Operation Manual
468
INDESIGN GEBRUIKEN
Kaders en objecten
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Objecten uitsnijden of maskeren
Bijsnijden en maskeren zijn manieren om een deel van een object te verbergen. Bij uitsnijden worden via een rechthoek
randen van een afbeelding verwijderd. Bij maskeren wordt via een willekeurige vorm de achtergrond van een object
transparant gemaakt. Een voorbeeld van een masker is het uitknippad, dat een masker voor een bepaalde afbeelding is.
Met afbeeldingskaders kunt u objecten uitsnijden of maskeren. Omdat een geïmporteerde afbeelding automatisch een
kader heeft, kunt u deze direct uitsnijden of maskeren, zonder eerst een kader te hoeven maken. Als u voor een
geïmporteerde afbeelding niet zelf een kader hebt gemaakt, wordt er automatisch een kader gemaakt ter grootte van
de afbeelding. In dat geval ziet u het kader waarschijnlijk niet.
Opmerking: Om het afdrukken efficiënter te laten verlopen, worden alleen de gegevens voor de zichtbare gedeelten van
bijgesneden of gemaskerde afbeeldingen verzonden als het document uitgevoerd wordt. Desondanks bespaart u
schijfruimte en RAM als u afbeeldingen tot de gewenste grootte uitsnijdt of maskeert voordat u ze importeert in het
document.
• Als u een geïmporteerde afbeelding of een andere afbeelding in een rechthoekig kader wilt uitsnijden, klikt u met
het gereedschap Selecteren op het object en sleept u een handgreep van het selectiekader. U behoudt de
oorspronkelijke verhoudingen van het kader als u Shift bij het slepen ingedrukt houdt.
Een afbeelding via een afbeeldingskader uitsnijden.
• Als u een object wilt uitsnijden of maskeren, selecteert u het object met het gereedschap Direct selecteren . Kies
Bewerken > Kopiëren, selecteer een leeg pad of kader dat kleiner is dan het object en kies Bewerken > Plakken in.
• Als u kaderinhoud nauwkeurig wilt uitsnijden, selecteert u het kader met het gereedschap Direct selecteren en
wijzigt u de kadergrootte met het deelvenster Transformeren of het regelpaneel.
• Als u uitsnijdinstellingen wilt opgeven voor een leeg kader voor plaatsaanduidingen, kiest u Object > Aanpassen >
Opties voor aanpassen aan kader en geeft u de mate van uitsnijden op.
Voor een geïmporteerde afbeelding kunt u ook een masker maken door met de tekengereedschappen de vorm van het
bestaande kader te wijzigen.
Exportopties voor object (CS5.5)
Exportopties voor object kunnen worden gebruikt om exportparameters op te geven. Deze parameters zijn vereist voor
het exporteren naar verschillende indelingen zoals EPUB, HTML of toegankelijke PDF's. Exportopties voor object
kunnen op zowel tekst- en afbeeldingskaders als groepen worden toegepast. Gebruik Exportopties voor object voor het
volgende:
• Alt-tekst voor geplaatste afbeeldingen definiëren.
• Labels en werkelijke tekstinstellingen voor gelabelde PDF's toepassen.
• Verschillende instellingen voor omzetting op elk object maken, zodat de objecten goed op verschillende
schermformaten en bij verschillende pixeldichtheden worden weergegeven. Gebruik deze opties om de kwaliteit in
te stellen van de rastering die op teksteffecten zoals slagschaduwen en schuine randen wordt toegepast wanneer u
de layout naar HTML of EPUB geëxporteerd.