiebalk voor het gereedschap op het gewenste type verloop. 4. Kies een verloopvulling in het deelvenster Verloopkiezer op de optiebalk voor het gereedschap. 5. (Optioneel) Stel op de optiebalk voor het gereedschap opties voor het verloop in.
10. Indien gewenst kunt u ook transparantiewaarden voor het verloop opgeven door de dekkingstops te slepen. 11. U slaat het verloop op bij de vooraf ingestelde verlopen door een naam voor het nieuwe verloop in te voeren en vervolgens op Toevoegen aan voorinstelling te klikken. 12. Klik op OK. Het nieuwe verloop is geselecteerd en klaar voor gebruik.
5. Als u de kleuren willekeurig wilt mengen, klikt u op de knop Willekeurig totdat het resultaat u bevalt. 6. Voer een naam in voor het nieuwe verloop. 7. Als u het verloop wilt toevoegen als voorinstelling, klikt u op Nieuw. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Het nieuwe verloop wordt automatisch geselecteerd.
Modus Met instructies In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke Bewerken met instructies-optie heeft een bijbehorende afbeelding die het toegepaste effect laat zien wanneer u met de muisaanwijzer over de afbeelding beweegt. Bewerken met instructies wordt op basis van functionaliteit onderverdeeld in zes categorieën.
Lomo-camera-effect: Geef uw foto een diep contrast en hoge verzadiging met deze Bewerken met instructies-optie. Een kleurzweem verwijderen: Met deze Bewerken met instructies-optie kunt u kleurzwemen in uw foto's corrigeren. Effect Verzadigde diafilm: Voeg een klassiek verzadigd diafilm-gevoel toe aan uw foto. Naar boven Zwart-wit Zwart-wit: Met deze Bewerken met instructies-optie kunt u zwart-witafbeeldingen maken van kleurenafbeeldingen.
Zoomexplosie-effect: Deze Bewerken met instructies-optie creëert de illusie van beweging, waarbij de aandacht wordt gevestigd op het centrale object in de foto. Naar boven Speciale bewerkingen Scherptediepte: Met deze Bewerken met instructies-optie kunt u scherpstellen op geselecteerde delen van de afbeelding door de rest van de afbeelding te vervagen. Kadermaker: U kunt een fotokader maken van elke foto in uw bibliotheek.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Filters Filters Een filter toepassen Filtercategorieën Filtergalerie Opties voor structuur- en glasoppervlakken Prestaties verbeteren met filters en effecten Naar boven Filters U kunt filters gebruiken om foto's op te schonen of te retoucheren. Met filters kunt u ook speciale artistieke effecten toepassen of unieke transformaties maken met vervormingseffecten. Naast de door Adobe verschafte filters, zijn er filters als plug-ins beschikbaar die door externe ontwikkelaars zijn ontwikkeld.
Deelvenster Filters Hier worden miniatuurvoorbeelden weergegeven van het resultaat van elk filter in het menu Filter. Met het deelvenster Filters kunt u filters afzonderlijk toepassen op een foto in de weergave Expert. Tips voor het toepassen van filters Hieronder vindt u meer informatie over het toepassen van filters op afbeeldingen. Geef een voorvertoning weer van de resultaten van een filter. Het toepassen van filters op een grote afbeelding kan tijdrovend zijn.
2. Geef aan hoe u het filter wilt toepassen. Als u de Filtergalerie wilt gebruiken, kiest u Filter > Filtergalerie, selecteert u een categorie en klikt u op het filter dat u wilt toepassen. Als u het deelvenster Filters wilt gebruiken, kiest u Venster > Filters, selecteert u een categorie en dubbelklikt u op het filter dat u wilt toepassen. Als u het menu Filter wilt gebruiken, kiest u Filter en kiest u vervolgens een submenu gevolgd door het filter dat u wilt toepassen.
toegepast. Naar boven Filtercategorieën U kunt de volgende categorieën filters toepassen: Cameravervorming corrigeren Hiermee corrigeert u gebruikelijke lensfouten, zoals korrel- en speldenkussenvervorming en vignettering. Het filter roteert afbeeldingen ook en corrigeert het afbeeldingsperspectief dat door verticaal of horizontaal kantelen van de camera wordt veroorzaakt.
Met de Filtergalerie (Filter > Filtergalerie) kunt u meerdere filters achtereenvolgens toepassen en kunt u afzonderlijke filters meerdere malen toepassen. Ook kunt u de filters opnieuw rangschikken en de instellingen wijzigen voor elk filter dat u hebt toegepast om het gewenste effect te bereiken. Omdat u meerdere filters op een afbeelding kunt toepassen wanneer u het dialoogvenster Filtergalerie gebruikt, hebt u veel meer controle over de wijze waarop de afbeelding wordt beïnvloed door het filter.
Structuur Hiermee geeft u het type structuur aan dat u wilt toepassen. U kunt ook Structuur laden om een Photoshop-bestand op te geven. kiezen Schaal Hiermee vergroot of verkleint u het effect op het afbeeldingsoppervlak. Reliëf (indien beschikbaar) Hiermee past u de diepte van het oppervlak van de structuur aan. Licht (indien beschikbaar) Hiermee stelt u de richting van de lichtbron op de afbeelding in. Omkeren Hiermee keert u de lichte en donkere kleuren op het oppervlak om.
Aanpassingsfilters Het filter Egaliseren toepassen Het filter Verloop toewijzen toepassen Het filter Omkeren toepassen Het filter Waarden beperken toepassen Het filter Drempel toepassen Het Fotofilter toepassen Naar boven Het filter Egaliseren toepassen Met het filter Egaliseren wijzigt u de verdeling van de helderheidswaarden van de pixels in een afbeelding, zodat het volledige bereik van helderheidsniveaus beter door de pixels wordt weergegeven.
1. Selecteer een afbeelding, een laag of een gebied. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Filter > Aanpassingen > Verloop toewijzen. Maak een nieuwe aanpassingslaag Verloop toewijzen met het deelvenster Lagen of met het menu Laag, of open een bestaande aanpassingslaag Verloop toewijzen. 3. Geef de verloopvulling op die u wilt gebruiken: Als u een keuze wilt maken in een lijst met verloopvullingen, klikt u op het driehoekje rechts van de vulling in het dialoogvenster Verloop toewijzen.
kleurenafbeeldingen. Als u een specifiek aantal kleuren wilt gebruiken in een afbeelding, zet u de afbeelding om in grijswaarden en geeft u het gewenste aantal niveaus op. Zet de afbeelding vervolgens terug in de vorige kleurmodus en vervang de verschillende grijstonen door de gewenste kleuren. 1. Selecteer een afbeelding, een laag of een gebied. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies Filter > Aanpassingen > Waarden beperken.
Een gekleurd filter past de kleurbalans en de kleurtemperatuur van het licht aan dat door de lens wordt doorgelaten en dat de film belicht. Met de opdracht Fotofilter kunt u een vooraf ingestelde kleur kiezen om een kleurtoonaanpassing toe te passen op een afbeelding. Als u een aangepaste kleuraanpassing wilt toepassen, kunt u via de opdracht Fotofilter een kleur opgeven met de Kleurkiezer van Adobe. Oorspronkelijke afbeelding (links) en warm filter (81) waarbij 60% dichtheid is toegepast (rechts) 1.
4. Klik op OK. Zie ook Filters Een filter toepassen Verlopen Aanpassings- en opvullagen De tint van huidskleuren aanpassen De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Vervormingsfilters Gloed onscherp Verplaatsen Het filter Verplaatsen toepassen Glas Uitvloeien Oceaanrimpel Kneep Poolcoördinaten Rimpel Schuin Bol Kronkel Golf ZigZag Naar boven Gloed onscherp Met dit filter geeft u een afbeelding weer alsof deze door een zacht diffuusfilter wordt bekeken. Dit filter voegt transparante witte ruis aan een afbeelding toe, waarbij de gloed vanaf het midden van een selectie steeds minder wordt.
4. Als de verplaatsingsafbeelding niet even groot is als de selectie, geeft u aan hoe u de verplaatsingsafbeelding wilt aanpassen aan de afbeelding: Uitrekken tot passend Hiermee wordt de grootte van de verplaatsingsafbeelding gewijzigd. Naast elkaar Hiermee wordt de selectie gevuld door de verplaatsingsafbeelding te herhalen in een patroon. 5. Geef aan hoe u lege gebieden in de afbeelding wilt vullen die door het filter worden gemaakt. Klik vervolgens op OK.
4. Selecteer een van de volgende gereedschappen in de gereedschapset: Verdraaien Dit gereedschap duwt pixels voor zich uit terwijl u sleept. Turbulentie Hiermee worden pixels door elkaar geroerd om effecten als vuur, wolken, golven en dergelijke te maken. Als u de vloeiendheid wilt aanpassen, sleept u de popupregelaar Turbulentie-jitter in het gedeelte Gereedschapsopties of typt u een waarde tussen 1 en 100 in het tekstvak. Met hogere waarden vergroot u de vloeiendheid.
Houd Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt en klik op Herstellen als u de afbeelding in de voorvertoning wilt terugzetten naar de staat bij het openen van het dialoogvenster. U kunt ook op Vorige versie klikken om de oorspronkelijke afbeelding te herstellen en de gereedschappen opnieuw in te stellen op de vorige instellingen.
2. Kies Vervorm > Schuin in het menu Filter. 3. Als u een vervormingscurve wilt definiëren, voert u een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Schuin: Klik op een willekeurige plaats aan een van de kanten van de verticale lijn. Klik op de verticale lijn en sleep de aanwijzer naar een nieuw punt voor de curve. U kunt naar elk punt op de curve slepen om de vervorming aan te passen en u kunt curvepunten toevoegen. 4.
Het filter Golf toepassen 1. Selecteer een afbeelding, laag of gebied in de werkruimte Bewerken. 2. Kies Vervorm > Golf in het menu Filter. 3. Selecteer een type golf in het gedeelte Type: Sinus (voor een rollend golfpatroon), Driehoek of Vierkant. 4. Als u het aantal golfgeneratoren wilt instellen, sleept u de schuifregelaar of voert u een waarde tussen 1 en 999 in. 5. Sleep de schuifregelaars voor de minimale en maximale golflengte om de afstand in te stellen tussen opeenvolgende toppen van golven.
of rechtsonder wordt vervormd. Adobe raadt ook het volgende aan: Filters Een afbeelding tot één laag samenvoegen Filters Filters Filters Filters Filters Filters De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Overige filters Aangepaste filters Hoogdoorlaat Maximaal en Minimaal Verschuiven Plug-infilters Digimarc-filter Naar boven Aangepaste filters Met aangepaste filters kunt u een eigen filtereffect ontwerpen. Met het filter Aangepast kunt u de helderheidswaarden van elke pixel in de afbeelding veranderen volgens een vooraf gedefinieerde wiskundige bewerking die kronkeling wordt genoemd. Aan elke pixel wordt een nieuwe waarde toegewezen op basis van de waarden van de omringende pixels.
Hoogdoorlaat Hiermee behoudt u de randdetails in de opgegeven straal waar scherpe kleurovergangen voorkomen en onderdrukt u de rest van de afbeelding. (Bij een straal van 0,1 pixel blijven alleen de randpixels behouden.) Het filter verwijdert weinig voorkomende details uit een afbeelding en heeft het tegenovergestelde effect als het filter Gaussiaans vervagen. Met het filter Hooglichten kunt u lijntekeningen en grote zwart-witte gebieden uit gescande afbeeldingen extraheren.
