Operation Manual
415
INDESIGN GEBRUIKEN
Grafisch
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
De weergave van afbeeldingen met een lage resolutie verbeteren
Wanneer u afbeeldingen in uw document plaatst, kunnen deze er "pixelated", onscherp of korrelig uitzien. In de meeste
gevallen komt dit doordat InDesign afbeeldingen standaard met een lage resolutie weergeeft ten behoeve van de
prestaties.
Controleer de weergave-instellingen
Als u de afbeeldingen met een hoge resolutie wilt weergeven, kiest u Weergave > Weergaveprestaties > Weergave van
hoge kwaliteit. Zie “De weergaveprestaties van afbeeldingen regelen” op pagina 415 voor meer informatie over het
wijzigen van deze instellingen voor de weergaveprestaties.
Gebruik Plaatsen in plaats van Plakken
Zelfs nadat u de instellingen voor de weergaveprestaties hebt aangepast, kan een afbeelding nog steeds met een lage
resolutie worden weergegeven. Gebruik in dergelijke gevallen de opdracht Plaatsen om de afbeelding in InDesign in
te voegen. Soms wordt bij het plakken van een afbeelding uit een andere toepassing de voorvertoningsafbeelding
ingevoegd in plaats van het originele bestand.
Controleer de afdrukinstellingen
Als uw afbeelding met een lage resolutie op de afdruk wordt weergegeven, controleert u aan de hand van de
afdrukinstellingen of afbeeldingen juist worden afgedrukt. Selecteer Gegevens verzenden > Alles in het gedeelte
Afbeeldingen van het dialoogvenster Afdrukken.
Pas geen transformaties toe in afbeeldingen van tegenvallende kwaliteit
De kwaliteit van een afbeelding kan ook afnemen wanneer de afbeelding wordt geschaald of geroteerd. Desgewenst
kunt u Transformaties wissen kiezen in het menu van het regelpaneel.
Verbeter de afbeeldingsresolutie
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld wanneer een afbeelding vanaf een webpagina is gekopieerd, kan het voorkomen dat
u een afbeelding met een lage resolutie moet vervangen door een afbeelding met een hoge resolutie.
De weergaveprestaties van afbeeldingen regelen
U kunt de resolutie regelen van afbeeldingen die u in een document plaatst. U kunt de weergave-instellingen voor het
gehele document of voor elke afbeelding afzonderlijk wijzigen. Ook kunt u de instelling wijzigen waarmee de
weergave-instellingen per document kunnen worden geaccepteerd of overschreven.
De weergaveprestaties van een document wijzigen
Documenten worden altijd geopend met de standaardinstellingen voor weergaveprestaties. U kunt de
weergaveprestaties van een document wijzigen terwijl dit is geopend, maar de instelling wordt niet opgeslagen met het
document.
Als u de weergaveprestaties hebt ingesteld voor afzonderlijke afbeeldingen, kunt u de instellingen overschrijven, zodat
alle objecten dezelfde instellingen gebruiken.
1 Kies Weergave > Weergaveprestaties en selecteer een optie in het submenu.
2 Als u wilt afdwingen dat de objecten die u afzonderlijk hebt ingesteld, worden weergegeven met behulp van de
documentinstelling, kiest u Weergave > Weergaveprestaties > Weergave-instellingen op objectniveau toestaan.
(Een vinkje geeft aan dat de optie is ingeschakeld.)