Operation Manual
348
INDESIGN GEBRUIKEN
Kenmerken van lange documenten
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
• In een goed opgezette index worden de onderwerpen consequent gepresenteerd. Veel voorkomende
indexproblemen ontstaan door het door elkaar halen van kleine letters en hoofdletters (katten en Katten) en
enkelvoud en meervoud (kat en katten). Gebruik een onderwerpenlijst om de termen consistent te houden.
• Kijk uw index diverse keren na voordat u de index gaat genereren. Zoek naar dubbele items, zwakke
onderwerpgebieden, spelfouten en inconsistenties in hoofdlettergebruik en formulering. De woorden Tijger, tijger
en tijgers worden bijvoorbeeld als afzonderlijke items beschouwd.
Workflow voor het maken van een index
U maakt als volgt een index:
1. Maak een onderwerpenlijst (optioneel). Een onderwerpenlijst zorgt voor consistentie bij de indexitems. (Zie “Een
onderwerpenlijst voor een index maken” op pagina 349.)
2. Voeg indexmarkeringen toe. Voeg indexmarkeringen toe op de pagina's in uw document waar de indexitems naar
moeten verwijzen. (Zie “Indexitems toevoegen” op pagina 350.)
3. Genereer de index. Als u de index genereert, wordt een reeks items voor markeringen met de bijbehorende
paginanummers gemaakt. (Zie “Een index genereren” op pagina 356.)
4. Laat het indexartikel doorlopen. Gebruik de cursor voor geladen tekst om de index te laten doorlopen in een
tekstkader. Normaal gesproken zult u de index op een nieuwe pagina willen laten beginnen. Nadat u de index hebt
laten doorlopen, kunt u de pagina's en index gaan opmaken.
U zult deze stappen waarschijnlijk diverse malen uitvoeren voordat de index geschikt is om te worden gepubliceerd.
Meer Help-onderwerpen
“Indexitems toevoegen” op pagina 350
Video over het maken van een index
Overzicht van het deelvenster Index
In het deelvenster Index (Venster > Tekst en tabellen > Index) kunt u de index maken, bewerken en een voorvertoning
ervan bekijken. Dit deelvenster bevat twee modi: Verwijzing en Onderwerp. In de modus Verwijzing worden complete
indexitems voor het actieve document of boek in de voorvertoning weergegeven. In de modus Onderwerp worden
alleen onderwerpen en geen paginanummers of kruisverwijzingen in de voorvertoning weergegeven. De modus
Onderwerp wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het maken van de indexstructuur, terwijl in de modus Verwijzing
indexitems worden toegevoegd.
In de modus Verwijzing worden de indexitems in alfabetische volgorde gezet en op beginletter onderverdeeld. Met het
driehoekje naast de items kunt u het item uit- of samenvouwen en zo subitems, paginanummers en kruisverwijzingen
weergeven of verbergen.
De volgende codes vervangen de paginaverwijzingen bij indexitems die waarschijnlijk niet in de gegenereerde index
worden opgenomen. U moet misschien Voorvertoning bijwerken kiezen in het deelvenster Index om de codes te
bekijken.
KB Geeft indexitems op het plakbord aan. Deze items worden echter niet in de gegenereerde index weergegeven.
VL Geeft indexitems op een verborgen laag aan. Als u de index genereert, hebt u de mogelijkheid om indexitems op
een verborgen laag op te nemen.
VT Geeft indexitems in een verborgen voorwaarde aan. Indexitems in verborgen voorwaarden zijn niet opgenomen
in de index.