Operation Manual

207
PHOTOSHOP CS4 GEBRUIKEN
Tonen en kleuren aanpassen
Snel aanpassingen aanbrengen aan afbeeldingen
De kleurbalans wijzigen met de opdracht Fotofilter
De aanpassing Fotofilter bootst de techniek na waarbij een gekleurd filter voor de cameralens wordt geplaatst om de
kleurbalans en de kleurtemperatuur van het licht dat door de lens wordt gelaten, aan te passen en waarbij de film wordt
belicht. Met Fotofilter kunt u een vooraf ingestelde kleur kiezen om een kleurtoonaanpassing toe te passen op een
afbeelding. Als u een aangepaste kleuraanpassing wilt toepassen, kunt u via de aanpassing Fotofilter een kleur opgeven
met de Kleurkiezer van Adobe.
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik op het pictogram Fotofilter in het deelvenster Aanpassingen.
Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Selectieve kleur. Klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag.
Opmerking: U kunt ook Afbeelding > Aanpassingen > Fotofilter kiezen. Onthoud echter dat bij deze methode
aanpassingen rechtstreeks worden aangebracht op de afbeeldingslaag en dat informatie over afbeeldingen wordt
verwijderd.
2 Kies in het deelvenster Aanpassingen de filterkleur, ofwel een aangepast filter of een voorinstelling. Selecteer de
optie Kleur, klik op het kleurvakje en gebruik de Kleurkiezer van Adobe om een kleur op te geven voor een
aangepast kleurenfilter. Als u een vooraf ingesteld filter wilt gebruiken, selecteert u de optie Filter en kiest u een van
de volgende voorinstellingen in het menu Filter:
Warm filter (85 en LBA) en Koel filter (80 en LBB) Kleuromzetfilters waarmee de witbalans van een afbeelding wordt
ingesteld. Als een afbeelding is gefotografeerd met een lagere kleurtemperatuur voor licht (gelig), maakt u de kleuren
van de afbeelding blauwer met Koel filter (80) om zo de lagere kleurtemperatuur van het omgevingslicht te
compenseren. Omgekeerd geldt dat als de foto is genomen met een hogere kleurtemperatuur voor licht (blauwig), u
de kleuren van de afbeelding warmer maakt met Warm filter (85) om zo de hogere kleurtemperatuur van het
omgevingslicht te compenseren.
Warm filter (81) en Koel filter (82) Dit zijn balansfilters voor kleine aanpassingen in de kleurkwaliteit van een
afbeelding. Met Warm filter (81) maakt u een afbeelding warmer (geler) en met Koel filter (82) maakt u een afbeelding
koeler (blauwer).
Afzonderlijke kleuren Pas een kleurtoonaanpassing toe op de afbeelding afhankelijk van de vooraf ingestelde kleur die
u kiest. De keuze voor een kleur hangt af van de manier waarop u de aanpassing Fotofilter gebruikt. Als de foto een
kleurzweem heeft, kunt u een complementaire kleur kiezen om de kleurzweem te neutraliseren. U kunt ook kleuren
toepassen voor speciale kleureffecten of nadruk. Zo wordt bijvoorbeeld met het filter Onderwater de groenblauwe
kleurzweem nagebootst van onderwaterfoto's.
Controleer of Voorvertoning is geselecteerd om de resultaten van het gebruik van een kleurenfilter te bekijken. Als u
niet wilt dat de afbeelding donkerder wordt door toevoeging van het kleurenfilter, controleert u of de optie Lichtsterkte
behouden is geselecteerd.
3 Als u de hoeveelheid kleur die wordt toegepast op de afbeelding wilt aanpassen, gebruikt u de schuifregelaar
Dichtheid of geeft u een percentage op in het vak Dichtheid. Hoe hoger de dichtheid, hoe sterker de
kleuraanpassing.