Operation Manual

443
INDESIGN GEBRUIKEN
Kaders en objecten
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
Opmerking: Deze optie wijzigt de manier waarop lijndikten worden beïnvloed door het schalen van een kader niet, alleen
de manier waarop eventuele wijzigingen invloed hebben op metingen wordt gewijzigd.
Voer in het menu van het deelvenster Transformeren of van het regelpaneel een van de volgende handelingen uit:
Selecteer Afmetingen incl. lijndikte als u deelvenstermetingen vanaf de buitenrand van een objectlijn wilt
uitvoeren. Als bijvoorbeeld het ene kader twee punten korter is dan het andere, maar de lijndikte van het kortere
kader twee punten dikker is, hebben de kaders met deze instelling in het deelvenster Transformeren en in het
regelpaneel dezelfde hoogtewaarde.
Schakel Afmetingen incl. lijndikte uit als u deelvenstermetingen op basis van het pad of kader van het object wilt
uitvoeren, ongeacht de lijndikte. Twee kaders met dezelfde hoogte hebben dan in het deelvenster Transformeren
en in het regelpaneel dezelfde hoogtewaarden, ongeacht de verschillende lijndikten.
Objecten transformeren
U kunt de grootte en vorm van een object en de stand ervan op het plakbord wijzigen met gereedschappen en
opdrachten. De gereedschapsset bevat vier transformatiegereedschappen, namelijk de gereedschappen Roteren,
Schuintrekken, Schalen en Vrije transformatie. U kunt ook het gereedschap Selecteren gebruiken om objecten te
transformeren. Alle transformaties, plus spiegeling, kunt u uitvoeren via het deelvenster Transformeren en het
regelpaneel, waarin u nauwkeurige transformaties kunt opgeven.
Transformatiegereedschappen (boven) en het deelvenster Transformeren (onder)
A. Opties voor Roteren B. Opties voor schuintrekken C. Opties voor schalen
Neem het volgende in acht wanneer u objecten transformeert:
De resultaten van een transformatie kunnen aanzienlijk verschillen, afhankelijk van de geselecteerde objecten. Wat
er bij het roteren van een afbeelding bijvoorbeeld wordt geroteerd, hangt af van of u de afbeelding, het kader, of het
kader en de afbeelding hebt geselecteerd. Gebruik het gereedschap Selecteren om een volledig pad en de inhoud
van het pad (klik buiten de inhoudgrijper) te transformeren (roteren, schalen of schuintrekken) en gebruik het
gereedschap Direct selecteren om alleen het pad zonder de inhoud of alleen de inhoud zonder het pad te
transformeren. Als u de inhoud zonder het pad wilt transformeren, dient u alle ankerpunten te selecteren.
Als u zowel het kader als de inhoud wilt vergroten/verkleinen, maakt u gebruik van de velden Percentage schaal X
en Percentage schaal Y, niet van de velden voor breedte en hoogte. Via de velden voor breedte en hoogte worden
alleen het geselecteerde kader of de geselecteerde inhoud gewijzigd, niet beide. Onthoud dat u niet beperkt bent tot het
opgeven van percentages in de velden Schalen. U kunt afmetingen typen door de maateenheid toe te voegen, zoals “6p.”
Bij transformatie worden alle geselecteerde objecten als één eenheid beschouwd. Als u bijvoorbeeld meerdere
objecten selecteert en deze 30° roteert, worden ze alle rond één referentiepunt geroteerd. Als u elk geselecteerd
object 30° rond het eigen referentiepunt wilt roteren, moet u elk object afzonderlijk selecteren en roteren.
C
A
C
C
B
A
B