Operation Manual
652
INDESIGN GEBRUIKEN
Afdrukken
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
• Als Sectienummering in het dialoogvenster Voorkeuren wordt geselecteerd, kunt u pagina's en paginabereiken
precies zo opgeven zoals deze in de layout worden weergegeven, of u kunt voor absolute nummering kiezen. Een
voorbeeld: als de pagina met de aanduiding SecA:5 de vijftiende pagina in uw document is, kunt u deze afdrukken
door in het dialoogvenster Afdrukken “SecA:5” op te geven of door “+15” op te geven. Het “+”-teken geeft aan dat
u de normale sectie- en paginanummering wilt negeren en absolute paginanummering wilt gebruiken.
Als u niet zeker weet welke indeling u wilt als u paginanummers in het dialoogvenster Afdrukken opgeeft, kunt u de
indeling overnemen die onder in het documentvenster wordt weergegeven.
Het papierformaat en de afdrukstand opgeven
Er is een verschil tussen paginaformaat (zoals gedefinieerd in het dialoogvenster Documentinstelling voor uw
document) en papierformaat (het vel papier, het stuk film of het gebied van de drukplaat waarop u afdrukt). U kunt
bijvoorbeeld het paginaformaat A4 (210 bij 297 mm) instellen, maar afdrukken op een groter stuk papier of film omdat
ruimte nodig is voor drukkersmarkeringen of het afloopgebied en de witruimte rond de pagina.
De papierformaten in InDesign komen uit het PPD-bestand (PostScript-printers) of het printerstuurprogramma
(niet-PostScript-printers). Als de printer en PPD die u voor PostScript-afdrukken hebt geselecteerd, aangepaste
papierformaten ondersteunen, staat de optie Aangepast in het menu Papierformaat.
De meeste imagesetters zijn geschikt voor de standaardpapierformaten, zoals Letter en Tabloid, en kunnen dwars
(gekanteld) afdrukken (waarbij de standaardpagina bij het afdrukken 90° wordt gedraaid). Bij deze stand worden de
imagesettermedia doorgaans effectiever gebruikt.
Paginaformaat en stand voor imagesetters
A. US Letter (staand) B. Aangepast paginaformaat (staand) C. Letter (gekanteld)
De papierformaten zijn op 'normale' naam (bijvoorbeeld Letter) gesorteerd. De afmetingen geven de grenzen van het
afbeeldingsgebied aan: het totale papierformaat min een eventuele niet-afdrukbare rand die door de printer of
imagesetter wordt gebruikt. De meeste laserprinters kunnen niet tot aan de rand van een pagina afdrukken.
Als u een ander papierformaat selecteert (bijvoorbeeld, als u van Letter overstapt op Legal), worden de documenten
opnieuw in het voorvertoningsvenster geschaald. Het voorvertoningsvenster geeft het volledige afbeeldingsgebied van
de geselecteerde pagina weer. Wanneer de grootte van de voorvertoning wordt gewijzigd, wordt het venster
automatisch aangepast aan het afbeeldingsgebied.
Opmerking: Het afbeeldingsgebied is afhankelijk van het PPD-bestand (zelfs voor standaardpapierformaten zoals
Letter), omdat dit gebied door de printer of imagesetter wordt gedefinieerd.
ABC