Operation Manual
456
INDESIGN GEBRUIKEN
Kaders en objecten
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
• Dubbelklik op het gereedschap Schuintrekken .
• Selecteer het gereedschap Schuintrekken en houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik om een
nieuw referentiepunt te selecteren.
3 Typ een nieuwe hoek voor het schuintrekken.
De hoek voor het schuintrekken is de mate van het hellen die wordt toegepast op het object ten opzichte van de loodlijn
op de schuintrekas. (De hoek voor het schuintrekken wordt berekend naar rechts van de huidige as.)
4 Geef de as op waarlangs het object moet worden schuingetrokken. U kunt een object schuintrekken langs een
horizontale of verticale as.
5 Ga als volgt te werk:
• Wanneer u het effect wilt bekijken voordat u het toepast, selecteert u Voorvertoning.
• Wanneer u het object wilt schuintrekken, klikt u op OK.
• Wanneer u een kopie van het object wilt schuintrekken, klikt u op Kopie.
Transformaties herhalen
U kunt transformaties herhalen, zoals het verplaatsen, schalen, roteren, verkleinen/vergroten, spiegelen,
schuintrekken en aanpassen. U kunt een losse transformatie of een reeks transformaties herhalen en u kunt deze
transformaties tegelijkertijd toepassen op meerdere objecten. InDesign onthoudt alle transformaties totdat u een
ander object selecteert of een andere taak uitvoert.
Opmerking: Niet alle transformaties worden bijgehouden. Het wijzigen van een pad of van de punten van een pad wordt
bijvoorbeeld niet bijgehouden als een transformatie.
1 Selecteer een of meerdere objecten en voer alle transformaties uit die u wilt herhalen.
2 Selecteer het object of de objecten waarop u dezelfde transformaties wilt toepassen.
3 Kies Object > Opnieuw transformeren en selecteer een van de volgende opties:
Opnieuw transformeren Hiermee past u de laatste transformatiebewerking toe op de selectie.
Opnieuw afzonderlijk transformeren Hiermee past u de laatste transformatiebewerking toe op elk afzonderlijk
geselecteerd object in plaats van de groep met objecten.
Reeks opnieuw transformeren Hiermee past u de laatste reeks transformatiebewerkingen toe op de selectie.
Reeks opnieuw afzonderlijk transformeren Hiermee past u de laatste reeks transformatiebewerkingen toe op elk
afzonderlijk geselecteerd object.
Meer Help-onderwerpen
“Objecten dupliceren” op pagina 462
Transformaties wissen
1 Selecteer het object of de objecten die zijn getransformeerd.
2 Kies Transformaties wissen in het menu van het deelvenster Transformeren of van het regelpaneel.
Tenzij alle waarden zijn ingesteld op de standaardinstellingen, leidt het wissen van transformaties tot een wijziging in
de vormgeving van objecten.
Opmerking: Als de schaalwaarden weer zijn ingesteld op 100%, leidt het wissen van de transformaties niet tot het
wijzigen van de schaal.