Operation Manual

invoeren. Als een invoegpositie actief is en u typt een sneltoets van één toets, wordt het desbetreffende teken niet in de tekst
ingevoerd, maar wordt de sneltoets geactiveerd.
6. Selecteer in de lijst Context de context van de functie voor de sneltoets. De context zorgt ervoor dat de sneltoets wordt
uitgevoerd zoals u dat had bedoeld. U kunt bijvoorbeeld in de tabelcontext met de sneltoets Ctrl+G twee cellen samenvoegen
en in de tekstcontext met dezelfde sneltoets een speciaal teken invoegen.
Opmerking: Wijs sneltoetsen in de standaardcontext toe wanneer u ze ongeacht de status van het document dezelfde
bewerking wilt laten uitvoeren. Sneltoetsen die u in andere contexten toevoegt, zoals tabel of tekst, overschrijven de
sneltoetsen die in de standaardcontext zijn toegewezen.
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik op Toewijzen om een nieuwe sneltoets te maken als er nog geen sneltoets is.
Klik op Toewijzen om een andere sneltoets aan een opdracht toe te wijzen. U kunt voor een menuopdracht meerdere
sneltoetsen instellen.
8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten of klik op Opslaan als u nog meer sneltoetsen wilt invoeren. Het venster wordt
dan niet gesloten.
Sneltoetssets kopiëren
Sneltoetssets (*.indk) worden op twee locaties opgeslagen. De vooraf ingestelde sneltoetsen staan in de map Presets in de toepassingsmap. De
sneltoetssets die u zelf maakt, staan in de map Shortcut Sets op de volgende locaties:
Windows XP Documents and Settings\[gebruikersnaam]\Application Data\Adobe\InDesign\[versie]\[taal]\InDesign Shortcut Sets
Windows Vista en Windows 7 Users\[gebruikersnaam]\AppData\Roaming\Adobe\InDesign\[versie]\[Taal]\InDesign Shortcut Sets
Mac OS Gebruikers/[gebruikersnaam]/Bibliotheek/Voorkeuren/Adobe InDesign/[versie]/[taal]/InDesign Shortcut Sets
Als u een sneltoetsset op één computer hebt gemaakt en u wilt deze op een andere computer gebruiken, kopieert u het *.indk-bestand naar
dezelfde locatie op de andere computer.
U kunt een sneltoetsset verplaatsen van de aangepaste locatie naar de toepassingsmap. Hiermee stelt u de aangepaste sneltoetsen beschikbaar
voor alle gebruikers die een computer delen. Zorg er echter voor dat u geen twee sets met dezelfde naam hebt, één op elke locatie. De
sneltoetsset van de toepassing en de aangepaste sets moeten verschillende namen hebben.
Meer Help-onderwerpen
Juridische kennisgevingen | Onlineprivacybeleid