Operation Manual

Bijschriften
Naar boven
Naar boven
Een bijschrift genereren van een afbeelding
Opties voor het instellen van bijschriften opgeven
Bijschriften maken met gebruik van variabelen
Bijschriftvariabelen definiëren
Een bijschrift is een beschrijvende tekst onder een afbeelding. U kunt in InDesign op verschillende manieren bijschriften maken waarin door u
ingestelde metagegevens voor de afbeelding worden weergegeven. InDesign biedt een speciale variabele voor bijschriften waarin de opgegeven
metagegevens van een afbeelding staan. Als het tekstkader met de variabele zich naast of in dezelfde groep als de afbeelding bevindt, geeft de
variabele de metagegevens van die afbeelding weer. U kunt een bijschrift maken van een bestaande afbeelding of wanneer u de afbeelding
plaatst, en u kunt een tekstkader maken dat een bijschriftvariabele bevat.
Op www.adobe.com/go/lrvid5156_id_nl en http://tv.adobe.com/go/4958/nl vindt u videodemo's over het genereren van bijschriften op basis van
metagegevens.
Bijschrift dat is gegenereerd op basis van de metagegevens van een afbeelding
Een bijschrift genereren van een afbeelding
Wanneer u een bijschrift maakt op basis van een bestaande afbeelding, kunt u voor een statisch bijschrift of een actief bijschrift kiezen. Het eerste
type kan alleen handmatig worden gewijzigd, terwijl het tweede type wordt bijgewerkt wanneer de afbeelding of de metagegevens van de
afbeelding veranderen. Als u een actief bijschrift bijvoorbeeld naast een andere afbeelding plaatst, vermeldt het bijschrift de metagegevens van de
andere afbeelding.
Als u Actief bijschrift genereren kiest, wordt automatisch een nieuwe variabele gemaakt op basis van de actieve instellingen voor bijschriften. Als
het metagegevenstype Beschrijving bijvoorbeeld is geselecteerd in het dialoogvenster Bijschriftinstellingen, wordt de variabele ''Actief
metagegevensbijschrift: Beschrijving'' gemaakt.
1. Kies Object > Bijschriften > Bijschriftinstellingen en geef instellingen op om de inhoud en de weergave van het bijschrift te
bepalen. Zie Opties voor het instellen van bijschriften opgeven.
2. Kies Object > Bijschrift > Actief bijschrift genereren of Statisch bijschrift genereren.
Opmerking: Een actief bijschrift waarin een lange reeks tekst, zoals een beschrijving, wordt weergegeven, wordt niet afgebroken via een
regeleinde, aangezien het een variabele is. Als een bijschrift op één regel wordt gepropt, is het wellicht beter het actieve bijschrift om te zetten in
een statisch bijschrift. Als u dat wilt doen, selecteert u het actieve bijschrift en kiest u Object > Bijschriften > Omzetten in statisch bijschrift.
U kunt ook een statisch bijschrift maken wanneer u een afbeelding plaatst. Selecteer Statische bijschriften maken in het dialoogvenster Plaatsen
en plaats het tekstkader van het bijschrift nadat u de afbeelding hebt geplaatst.
Opties voor het instellen van bijschriften opgeven
In het dialoogvenster Bijschriftinstellingen bepaalt u de inhoud en opmaak van de bijschriften die u genereert. Deze instellingen betreffen alleen
nieuwe bijschriften die u maakt, ze hebben geen invloed op bestaande bijschriften.
1. Kies Object > Bijschriften > Bijschriftinstellingen.
2. Kies de gewenste metagegevens en bepaal welke tekst voor en na de metagegevens wordt weergegeven.
3. Klik op het pictogram met het plusteken als u meerdere rijen met metagegevens wilt opnemen.
4. Geef de volgende opties op en klik op OK.