1. Selecteer Filter > Digimarc > Watermerk lezen. Als er een watermerk wordt aangetroffen door het filter, verschijnt er een dialoogvenster met de Digimarc-ID, het copyrightjaar (indien aanwezig) en de kenmerken van de afbeelding. 2. Klik op OK. Als u een webbrowser hebt geïnstalleerd, klikt u op Web Opzoeken om aanvullende informatie over de eigenaar van de afbeelding te zoeken.
Modus Met instructies - Speciale bewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert. Delen - Facebook/Flickr/Twitter/SmugMug Gallery: Kies een van de social media- of sharing-services in Photoshop Elements om uw afbeelding online te zetten. De methode Aangepast Bij deze methode kiest u de objecten waarop u wilt scherpstellen met behulp van de tool Snelle selectie. De vervaging wordt toegepast op niet-geselecteerde delen van de afbeelding.
Kies een tool en maak een selectie. 4. Klik op Kader maken om het kader te maken. Het gedeelte van de foto dat u in de vorige stap hebt geselecteerd, wordt verwijderd uit de originele foto om het kader te maken. 5. Klik op Kader opslaan. Geef een relevante naam op voor uw nieuwe kader. 6. Klik op Doorgaan in Expert om verdere wijzigingen aan te brengen in het kader of om het kader te gebruiken.
Voeg een foto toe aan het kader. U kunt uw aangepaste kaders met anderen delen via het deelvenster Afbeeldingen in de modus Expert. Gebruik de filters Op type > Kaders > Mijn kaders. Klik met de rechtermuisknop op het kader dat u wilt delen en selecteer Tonen in Verkenner. Een gedeeld kader importeren U kunt nu niet alleen leuke, aangepaste kaders maken die uw verhaal vertellen, maar u kunt ook kaders importeren die door andere gebruikers van Elements zijn gemaakt.
3. Selecteer het PSD-bestand voor het kader dat u wilt importeren en klik op Laden. Een geïmporteerd kader weergeven: 1. Klik in de modus Expert op Afbeeldingen. 2. Kies in de keuzemenu's in het rechterdeelvenster Op type > Kaders > Mijn kaders. Naar boven Bewerken met instructies: Orton-effect Het Orton-effect geeft uw foto's een dromerig aanzien. 1. Klik in de modus Met instructies in het gedeelte Speciale bewerkingen op Orton-effect. 2.
laten verdwijnen. Zie Slim vervagen voor meer informatie over de mogelijkheden van Slim vervagen. b. Klik op Origineel tonen. Wanneer de originele huid onder de vervaagde huid zichtbaar wordt, kunt u met het penseel Vervagen de huid zachter maken waar dat nodig is. c. Klik op Contrast verhogen om de foto helderder te maken. 3. Gelaatstrekken verbeteren a. Klik op de tool Snel retoucheerpenseel om kleine oneffenheidjes weg te werken.
gedeelte te kopiëren. Als u gedeelten wilt herstellen, houdt u Alt ingedrukt, klikt u op het brongebied en sleept u dit vervolgens op het beschadigde gebied. 5. Gebruik de tool Vervagen om gebieden met ongewenste korreling vloeiend te maken. 6. Gebruik de tool Stofverwijderaar om kleinere lijnen, stofvlekken en andere onvolkomenheden te corrigeren. 7. Gebruik de beschikbare knoppen om correcties toe te passen op niveaus, contrast en kleur. U kunt de foto ook met één klik in een zwart-witafbeelding omzetten.
1. Open een foto en klik in het deelvenster Bewerken met instructies op Foto-effecten > Kantelen en verschuiven. 2. Klik op Kanteling-verschuiving toevoegen om het basiseffect op de foto toe te passen. De foto wordt vaag weergegeven. 3. Klik op Scherpstellingsgebied wijzigen en klik en sleep over de afbeelding om de gebieden op te geven die u in scherpe focus wilt weergeven. 4.
Modus Met instructies: Photomerge-bewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
De tool Uitlijnen Klik op de tool Uitlijnen om meerdere foto's precies goed uit te lijnen. Plaats drie markeringen in de bronafbeelding en drie markeringen in de definitieve afbeelding en klik op Foto's uitlijnen. Opmerking: Photomerge-groepsfoto maakt gebruik van automatische uitlijning. Gebruik de tool Uitlijnen alleen als de automatische uitlijning niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Pixels overvloeien Klik op deze optie om pixels te laten overvloeien. 6.
Naar boven Photomerge-scènecorrectie gebruiken Met Photomerge-scènecorrectie kunt u de perfecte natuurfoto samenstellen op basis van verschillende foto's. U kunt ongewenste elementen verwijderen, zoals bijvoorbeeld toeristen die in de weg van het mooie uitzicht staan. Opmerking: Voor de beste resultaten gebruikt u foto's van dezelfde scène die vanuit dezelfde hoek zijn genomen. 1.
herhaal stap 5. 9. Als u het gewenste resultaat hebt bereikt, klikt u op Volgende en kiest u hoe u wilt doorgaan: Opslaan - Opslaan/Opslaan als: Behoud de nieuwe afbeelding in een van de beschikbare indelingen. Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert.
2. Sleep de afbeelding waaruit u een object of een persoon wilt extraheren naar het fotobewerkingsgebied. Klik op een van de selectietools, maak een selectie en klik op Volgende. Opmerking: Gebruik de selectiemodi om de geselecteerde gebieden te verfijnen. De objecten of personen selecteren die u uit deze foto wilt extraheren 3. Het in de vorige stap geselecteerde deel wordt geplakt op de afbeelding die u als bestemming van de selectie hebt gekozen.
van de afbeelding. 4. Pas nu de tint- en kleurwaarden van de geplakte inhoud aan en zorg dat deze overeenkomt met de rest van de afbeelding. Probeer de meest natuurlijke selectie aan te brengen. Klik op Kleurtinten automatisch afstemmen om deze stap automatisch uit te voeren. Automatische kleurcorrectie toepassen om de toon- en kleurkenmerken van beide afbeeldingen aan te passen 5.
uitlijningsmarkeringen op de ogen en de mond van de bronafbeelding en de definitieve afbeelding en klik op Foto's uitlijnen. 5. Klik op andere foto's in het fotovak (de foto's hebben allemaal een andere kleur, zodat u ze gemakkelijk kunt herkennen). Gebruik het potlood om de gebieden te markeren die u wilt samenvoegen in de uiteindelijke foto. Voeg met de tool Potlood aanvullende inhoud toe of gebruik de tool Gummetje om inhoud te verwijderen. 6.
Gebruik Photomerge-belichting om foto's met belichtingsproblemen op efficiënte wijze te verwerken. U kunt twee foto's in elkaar laten overvloeien om een perfect belichte foto te maken. Stel bijvoorbeeld dat u een foto hebt met op de achtergrond een raam en dat u een perfecte foto met de volgende eigenschappen wilt: Een goed belichte foto van het uitzicht buiten het raam. Een foto waarin de donkere objecten in de kamer goed belicht zijn.
Automatische Photomerge-belichting U kunt de gewenste foto's selecteren in de Elements Organizer en foto's selecteren en deselecteren via het fotovak. 1. Kies in de ruimte Met instructies de optie Photomerge > Photomerge-belichting en voer vervolgens een van de volgende handelingen uit: Selecteer minimaal twee en maximaal tien foto's in de Elements Organizer en selecteer in Bewerken met instructies de optie Photomerge > Photomerge-belichting. Open de vereiste bestanden via Bestand > Openen. a. i.
Open de vereiste bestanden via Bestand > Openen. a. i. Selecteer Geopende bestanden tonen in het fotovak om alle geopende bestanden weer te geven. ii. Selecteer minimaal twee en maximaal tien foto's in het fotovak. iii. Kies in de weergave Met instructies de optie Photomerge > Photomergebelichting. In Photoshop Elements worden de geselecteerde foto's weergegeven. 2. Selecteer Handmatig in het Photomerge-deelvenster. De eerste afbeelding in het fotovak wordt weergegeven als de bronfoto.
Gebruik de optie Met instructies: Photomerge-panorama om meerdere afbeeldingen samen te voegen in een panorama. De afbeeldingen moeten gemeenschappelijke en overlappende gebieden hebben in de foto om ze optimaal samen te voegen. Photomerge-panorama Zie Photomerge-panorama’s maken voor meer tips voor het maken van indrukwekkende panorama's. 1. Selecteer in het fotovak een of meer afbeeldingen met overlappende inhoud en kies de ruimte Met instructies > Photomerge > Photomerge-panorama. 2.
afbeeldingen te zoeken en overgangen te maken op basis van deze randen en om de kleur van de afbeeldingen op elkaar af te stemmen. Als Afbeeldingen samenvoegen is uitgeschakeld, wordt een standaard, rechthoekige samenvoeging uitgevoerd. Dit is wellicht een betere optie als u de overvloeimaskers handmatig wilt retoucheren. Vignet verwijderen Hiermee verwijdert u belichtingsproblemen en worden deze gecompenseerd in afbeeldingen met donkere randen die te wijten zijn aan lensfouten of onjuiste lensschaduwen.
Modus Met instructies - Kleurbewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
Bewerken met instructies: Een kleurzweem verwijderen U kunt kleurzwemen in afbeeldingen verwijderen met de Bewerken met instructies-optie Een kleurzweem verwijderen. U kunt alleen het resultaat van de bewerking weergeven, of de afbeelding voor en na de bewerking (horizontaal of verticaal). Zie Kleurzweem corrigeren voor meer informatie over het corrigeren van kleurzwemen.
Modus Met instructies - Basisbewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
Zie Uitsnijden voor meer informatie over het uitsnijden van foto's. Naar boven Bewerken met instructies: Niveaus Zie Aanpassingen met Niveaus voor meer informatie over het gebruik van Niveaus. Naar boven Bewerken met instructies: Lichter en donkerder maken Met de Bewerken met instructies-optie Lichter of donkerder maken kunt u afbeeldingen lichter of donkerder maken. U kunt alleen het resultaat van de bewerking weergeven, of de afbeelding voor en na de bewerking (horizontaal of verticaal).
afmetingen en klik op Voorvertoning/Toepassen. Een deel van de afbeelding wordt gemarkeerd door een uitsnijdvenster. Sleep met de muisaanwijzer het uitsnijdvenster over de foto om het deel van de foto te selecteren dat wordt opgeslagen. Als u het selectievakje Verkleinen en passend maken selecteert, wordt de afbeelding verkleind om te voldoen aan een van de twee afmetingen (als gevolg kunnen er witte randen aan de boven- of onderkant of links of rechts van de afbeelding zichtbaar worden). 3.
3. Klik op Scherpstellingsgebied wijzigen en klik en sleep over de afbeelding om de gebieden op te geven die u in scherpe focus wilt weergeven. 4. Als u met meer effecten wilt experimenteren, klikt u op Effect verfijnen en wijzigt u: Vervagen: verhoog de intensiteit van de vervaging die op de foto is toegepast. Contrast: verhoog of verlaag de contrastniveaus van de foto. Verzadiging: verhoog of verlaag de kleurverzadigingsniveaus van de foto. 5. Klik op Volgende om naar het deelvenster Delen te gaan.
pixelwaarde een hardere, scherpere rand aan, terwijl een hogere waarde een zachtere, dikkere rand aangeeft. Voor de schuifregelaar Ronding leiden negatieve waarden tot een overdreven vigneteffect en zorgen positieve waarden voor een minder zichtbaar vignet. 5. Als u het gewenste resultaat hebt bereikt, klikt u op Volgende en kiest u hoe u wilt doorgaan: Opslaan - Opslaan/Opslaan als: Behoud de nieuwe afbeelding in een van de beschikbare indelingen.
