Operation Manual
Naar boven
Naar boven
kleurbeheer uitschakelt.
13. Klik op Afdrukken.
Afdrukken van verlopen en kleurovervloeiingen verbeteren
PostScript Level 2- en PostScript 3-uitvoerapparaten kunnen maximaal 256 grijstinten afdrukken. De meeste PostScript-desktoplaserprinters
kunnen ongeveer 32 tot 64 tinten afdrukken, afhankelijk van de resolutie van het apparaat, de opgegeven rasterfrequentie en de halftoonmethode.
Er verschijnen stroken als elke beschikbare grijstint een gebied dekt dat zo groot is dat u de afzonderlijke tinten ziet. Ook als u een verloop opgeeft
met twee percentagewaarden die minder dan 50% van elkaar verschillen, geeft u een smal waardenbereik op dat wellicht met stroken wordt
weergegeven. Als u verlopen niet zonder stroken kunt afdrukken, probeert u het volgende:
Gebruik een verloop met een verschil van minimaal 50% tussen twee of meer proceskleurcomponenten.
Gebruik lichtere kleuren of maak donkere verlopen korter. Stroken komen meestal tussen heel donkere kleuren en wit voor.
Geef een hoger wijzigingspercentage voor het verloop op.
Verlaag de rasterfrequentie voor het document (alleen voor PostScript-uitvoerapparaten).
Als er stroken verschijnen in een geïmporteerde afbeelding, bijvoorbeeld een Adobe Illustrator®-bestand, moet u waarschijnlijk
de oorspronkelijke afbeelding aanpassen.
Druk af op een PostScript® 3-uitvoerapparaat, dat mooiere verlopen kan produceren.
Gebruik kortere verlopen. De optimale lengte is afhankelijk van de kleuren in het verloop, maar maak verlopen waar mogelijk
niet langer dan 19 cm.
Over halftoon- en printerpunten
De meeste printers simuleren grijs met halftoonpunten die op een raster worden afgedrukt. De rastercellen worden halftooncellen genoemd en de
rasterlijnen lijnen of lijnrasters. Halftoonpunten bestaan uit printerpunten. Hoe meer printerpunten in een halftoonpunt, hoe groter de halftoonpunten
en hoe donkerder de grijstint.
De printerresolutie bepaalt het maximum aantal punten in een halftoonpunt. Een printer met kleinere punten kan een groter bereik van
halftoonpuntgrootten produceren, waardoor meer grijstinten mogelijk zijn. Ook de rasterfrequentie is belangrijk: bij een hoge rasterfrequentie wordt
de halftooncel kleiner, waardoor deze minder printerpunten kan bevatten en er minder grijstinten mogelijk zijn. U moet dus een afweging maken
tussen het aantal grijstinten en de kwaliteit van de afbeelding.
Ongerasterde halftonen simuleren met printerpunten
A. Ongerasterde halftonen gesimuleerd door lijnraster B. Lijnraster dat bestaat uit halftoonpunten in rijen C. Halftoonpunten die bestaan uit
printerpunten
Meer Help-onderwerpen
Kleurbeheer
Werken met kleurenprofielen
Adobe Print Resource Center
Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid