Operation Manual
645
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Technische en 3D-beeldbewerking
Breking Stelt de brekingsindex in wanneer de vlakstijlrendering is ingesteld op Met raytracering en de optie Brekingen
is geselecteerd (3D > Renderinstellingen > sectie Vlakrendering). Een breking is de verandering in de richting van het
licht bij de intersectie van twee media (zoals lucht en water) met verschillende brekingsindexen. De standaardwaarde
voor nieuwe materialen is 1,0 (de gemiddelde waarde voor lucht).
Spiegeling De kleur die wordt weergegeven voor spiegelingseigenschappen (glans en glimmend van hooglichten).
Onscherp De kleur van het materiaal. De diffuse map kan een effen kleur of 2D-inhoud zijn. De waarde van het diffuse
kleurstaal bepaalt de diffuse kleur als u kiest om de diffuse structuurmap te verwijderen. U kunt ook een diffuse map
maken door rechtstreeks in het model te tekenen. Zie “Tekenen in 3D-modellen (Photoshop Extended)” op
pagina 653.
Zelfbelichting Hiermee definieert u een kleur die voor weergave niet afhankelijk is van de belichting. Maakt het effect
waarmee het 3D-object van binnenuit wordt belicht.
Reliëfsterkte Hiermee maakt u reliëf in het oppervlak van materiaal zonder dat het onderliggende net verandert. Een
grijsstructuur is een afbeelding met grijstinten waarin de lichte waarden de verhogingen en de donkere waarde de
verlagingen zijn. U kunt een grijsstructuurbestand maken of laden of in het model gaan tekenen om automatisch een
grijsstructuurbestand te maken. Zie “Tekenen in 3D-modellen (Photoshop Extended)” op pagina 653.
Het veld Reliëfsterkte versterkt of verzwakt het reliëfeffect. Dit veld is alleen actief als er een grijsstructuur is. Voer een
getal in het veld in of maak het reliëf sterker of zwakker met behulp van de schuifregelaar.
Het reliëf valt het meest op wanneer er recht en niet schuin naar het oppervlak wordt gekeken.
Glans Hiermee definieert u de hoeveelheid licht vanuit een bron dat reflecteert van het oppervlak naar de kijker toe.
U kunt de glans aanpassen door een waarde in het veld in te voeren of door de schuifregelaar in te stellen. Als u een
afzonderlijke glansmap maakt, bepaalt de intensiteit van de kleuren in de map het glanzen van het materiaal. Zwarte
gebieden zorgen voor een volledige glans, witte gebieden glanzen helemaal niet en middenwaarden beperken de
grootte van een hooglicht.
Glimmend Hiermee definieert u de verstrooiing van het gereflecteerde licht dat door de gliminstelling wordt
gegenereerd. Weinig glimmen (hoge verstrooiing) produceert duidelijker licht met minder focus. Veel glimmen (lage
verstrooiing) produceert minder duidelijk licht en helderdere, scherpere hooglichten.
Glans (nummer links) en glimmen (nummer rechts) aanpassen
Dekking Verhoogt of verlaagt de dekking van het materiaal (0-100%). U kunt de dekking instellen met een structuur
of de schuifregelaar. De grijswaarden van de structuurmap bepalen de dekking van het materiaal. Witte waarden
zorgen voor een volledige dekking en zwarte waarden voor volledige transparantie.
Reflectiviteit Hiermee verhoogt u de reflectie van andere objecten in de 3D-scène, en de omgevingsmap, op het
oppervlak van het materiaal.
Omgeving Hiermee slaat u de afbeelding van de omgeving op die het 3D-model omgeeft. Omgevingsmappen worden
als bolvormige panorama's toegepast. De inhoud van de omgevingsmap kan in de reflecterende delen van het model
worden gezien.
Om te voorkomen dat een omgevingsmap op een bepaald materiaal reflecteert, stelt u de reflectiviteit op 0% in, voegt
u een reflectiviteitsmap toe die het materiaalgebied maskeert, of verwijdert u de omgevingsmap voor dat materiaal.
0% / 0% 100% / 0% 0% / 100% 50% / 50% 50% / 100%100% / 50% 100% / 100%