Operation Manual

707
INDESIGN GEBRUIKEN
Automatisering
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Plug-ins
Plug-ins installeren
Plug-ins voor InDesign zijn programma’s die zijn ontwikkeld door Adobe Systems of door andere
softwareproducenten in samenwerking met Adobe Systems en waarmee nieuwe functies worden toegevoegd aan
Adobe-software. Er wordt een aantal plug-ins voor het importeren, exporteren, automatiseren en voor speciale
effecten meegeleverd bij het programma. Deze worden automatisch geïnstalleerd in de map Plug-ins. De meeste
functies in InDesign worden geleverd door plug-ins.
Nadat plug-ins zijn geïnstalleerd, staan deze als opties in de menu's, dialoogvensters en deelvensters van InDesign.
Voor informatie over plug-ins van derden raadpleegt u www.adobe.com/go/learn_id_plugins_nl.
1 Als er een installatieprogramma beschikbaar is, installeert u de plug-in daarmee. Als geen installatieprogramma is
meegeleverd, sleept u een kopie van de module naar de map Plug-ins in de programmamap van InDesign.
2 Volg de installatie-instructies van de plug-in.
Opmerking: U kunt elke plug-in gebruiken die voor InDesign is ontworpen. De technische ondersteuning van Adobe helpt
u bij het oplossen van eventuele problemen met plug-ins. Als het probleem echter wordt veroorzaakt door een plug-in van
een andere fabrikant, moet u voor ondersteuning contact opnemen met het desbetreffende bedrijf.
Plug-ins configureren met Extensiebeheer
Met de toepassing Extensiebeheer kunt u de set geïnstalleerde plug-ins controleren en aanpassen. U kunt bijvoorbeeld
gedetailleerde informatie over geïnstalleerde plug-ins ophalen, aangepaste plug-insets maken voor verschillende taken
of werkgroepen en plug-ins isoleren bij het oplossen van problemen. U kunt plug-ins ook uitschakelen.
Kies Help > Extensies beheren (Windows) of InDesign > Extensies beheren (Mac OS).
Voor meer informatie over het gebruik van Extensiebeheer klikt u op Help in de toepassing Extensiebeheer.
Gegevenssamenvoeging
Over het samenvoegen van gegevens
Voor het maken van standaardbrieven, enveloppen of adresetiketten voegt u een gegevensbronbestand samen met een
doeldocument. Gegevenssamenvoeging wordt ook wel afdruk samenvoegen genoemd.
Het gegevensbronbestand bevat de informatie die in elke versie van het doeldocument anders is, zoals de namen en de
adressen van de geadresseerden van een standaardbrief. Een gegevensbronbestand bestaat uit velden en records.Velden
zijn groepen met specifieke gegevens, zoals bedrijfsnamen of postcodes. Met records worden rijen met volledige
gegevenssets bedoeld, zoals de naam, het adres en de postcode van een bedrijf. Een gegevensbronbestand kan een
kommagescheiden (.CSV) of tabgescheiden (.TXT) bestand zijn, dat wil zeggen een gegevensindeling waarin elk deel
met gegevens wordt afgesloten door respectievelijk een komma of een tab.
Het doeldocument is een InDesign-document dat de plaatsaanduidingen voor de gegevensvelden bevat, plus alle vaste
gegevens, tekst en andere elementen die in elke versie van het samengevoegde document onveranderd blijven.
Het samengevoegde document is het resulterende InDesign-document met de vaste gegevens uit het doeldocument, die
zo vaak als nodig is, worden herhaald voor elke record uit de gegevensbron.