Operation Manual
661
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Technische en 3D-beeldbewerking
Vlakopties
Vlakopties bepalen hoe modeloppervlakken worden weergegeven.
Vlakstijl Hiermee tekent u oppervlakken met een van deze methoden:
• Effen Hiermee tekent u schaduwen of reflecties met behulp van de GPU op een OpenGL-kaart.
• Met raytracering Hiermee tekent u schaduwen, reflecties en brekingen met behulp van de CPU op de systeemkaart
van de computer.
• Niet belichte structuur Hiermee tekent u zonder belichting. Alleen de geselecteerde optie Structuur wordt
weergegeven. (Diffuus is standaard geselecteerd.)
• Plat Hiermee past u dezelfde normale instellingen van het oppervlak voor alle hoekpunten van een vlak toe,
waardoor er een vlak met facetten ontstaat.
• Constant Hiermee vervangt u de structuren door de opgegeven kleur.
U past de kleur van vlakken, randen of hoekpunten aan door op de optie Kleur te klikken.
• Selectiekader Hiermee worden de vakken weergegeven die de buitenste afmetingen van elk onderdeel weergeven.
• Normale instellingen Hiermee geeft u de X-, Y- en Z-onderdelen voor de normale instellingen van het oppervlak
in verschillende RGB-kleuren weer.
• Diepte toewijzen Hiermee geeft u een grijs model weer waarbij met behulp van lichtsterkte de diepte wordt
weergegeven.
• Tekenmasker Hiermee geeft u tekengebieden wit, overgesampelde gebieden rood en ondergesampelde gebieden
blauw weer. (Zie “Gebieden identificeren waarop kan worden getekend” op pagina 655.)
Structuur Wanneer de vlakstijl is ingesteld op niet verlichte structuur, geeft u de structuurmap op. Zie “Instellingen
voor 3D-materialen (Photoshop Extended)” op pagina 644.
Renderen voor einduitvoer Deze optie geeft bij geëxporteerde videoanimaties vloeiendere schaduwen en realistische
kleurenafloopgebieden van gereflecteerde objecten en omgevingen. Het duurt langer om deze optie te verwerken.
Reflecties, brekingen, schaduwen Hiermee toont of verbergt u deze raytraceringsspecifieke functies.
Achtervlakken verwijderen Hiermee verbergt u oppervlakken aan de achterkant van tweezijdige onderdelen.
Randopties
Randopties bepalen hoe de lijnen van draadframes worden weergegeven.
Randstijl Deze stijl vertegenwoordigt de opties Constante, Plat, Effen en Selectiekader (zie voor een beschrijving de
paragraaf Vlakstijl hiervoor).
Drempel vouw Hiermee past u het aantal structuurlijnen aan die in het model worden weergegeven. Een lijn of een
vouw ontstaat wanneer twee veelhoeken in een model elkaar bij een bepaalde hoek raken. Als de hoeken elkaar bij een
lagere hoek dan de waarde bij Drempel vouw raken (0-180), wordt de lijn die zo ontstaat, verwijderd. Bij een instelling
van 0 wordt het volledige draadframe weergegeven.
Lijndikte Hiermee geeft u de breedte in pixels op.
Achtervlakken verwijderen Hiermee verbergt u randen aan de achterkant van tweezijdige onderdelen.
Verborgen lijnen verwijderen Hiermee verwijdert u lijnen die door lijnen op de voorgrond worden overlapt.