Operation Manual

465
PHOTOSHOP GEBRUIKEN
Afbeeldingen opslaan en exporteren
Laatst bijgewerkt 8/6/2011
Meer Help-onderwerpen
Targa” op pagina 472
Lagen naar bestanden exporteren
U kunt lagen exporteren en opslaan als afzonderlijke bestanden in verschillende indelingen, zoals PSD, BMP, JPEG,
PDF, Targa en TIFF. Lagen krijgen automatisch een naam als ze worden opgeslagen. U kunt voor het genereren van
namen opties instellen.
1 Kies Bestand > Scripts > Lagen exporteren naar bestanden.
2 Klik bij Doel in het dialoogvenster Lagen exporteren naar bestanden op Bladeren om een doelmap voor de
geëxporteerde bestanden te selecteren. Standaard worden de gegenereerde bestanden opgeslagen in dezelfde map
als het bronbestand.
3 Typ een naam in het tekstvak Voorvoegsel bestandsnaam om een gemeenschappelijke naam op te geven voor de
bestanden.
4 Schakel de optie Alleen zichtbare lagen in als u alleen de lagen wilt exporteren waarvan de zichtbaarheid in het
deelvenster Lagen is ingeschakeld. Gebruik deze optie als u niet alle lagen wilt exporteren. Schakel de zichtbaarheid
uit van de lagen die u niet wilt exporteren.
5 Kies een bestandsindeling in het menu Bestandstype. Stel de gewenste opties in.
6 Selecteer de optie ICC-profiel opnemen als u het werkruimteprofiel in het geëxporteerde bestand wilt insluiten. Dit
is van belang voor workflows met beheerde kleuren.
7 Klik op Uitvoeren.
Bestandsindelingen
Informatie over bestandsindelingen en compressie
Grafische bestandsindelingen verschillen onderling in de manier waarop de afbeeldingsgegevens worden weergegeven
(als pixels of als vectoren), in de manier waarop de bestanden worden gecomprimeerd en de Photoshop-functies die
ze ondersteunen. Op een paar uitzonderingen na, zoals de Indeling voor grote documenten (PSB), Photoshop Raw en
TIFF, ondersteunen de meeste bestandsindelingen geen documenten die groter zijn dan 2 GB.
Opmerking: Als een ondersteunde indeling niet voorkomt in een bepaald dialoogvenster of submenu, kan het zijn dat u
de plug-in voor deze indeling moet installeren.
Bestandscompressie
Veel bestandsindelingen maken gebruik van compressie om de bestandsgrootte van bitmapafbeeldingen te reduceren.
Bij technieken zonder verlies worden bestanden gecomprimeerd zonder dat daarbij afbeeldingsdetails of
kleurinformatie verloren gaan. Bij technieken met verlies gaan er wel gegevens verloren. De meest gangbare
compressietechnieken zijn:
RLE (Run Length Encoding) Compressie zonder verlies; wordt ondersteund door een aantal gangbare
bestandsindelingen voor Windows.
LZW (Lemple-Zif-Welch) Compressie zonder verlies, wordt ondersteund door de bestandsindelingen TIFF, PDF, GIF
en PostScript. Deze optie is met name handig voor afbeeldingen met grote gebieden met één kleur.