Operation Manual
Naar boven
3-apparaten ondersteund.
Onderdelen van pagina's overdrukken
U kunt vullingen of lijnen, alinealijnen en lijnen boven voetnoten overdrukken. Ook kunt u het overdrukken van steunkleuren simuleren.
Een lijn of vulling overdrukken
U kunt met het deelvenster Kenmerken de lijnen of vullingen van elk geselecteerd pad overdrukken. Een overgedrukte lijn of vulling hoeft niet te
worden overgevuld, omdat door overdrukken de eventuele ruimte tussen aangrenzende kleuren wordt bedekt. U kunt een lijn ook overdrukken
door een overvulling te simuleren (door een kleur te overdrukken die u handmatig hebt berekend als de juiste combinatie van twee aangrenzende
kleuren).
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u handmatig overdrukken gaat toepassen:
Als u de optie Vulling overdrukken gebruikt bij een 100% zwarte lijn of vulling, is de zwarte inkt waarschijnlijk niet dekkend
genoeg, waardoor de onderliggende inktkleuren zijn te zien. Dit doorschijnen voorkomt u door vierkleuren zwart (verzadigd) in
plaats van 100% zwart te gebruiken. Neem contact op met het prepress-bureau voor de exacte percentages kleur die u aan
het zwart moet toevoegen.
Als u een lijn gebruikt om objecten te overvullen (maar geen teksttekens), dient u de lijnuitlijning aan te passen zodat de lijn
buiten het pad of object valt, in plaats van binnen in of gecentreerd op het pad.
Wanneer u met een lijn twee steunkleuren of een steunkleur en een proceskleur gaat overdrukken, past u doorgaans de
lichtere kleur op de lijn toe en overdrukt u vervolgens de lijn.
Met het deelvenster Voorvertoning scheidingen kunt u zien hoe kleuren worden overgedrukt.
1. Selecteer een of meer paden met het gereedschap Selecteren
of het gereedschap Direct selecteren of selecteer
teksttekens met het gereedschap Tekst. Om de lijn te overdrukken van een pad dat in een kader is geplakt, moet u eerst met
het gereedschap Direct selecteren het ingesloten (binnenste) pad selecteren.
Vullingen en lijnen overdrukken
A. Cyaan (onderste laag) B. Magenta (middelste laag) C. Geel (bovenste laag)
2. Venster > Uitvoer > Kenmerken.
3. Voer in het deelvenster Kenmerken een van de volgende handelingen uit:
Om de vulling van geselecteerde objecten of tekst zonder lijnen te overdrukken, selecteert u Vulling overdrukken.
Om de lijn van geselecteerde objecten te overdrukken, selecteert u Lijn overdrukken.
Selecteer Tussenruimte overdrukken als u een kleur wilt overdrukken die is toegepast op de ruimten in een streepjeslijn,
stippellijn of een lijn met een patroon.
Een alinealijn overdrukken
1. Voor de overgedrukte kleur moet er een staal zijn.
2. Klik met het gereedschap Tekst op een invoegpositie in een alinea.
3. Kies Alinealijnen in het menu van het deelvenster Alinea.
4. Kies in het menu boven in het dialoogvenster de alinealijn die u wilt overdrukken.
5. Selecteer een van de volgende en klik op OK.
Als u de lijn van de regel wilt overdrukken, selecteert u Lijn overdrukken.
Selecteer Tussenruimte overdrukken als u een kleur wilt overdrukken die is toegepast op de ruimten in een streepjeslijn,
stippellijn of een lijn met een patroon.
Opmerking: De opties Lijn overdrukken en Tussenruimte overdrukken in het dialoogvenster Alinealijnen kunnen als onderdeel van een alineastijl
worden opgeslagen.