Operation Manual

151
PHOTOSHOP GEBRUIKEN
Tonen en kleuren aanpassen
Laatst bijgewerkt 8/6/2011
Met de opdracht Kleur afstemmen kunt u niet alleen de kleuren afstemmen tussen afbeeldingen, maar ook tussen
verschillende lagen van dezelfde afbeelding.
De kleuren in twee afbeeldingen op elkaar afstemmen
1 (Optioneel) Maak een selectie in de bron- en doelafbeeldingen.
Als u geen selectie maakt, worden met de opdracht Kleur afstemmen de algemene statistieken van de afbeeldingen op
elkaar afgestemd.
2 Maak de afbeelding die u wilt aanpassen actief en kies Afbeelding > Aanpassingen > Kleur afstemmen.
Als u de opdracht Kleur afstemmen gebruikt voor een bepaalde laag in de doelafbeelding, moet die laag actief zijn als
u de opdracht Kleur afstemmen kiest.
3 Kies uit het menu Bron in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen de
bronafbeelding waarop u de kleuren van de doelafbeelding wilt afstemmen. Kies Geen als u niet wilt verwijzen naar
een andere afbeelding om de kleuraanpassing te berekenen. Als u Geen kiest, zijn de bron- en doelafbeelding
hetzelfde.
Gebruik indien nodig het menu Laag om de laag van de bronafbeelding te kiezen waarop u de kleuren wilt afstemmen.
U kunt ook de optie Verenigd kiezen in het menu Laag om de kleuren van alle lagen in de bronafbeelding af te
stemmen.
4 Als u een selectie in de afbeelding hebt gemaakt, voert u een of meerdere van de volgende handelingen uit:
Selecteer in het gedeelte Doel de optie Selectie negeren bij aanbrengen van correctie als u de aanpassing wilt
aanbrengen in de hele doelafbeelding. Met deze optie wordt de selectie in de doelafbeelding genegeerd en wordt de
aanpassing toegepast op de hele doelafbeelding.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Bronselectie gebruiken voor het berekenen van kleuren als
u een selectie hebt gemaakt in de bronafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te
berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de bronafbeelding wilt negeren en de kleuren in de hele
bronafbeelding wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Doelselectie gebruiken voor het berekenen van aanpassing
als u een selectie hebt gemaakt in de doelafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te
berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de doelafbeelding wilt negeren en de aanpassing wilt berekenen
met de kleuren van de hele doelafbeelding.
5 Als u de kleurzweem automatisch uit de doelafbeelding wilt laten verwijderen, selecteert u de optie Neutraliseren.
Controleer of de optie Voorvertoning is geselecteerd, zodat de afbeelding wordt bijgewerkt terwijl u de
aanpassingen aanbrengt.
6 Als u de helderheid van de doelafbeelding wilt verhogen of verlagen, verplaatst u de schuifregelaar Luminantie. U
kunt ook een waarde opgeven in het vak Luminantie. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 en de
standaardwaarde is 100.
7 Als u de kleurverzadiging wilt aanpassen in de doelafbeelding, past u de schuifregelaar Kleurintensiteit aan. U kunt
ook een waarde opgeven in het vak Kleurintensiteit. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 (hetgeen
resulteert in een grijswaardenafbeelding) en de standaardwaarde is 100.
8 Als u de mate waarin de afbeelding wordt aangepast wilt bepalen, gebruikt u de schuifregelaar Vervagen. Als u de
schuifregelaar naar rechts verplaatst, vermindert de mate van de aanpassing.
9 Klik op OK.