Operation Manual
152
PHOTOSHOP GEBRUIKEN
Tonen en kleuren aanpassen
Laatst bijgewerkt 8/6/2011
De kleuren van twee lagen in dezelfde afbeelding op elkaar afstemmen
1 (Optioneel) Maak een selectie in de laag die u wilt afstemmen. Dit is handig als u een bepaald kleurgebied van de
ene laag, zoals bijvoorbeeld de gelaatskleuren, afstemt op een bepaald gebied in een andere laag.
Als u geen selectie maakt, worden de kleuren van de hele bronlaag gebruikt bij het afstemmen.
2 Controleer of de laag waarop u de kleuraanpassing wilt toepassen actief is en kies Afbeelding > Aanpassingen >
Kleur afstemmen.
3 Controleer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen of de afbeelding in het
menu Bron gelijk is aan de doelafbeelding.
4 Gebruik het menu Laag om de laag te kiezen waarvan u de kleuren wilt afstemmen. U kunt ook de optie Verenigd
kiezen in het menu Laag om de kleuren van alle lagen af te stemmen.
5 Als u een selectie in de afbeelding hebt gemaakt, voert u een of meerdere van de volgende handelingen uit:
• Selecteer in het gedeelte Doelafbeelding de optie Selectie negeren bij aanbrengen van correctie als u de aanpassing
wilt toepassen op de hele doellaag. Met deze optie wordt de selectie in de doellaag genegeerd en wordt de aanpassing
toegepast op de hele doellaag.
• Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Bronselectie gebruiken voor het berekenen van kleuren als
u een selectie hebt gemaakt in de bronafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te
berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de bronlaag wilt negeren en de kleuren van de hele bronlaag
wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
• Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Doelselectie gebruiken voor het berekenen van aanpassing
als u alleen de kleuren in het geselecteerde gebied van de doellaag wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
Schakel deze optie uit als u de selectie wilt negeren en de kleuren in de hele doellaag wilt gebruiken om de
aanpassing te berekenen.
6 Als u de kleurzweem automatisch uit de doelafbeelding wilt laten verwijderen, selecteert u de optie Neutraliseren.
Controleer of de optie Voorvertoning is geselecteerd, zodat de afbeelding wordt bijgewerkt terwijl u de
aanpassingen aanbrengt.
7 Als u de helderheid van de doellaag wilt verhogen of verlagen, verplaatst u de schuifregelaar Luminantie. U kunt
ook een waarde opgeven in het vak Luminantie. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 en de
standaardwaarde is 100.
8 Als u het bereik van de waarden van de kleurenpixels in de doellaag wilt aanpassen, moet u de schuifregelaar
Kleurintensiteit aanpassen. U kunt ook een waarde opgeven in het vak Kleurintensiteit. De maximumwaarde is 200,
de minimumwaarde is 1 (hetgeen resulteert in een grijswaardenafbeelding) en de standaardwaarde is 100.
9 Als u de mate waarin de afbeelding wordt aangepast wilt regelen, gebruikt u de schuifregelaar Vervagen. Als u de
schuifregelaar naar rechts verplaatst, vermindert de mate van de aanpassing.
10 Klik op OK.
Een kleurzweem verwijderen met Kleur afstemmen
Met de opdracht Kleur afstemmen kunt u de helderheid, kleurverzadiging en kleurbalans in een afbeelding aanpassen.
De geavanceerde algoritmen van de opdracht Kleur afstemmen zorgen ervoor dat u een betere controle hebt over de
lichtsterkte en de kleurcomponenten van de afbeelding. Aangezien u de kleur aanpast in één afbeelding en niet de kleur
afstemt tussen twee afbeeldingen, is de afbeelding die u corrigeert zowel de bronafbeelding als de doelafbeelding.
1 Kies Afbeelding > Aanpassingen > Kleur afstemmen.
2 Controleer of Geen is geselecteerd in het menu Bron in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken. Deze optie geeft aan
dat de bron en het doel dezelfde afbeelding zijn.