Operation Manual
Naar boven
Naar boven
index maken.)
2. Voeg indexmarkeringen toe. Voeg indexmarkeringen toe op de pagina's in uw document waar de indexitems naar moeten verwijzen. (Zie
Indexitems toevoegen.)
3. Genereer de index. Als u de index genereert, wordt een reeks items voor markeringen met de bijbehorende paginanummers gemaakt. (Zie
Een index genereren.)
4. Laat het indexartikel doorlopen. Gebruik de cursor voor geladen tekst om de index te laten doorlopen in een tekstkader. Normaal gesproken
zult u de index op een nieuwe pagina willen laten beginnen. Nadat u de index hebt laten doorlopen, kunt u de pagina's en index gaan opmaken.
U zult deze stappen waarschijnlijk diverse malen uitvoeren voordat de index geschikt is om te worden gepubliceerd.
Overzicht van het deelvenster Index
In het deelvenster Index (Venster > Tekst en tabellen > Index) kunt u de index maken, bewerken en een voorvertoning ervan bekijken. Dit
deelvenster bevat twee modi: Verwijzing en Onderwerp. In de modus Verwijzing worden complete indexitems voor het actieve document of boek in
de voorvertoning weergegeven. In de modus Onderwerp worden alleen onderwerpen en geen paginanummers of kruisverwijzingen in de
voorvertoning weergegeven. De modus Onderwerp wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het maken van de indexstructuur, terwijl in de modus
Verwijzing indexitems worden toegevoegd.
In de modus Verwijzing worden de indexitems in alfabetische volgorde gezet en op beginletter onderverdeeld. Met het driehoekje naast de items
kunt u het item uit- of samenvouwen en zo subitems, paginanummers en kruisverwijzingen weergeven of verbergen.
De volgende codes vervangen de paginaverwijzingen bij indexitems die waarschijnlijk niet in de gegenereerde index worden opgenomen. U moet
misschien Voorvertoning bijwerken kiezen in het deelvenster Index om de codes te bekijken.
KB Geeft indexitems op het plakbord aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index weergegeven.
VL Geeft indexitems op een verborgen laag aan. Als u de index genereert, hebt u de mogelijkheid om indexitems op een verborgen laag op te
nemen.
VT Geeft indexitems in een verborgen voorwaarde aan. Indexitems in verborgen voorwaarden zijn niet opgenomen in de index.
PN Geeft indexitems in overlopende tekst aan. Wanneer u deze items in de gegenereerde index opneemt, staat er bij die items geen
paginanummer.
Stramien Geeft indexitems op een stramienpagina aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index weergegeven.
Klik op een driehoekje om een afzonderlijk item samen te vouwen of uit te vouwen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op
een driehoekje om alle subitems van een item uit of samen te vouwen. Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op een
driehoekje om alle items uit of samen te vouwen.
Kies Voorvertoning bijwerken in het menu van het deelvenster Index om het voorvertoningsgebied bij te werken. Deze optie is vooral handig
als u het document grondig hebt bewerkt of indexmarkeringen in het documentvenster hebt verplaatst.
Een onderwerpenlijst voor een index maken
U kunt een lijst met onderwerpen maken of importeren en die lijst als basis voor het maken van indexitems gebruiken. Wanneer u naderhand
items aan de index toevoegt, kunt u onderwerpen uit de lijst met onderwerpen kiezen in plaats van ze te typen. De gegevens worden zo altijd
consistent in het hele document of boek geïndexeerd.
U maakt een onderwerpenlijst met het deelvenster Index in de modus Onderwerp. In de modus Onderwerp worden alleen onderwerpen
weergegeven. Gebruik de modus Verwijzing voor een voorvertoning van de indexitems met de paginanummers en kruisverwijzingen.
Deelvenster Index in de modus Verwijzing (links) en in de modus Onderwerp (rechts)
De onderwerpen in de lijst staan ook in het dialoogvenster Nieuwe paginaverwijzing. U maakt een indexitem door een onderwerp te selecteren en
dat te koppelen aan een pagina of kruisverwijzing. Ongebruikte onderwerpen (onderwerpen zonder paginanummer of kruisverwijzing) worden niet