Modus Met instructies: Zwart-wit-bewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
teruggezet naar de oorspronkelijke staat en wordt daarna de nieuwe voorinstelling toegepast. Een voorinstelling toepassen op de foto 3. (Optioneel) Als u een centraal onderwerp hebt of een visueel aspect van uw foto wilt benadrukken, kunt u een onscherpe gloed toepassen. Klik op de knop Gloed onscherp om een minimale hoeveelheid gloed op de foto toe te passen. Als u het onscherpe gloedeffect in bepaalde gedeelten van de foto wilt wijzigen: a.
Het contrast verhogen om het effect dramatischer te maken 5. Als u het gewenste resultaat hebt bereikt, klikt u op Volgende en kiest u hoe u wilt doorgaan: Opslaan - Opslaan/Opslaan als: Behoud de nieuwe afbeelding in een van de beschikbare indelingen. Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert.
2. Kies een kleur die u in de afbeelding wilt behouden. Als u meerdere tinten van de kleur in de afbeelding ziet, klikt u op Aangepaste kleur selecteren en gebruikt u de kleurkiezer om op een monster in de foto te klikken. Een tint blauw isoleren op een spijkerbroek Wanneer u deze stap hebt voltooid, worden gebieden van de foto met dezelfde kleur verzadigd weergegeven. De rest van de foto begint op een zwart-witfoto te lijken. 3.
Gebruik de knop Effect verfijnen voor opties om gedeelten van de afbeelding in hun oorspronkelijke kleur te bekijken. In dit geval zijn de wielen hersteld met de knop Toevoegen en is Dekking ingesteld op 100%. 5. Klik op Meer verzadiging om de gekozen kleur te benadrukken. Hierdoor steken de objecten met die kleur beter af tegen de relatief weinig sprekende zwart-witfoto. Het geselecteerde kleureffect versterken door op Meer verzadiging te klikken 6.
Gebruik Bewerken met instructies - Zwart-wit selectie om de verzadiging van de kleuren in geselecteerde delen van een foto te verlagen. Wanneer u de verzadiging van delen van een foto verlaagt, worden de overige gebieden van de foto automatisch benadrukt. Nadat u selecties hebt gemaakt, kunt u deze nog verfijnen. 1. Zorg dat er een foto is geopend in de modus Met instructies en selecteer de optie Zwartwit selectie. Oorspronkelijke afbeelding 2. Klik op het Zwart-wit selectiepenseel.
daarna het effect aan. Verfijn de selectie om te zorgen dat de vereiste onderdelen niet worden omgezet in zwart-wit 4. Als u precies het tegenovergestelde effect wilt bereiken van wat u tot nu toe hebt gedaan, klikt u op Omkeereffect. Bekijk dezelfde foto met het tegenovergestelde effect 5. Als u het gewenste resultaat hebt bereikt, klikt u op Volgende en kiest u hoe u wilt doorgaan: Opslaan - Opslaan/Opslaan als: Behoud de nieuwe afbeelding in een van de beschikbare indelingen.
Bewerken met instructies: High key Voeg een dromerig effect aan uw foto's toe voor een vrolijke, positieve weergave. Foto voordat het effect High key is toegepast (links) en erna 1. Open een foto, ga naar het tabblad Bewerken met instructies > Zwart-wit en klik op High key. Opmerking: Foto's die met te veel licht zijn gemaakt of die overbelicht zijn, worden heel bleek als het effect High key wordt toegepast. Iets donkerdere afbeeldingen leveren betere resultaten op. 2.
Benadruk schaduwen, markeer randen en voeg een dramatische afwerking toe aan uw foto's toe door het effect Low key toe te passen. Foto voordat het effect Low key is toegepast (links) en erna 1. Open een foto, ga naar het tabblad Bewerken met instructies > Zwart-wit en klik op Low key. 2. Klik op Kleur of Zwart-wit om te kiezen of u met een gekleurd of zwart-wit effect Low key wilt werken. Het effect Low key is toegevoegd.
Modus Met instructies: Grappige bewerkingen In de modus Met instructies kunt u Bewerken met instructies gebruiken; dit is een wizardachtige interface voor het toepassen van bepaalde vooraf gedefinieerde effecten. Elke bewerking met instructies heeft een bijbehorende afbeelding. Als u de muis horizontaal boven de afbeelding verplaatst, geeft het gedeelte links van de schuifregelaar de afbeelding weer zonder het effect.
Foto met een lay-out toegepast. 5. Kies een collagestijl. Blader door de miniaturen om de juiste combinatie van effecten te kiezen en toe te passen. 6. (Optioneel) Gebruik de schuifregelaar Dekking om de effecten die op de foto zijn toegepast, een andere intensiteit te geven. Foto waarop een lay-out, lay-outstijl en effectencollage zijn toegepast. 7.
Naar boven Bewerken met instructies: Ouderwetse foto Meer informatie over de functies die zijn gebruikt in deze Bewerken met instructies vindt u in Het deelvenster Effecten gebruiken, De dekking van een laag opgeven en Aanpassingen met Niveaus. Naar boven Bewerken met instructies: Buiten-de-grenzeneffect Met de optie Buiten-de-grenzeneffect in Bewerken met instructies kunt u een kader toevoegen aan een afbeelding en een bepaald gedeelte van de afbeelding buiten het kader weergeven. A.
kunt de afbeelding overbrengen naar de weergave Snel bewerken of Expertbewerking. U kunt een afbeelding ook delen op Facebook, Flickr of Twitter. A (Opslaan) en B (Opslaan als) Sla uw bewerkte afbeelding op in een map op uw computer. Als u de bewerkingen nog niet eerder hebt opgeslagen, wordt u gevraagd om een map op uw computer te kiezen waar u de afbeelding wilt opslaan. Gebruik de optie Opslaan als om de bewerkte afbeelding in een andere map of onder een andere naam op te slaan.
Gebruik Verbergen om te tekenen over delen die u wilt verbergen. Voorinstellingen. Kies het type penseel dat u wilt gebruiken om het juiste effect voor uw foto te verkrijgen. Grootte. Gebruik de schuifregelaar Grootte om de grootte van de penseelstreken op uw foto te bepalen. Dekking. Gebruik de schuifregelaar Dekking om de intensiteit te bepalen van het origineel dat wordt weergegeven bij het tekenen met het penseel. Penseelhoek. Gebruik het besturingselement Penseelhoek om het penseel te roteren.
Uw tekening met een structuur en effect toegepast. 7. Als u het gewenste resultaat hebt bereikt, klikt u op Volgende en kiest u hoe u wilt doorgaan: Opslaan - Opslaan/Opslaan als: Behoud de nieuwe afbeelding in een van de beschikbare indelingen. Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert.
Fototekst met een heldere achtergrond. 6. Klik op Afbeelding bijsnijden om eventuele extra ruimte rondom de tekst te verwijderen. Verplaats uw tekst naar de gewenste positie in de afbeelding voordat u op Afbeelding bijsnijden klikt. 7. Pas effecten toe op uw tekst met behulp van een van de drie voorinstellingen. Kies uit Klein, Normaal of Groot. Met de knoppen kunt u de schuine kant, slagschaduw en lijnen van uw tekst aanpassen.
Bewerken met instructies: Fotostapel Met Bewerken met Instructies: Fotostapel kunt u kaders aan uw foto toevoegen, zodat de foto eruitziet als een creatieve collage. 1. Open een foto in Photoshop Elements. 2. Klik op Met instructies > Grappige bewerkingen > Fotostapel. 3. Selecteer uit de beschikbare opties het aantal foto’s dat u in uw fotocollage wilt opnemen. 4. Voeg een rand toe aan uw foto’s met behulp van een van de drie voorinstellingen. Kies uit Klein, Normaal of Groot. 5.
Met Bewerken met instructies: Puzzeleffect kunt u een aantal puzzelstukjes weglaten, zodat er een realistische legpuzzel ontstaat. 1. Klik op Klein, Medium of Groot om het formaat van de puzzelstukjes voor uw foto te selecteren. 2. Om de puzzel er zo realistisch mogelijk te laten uitzien, kunt u ervoor kiezen een aantal puzzelstukjes niet op de goede plaats te leggen. Klik op de knop Puzzelstuk selecteren en klik op een stukje in de puzzel. Het puzzelstukje wordt geselecteerd. 3.
C (In Snel) en D (In Expert) Open de afbeelding in de vensters Snel bewerken of Expertbewerking. Dit betekent dat u bewerkingen in het venster Bewerken met instructies kunt doorvoeren en vervolgens in de vensters Snel en Expert meer aanpassingen kunt maken. E (Facebook), F (Flickr) en G (Twitter) Deel de afbeelding die u net hebt bewerkt met uw familie en vrienden op Facebook en Twitter. Of upload uw afbeeldingen naar Flickr, waar u fotoalbums kunt maken die u kunt delen.
1. Selecteer een afbeelding in het fotovak en kies vervolgens de ruimte Met instructies > Grappige bewerkingen > Snelheidseffect. 2. Gebruik de tool Snelle selectie om het deel van de afbeelding of het object in uw foto te selecteren dat u een gevoel van beweging wilt geven. Gebruik de knoppen Toevoegen of Verwijderen om de selectie te verfijnen of er iets aan toe te voegen. Gebruik de schuifregelaar Penseelgrootte om snel grote objecten te selecteren of kleinere objecten zorgvuldiger te selecteren. 3.
Uw selectie markeren met de tool Snelle selectie 4. Klik op Bewegingsonscherpte om een gevoel van beweging toe te voegen aan de foto. Intensiteit. Gebruik de schuifregelaar Intensiteit om de mate van vervaging in de afbeelding aan te passen. Hoek. Gebruik het besturingselement Hoek om de richting van de waargenomen beweging aan te passen. Het effect Snel pannen toegepast met een hoek van ongeveer 115 graden. 5.
Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert. Delen - Facebook/Flickr/Twitter/SmugMug Gallery: Kies een van de social media- of sharing-services in Photoshop Elements om uw afbeelding online te zetten. Naar boven Bewerken met instructies: Zoomexplosie-effect Het effect Zoomexplosie creëert de illusie van beweging, waarbij de aandacht wordt gevestigd op het centrale object in de foto.
Bewerken met instructies: Zwart-wit Geïntroduceerd in Photoshop Elements 13 Bewerken met instructies - Zwart-wit Bewerken met instructies - Zwart-wit kleuraccent Bewerken met instructies - Zwart-wit selectie Bewerken met instructies - Zwart-wit Gebruik Bewerken met instructies - Zwart-wit bij uw foto's om zwart-witafbeeldingen te maken van gekleurde afbeeldingen.
Een voorinstelling toepassen op de foto 3. (Optioneel) Als u een centraal onderwerp hebt of een visueel aspect van uw foto wilt benadrukken, kunt u een onscherpe gloed toepassen. Klik op de knop Gloed onscherp om een minimale hoeveelheid gloed op de foto toe te passen. Als u het onscherpe gloedeffect in bepaalde gedeelten van de foto wilt wijzigen: 1. Klik op Toevoegen (om onscherpe gloed toe te passen) of Verwijderen (om het effect te verwijderen). 2.
Het contrast verhogen om het effect dramatischer te maken 5. Klik op Volgende om naar het deelvenster Delen te gaan. Of klik op Annuleren om alle huidige wijzigingen te verwijderen. 6. Maak in het deelvenster Delen een keuze uit de volgende opties: Opslaan / Opslaan als: Behoud het nieuwe panorama in een van de beschikbare indelingen. Doorgaan met bewerken - In Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van het panorama, in de modus Snel of de modus Expert.
