Operation Manual
De opties Ruimte voor en Ruimte na gebruiken
A. Bij een waarde van 0P10 voor Ruimte voor worden het object en de bijbehorende tekst verder van de bovenstaande tekstregel
vandaan verplaatst. B. Bij een waarde van 0P10 voor Ruimte na worden het object en de bovenstaande tekst verder van de bijbehorende
tekstregel vandaan verplaatst (onder).
Opmerking: Verankerde objecten die zijn ingesteld op Boven lijn blijven altijd bij de regel met het anker staan. De tekst kan niet zodanig worden
opgemaakt dat het object zich onder aan de ene pagina bevindt terwijl de regel met het ankerpunt boven aan de volgende pagina staat.
Opties voor aangepaste positionering
U kunt de volgende opties gebruiken bij het plaatsen van een verankerd object met aangepaste positionering. U kunt deze opties ook opgeven via
het dialoogvenster Verankerd object invoegen of het dialoogvenster Opties verankerd object. Zie Een verankerd object met aangepaste positie
positioneren voor stapsgewijze instructies bij het instellen deze opties.
Ten opzichte van rug Bepaalt of het object wordt uitgelijnd ten opzichte van de rug van het document. Als u deze optie selecteert, wordt de
proxy van het referentiepunt voor het verankerde object weergegeven als een spread van twee pagina's. De twee pagina's zijn gespiegeld. Als
deze optie is geselecteerd, blijven objecten die zich aan de ene kant van een spread bevinden, zoals de buitenmarge, in de buitenmarge staan
zelfs als de tekst doorloopt naar de tegenoverliggende pagina.
De optie Ten opzichte van rug gebruiken
A. Ten opzichte van rug niet geselecteerd: het object blijft aan de linkerkant van het tekstkader staan wanneer de tekst doorloopt naar de
rechterkant van de spread. B. Ten opzichte van rug wel geselecteerd: het object blijft aan de buitenrand van de pagina staan wanneer de tekst
doorloopt naar de rechterkant van de spread.
Opmerking: Als u na de optie Ten opzichte van rug te hebben geselecteerd, de waarde voor X-verschuiving aanpast, verandert mogelijk de
richting waarin het object wordt verplaatst. Deze wijziging vindt plaats omdat de richting van de verplaatsing gedeeltelijk afhankelijk is van de kant
van de spread waar zich het object bevindt.
Referentiepunt van verankerd object
Geeft de locatie van het object aan dat u wilt uitlijnen op de locatie op de pagina (zoals opgegeven met
het referentiepunt voor verankerde positie). Als u bijvoorbeeld de rechterkant van het object wilt uitlijnen op een pagina- item, zoals een
tekstkader, klikt u op het meest rechtse punt van deze proxy. Zie Een verankerd object met aangepaste positie positioneren voor meer informatie
over het gebruiken van dit referentiepunt.
Referentiepunt van verankerde positie
Geeft de locatie op de pagina op (zoals gedefinieerd door de opties X ten opzichte van en Y ten
opzichte van), waarop u het object wilt uitlijnen. Als u bijvoorbeeld Tekstkader kiest bij X ten opzichte van en Regel (basislijn) voor Y ten opzichte