Operation Manual
241
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Retoucheren en transformeren
7 Kies Uniform of Gaussiaans om ruis toe te voegen aan de afbeelding. Als u ruis wilt toevoegen zonder de kleur te
beïnvloeden, kiest u Monochromatisch. Sleep de schuifregelaar bij Hoeveelheid om de ruis te verminderen of te
vergroten.
Met Vervagen verwijdert u filmkorrels en ruis uit de oorspronkelijke afbeelding. Als u de afbeelding er realistisch en
ongeretoucheerd wilt laten uitzien, kunt u de afbeelding weer wat ruis geven.
8 Klik op OK om de wijzigingen toe te passen op uw afbeelding.
Objecten transformeren
Transformaties toepassen
Via transformaties kunt u een afbeelding schalen, roteren, schuintrekken, uitrekken of verdraaien. U kunt
transformaties toepassen op een selectie, een gehele laag, meerdere lagen of een laagmasker. U kunt transformaties ook
toepassen op een pad, een vectorvorm, een vectormasker, een selectiekader of een alfakanaal. Het uitvoeren van
transformaties kan een nadelige invloed hebben of de afbeeldingskwaliteit wanneer u de pixels manipuleert. Gebruik
slimme objecten als u transformaties wilt toepassen op rasterafbeeldingen waarbij de afbeeldingen zelf intact blijven.
(Zie “Informatie over slimme objecten” op pagina 346.) Wanneer u een vectorvorm of een pad transformeert, blijft de
afbeelding altijd intact, omdat u alleen de wiskundige berekeningen wijzigt die het object produceren.
Als u een transformatie wilt uitvoeren, moet u eerst een item selecteren en daarna een transformatieopdracht kiezen.
Indien nodig, past u het referentiepunt aan voordat u de transformatie manipuleert. U kunt verschillende manipulaties
achter elkaar uitvoeren voordat u de verzamelde transformaties toepast. U kunt bijvoorbeeld Schalen kiezen en een
greep slepen om te schalen, en vervolgens Vervormen kiezen en een greep slepen om te vervormen. Druk vervolgens
op Enter of Return om beide transformaties toe te passen.
Photoshop gebruikt de interpolatiemethode die is geselecteerd in het gedeelte Algemeen van het dialoogvenster
Voorkeuren om de kleurwaarden van pixels te berekenen die tijdens transformaties worden toegevoegd of verwijderd.
De interpolatie-instelling beïnvloedt de snelheid en kwaliteit van de transformatie. De standaardinterpolatie Bicubisch
is het langzaamst, maar geeft de beste resultaten.
Opmerking: U kunt rasterafbeeldingen ook verdraaien en vervormen met gebruik van het filter Uitvloeien.