Originele foto 2. Kies een kleur die u in de afbeelding wilt behouden. Als u meerdere tinten van de kleur in de afbeelding ziet, klikt u op Aangepaste kleur selecteren en gebruikt u de kleurkiezer om op een monster in de foto te klikken. Een tint blauw isoleren op een spijkerbroek Wanneer u deze stap hebt voltooid, worden gebieden van de foto met dezelfde kleur verzadigd weergegeven. De rest van de foto begint op een zwart-witfoto te lijken. 3.
De schuifregelaar Tolerantie gebruiken om meer tinten blauw in de afbeelding te selecteren 4. (Optioneel) Klik op Effect verfijnen en vergroot of verklein vervolgens het zwart-wit kleuraccent op delen van de foto. Met de schuifregelaar Penseelgrootte kunt u de grootte van het penseel wijzigen en met de schuifregelaar Dekking definieert u de sterkte van het effect. Gebruik de knop Effect verfijnen voor opties om gedeelten van de afbeelding in hun oorspronkelijke kleur te bekijken.
Het geselecteerde kleureffect versterken door op Meer verzadiging te klikken 6. Klik op Volgende om naar het deelvenster Delen te gaan. Of klik op Annuleren om alle huidige wijzigingen te verwijderen. 7. Maak in het deelvenster Delen een keuze uit de volgende opties: Opslaan/Opslaan als: Behoud de bewerkte afbeelding in een van de beschikbare indelingen. Doorgaan met bewerken - Snel/Expert: Kies op welke manier u wilt doorgaan met het bewerken van de afbeelding: in de modus Snel of de modus Expert.
Oorspronkelijke afbeelding 2. Klik op het Zwart-wit selectiepenseel. Gebruik de beschikbare opties om gebieden die u naar zwart-wit wilt omzetten, toe te voegen of te verwijderen. Gebruik de schuifregelaar Penseelgrootte om te bepalen hoeveel gebied wordt beïnvloed door penseelstreken over de foto. Als u dit effect toepast rond een object met meerdere fijne randen (bijvoorbeeld haar), klikt u op Randen verfijnen om uw selectie verder te verfijnen.
Verfijn de selectie om te zorgen dat de vereiste onderdelen niet worden omgezet in zwart-wit 4. Als u precies het tegenovergestelde effect wilt bereiken van wat u tot nu toe hebt gedaan, klikt u op Omkeereffect. Bekijk dezelfde foto met het tegenovergestelde effect 5. Klik op Volgende om naar het deelvenster Delen te gaan. Of klik op Annuleren om alle huidige wijzigingen te verwijderen. 6.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Bewerken met instructies: Deelvenster Delen Het deelvenster Delen wordt rechts van uw afbeelding weergegeven. In dit deelvenster kunt u de afbeelding op dezelfde locatie opslaan of opslaan als een andere afbeelding. U kunt de afbeelding overbrengen naar de weergave Snelbewerking of Expertbewerking. U kunt een afbeelding ook delen op Facebook, Flickr of Twitter. Opslaan (Opslaan/Opslaan als) Sla uw bewerkte afbeelding op in een map op uw computer.
Deel uw zojuist bewerkte afbeelding met uw familie en vrienden op Facebook of Twitter. U kunt uw afbeeldingen ook uploaden naar Flickr waar u fotoalbums kunt maken die u kunt delen. Opmerking: Voor Facebook, Flickr en Twitter vraagt Photoshop Elements u om een eenmalige verificatie voor elke app of site die toegang moet hebben tot uw foto's om ze te kunnen delen. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Renderingsfilters Wolken Andere wolken Vezels Zon Structuurvulling Naar boven Wolken Met het filter Wolken genereert u een zacht wolkenpatroon met gebruik van willekeurige waarden die tussen de voorgrond- en de achtergrondkleur op de werkbalk variëren. U genereert een sterker wolkenpatroon door Alt (of Option in Mac OS) ingedrukt te houden wanneer u Filter > Rendering > Wolken kiest.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
--> Schetsfilters Basreliëf Krijt en houtskool Houtskool Chroom Stripverhaal Conté crayon Beeldroman Grafische pen Halftoonraster Postpapier Pen en inkt Fotokopie Gips Filigraan Stempel Gescheurde randen Waterpapier Naar boven Basreliëf Hiermee wordt een afbeelding getransformeerd zodat deze in laag reliëf uitgesneden lijkt te zijn. Door de belichting worden de oppervlakvariaties geaccentueerd.
Naar boven Conté crayon Met het filter Conté crayon imiteert u de structuur van bijzonder donker en zuiver wit contékrijt op een afbeelding. Bij het filter Conté crayon worden donkere gebieden in de voorgrondkleur en lichte gebieden in de achtergrondkleur weergegeven. U kunt het niveau van de nadruk op de voorgrond en achtergrond instellen, alsmede opties voor de structuur.
Met het filter Stempel vereenvoudigt u de afbeelding zodat deze lijkt te zijn gemaakt met een rubberen of houten stempel. U kunt de vloeiendheid en de balans tussen licht en donker instellen. U kunt dit filter het beste op zwart-witafbeeldingen toepassen. Naar boven Gescheurde randen Dit filter reconstrueert de afbeelding als ruwe, gescheurde stukken papier en kleurt de afbeelding vervolgens in met de voorgrond- en achtergrondkleur.
--> Ruisfilters Ruis Uitstippen Stof & krassen Mediaan Ruis reduceren Naar boven Ruis Hiermee worden willekeurige pixels toegepast op een afbeelding, waarbij het effect van fotograferen met een lichtgevoelig filmrolletje wordt gesimuleerd. Met dit filter kunt u ook streepvorming verminderen in doezelselecties of opvullingen met geleidelijke overgangen. Bovendien kunt u zwaar geretoucheerde gebieden een realistischer uiterlijk geven en een gestructureerde laag maken.
pixels weg (rechts).
--> Vervagingsfilters Gemiddeld Vaag en Vager Gaussiaans vervagen Vage lens Bewegingsonscherpte Radiaal vaag Slim vervagen Oppervlak vervagen Naar boven Gemiddeld Het filter Gemiddeld zoekt de gemiddelde kleur van een afbeelding of selectie en vult deze afbeelding of selectie met de kleur om een vloeiend effect te bereiken. Als u bijvoorbeeld een grasveld selecteert, verandert het filter dit gebied in een homogeen groen grasveld.
Irisvormen worden bepaald door het aantal bladen waarover deze beschikken. U kunt de bladen van een iris wijzigen door de bladen te krommen (zodat deze ronder worden) of door ze te roteren. Gebruik de voorvertoningsopties om te zien welk effect het wijzigen van de instellingen in het dialoogvenster Vage lens heeft op uw foto.
--> Artistieke filters Kleurpotlood Knipsel Droog penseel Filmkorrel Fresco Neon gloed Klodder Paletmes Plastic Posterranden Ruw pastel Vlek Spons Voorbewerking Waterkleur Naar boven Kleurpotlood Met dit filter trekt u een afbeelding over met kleurpotloden op een effen achtergrond. Met dit filter blijven duidelijke randen behouden en krijgen deze een ruw gearceerde vormgeving terwijl de effen achtergrondkleur door de dunnere gedeelten zichtbaar is.
zachter. U kunt de grootte, de helderheid en de kleur van de gloed instellen. Met een lagere waarde voor gloed wordt de gloedkleur beperkt tot de schaduwgebieden en met een hogere waarde wordt de gloedkleur toegepast op de middentonen en de hooglichtgebieden van een laag. U selecteert een kleur voor de gloed door in het kleurvak te klikken en een kleur te selecteren in de Kleurkiezer. Naar boven Klodder Door dit filter lijkt het alsof de afbeelding is geschilderd.
--> Penseelstreekfilters Geaccentueerde randen Hoeklijn Arcering Donkere lijnen Inktomtrek Spetters Sproeilijn Sumi-e Naar boven Geaccentueerde randen Hiermee accentueert u de randen van een afbeelding. Als voor de helderheid van de rand een hoge waarde wordt ingesteld, lijken de accenten op wit krijt. Als een lage waarde wordt ingesteld, lijken de accenten op zwarte inkt. U kunt de breedte en helderheid van de randen, alsmede de vloeiendheid instellen.
zachte, vage randen met veel zwart. U kunt de breedte en druk van de lijnen en het contrast instellen.
--> Stileerfilters Onscherp Reliëf Geef diepte Contrastlijn Oplichtende rand Solarisatie Tegels Omtreklijn Wind Naar boven Onscherp Met dit filter worden de pixels in een selectie door elkaar geschud, zodat de selectie er minder scherp uitziet, al naar gelang de geselecteerde optie: als u Normaal kiest, worden de pixels willekeurig verplaatst en worden de kleurwaarden genegeerd. Als u Alleen donkerder kiest, worden lichte pixels door donkere pixels vervangen.
afbeelding tekenen. Opmerking: Nadat u filters hebt gebruikt zoals Contrastlijn en Omtreklijn waarmee u randen markeert, kunt u met het filter Omkeren de randen van een kleurenafbeelding weergeven met gekleurde lijnen en de randen van een grijswaardenafbeelding met witte lijnen. Naar boven Oplichtende rand Met dit filter herkent u de randen van de kleurovergangen en geeft u ze een neon-achtige gloed. U kunt de breedte en de helderheid van de randen, alsmede de vloeiendheid instellen.
--> Structuurfilters Craquelure Korrel Mozaïektegels Lappendeken Gebrandschilderd glas Structuurmaker Naar boven Craquelure Hiermee tekent u een afbeelding op een gipsoppervlak met veel reliëf, zodat een fijn netwerk van scheurtjes ontstaat die de contouren van de afbeelding volgen. Met dit filter brengt u een reliëfeffect aan in afbeeldingen met een groot aantal kleuren of grijswaarden. U kunt de tussenruimte tussen de scheurtjes, de diepte en de helderheid instellen.
Effecten Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Afbeeldingen gebruiken Gestileerde vormen of illustraties aan een afbeelding toevoegen Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Een kader of thema aan een afbeelding toevoegen Foto-effecten Een effect toepassen Gestileerde tekst aan een afbeelding toevoegen Afbeeldingen of effecten toevoegen aan Favorieten Naar boven Het deelvenster Effecten gebruiken Het deelvenster Effecten vormt een centrale locatie voor het toepassen van effect
Dubbelklik op een miniatuur. Sleep de miniatuur naar de afbeelding. 4. Wijzig de positie of de grootte van de vorm of illustratie met de tool Verplaatsen . Naar boven Een artistieke achtergrond aan een afbeelding toevoegen Wanneer u een artistieke achtergrond toevoegt aan een afbeelding, wordt de bestaande achtergrondlaag vervangen.
gedeelte van een laag. Een kader fungeert ook als een neerzetzone waar u de inhoud gemakkelijk kunt toevoegen of wijzigen. Afbeeldingseffecten Hiermee past u effecten toe op een kopie van een geselecteerde laag. Met het effect Sneeuwstorm maakt u een afbeelding waarop het lijkt te sneeuwen. Met het effect Neon gloed verandert u de afbeelding in een dramatische neonafbeelding. Met afbeeldingseffecten zoals Olieverf of Zachte focus kunt u de kleuren verzachten of een afbeelding vervagen.
