Operation Manual
Naar boven
Naar boven
worden bewerkt. Methoden voor het waarschuwen zijn onder andere waarschuwingsberichten, kaderpictogrammen,
statuspictogrammen in het deelvenster Koppelingen en statuspictogrammen in het deelvenster Toewijzingen.
Alleen-lezen bestanden
Zodra een inhoudsbestand wordt beheerd, is dat te allen tijde een alleen-lezen bestand voor alle gebruikers in de workflow, met uitzondering van
degene die het inhoudsbestand heeft uitgecheckt. Door de software wordt een vergrendelingsbestand (.idlk-bestand) gemaakt wanneer een
gebruiker een inhoudsbestand uitcheckt, waardoor alleen die gebruiker het bestand kan bewerken. Alleen-lezen bestanden hebben de volgende
kenmerken:
Een InCopy-gebruiker kan tekst in dergelijke bestanden niet handmatig opmaken. Als er echter teken- of alineastijlen op die
tekst zijn toegepast, kan een InDesign-gebruiker de definitie van die stijlen wijzigen waardoor de opmaak van de tekst wordt
gewijzigd, ook als het bestand aan iemand anders is uitgecheckt. Deze wijzigingen in de stijldefinitie worden in de tekst
zichtbaar wanneer de InDesign-gebruiker het bestand bijwerkt.
Over het algemeen kan een InCopy- en een InDesign-gebruiker geen objecten, zoals tekst en toegepaste stijlen, in
vergrendelde InCopy-inhoud wijzigen. Sommige objecten, zoals teken- en alineastijlen, worden alleen door de inhoud gebruikt.
U kunt bijvoorbeeld niet wijzigen hoe een tekenstijl wordt toegepast op objecten in vergrendelde inhoud, maar wel de tekenstijl
zelf, waardoor de vormgeving van de tekst verandert.
Een InDesign-gebruiker kan behalve de marges en kolommen van de tekstinhoud ook de vorm, locatie en het aantal
tekstkaders in het artikel wijzigen.
Een InDesign-gebruiker kan de geometrie en de opmaak van een afbeeldingskader wijzigen zonder dat hiervoor de afbeelding
moet worden uitgecheckt. Een InCopy-gebruiker kan geen afbeeldingskader of opmaak van het kader wijzigen. Zowel
InDesign- als InCopy-gebruikers moeten echter het afbeeldingskader uitchecken om de afbeelding te kunnen wijzigen (voor
bijvoorbeeld roteren of schalen).
Aanbevolen werkwijzen voor het gebruik van beheerde bestanden
Gebruik de volgende werkwijzen om er zeker van te zijn dat u met de meest actuele inhoud werkt en niet het werk van iemand anders overschrijft:
Sla toewijzingsbestanden op een server op waartoe alle leden van het team toegang hebben. Als er teamleden zijn die geen
toegang tot een server hebben, maakt u toewijzingspakketten en stuurt u die pakketten naar de teamleden.
Wanneer u een toewijzing maakt, wordt er een speciale map voor het toewijzingsbestand en de inhoud gemaakt. Gebruik
deze toewijzingsmappen voor het beheren van toewijzings- en inhoudsbestanden. Dit maakt het beheren van gedeelde
bestanden in een werkgroep eenvoudiger en zorgt ervoor dat gebruikers de juiste bestanden openen.
Open in InCopy het toewijzingsbestand in plaats van een afzonderlijk InCopy-artikel. Op die manier kunt u in de
drukproefweergave bekijken of de tekst op de pagina past en in de layoutweergave de layout controleren. Als u inhoud zonder
behulp van toewijzingsbestanden exporteert, kunt u de copyfit en layout alleen controleren door het InDesign-bestand te
openen.
Als u een toewijzingsbestand opent, een InDesign-document opent of inhoud in InDesign of InCopy uitcheckt, moeten de
kaderranden zichtbaar zijn (Weergave > Extra's > Kaderranden tonen), zodat u de kaderpictogrammen ziet wanneer deze
verschijnen.
Als u in InDesign bestanden uit de workflow moet verwijderen (bijvoorbeeld vanwege een productiedeadline), kunt u deze
bestanden ontkoppelen of een toewijzingspakket annuleren.
Voorbeelden van een workflow met beheerde bestanden
Wanneer u workflowbeheer instelt tussen InCopy en InDesign, kunnen schrijvers en editors documenten samenstellen, herschrijven, uitbreiden en
bewerken op het moment dat ontwerpers de layout voorbereiden. Tot gedeelde workflows behoren het beheren van bestanden op een lokale
server, het delen van bestanden via e-mailpakketten of een willekeurige combinatie van beide.
In deze workflow wordt ervan uitgegaan dat u een standaard InDesign-sjabloon met layoutgeometrie, stijlen en plaatsaanduidingstekst hebt.
Layoutgeometrie omvat pagina-afmetingen en tekst- en afbeeldingskaders. In InCopy worden deze items gebruikt voor een juiste plaatsing van de
gegevens op de pagina.
Workflow met een lokale server
1. Maak in InDesign toewijzingen en voeg er inhoud aan toe.
Hierdoor worden geƫxporteerde tekst- en afbeeldingskaders in het beheerde proces samengevoegd, waar InCopy-gebruikers deze kunnen
schrijven en bewerken.
2. Maak de toewijzingsbestanden beschikbaar voor InCopy-gebruikers.
Sla de bestanden op een server op die voor alle workflowgebruikers toegankelijk is.