Operation Manual
45
PHOTOSHOP GEBRUIKEN
Werkruimte
Laatst bijgewerkt 8/6/2011
Meer Help-onderwerpen
“Magnetisch gebruiken” op pagina 48
De maateenheid wijzigen
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Dubbelklik op een liniaal.
• In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Eenheden & linialen of klik met de rechtermuisknop op de liniaal en
kies een nieuwe eenheid in het contextmenu.
• In Mac OS: kies Photoshop > Voorkeuren > Eenheden & linialen of houd Control ingedrukt en klik op de liniaal
en kies een nieuwe eenheid in het contextmenu.
2 Kies bij Linialen een maateenheid.
Opmerking: Als u de eenheden in het deelvenster Info wijzigt, veranderen de eenheden op de linialen automatisch ook.
3 Kies voor Punt-/picagrootte een van de volgende opties:
PostScript (72 punten/inch) Hiermee stelt u een eenheidsgrootte in die geschikt is voor het afdrukken naar een
PostScript-apparaat.
Traditioneel Gebruikt 72,27 punten per inch, een gebruikelijke instelling voor afdrukken.
4 Klik op OK.
Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
Met kolommen kunt u afbeeldingen of elementen nauwkeurig plaatsen. Met de opdrachten Nieuw,
Afbeeldingsgrootte en Canvasgrootte kunt u de afbeeldingsbreedte opgeven als een aantal kolommen. Dit is handig als
u een afbeelding wilt importeren in een pagina-layoutprogramma, zoals Adobe InDesign®, en als u wilt dat de
afbeelding exact in een bepaald aantal kolommen past.
1 Kies Bewerken > Voorkeuren > Eenheden & linialen (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Eenheden &
linialen (Mac OS).
2 Voer waarden in voor Breedte en Tussenruimte.
Plaatsen met de liniaal
Met de liniaal kunt u afbeeldingen of elementen nauwkeurig plaatsen. De liniaal meet de afstand tussen twee
punten in de werkruimte. Wanneer u de afstand tussen twee punten meet, wordt er een niet-afdrukbare lijn getrokken
en verschijnt op de optiebalk en in het deelvenster Info de volgende informatie:
• De startlocatie (X en Y).
• De horizontale (B) en verticale (H) verplaatsing over de x- en y-assen.
• De gemeten hoek ten opzichte van de as (A).
• De totale afgelegde lengte (D1).
• Wanneer u een hoekmeting maakt, ziet u twee afgelegde lengten (D1 en D2).
Alle maten behalve de hoek worden berekend in de maateenheid die is ingesteld in het dialoogvenster met
voorkeuren voor linialen en eenheden.
Als uw document een bestaande meetlijn heeft, wordt deze weergegeven wanneer u de liniaal selecteert.