Sleep een miniatuur naar de afbeelding. 2. Er wordt een tekstkader weergegeven over de afbeelding en de teksttool wordt geactiveerd. Typ de nieuwe tekst. 3. Als u de tekst hebt gewijzigd, klikt u op het pictogram Huidige bewerking vastleggen om de wijziging toe te passen of u klikt op het pictogram Huidige bewerking annuleren . 4. Met de tool Verplaatsen kunt u het tekstkader verplaatsen of vergroten of verkleinen. 5.
--> Schetsfilters Basreliëf Krijt en houtskool Houtskool Chroom Stripverhaal Conté crayon Beeldroman Grafische pen Halftoonraster Postpapier Pen en inkt Fotokopie Gips Filigraan Stempel Gescheurde randen Waterpapier Naar boven Basreliëf Hiermee wordt een afbeelding getransformeerd zodat deze in laag reliëf uitgesneden lijkt te zijn. Door de belichting worden de oppervlakvariaties geaccentueerd.
Naar boven Conté crayon Met het filter Conté crayon imiteert u de structuur van bijzonder donker en zuiver wit contékrijt op een afbeelding. Bij het filter Conté crayon worden donkere gebieden in de voorgrondkleur en lichte gebieden in de achtergrondkleur weergegeven. U kunt het niveau van de nadruk op de voorgrond en achtergrond instellen, alsmede opties voor de structuur.
Met het filter Stempel vereenvoudigt u de afbeelding zodat deze lijkt te zijn gemaakt met een rubberen of houten stempel. U kunt de vloeiendheid en de balans tussen licht en donker instellen. U kunt dit filter het beste op zwart-witafbeeldingen toepassen. Naar boven Gescheurde randen Dit filter reconstrueert de afbeelding als ruwe, gescheurde stukken papier en kleurt de afbeelding vervolgens in met de voorgrond- en achtergrondkleur.
Tekst en vormen 421
Tekst toevoegen Tekst Tekst toevoegen De tool Tekst op vorm gebruiken De tool Tekst op selectie gebruiken De tool Tekst op aangepast pad gebruiken Gemaskerde tekst maken en gebruiken De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen U kunt tekst en vormen in allerlei kleuren, stijlen en effecten aan een afbeelding toevoegen. Gebruik de tools Horizontale tekst en Verticale tekst voor het maken en bewerken van tekst.
Elements geen nieuwe tekstlaag. De tekst die u invoert, verschijnt als gemaskerde tekst. Naar boven Tekst toevoegen 1. Selecteer de tool Horizontale tekst of Verticale tekst in de werkbalk. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een enkele tekstregel wilt maken, klikt u in de afbeelding om een invoegpunt in te stellen voor de tekst. Voor het maken van alineatekst sleept u een rechthoek om een tekstvak voor de tekst te maken.
Onderstrepen. Hiermee onderstreept u nieuwe of geselecteerde tekst. Doorhalen. Hiermee trekt u een lijn door nieuwe of geselecteerde tekst. Tekst uitlijnen Hiermee bepaalt u de uitlijning van de tekst. Als de tekstrichting horizontaal is, kunt u tekst links, midden of rechts uitlijnen. Bij een verticale tekstrichting kunt u tekst boven, midden of onder uitlijnen. Tekstrichting in-/uitschakelen Hiermee wijzigt u verticale tekst in horizontale tekst en andersom.
Klikken en tekst invoeren. . Bij bepaalde vormen moet de 4. Nadat u tekst hebt toegevoegd, klikt u op Vastleggen tekst in de vorm worden geschreven. U kunt de tekst verplaatsen langs het pad of binnen of buiten de vorm plaatsen door Cmd ingedrukt te houden terwijl u de tekst sleept met de muis (de tekst wordt weergegeven in een kleine pijl). U kunt die cursor in een geselecteerd gebied slepen; het tekstpad is binnen of buiten een gebied toegestaan.
Tekst toevoegen. Nadat u tekst hebt toegevoegd, kunt u deze wijzigen zoals u zou doen bij normale tekst. 4. Nadat u tekst hebt toegevoegd, klikt u op Vastleggen. Annuleer om de workflow opnieuw te beginnen. Naar boven De tool Tekst op aangepast pad gebruiken U kunt tekst tekenen en toevoegen aan een aangepast pad. 1. Selecteer de tool Tekst op aangepast pad . Als u de huidige teksttool snel wilt wijzigen, drukt u op Option en klikt u op de huidige tool. De tool Tekst op aangepast pad 2.
5. Nadat u tekst hebt toegevoegd, klikt u op Vastleggen . Naar boven Gemaskerde tekst maken en gebruiken Met de tool Masker voor horizontale tekst en de tool Masker voor verticale tekst maakt u een selectie in de vorm van tekst. U kunt met tekstselectiekaders grappige effecten bereiken door tekst uit een afbeelding te knippen waardoor de achtergrond zichtbaar wordt of door geselecteerde tekst in een nieuwe afbeelding te plakken.
--> Tekst bewerken Tekst bewerken in een tekstlaag Tekens selecteren Een lettertypefamilie en -stijl kiezen Een tekengrootte kiezen Tekstkleur wijzigen Stijl toepassen op tekst Tekst verdraaien De richting van een tekstlaag wijzigen Naar boven Tekst bewerken in een tekstlaag Als u een tekstlaag hebt gemaakt, kunt u de tekst op de laag bewerken en er laagopdrachten op toepassen. In tekstlagen kunt u nieuwe tekst invoegen, bestaande tekst wijzigen en tekst verwijderen.
Een lettertype bestaat uit een set letters, cijfers of symbolen waarvan de dikte, de breedte en de stijl hetzelfde zijn. Wanneer u een lettertype selecteert, kunt u de lettertypefamilie (bijvoorbeeld Arial) en de tekststijl afzonderlijk kiezen. Een tekststijl is een variant van een afzonderlijk lettertype in de lettertypefamilie, bijvoorbeeld Standaard, Vet of Cursief. Het aanbod van beschikbare tekststijlen verschilt per lettertype.
1. Als het nieuwe tekst betreft, schrijft en wijst u de tekst toe waarop u een stijl wilt toepassen. Maak vervolgens een keuze uit de beschikbare voorinstellingen in de optiebalk voor het gereedschap. 2. Voor bestaande tekst selecteert u een laag die tekst bevat. 3. Open het deelvenster Effecten en dubbelklik op de miniatuur van een stijl die u op de tekst wilt toepassen. Naar boven Tekst verdraaien Verdraaien wil zeggen dat u de vorm van tekst aanpast op basis van een bepaalde geometrie.
--> Werken met Aziatische tekst Opties voor Aziatische tekst weergeven De afstand tussen Aziatische tekens verminderen Tate-chuu-yoko in- of uitschakelen Mojikumi in- of uitschakelen Naar boven Opties voor Aziatische tekst weergeven Photoshop Elements beschikt over verschillende opties voor het werken met Aziatische tekst. Aziatische lettertypen worden vaak double-byte lettertypen of CJK-lettertypen (Chinees, Japans, Koreaans) genoemd. 1. In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Tekst.
3. Klik op de knop Opties voor Aziatische tekst weergeven op de optiebalk. 4. Schakel Tate-Chuu-Yoko in. Naar boven Mojikumi in- of uitschakelen Met Mojikumi bepaalt u de afstand tussen interpunctie, symbolen, getallen en andere tekenklassen in Japanse tekst. Wanneer mojikumi is ingeschakeld, wordt de halve afstand tussen deze tekens toegepast. Mojikumi uitgeschakeld (boven) en mojikumi ingeschakeld (onder) 1.
Lagen 433
Lagen maken Lagen begrijpen Het deelvenster Lagen Lagen toevoegen Een nieuwe lege laag maken en een naam geven Een nieuwe laag van een deel van een andere laag maken De achtergrondlaag omzetten in een gewone laag Een laag veranderen in de achtergrondlaag Lagen beheren De nieuwste versie van Photoshop Elements uitproberen | De Elements-productsuite verkennen Naar boven Lagen begrijpen Lagen zijn handig omdat u zo componenten aan een afbeelding kunt toevoegen en elke component afzonderlijk kunt bewerken zo
en eenvoudiger kunt beheren. Omdat de bestandsgrootte toeneemt wanneer een afbeelding meerdere lagen bevat, kunt u de bestandsgrootte verminderen door lagen samen te voegen wanneer u deze hebt bewerkt. Het deelvenster Lagen is een belangrijke gegevensbron wanneer u foto's bewerkt. U kunt ook het menu Lagen gebruiken wanneer u met lagen werkt. Standaardlagen zijn op pixels gebaseerde lagen (afbeeldingslagen).
In de lijst met lagen worden in het deelvenster een miniatuur, een titel en een of meer pictogrammen met informatie over elke laag weergegeven: De laag is zichtbaar. Klik op het oogpictogram om een laag weer te geven of te verbergen. Als de laag is verborgen, wordt het pictogram weergegeven. Verborgen lagen worden niet afgedrukt. De laag is gekoppeld aan de actieve laag. De laag is vergrendeld. De afbeelding bevat laaggroepen en is geïmporteerd uit Adobe Photoshop.
Naar boven Een nieuwe laag van een deel van een andere laag maken U kunt een deel van een afbeelding van een laag naar een nieuwe laag verplaatsen, zonder dat de originele afbeelding wordt gewijzigd. 1. Selecteer een bestaande laag en maak een selectie. 2. Kies een van de volgende opties: Kies Laag > Nieuw > Laag via kopiëren om de selectie naar een nieuwe laag te kopiëren. Kies Laag > Nieuw > Laag via knippen om de selectie te knippen en in een nieuwe laag te plakken.
Naar boven Een laag veranderen in de achtergrondlaag U kunt een laag niet omzetten in de achtergrondlaag als de afbeelding al een achtergrondlaag bevat. In dit geval moet u eerst de bestaande achtergrondlaag omzetten in een algemene laag. 1. Selecteer een laag in het deelvenster Lagen. 2. Kies Laag > Nieuw > Achtergrond uit laag. Transparante gebieden in de originele laag worden gevuld met de achtergrondkleur.
Lagen kopiëren en rangschikken Een laag in een afbeelding dupliceren Een of meer lagen in een andere afbeelding dupliceren Een laag tussen afbeeldingen kopiëren De inhoud in een laag verplaatsen De stapelvolgorde van lagen wijzigen Lagen koppelen en ontkoppelen Lagen verenigen Lagen verenigen met een andere laag Een afbeelding tot één laag samenvoegen Naar boven Een laag in een afbeelding dupliceren U kunt elke laag (inclusief de achtergrondlaag) binnen een afbeelding dupliceren.
in het pop-upmenu Document. Als u een nieuw document voor de laag wilt maken, kiest u Nieuw in het menu Document en typt u een naam voor het nieuwe bestand. Afbeeldingen die zijn gemaakt op basis van een gedupliceerde laag hebben geen achtergrond. Naar boven Een laag tussen afbeeldingen kopiëren U kunt alle lagen (inclusief de achtergrondlaag) ook van de ene afbeelding naar een andere afbeelding kopiëren. De resolutie van de doelafbeelding bepaalt hoe groot de afgedrukte kopie van de laag kan zijn.
