Operation Manual
58
INDESIGN GEBRUIKEN
Layout
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
• U kunt hulplijnen en alle niet-afdrukbare elementen tonen of verbergen door op het pictogram
Voorvertoningsmodus onder in de gereedschapsset te klikken.
Werken met liniaalhulplijnen
U kunt de kenmerken van alle liniaalhulplijnen afzonderlijk wijzigen en meerdere liniaalhulplijnen tegelijk
verplaatsen, knippen, kopiëren, plakken en verwijderen. Liniaalhulplijnen die u hebt geknipt of gekopieerd, kunt u
plakken op andere pagina's of documenten, maar niet in andere programma's. Om de kenmerken van bepaalde
hulplijnen te wijzigen selecteert u eerst de hulplijnen die u wilt wijzigen. Als er geen hulplijnen zijn geselecteerd,
worden met de opdracht Liniaalhulplijnen de standaardinstellingen alleen voor nieuwe hulplijnen ingesteld.
Liniaalhulplijnen selecteren
Niet-geselecteerde liniaalhulplijnen hebben standaard een lichtblauwe kleur. Geselecteerde liniaalhulplijnen worden
in de laagkleur gemarkeerd. Wanneer een hulplijn is geselecteerd, verandert het pictogram Referentiepunt in het
regelpaneel in of , als symbool van de geselecteerde hulplijn.
• U selecteert één liniaalhulplijn door met het gereedschap Selecteren of het gereedschap Direct selecteren op
de hulplijn te klikken waarmee de hulplijn in de laagkleur wordt geselecteerd.
Als u geen liniaalhulplijn kunt selecteren en Weergave > Rasters en hulplijnen > Hulplijnen vergrendelen al is
uitgeschakeld, bevindt de hulplijn zich mogelijk op de stramienpagina van deze pagina of op een laag waarop de
hulplijnen zijn vergrendeld.
• Als u meerdere liniaalhulplijnen wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u met het gereedschap Selecteren
of Direct selecteren op hulplijnen klikt. U kunt de aanwijzer ook over meerdere hulplijnen slepen, zolang de
selectierechthoek maar geen andere objecten raakt of omsluit.
• U kunt alle liniaalhulplijnen op de doelspread selecteren door op Ctrl+Alt+G (Windows) of Command+Option+G
(Mac OS) te drukken.
Liniaalhulplijnen verplaatsen
❖
Voer met het gereedschap Selecteren of het gereedschap Direct selecteren een van de volgende handelingen uit:
• Een liniaalhulplijn verplaatsen door deze te slepen.
• Meerdere liniaalhulplijnen verplaatsen door op Shift te drukken, de hulplijnen te selecteren die u wilt verplaatsen,
en vervolgens de hulplijnen te slepen.
Verplaats de geselecteerde hulplijnen zoals u elk ander geselecteerd object verplaatst, waaronder het stapsgewijs
verplaatsen met de pijltoetsen en verplaatsen via het deelvenster Transformeren of het regelpaneel.
• Als u een hulplijn magnetisch wilt uitlijnen op een verdeelstreepje op de liniaal, houdt u tijdens het slepen van de
hulplijn Shift ingedrukt. U kunt de hulplijn ook selecteren, Shift ingedrukt houden en met de muisknop op de
gewenste positie klikken.
• Als u een spreadhulplijn wilt verplaatsen, moet u het gedeelte van de hulplijn slepen dat zich op het plakbord
bevindt of Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt houden terwijl u de hulplijn op de pagina versleept.
• Als u hulplijnen naar een andere pagina of een ander document wilt verplaatsen, selecteert u een of meer hulplijnen,
kiest u Bewerken > Kopiëren of Bewerken > Knippen, gaat u naar een andere pagina en kiest u vervolgens
Bewerken > Plakken. Als u de hulplijnen plakt op een pagina met hetzelfde formaat en dezelfde afdrukstand als de
oorspronkelijke pagina van de hulplijnen, worden de hulplijnen op precies dezelfde positie geplaatst.
Opmerking: De optie Lagen behouden bij plakken heeft invloed op de laag waarop de hulplijnen worden geplakt.