Operation Manual

Het deelvenster Index in de modus Verwijzing
A. Ingang B. Subitem C. Paginaverwijzing D. Kruisverwijzing
Een indexmarkering wordt ingevoegd aan het begin van het woord waarin tekst is geselecteerd of bij de invoegpositie. U geeft deze
indexmarkeringen weer door Tekst > Verborgen tekens tonen te kiezen.
Een indexitem toevoegen
1. Plaats met het gereedschap Tekst de invoegpositie waar u de indexmarkering wilt invoegen of selecteer de tekst die u als
basis voor een indexverwijzing wilt gebruiken.
Wanneer geselecteerde tekst inline-afbeeldingen of speciale tekens bevat, worden een aantal tekens (zoals indexmarkeringen
en inline-afbeeldingen) in het vak Onderwerpniveau verwijderd. Andere tekens, zoals em-streepjes en copyrightsymbolen,
worden omgezet in metatekens (bijvoorbeeld ^_ of ^2).
2. Kies Venster > Tekst en tabellen > Index om het deelvenster Index te openen.
3. Selecteer Verwijzing.
Als items die zijn toegevoegd aan de onderwerpenlijst niet worden weergegeven in de verwijzing, kiest u Niet-gebruikte
onderwerpen tonen in het menu van het deelvenster Index. Vervolgens kunt u gebruikmaken van die onderwerpen als u
items toevoegt.
4. Selecteer Boek om indexitems van de geopende documenten in een boekbestand weer te geven.
5. Kies Nieuwe paginaverwijzing in het menu van het deelvenster Index. Als deze opdracht niet in het menu staat, moet u
nagaan of Verwijzing is geselecteerd en of er in het document een invoegpositie staat of tekst is geselecteerd.
6. Voer een van de volgende handelingen uit om tekst aan het onderwerpniveauvak toe te voegen:
Wanneer u een eenvoudig indexitem wilt maken (zoals katten), typt u dit item in het vak Onderwerpniveaus. (Als er al
tekst was geselecteerd, staat deze tekst in het vak Onderwerpniveaus.)
Typ de naam van hoofditems (bijvoorbeeld dieren) in het eerste onderwerpniveauvak en typ subitems (katten en
lapjeskatten) in de volgende vakken. Indien nodig klikt u op Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om het item boven of onder het
geselecteerde item te verplaatsen.
Indexitem in het onderwerpniveauvak (links) en de uiteindelijke weergave in de index (rechts).
Dubbelklik op een onderwerp in de lijst onder in het dialoogvenster.
7. Wijzig de sortering van items in de index met de vakken Sorteren op. Als bijvoorbeeld het onderwerp Van der Hart is
gesorteerd op H in plaats van op V, typt u Hart in het vak Sorteren op en Van der Hart in het vak Onderwerpniveaus.
U kunt ook de sorteervolgorde van getallen, symbolen en talen kiezen en de sorteergegevens van Chinese tekens bewerken.
(Zie De sorteervolgorde van indexen wijzigen.)
8. Geef het type indexitem op:
Om indexitems met een paginanummer of paginabereik te maken, zoals katten 82–87, kiest u een optie in het
pop-upmenu Tekst. (Zie Opties voor paginabereik in indexen.)
Om een indexitem zonder een paginanummer te maken, kiest u Paginabereik onderdrukken in het menu Type. Er komt
dan geen paginanummer in de gegenereerde index te staan, maar wel een paginanummer tussen haakjes in het
deelvenster Index.
Om een indexitem te maken dat verwijst naar een ander item, selecteert u een van de opties voor kruisverwijzingen (zoals
Zie of Zie ook) in het pop-upmenu Tekst en typt u de naam van het item in het vak Met verwijzing of sleept u het
bestaande item vanuit de lijst aan de onderkant naar het vak Met verwijzing. U past de termen Zie en Zie ook aan die
worden weergegeven in de items met kruisverwijzing door Aangepaste kruisverwijzing te selecteren in het pop-upmenu
Type. (Zie “Zie”- of “Zie ook”-kruisverwijzingen toevoegen aan een index.)
9. Leg de nadruk op een bepaald indexitem door Andere stijl op nummer toepassen te selecteren en de tekenstijl op te geven.
10. Voeg een item aan de index toe door een van de volgende handelingen uit te voeren:
Klik op Toevoegen om het huidige item toe te voegen. Het dialoogvenster blijft geopend, zodat u nog meer items kunt