2. Selecteer de tool Verplaatsen uit het geselecteerde gedeelte van het deelvenster Tools. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Sleep in de afbeelding om de geselecteerde laag of lagen naar de gewenste positie te verplaatsen. Druk op de pijltoetsen op het toetsenbord om de laag of lagen in stappen van 1 pixel te verplaatsen of druk op Shift en een pijltoets om de laag in stappen van 10 pixels te verplaatsen.
selecteren. Klik op het koppelingspictogram van een laag. Terwijl er meerdere lagen zijn geselecteerd, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u de optie Lagen koppelen. 2. Als u lagen wilt ontkoppelen, voert u een van de volgende handelingen uit: Klik op het koppelingspictogram van een laag om één laag te ontkoppelen. Als u meerdere lagen wilt ontkoppelen, selecteert u meerdere lagen, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u de optie Lagen ontkoppelen.
aanpassingslaag is, kunt u de optie Verenigen; omlaag laag niet kiezen. U verenigt alle zichtbare lagen door elke laag die u niet wilt verenigen, te verbergen en Verenigen; zichtbaar in het menu Laag of in het vervolgmenu van het deelvenster Lagen te kiezen. U verenigt alle zichtbare, gekoppelde lagen door een van de gekoppelde lagen te selecteren en Verenigen; gekoppeld in het menu Laag of in het vervolgmenu van het deelvenster Lagen te kiezen.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid 444
Lagen bewerken Een laag selecteren Een laag tonen of verbergen Miniaturen van lagen vergroten, verkleinen of verbergen Een laag vergrendelen of ontgrendelen Een laag een nieuwe naam geven Een laag vereenvoudigen Een laag verwijderen Monsters uit alle zichtbare lagen nemen Naar boven Een laag selecteren Als u wijzigingen in de afbeelding aanbrengt, wordt alleen de actieve laag gewijzigd.
2. Selecteer een nieuwe grootte of kies Geen om de miniaturen te verbergen. Klik vervolgens op OK. Naar boven Een laag vergrendelen of ontgrendelen U kunt lagen volledig of gedeeltelijk vergrendelen om de inhoud te beschermen. Als een laag is vergrendeld, wordt er rechts van de naam van de laag een vergrendelingspictogram weergegeven en kan de laag niet worden bewerkt of verwijderd.
Naar boven Een laag verwijderen Verwijder lagen die u niet langer nodig hebt om het afbeeldingsbestand kleiner te maken. 1. Selecteer de laag in het deelvenster Lagen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: Klik op het pictogram Laag verwijderen in het deelvenster Lagen en klik op Ja in het dialoogvenster om het verwijderen te bevestigen. Als u dit dialoogvenster wilt overslaan, houdt u Alt ingedrukt (Option in Mac OS) terwijl u op het pictogram Laag verwijderen klikt.
--> Aanpassings- en opvullagen Aanpassings- en opvullagen Aanpassingslagen maken Opvullagen maken Een aanpassingslaag of opvullaag bewerken Aanpassingslagen verenigen De laagmaskers bewerken Naar boven Aanpassings- en opvullagen Met aanpassingslagen kunt u experimenteren met kleur- en toonaanpassingen zonder de pixels in de afbeelding definitief te wijzigen. U kunt een aanpassingslaag vergelijken met een sluier die de onderliggende lagen kleurt.
Oorspronkelijke afbeelding en afbeelding met Kleurtoon/verzadiging toegepast. Dit heeft alleen effect op de lagen onder de aanpassingslaag. Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > [aanpassingstype] om dit effect slechts op één laag of op diverse opeenvolgende lagen onder de aanpassingslaag toe te passen. Selecteer Vorige laag gebruiken voor uitknipmasker in het dialoogvenster Nieuwe laag en klik vervolgens op OK. Niveaus Hiermee corrigeert u toonwaarden in de afbeelding.
verloop door in het afbeeldingsvenster te slepen. Daarnaast kunt u de vorm van het verloop (Stijl) opgeven en de hoek (Hoek) waarop deze wordt toegepast. Selecteer Omkeren om de oriëntatie om te keren, Dithering om de zichtbare overgangen te verminderen en Uitlijnen met laag om het selectiekader van de laag te gebruiken om de verloopvulling te berekenen. Patroon Hiermee maakt u een opvullaag met een patroon. Klik op het patroon en kies een patroon in het pop-upvenster.
2. Selecteer het gereedschap Penseel of een ander teken- of bewerkgereedschap. 3. Geef het laagmasker weer met de volgende methoden: Als u alleen het masker wilt weergeven, houdt u Alt ingedrukt en klikt u (Option+klik in Mac OS) op de miniatuur van het laagmasker (de rechterminiatuur). Houd Alt ingedrukt en klik (Option+klik in Mac OS) nogmaals op de miniatuur om de andere lagen opnieuw weer te geven.
--> Laagmaskers Informatie over laagmaskers Een laagmasker toevoegen aan een afbeelding Naar boven Informatie over laagmaskers Laagmaskers zijn resolutieafhankelijke bitmapafbeeldingen die worden bewerkt met de teken- of selectiegereedschappen. Een laagmasker bepaalt de zichtbaarheid van de laag waarop het masker is aangebracht. U kunt een laagmasker bewerken om het gemaskeerde gedeelte groter of kleiner te maken, zonder pixels te verliezen. Een laagmasker is een grijswaardenafbeelding.
Uitknipmaskers Uitknipmaskers voor lagen Uitknipmasker maken Een laag verwijderen uit een uitknipmasker Uitknipmasker opheffen Naar boven Uitknipmaskers voor lagen Een uitknipmasker is een groep lagen waarop een masker is toegepast. De onderste laag, ofwel de basislaag, bepaalt de zichtbare grenzen van de gehele groep. Stel dat u bijvoorbeeld een vorm op de basislaag hebt, een foto op de laag erboven en tekst op de bovenste laag.
Als u de stapelvolgorde van het uitknipmasker ten opzichte van andere lagen in de afbeelding wilt wijzigen, selecteert u alle lagen in de groep. Sleep vervolgens de basislaag van de groep omhoog of omlaag in het deelvenster Lagen. (Als u een laag sleept zonder alle lagen in de groep te selecteren, verwijdert u die laag uit de groep.) Naar boven Een laag verwijderen uit een uitknipmasker Als u de basislaag degroepeert ten opzichte van de laag die erboven ligt, degroepeert u alle lagen in het uitknipmasker.
Dekking en overvloeimodi Opties voor dekking en overvloeien in lagen De dekking van een laag opgeven Een overvloeimodus voor een laag opgeven Alle dekkende gebieden op een laag selecteren Het transparantieraster aanpassen Naar boven Opties voor dekking en overvloeien in lagen De dekking van een laag bepaalt de mate waarin de laag eronder wordt verborgen of weergegeven. Een laag met een dekking van 1% is nagenoeg transparant, terwijl een laag met een dekking van 100% ondoorzichtig is.
pijl rechts van het tekstvak Dekking om de schuifregelaar Dekking te slepen. Naar boven Een overvloeimodus voor een laag opgeven 1. Selecteer in het deelvenster Lagen een laag die u hebt toegevoegd. 2. Kies een optie in het pop-upmenu Overvloeimodus. (Windows) Vlak nadat u een overvloeimodus hebt gekozen, kunt u op de toetsen pijlomhoog en pijl-omlaag drukken om de andere opties voor overvloeimodi in het menu te kiezen.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid 457
--> Laagstijlen Informatie over laagstijlen Werken met laagstijlen Naar boven Informatie over laagstijlen Met laagstijlen kunt u snel effecten toepassen op een hele laag. In het deelvenster Effecten kunt u een aantal verschillende vooraf gedefinieerde laagstijlen weergeven en deze toepassen met een eenvoudige klik. Drie verschillende laagstijlen toegepast op tekst De grenzen van het effect worden automatisch bijgewerkt als u de laag bewerkt.
Een laagstijl toepassen 1. Selecteer een laag in het deelvenster Lagen. 2. Kies Laagstijlen in het categoriemenu in het deelvenster Effecten. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Selecteer een stijl en klik op Toepassen. Dubbelklik op een stijl. Sleep een stijl naar een laag. Een stijlpictogram geeft aan dat er een laagstijl is toegepast op de laag. Als het resultaat u niet bevalt, drukt u op Ctrl+Z (Command+Z in Mac OS) om de stijl te verwijderen of kiest u Bewerken > Ongedaan maken.
Afdrukken, delen en exporteren 460
Foto's online afdrukken of delen Foto's online afdrukken Voorkeuren instellen voor serviceproviders voor online afdrukken Foto's online delen Serviceproviders voor het delen van foto's Flickr Twitter Smugmug Gallery Facebook Naar boven Foto's online afdrukken U kunt met de Photoshop Elements Editor nu foto's, fotoboeken, wenskaarten en kalenders bestellen van onlineserviceproviders.
Elements. U kunt deze instelling alleen kiezen vanuit de Photoshop Elements Organizer. Als u bijvoorbeeld van Nederland naar de Verenigde Staten bent verhuisd, wijzigt u de locatie-instelling in de Elements Organizer. 1. (Optioneel, als u bent verhuisd) Klik in de Organizer op Voorkeuren > Adobe Partner Services > Locatie > Kiezen, selecteer een nieuwe locatie en start de Organizer opnieuw. 2.
Flickr 1. Klik in de Editor op het vervolgkeuzemenu Delen en kies Flickr. Als de op dat moment geopende foto's niet zijn opgeslagen, wordt u gevraagd om bestanden automatisch op te slaan. Klik op OK om door te gaan. 2. (Eerste keer gebruiken) Als u nog niet eerder bestanden met Flickr hebt gedeeld, dient u Photoshop Elements 12 te machtigen om te werken met Flickr. Volg de aanwijzingen op het scherm om Photoshop Elements te machtigen foto's in uw Flickr-account te plaatsen. 3.
3. Voer uw accountgegevens in het dialoogvenster SmugMug Gallery in (stap 1/3) en klik op Log In. 4. Selecteer in het dialoogvenster SmugMug Gallery (stap 2/3) een galerie waarnaar u de foto wilt uploaden. Klik op Create Gallery om een nieuwe galerie te maken waarnaar u de foto's wilt uploaden. 5. Wanneer uw foto's zijn overgebracht, ziet u de volgende knoppen in het dialoogvenster SmugMug Gallery (stap 3/3): View Gallery. Klik op deze knop om de geüploade foto's weer te geven in een webbrowser. Done.
Fotoafdrukken maken Overzicht van afdrukken Fotoafdrukken gebruiken Een contactblad afdrukken Een fotopakket afdrukken Naar boven Overzicht van afdrukken Photoshop Elements beschikt over diverse opties voor het afdrukken van uw foto's. U kunt uw foto's professioneel laten afdrukken door onlineafdrukservices via Adobe Photoshop Services, maar u kunt uw foto's ook thuis op uw printer afdrukken.
Naar boven Fotoafdrukken gebruiken U kunt foto's afdrukken met de optie Fotoafdrukken. 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Open de foto's in Photoshop Elements. Houd Ctrl ingedrukt en klik om meerdere foto's in het Fotovak te selecteren. Opmerking: U kunt de foto's in de Elements Organizer selecteren en de optie In de Organizer geselecteerde bestanden tonen kiezen. De foto's worden weergegeven in het Fotovak. 2. Selecteer Maken > Fotoafdrukken. 3.
Naar boven Een fotopakket afdrukken Met de opdracht Fotopakket kunt u meerdere exemplaren van een of meer foto's op één pagina plaatsen, net als portretfotografen dat vaak doen met hun afdrukken. U kunt kiezen uit een reeks opties voor grootte en plaatsing en zo de pakketindeling geheel aan uw wensen aanpassen. U kunt fotopakketten afdrukken vanuit de Elements Organizer. U kunt het proces echter ook starten vanuit de Photoshop Elements. Selecteer Fotopakket in het dialoogvenster Afdrukken.
