Operation Manual

35
PHOTOSHOP GEBRUIKEN
Werkruimte
Laatst bijgewerkt 8/6/2011
Slepen met het handje om een ander gedeelte van de afbeelding weer te geven
Sleep het gekleurde vak (proxyweergavegebied) in het deelvenster Navigator.
Het gereedschap Weergave roteren gebruiken
U gebruikt het gereedschap Weergave roteren om het canvas niet-destructief te roteren; de afbeelding wordt niet
getransformeerd. Rotatie van het canvas kan om een aantal redenen nuttig zijn. Tekenen wordt bijvoorbeeld
eenvoudiger. (OpenGL is vereist.)
U kunt ook rotatiegebaren gebruiken op MacBook-computers met multi-touchtrackpads.
1 Ga als volgt te werk:
Selecteer het gereedschap Weergave roteren , klik in de afbeelding en sleep om te roteren. Een kompas geeft in
de afbeelding het noorden aan, onafhankelijk van de huidige canvashoek.
Selecteer het gereedschap Weergave roteren. Voer in het veld Rotatiehoek een numerieke waarde in (om gradaties
van verschuiving aan te geven).
Selecteer het gereedschap Weergave roteren. Klik (of klik en sleep om te schrobben) op Rotatiehoek instellen van
de Weergavebesturing.
2 Als u het canvas wilt herstellen en de oorspronkelijke hoek wilt instellen, klikt u op Weergave herstellen.
Ga naar www.adobe.com/go/lrvid4001_ps_nl voor een video over het gereedschap Weergave roteren en andere tips
voor de werkruimte.. (De bespreking van het gereedschap Weergave roteren begint na 5 minuten en 10 seconden.)
Trackpadbesturing uitschakelen (Mac OS)
Als u een MacBook-computer met een multi-touchtrackpad hebt, kunt u de trackpad gebruiken voor tikken en
pannen, voor het roteren van afbeeldingen en voor het in- of uitzoomen op afbeeldingen. U kunt zo veel sneller
werken, maar u kunt deze functie uitschakelen als er onbedoelde wijzigingen ontstaan.
1 Kies Photoshop > Voorkeuren > Interface (Mac OS).
2 Schakel Vingerbewegingen inschakelen uit in het gedeelte Algemeen.
Het deelvenster Navigator gebruiken
Met het deelvenster Navigator wijzigt u snel de weergave van uw illustratie met behulp van een miniatuur. Het
gekleurde vak in de Navigator (het proxyweergavegebied) is hetzelfde als het gebied dat u in het venster ziet.
Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u het deelvenster Navigator wilt weergeven, selecteert u Venster > Navigator.