Operation Manual
523
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Afbeeldingen opslaan en exporteren
• Voor Afvlakking hoeft u geen waarde op te geven. De afbeelding wordt in dit geval afgedrukt volgens de
standaardwaarden van de printer en dat geeft meestal goede resultaten. Als er fouten optreden bij het afdrukken,
geeft u bij Afvlakking een andere waarde op, om te bepalen hoe de curve door PostScript wordt geïnterpreteerd. Bij
een lage waarde voor afvlakking worden meer rechte lijnen gebruikt om de curve te tekenen, en dat geeft het beste
resultaat. U kunt een waarde opgeven van 0,2 tot 100 pixels. Voor afdrukken met een hoge resolutie (1200 dpi tot
2400 dpi) is over het algemeen voor afvlakking een waarde van 8 tot 10 aan te bevelen, bij afdrukken met een lage
resolutie (300 dpi tot 600 dpi) een waarde van 1 tot 3.
4 Als u bij het afdrukken proceskleuren wilt gebruiken, moet u het bestand eerst omzetten in de CMYK-modus.
5 Sla het bestand op door een van de volgende handelingen uit te voeren:
• Als u het bestand wilt afdrukken op een PostScript-printer, slaat u het op in Photoshop EPS-, DCS- of PDF-
indeling.
• Als u het bestand op een andere printer wilt afdrukken, slaat u het op in TIFF-indeling en exporteert u het naar
Adobe InDesign of naar Adobe PageMaker® 5.0 of hoger.
Zie ook
“Afbeeldingen voorbereiden voor paginaopmaakprogramma's” op pagina 521
“Een afbeelding omzetten in een andere kleurmodus” op pagina 122
“Vormen en paden tekenen” op pagina 401
“Een selectie omzetten in een pad” op pagina 425
Uitknippaden afdrukken
Soms kan een zetmachine de uitknippaden niet interpreteren of is een uitknippad te complex voor een printer,
waardoor er zich een Limitcheck-fout of een algemene PostScript-fout voordoet. Het kan ook gebeuren dat een
complex pad zonder enig probleem wordt afgedrukt op een printer met lage resolutie, maar problemen veroorzaakt
als u hetzelfde pad probeert af te drukken op een printer met hoge resolutie. De oorzaak hiervan is dat het pad op een
printer met lage resolutie wordt vereenvoudigd. Voor curven worden er dan minder lijnsegmenten gebruikt dan op
een printer met hoge resolutie.
In deze gevallen kunt u het uitknippad minder complex maken. Daarvoor bestaan de volgende mogelijkheden:
• Verminder handmatig het aantal ankerpunten in het pad.
• Gebruik een hogere instelling voor tolerantie bij het maken van het pad. Hiertoe laadt u het bestaande pad als een
selectie, kiest u Tijdelijk pad maken in het menu van het deelvenster Paden en geeft u een hogere waarde voor
tolerantie op (4 tot 6 pixels is een goede uitgangswaarde). Maak vervolgens het uitknippad opnieuw.
Zie ook
“Ankerpunten toevoegen of verwijderen” op pagina 422
“Paden omzetten in selectiekaders” op pagina 424