Foto's afdrukken Foto's afdrukken met een lokale printer Gebruik deze optie als u de foto's wilt afdrukken met een printer die op uw computer is geconfigureerd. 1. Voer een van de volgende handelingen uit: Open de foto's in Photoshop Elements. Selecteer foto's in het Fotovak ( ). Gebruik Ctrl+klikken (Command+klikken in Mac OS) om meerdere foto's tegelijk te selecteren in het fotovak.
8. Als u de afbeelding passend wilt maken voor de opgegeven afdruklay-out, selecteert u de optie Passend maken. De schaal van de afbeelding wordt gewijzigd en indien nodig wordt de afbeelding uitgesneden in overeenstemming met de verhoudingen van de afdruklay-out. Schakel deze optie uit als u de foto's niet wilt uitsnijden. 9. Selecteer of typ een waarde in het tekstvak Afdrukken x exemplaren van elke pagina. 10.
Schakel Alleen afbeelding in om alleen de afbeelding te roteren. De fotohouder roteert niet. U kunt met de schuifregelaar in- of uitzoomen op de afbeelding. Het roteren van de fotohouder met afbeelding A. Afbeelding roteren B.
Afdrukgrootte U kunt de breedte en hoogte opgeven in inches, centimeters en millimeters. Selecteer Schaal passend maken voor medium om de afbeelding zo te schalen dat deze op de pagina past. Kleurbeheer Hier geeft u het kleurprofiel van de afbeelding op. Bij Afdrukruimte ziet u de kleurruimte die is ingesloten in het fotobestand. (Op het afdrukvoorbeeld in het dialoogvenster Afdrukken is geen kleurbeheer toegepast en het afdrukvoorbeeld wordt niet bijgewerkt wanneer u een profiel kiest.
Juridische kennisgevingen | Online privacybeleid 472
Afbeeldingen opslaan en exporteren Informatie over het opslaan van afbeeldingen en bestandsindelingen Indelingen voor het opslaan van bestanden Wijzigingen opslaan in verschillende bestandsindelingen Bestandscompressie Voorkeuren voor het opslaan van bestanden instellen Naar boven Informatie over het opslaan van afbeeldingen en bestandsindelingen Nadat u een afbeelding hebt bewerkt in Photoshop Elements, moet u niet vergeten deze op te slaan.
een betere kwaliteit maar de bestanden zijn groter. JPEG is een standaardindeling voor het weergeven van afbeeldingen op het web. Photoshop (PSD) De standaardindeling voor afbeeldingen van Photoshop Elements. Gebruik deze indeling voor bewerkte afbeeldingen, zodat uw werk wordt opgeslagen en alle afbeeldingsgegevens en lagen in een bestand van één pagina blijven behouden. Foto-ontwerpindeling (PSE) De standaardindeling van Photoshop Elements voor ontwerpen op meerdere pagina's.
opslaan. Indeling Hiermee selecteert u de bestandsindeling waarin u de afbeelding wilt opslaan. Opnemen in de Elements Organizer Hiermee plaatst u het opgeslagen bestand in de catalogus, zodat dit kan worden weergegeven in de Fotobrowser. Houd er rekening mee dat bepaalde bestandsindelingen wel in de Editor, maar niet in de Elements Organizer worden ondersteund. Als u een bestand opslaat in een van deze indelingen, bijvoorbeeld EPS, is deze optie niet beschikbaar.
Normaal Met deze optie wordt de afbeelding pas in de browser weergegeven als het bestand volledig is gedownload. Interliniëring Met deze optie wordt de afbeelding progressief in een lage resolutie weergegeven, terwijl het complete afbeeldingsbestand naar de browser wordt gedownload. Deze laatste methode is prettiger voor de bezoekers van de website: ze zien iets gebeuren en weten dus dat het downloaden bezig is, terwijl het downloaden zelf ook sneller lijkt te gaan dan.
afdrukken van een afbeelding in lage resolutie. 6. Klik op OK. Een bestand opslaan in de Photoshop PDF-indeling 1. In de werkruimte Bewerken kiest u Bestand > Opslaan als, en kiest u Photoshop PDF in de lijst met indelingen. 2. Geef een bestandsnaam en een locatie op, selecteer de gewenste opties voor het opslaan van bestanden en klik op Opslaan. 3. In het dialoogvenster Adobe PDF opslaan selecteert u een compressiemethode. (Zie Bestandscompressie.) 4. Kies een optie in het menu Afbeeldingskwaliteit. 5.
Pixelvolgorde Kies Afwisselend om de foto aan de Elements Organizer te kunnen toevoegen. Byte-volgorde De meeste hedendaagse toepassingen kunnen bestanden lezen met de byte-volgorde van Mac of Windows. Als u niet weet in welk programma het bestand kan worden geopend, selecteert u het platform waarop het bestand wordt gelezen. Multiresolutie opslaan Hiermee blijven de gegevens van meerdere resoluties behouden. Photoshop Elements heeft geen opties voor het openen van bestanden met meerdere resoluties.
Bij de eerste keer opslaan Hiermee bepaalt u hoe bestanden worden opgeslagen: Met Vragen indien origineel (standaardinstelling) wordt het dialoogvenster Opslaan als geopend de eerste keer wanneer u het oorspronkelijke bestand bewerkt en opslaat. Na deze keer wordt elke vorige versie overschreven bij het opslaan. Als u de bewerkte versie opent in de Editor (vanuit de Elements Organizer), wordt met de eerste keer opslaan, en elke keer daarna wanneer u opslaat, de vorige versie overschreven.
Meerdere bestanden verwerken Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte De JPEG-indeling Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web De GIF-indeling Een afbeelding omzetten in de modus Geïndexeerde kleur De PNG-8-indeling De PNG-24-indeling Versiesets De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Fotoprojecten 481
Grondbeginselen van projecten Met de Elements Organizer en Photoshop Elements kunt u snel en gemakkelijk creatieve projecten maken van uw foto's. U kunt uw foto's gebruiken om fotoboeken, wenskaarten, kalenders, collages, hoesjes voor cd's en dvd's en andere projecten te maken. U kunt bepaalde projecten helemaal uitvoeren in de Elements Organizer. Voor andere projecten selecteert u de gewenste foto's in de Elements Organizer en voltooit u het project in Photoshop Elements.
Fotoprojecten maken Fotoprojecten Opties voor fotoprojecten instellen Typen fotoprojecten Presentaties Een fotocollage, etiket, cd- of dvd-hoesje maken Naar boven Fotoprojecten Tot fotoprojecten behoren fotoboeken, fotokalenders, fotocollages, wenskaarten en hoesjes en labels voor cd's en dvd's. De knop Maken in de rechterbovenhoek van het Photoshop Elements-venster bevat een lijst met de fotoprojecten die beschikbaar zijn in Photoshop Elements.
geselecteerde afbeeldingen selecteert, worden in één stap alle afbeeldingen toegevoegd die in het fotovak zijn geopend, en hoeft u deze niet achteraf handmatig toe te voegen. Als u bijvoorbeeld op Fotocollage klikt in het tabblad Maken, kunt u de volgende opties kiezen in het dialoogvenster Fotoprojecten: Grootte Hier kunt u een vooraf ingestelde paginagrootte voor elk project kiezen. De grootte die u kiest, wordt de standaardgrootte van alle pagina's in het project.
Voorbeelden van wenskaarten met een foto Cd- en dvd-hoesjes Met Photoshop Elements kunt u hoesjes voor een cd- of dvd-doosje maken. U kunt deze afdrukken op uw printer, ze opslaan op uw vaste schijf of ze via e-mail versturen als PDF-bestanden. Voorbeelden van een cd- en dvd-hoesje Cd- en dvd-etiketten Met Photoshop Elements kunt u op een inkjetprinter zelfklevende etiketten voor cd's en dvd's afdrukken, of etiketten voor bedrukbare cd's en dvd's.
Een presentatie is een fantastische manier om mediabestanden te delen. Met Photoshop Elements kunt u presentaties aanpassen met muziekclips, clipart, tekst en zelfs gesproken tekst. Afbeeldingen in de PDFindeling worden niet in presentaties weergegeven. Nadat u een presentatie hebt voltooid, zijn er verschillende manieren om deze te delen. Opmerking: Op www.adobe.com/go/lrvid913_pse_nl vindt u een video over presentaties Naar boven Een fotocollage, etiket, cd- of dvd-hoesje maken 1.
Een wenskaart maken Als u een wenskaart maakt, kunt u verschillende lay-outs en ontwerpen aan uw afbeeldingen toevoegen en kunt u maar liefst 22 foto's op een pagina plaatsen. U kunt wenskaarten afdrukken op uw printer, ze opslaan op uw vaste schijf of ze via e-mail versturen. U kunt ook vanuit Photoshop Elements online afdrukken bestellen bij Shutterfly. In bepaalde regio's zijn bovendien Adobe Photoshop Elements Online Services beschikbaar waar u wenskaarten online kunt bestellen.
(bijvoorbeeld gevouwen lay-outs) kunnen alleen lokaal worden afgedrukt in de VS/Canada en Japan. 8. Klik op Opslaan om het ontwerp op te slaan. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Een fotoboek maken Met fotoboeken kunt u een grote verscheidenheid aan lay-outs en ontwerpen aan uw foto's toevoegen. U kunt fotoboeken thuis afdrukken, online bestellen via Adobe Photoshop Elements Online Services of op de vaste schijf van uw computer opslaan en via e-mail versturen. Naar boven Een fotoboek maken 1. Selecteer in de Elements Organizer de afbeeldingen die u in het fotoboek wilt opnemen of open de afbeeldingen in Photoshop Elements. Klik op Maken en selecteer Fotoboek. 2.
Trefwoorden: maak, maken, fotoboek De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Fotoprojecten bewerken Informatie over het bewerken van fotoprojecten Foto's aan een fotoproject toevoegen Foto's bewerken in de modus Snel Nieuwe pagina's aan een fotoproject toevoegen [alleen fotoboeken] De positie of het formaat van foto's in een fotoproject wijzigen Foto's in een fotoproject vervangen of verwijderen Foto's roteren in een fotoproject Fotoprojectpagina's bewerken in Photoshop Naar boven Informatie over het bewerken van fotoprojecten In Photoshop Elements kunt u fotocollages, wenskaarte
Naar boven De positie of het formaat van foto's in een fotoproject wijzigen 1. Als u een foto en het kader tegelijk wilt aanpassen, klikt u één keer op de foto. Als u een foto in een kader wilt aanpassen, dubbelklikt u op de foto. Er verschijnt een selectiekader dat de randen van de foto aangeeft, ook als deze randen door het kader worden bedekt. 2.
Als Adobe® Photoshop® en Photoshop Elements op dezelfde computer zijn geïnstalleerd, kunt u JPEG-bestanden, GIF-bestanden en andere fotobestanden van één pagina naar Photoshop sturen. In de Elements Organizer kiest u Bewerken > Bewerken met Photoshop. Photoshop biedt geen ondersteuning voor uit meerdere pagina's bestaande PSE-bestanden en dus kunt u in dit programma geen volledige fotoprojecten bewerken.
Fotokalenders maken Fotokalenders maken die lokaal kunnen worden afgedrukt 1. Klik in Photoshop Elements op Maken en selecteer Fotokalender. (U kunt ook in de Elements Organizer op het vervolgkeuzemenu Maken klikken en Fotokalender selecteren.) 2. Selecteer de beginmaand en het jaar. 3. Kies de gewenste grootte en het thema. Opmerking: In het deelvenster Grootte vindt u de opties die geschikt zijn voor onlineservices. 4.
