Operation Manual

238
INDESIGN GEBRUIKEN
Tekst en objecten combineren
Laatst bijgewerkt 20/5/2011
De opties Ruimte voor en Ruimte na gebruiken
A. Bij een waarde van 0P10 voor Ruimte voor worden het object en de bijbehorende tekst verder van de bovenstaande tekstregel vandaan
verplaatst. B. Bij een waarde van 0P10 voor Ruimte na worden het object en de bovenstaande tekst verder van de bijbehorende tekstregel
vandaan verplaatst (onder).
Opmerking: Verankerde objecten die zijn ingesteld op Boven lijn blijven altijd bij de regel met het anker staan. De tekst
kan niet zodanig worden opgemaakt dat het object zich onder aan de ene pagina bevindt terwijl de regel met het
ankerpunt boven aan de volgende pagina staat.
Opties voor aangepaste positionering
U kunt de volgende opties gebruiken bij het plaatsen van een verankerd object met aangepaste positionering. U kunt
deze opties ook opgeven via het dialoogvenster Verankerd object invoegen of het dialoogvenster Opties verankerd
object. Zie “Een verankerd object met aangepaste positie positioneren” op pagina 241 voor stapsgewijze instructies bij
het instellen deze opties.
Ten opzichte van rug Bepaalt of het object wordt uitgelijnd ten opzichte van de rug van het document. Als u deze optie
selecteert, wordt de proxy van het referentiepunt voor het verankerde object weergegeven als een spread van twee
pagina's. De twee pagina's zijn gespiegeld. Als deze optie is geselecteerd, blijven objecten die zich aan de ene kant van
een spread bevinden, zoals de buitenmarge, in de buitenmarge staan zelfs als de tekst doorloopt naar de
tegenoverliggende pagina.
A
B