Operation Manual

308
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Selecteren en maskers toepassen
Een opgeslagen selectie laden
Opmerking: Als u een opgeslagen selectie laadt uit een andere afbeelding, dient u de afbeelding eerst te openen. Zorg er
ook voor dat de doelafbeelding actief is.
1 Kies Selecteren > Selectie laden.
2 Geef de bronopties op in het dialoogvenster Selectie laden:
Document Hiermee selecteert u de bron die u wilt laden.
Kanaal Hiermee kiest u het kanaal dat de selectie bevat die u wilt laden.
Omkeren Hiermee selecteert u de niet-geselecteerde gebieden.
3 Selecteer een optie bij Bewerking om aan te geven hoe de selecties moeten worden gecombineerd als de
doelafbeelding al een selectie bevat.
Nieuwe selectie Hiermee voegt u de geladen selectie toe.
Toevoegen aan selectie Hiermee voegt u de geladen selectie toe aan de bestaande selecties van de afbeelding.
Verwijderen uit selectie Hiermee verwijdert u de geladen selectie uit bestaande selecties in de afbeelding.
Doorsnede met selectie Hiermee slaat u een selectie op uit de doorsnede van de geladen selectie en bestaande selecties
in de afbeelding.
U kunt een selectie van de ene naar de andere geopende Photoshop-afbeelding slepen.
Kanaalberekeningen
Lagen en kanalen overvloeien
U kunt de aan lagen gekoppelde overvloei-effecten gebruiken om lagen in één afbeelding of tussen meerdere
afbeeldingen te combineren tot nieuwe afbeeldingen. U kunt de opdracht Afbeelding toepassen gebruiken (op
enkelvoudige of samengestelde kanalen) of de opdracht Berekeningen (op enkelvoudige kanalen). Deze opdrachten
bieden u twee extra overvloeimodi die niet beschikbaar zijn in het deelvenster Lagen: Toevoegen en Aftrekken. Hoewel
u nieuwe combinaties van kanalen kunt maken door kanalen naar lagen in het deelvenster Lagen te kopiëren, is het
sneller om de kanaalgegevens met de berekeningsopdrachten te laten overvloeien.
Met de berekeningsopdrachten kunt u wiskundige bewerkingen op de met elkaar overeenstemmende pixels van twee
kanalen uitvoeren (de pixels met identieke locaties in de afbeelding) en de resultaten vervolgens in één kanaal
combineren. Twee concepten zijn fundamenteel om te begrijpen hoe de berekeningsopdrachten werken.
Elke pixel in een kanaal heeft een helderheidswaarde. Met de opdrachten Berekenen en Afbeelding toepassen
manipuleert u deze waarden en krijgt u de resulterende samengestelde pixels.
Bij deze opdrachten worden de pixels in twee of meer kanalen bedekt. De afbeeldingen waarmee u berekeningen
uitvoert, moeten dus dezelfde pixelafmetingen hebben.