Een Facebook-profielfoto en -omslagfoto maken Voorbeelden van Facebook-omslagprojecten Facebook-omslagfoto - thema Enkele foto Facebook-omslagfoto - thema Meerdere foto's Naar boven Een Facebook-omslagfoto en -profielfoto maken Met het menu Maken in Photoshop Elements kunt u uw foto's op een creatieve manier in verschillende projecten gebruiken. Photoshop Elements biedt u de mogelijkheid om een Facebook-omslag te maken.
De optie voor het maken van een Facebook-omslagfoto in het menu Maken 1. Klik in de Photoshop Elements Editor op het menu Maken en klik vervolgens op Facebook-omslag. 2. Selecteer een thema in het dialoogvenster Facebook-omslag. Gebruik de kiezer van de Themacategorie voor hulp bij het maken van een keuze uit een van de beschikbare thema's.
Facebook zijn vereist om Photoshop Elements te machtigen voor het plaatsen van afbeeldingen. Wanneer u later wilt doorgaan, klikt u op Opslaan en slaat u het bestand op om er later weer aan te kunnen werken. Als u de wijzigingen ongedaan wilt maken en opnieuw wilt beginnen, klikt u op Sluiten. De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Webafbeeldingen 498
--> Afbeeldingen optimaliseren Optimaliseren Het dialoogvenster Opslaan voor web gebruiken Geoptimaliseerde bestandsindelingen voor het web Een vooraf ingestelde optimalisatie-instelling toepassen Optimaliseren als JPEG Optimaliseren als GIF- of PNG-8-indeling Optimaliseren als PNG-24 Een bewegende GIF maken Naar boven Optimaliseren Wanneer u afbeeldingen op het web plaatst, moet u rekening houden met de grootte van de bestanden.
opties F. Menu voor zoomniveau G. Menu Voorvertoning in browser H. Originele afbeelding I. Geoptimaliseerde afbeelding Optimalisatieopties staan aan de rechterkant van het dialoogvenster Opslaan voor web. Behalve dat u een webindeling voor het bestand kiest, kunt u ook compressie- en kleuropties selecteren, de transparantie van de achtergrond behouden of de matte voor de achtergrond instellen en de grootte van de afbeelding wijzigen.
De GIF-indeling In de GIF-indeling wordt 8-bits kleur gebruikt en worden gebieden met effen kleuren op efficiënte wijze gecomprimeerd terwijl scherpe details van bijvoorbeeld lijnpatronen, logo’s en tekst behouden blijven. Met de GIF-indeling kunt u ook geanimeerde afbeeldingen maken en transparantie in afbeeldingen behouden. GIF wordt door de meeste browsers ondersteund. Bij de GIF-indeling wordt gebruik gemaakt van LZW-compressie. Dit is een compressiemethode zonder verlies.
Een vooraf ingestelde optimalisatie-instelling toepassen Naar boven U kunt snel en gemakkelijk een afbeelding voor het web optimaliseren door een vooraf gedefinieerde optimalisatie-instelling, oftewel een voorinstelling, te kiezen in het menu Voorinstelling rechtsboven in het dialoogvenster Opslaan voor web. Voorinstellingen zijn ontworpen voor de optimalisatievereisten van verschillende soorten afbeeldingen. Uit de naam van de voorinstelling kunt u de bestandsindeling en het kwaliteitsniveau aflezen.
Selectief Hiermee wordt een kleurentabel gemaakt die vergelijkbaar is met de perceptuele kleurentabel, maar waarin brede kleurgebieden worden benadrukt en webkleuren behouden blijven. Met deze kleurentabel worden doorgaans afbeeldingen gemaakt met de grootste kleurenintegriteit. (Selectief is de standaardoptie.) Aangepast Hiermee wordt een kleurentabel gemaakt door kleurmonsters te nemen uit het spectrum dat het meest wordt gebruikt in de afbeelding.
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 504
--> Dithering in webafbeeldingen Dithering Dithering in webafbeeldingen besturen Dithering voorvertonen Naar boven Dithering De meeste webafbeeldingen worden door ontwerpers voor weergave in 24-bits kleuren gemaakt (waarmee meer dan 16 miljoen kleuren kunnen worden weergegeven), maar die afbeeldingen worden ook weergegeven op computers met een 8-bits kleurenweergave (waarbij slechts 256 kleuren worden weergegeven). Webafbeeldingen bevatten dus vaak kleuren die op sommige computers niet beschikbaar zijn.
1. Open een afbeelding en kies Bestand > Opslaan voor Web. 2. Kies de gewenste optimalisatie-instellingen. 3. Als u dithering in Photoshop Elements wilt voorvertonen, kiest u Browserdithering in het documentmenu in het dialoogvenster Opslaan voor web. (Klik op het driehoekje rechtsboven in de geoptimaliseerde afbeelding om het menu weer te geven.) 4. Zo geeft u dithering vooraf weer in een browser: Stel de kleurenweergave van de computer in op 8-bits kleur (256 kleuren).
--> Transparantie en matte gebruiken Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte Achtergrondtransparantie in een GIF- of PNG-afbeelding behouden Een GIF- of PNG-afbeelding met een matte maken Transparantie met harde randen in een GIF- of PNG-8-bestand maken Een JPEG-afbeelding met een matte maken Transparante webafbeeldingen en webafbeeldingen met matte Naar boven Met transparantie kunt u niet-rechthoekige afbeeldingen voor het web maken.
1. Open of maak een afbeelding met transparante gedeelten en kies Bestand > Opslaan voor web. 2. Kies in het dialoogvenster Opslaan voor web GIF, PNG-8 of PNG-24 als optimalisatie-indeling. 3. Selecteer Transparantie. 4. Geef bij GIF- en PNG-8-indelingen aan hoe u de gedeeltelijk transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding wilt behandelen. U kunt deze pixels laten overvloeien in een mattekleur of u kunt transparantie met harde randen maken.
--> Webafbeeldingen vooraf bekijken Een voorvertoning van een geoptimaliseerde afbeelding in een webbrowser bekijken Geschatte downloadtijd weergeven Variaties in de kleurenweergave voorvertonen Een animatie voorvertonen Een voorvertoning van een geoptimaliseerde afbeelding in een webbrowser bekijken Naar boven U kunt een geoptimaliseerde afbeelding voorvertonen in elke browser die op uw computer is geïnstalleerd.
niet de kleur in de originele of geoptimaliseerde afbeelding. Naar boven Een animatie voorvertonen U kunt een animatie voorvertonen in het dialoogvenster Opslaan voor web of in een webbrowser. In het dialoogvenster Opslaan voor web ziet u de animatie als niet-bewegende frames. Bekijk de animatie in een browser om de frames in de juiste volgorde te zien. 1. Maak een geanimeerde afbeelding en kies Bestand > Opslaan voor web. 2.
Sneltoetsen 511
Toetsen voor het deelvenster Kleurstalen In deze lijst vindt u de handigste sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
Toetsen voor het gebruik van tekst In deze lijst vindt u de handigste sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Toetsen voor het filter Uitvloeien In deze lijst vindt u de handigste sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo. Resultaat Windows Mac OS Tool Verdraaien W W Tool Kronkel - met de klok mee C C Tool Kronkel - tegen de klok in L L Tool Plooien P P Tool Zwellen B B Tool Pixels verschuiven S S Tool Reconstrueren E E Tool Zoomen Z Z Tool Handje H H De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Toetsen voor het gebruik van overvloeimodi In deze lijst vindt u de handigste sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
Verzadiging Shift + Alt + T Shift + Option + T Kleur Shift + Alt + C Shift + Option + C Lichtsterkte Shift + Alt + Y Shift + Option + Y De voorwaarden van Creative Commons zijn niet van toepassing op Twitter™- en Facebook-berichten.
Toetsen voor het deelvenster Lagen In deze lijst vindt u de handigste sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
Kopieën van alle zichtbare lagen verenigen met doellaag Ctrl + Shift + Alt + E Command + Shift + Option + E Verenigen met onderliggende laag Ctrl + E Command + E Huidige laag kopiëren naar onderliggende laag Alt + opdracht Verenigen; omlaag laag uit pop-upmenu van deelvenster Option + opdracht Verenigen; omlaag laag uit pop-upmenu van deelvenster Alle zichtbare lagen kopiëren naar actieve laag Alt + opdracht Verenigen; zichtbaar uit pop-upmenu van deelvenster Option + opdracht Verenigen; zichtbaa
--> Toetsen voor het dialoogvenster Magisch extraheren In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Windows 7-sneltoetsen In Photoshop Elements worden de volgende Windows 7-sneltoetsen ondersteund: Resultaat Sneltoets Aero Peek activeren Windows + spatiebalk Aero Shake activeren Windows + Home Maximaliseren Windows + pijlomhoog Herstellen of verkleinen tot pictogram Windows + pijlomlaag Het actieve venster verticaal maximaliseren Windows + Shift + pijl-omhoog Het actieve venster magnetisch uitlijnen op linker- of rechterhelft van het scherm Windows + pijl-links Opmerking: wanneer u met
--> Toetsen voor het selecteren van gereedschappen In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
Gereedschap Opnieuw samenstellen W W Gereedschap Koekjesvorm Q Q Gereedschap Rechttrekken P P Gereedschap Rode ogen verwijderen Y Y Gereedschap Snel retoucheerpenseel J J S S E E Gereedschap Potlood N N Gereedschap Penseel B B F F Gereedschap Emmertje K K Gereedschap Verloop G G Gereedschap Aangepaste vormen U U R R Gereedschap Retoucheerpenseel Gereedschap Kloonstempel Gereedschap Patroonstempel Gereedschap Gummetje Gereedschap Achtergrondgummetje Gereedschap Tovergumm
Vervagen Gereedschap Verscherpen Gereedschap Natte vinger Gereedschap Spons O O Alle deelvensters weergeven/verbergen Tab Tab Standaard voor- en achtergrondkleuren D D Voor- en achtergrondkleuren wisselen X X Gereedschap Tegenhouden Gereedschap Doordrukken Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid 524
--> Toetsen voor tekenen en penselen In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Toetsen voor het transformeren van selecties In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo. Resultaat Windows Mac OS Transformeren vanuit middelpunt of reflecteren Alt Option Beperken Shift Shift Vervormen Ctrl Command Schuintrekken Ctrl + Shift Command + Shift Perspectief wijzigen Ctrl + Shift + Alt Command + Shift + Option Toepassen Enter Enter Annuleren Esc of Ctrl + .
--> Toetsen voor de Filtergalerie In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Toetsen voor het tonen of verbergen van deelvensters (modus Expert) In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Toetsen voor het dialoogvenster Camera Raw In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Toetsen voor het selecteren en verplaatsen van objecten In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
Laag 1 pixel verplaatsen wanneer er niets op de laag is geselecteerd Ctrl + Pijl-rechts, Pijl-links, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag Command + pijl-rechts, pijl-links, pijlomhoog of pijl-omlaag Detectiebreedte vergroten/verkleinen Gereedschap Magnetische lasso + [ of ] Gereedschap Magnetische lasso + [ of ] Uitsnijden accepteren of afsluiten Gereedschap Uitsnijden + Enter of Esc Gereedschap Uitsnijden + Enter of Esc Uitsnijdschild uit- en inschakelen / (schuine voorwaartse streep) / (schuine voorwaart
--> Toetsen voor Photomerge-panorama Opmerking: Dit dialoogvenster wordt alleen weergegeven voor Interactieve lay-outs. In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.
--> Toetsen voor het weergeven van afbeeldingen (modus Expert) In deze niet alomvattende lijst vindt u een lijst met nuttige sneltoetsen. Aanvullende sneltoetsen vindt u in de menuopdrachten en knopinfo.